editie 47 / februari 2016

Verhaal van een VertaalVerhaal

VertaalVerhaal.nl is een initiatief van een aantal vertalers rond de VertalersVakschool Amsterdam, een school door en voor vertalers die grotendeels zelfvoorzienend is, maar wel geregeld een bijdrage van het Lirafonds ontvangt.

Verhaal van een VertaalVerhaal

Op de website worden nieuwe en bestaande ‘verhalen’ over vertalen verzameld – over de worsteling van vertalers met het boek, de schrijver, de uitgever en vooral met zichzelf, over werkplezier en zelfs geluk. Technische verhalen naast grappige anekdotes, diepe literaire bespiegelingen naast lichtvoetige schetsen en weemoedige herinneringen naast wilde impressies.

De verhalen worden uitsluitend geplaatst nadat toestemming van de auteurs of hun rechthebbenden is verkregen en het copyright blijft bij hen berusten.

Sinds de oprichting eind 2012 zijn inmiddels een kleine 100 verhalen opgenomen, terwijl ook al twee boekjes zijn uitgegeven. Afgezien van een eenmalige subsidie van het Nederlands Letterenfonds voor de bouw van de site, bedruipt VertaalVerhaal zich met behulp van donaties, schenkingen e.d.

Werving

Soms is een terloopse vraag of één mailtje genoeg om VertaalVerhaal een nieuwe aanwinst te bezorgen. We komen iemand tegen, op een vertalersbijeenkomst of zomaar in het voorbijgaan, spreken een wervend woord en klaar is Kees. Tussen toezegging en inlossing daarvan zit dan natuurlijk nog weleens licht, maar dat is bij een krant, tijdschrift of uitgeverij niet anders.

Soms moeten we meer moeite doen, bijvoorbeeld bij een bestaande tekst. Om iemand toestemming tot plaatsing te vragen, moeten we hem wel eerst kunnen vinden. En als hij niet meer leeft, moeten we zijn rechthebbende(n) weten op te sporen. Soms lukt dat via zijn uitgeverij, maar daar publiceerde hij vaak zo lang geleden dat ook daar geen contactgegevens meer voorhanden zijn.

Redder in nood is voor ons dan veelal – en hierbij nog maar eens onze grote dank! – de Stichting Lira, die onder meer ten behoeve van de verdeling van het leengeld een enorme database van rechthebbenden op ‘geschriften’ (dus ook van erven) onderhoudt én bereid is ons hiervan mee te laten profiteren. Door ons rechtstreeks een adres te verstrekken of een brief of e-mail van ons door te sturen. Meestal lukt het ons zo wel om contact met rechthebbenden of nabestaanden te leggen, al heeft zo’n speurtocht ons weleens helemaal tot in Australië moeten voeren (naar dochter Roos van August Willemsen).

 

Enthousiast

Hebben wij auteurs, nabestaanden of erven eenmaal achterhaald, dan reageren ze eigenlijk altijd enthousiast op ons voorstel een verhaal als VertaalVerhaal op te nemen. Om een kleine greep te doen:

Philippe Noble over ‘Ontwikkeling van een vertaler’: ‘Een aardig idee, dat ik alleen maar kan toejuichen en waardoor ik me zeer vereerd voel.’

Tove Dueholm over ‘Vertalen in tijden van liefde’ van Gerard Rasch: ‘Een hele eer, Gerard zou het ook mooi hebben gevonden.’

Anneke van Dooren over ‘De vertaler op herhaling’ van haar vader Frans: ‘Leuk dat u het artikel op de website op wil nemen. Namens mijn moeder geef ik via deze weg toestemming.’

En over ‘Het vertalen van realia’ Anne en Leonie Grit: ‘Wij gaan graag akkoord. Onze vader zou het erg leuk gevonden hebben.’

 

Dankwoorden

Een bijzonder geval zijn de dankwoorden die wij plaatsen. Zo verschenen deze bij de Martinus Nijhoffprijs vele jaren in speciale boekjes – waarin ook het juryrapport – met de vermelding © Prins Bernhard Fonds. Ons leek het evenwel voor de hand te liggen dat deze copyrightvermelding de boekjes als geheel gold – en dat niemand ze dus zomaar mocht kopiëren en verspreiden – maar dat het auteursrecht op de dankwoorden zelf bij de auteurs bleef berusten. Het zou immers nogal eigenaardig zijn als een laureaat het recht op zijn eigen tekst zou kwijtraken. Daarom hebben wij bij elk dankwoord dat we wilden publiceren, toestemming aan de auteur of diens rechthebbende(n) gevraagd. Gelukkig deelde de ‘uitgever’ – inmiddels Prins Bernhard Cultuurfonds geheten – onze lezing op dit punt.

 

In één geval

Maar in één geval – tevens de aanleiding tot dit verhaal – slaagden wij er niet in de toestemming tot publicatie van zo’n dankwoord te verkrijgen. Dankzij Lira hadden we een naam en een adres van de rechthebbende op de royalty’s over de vertalingen, maar onze pogingen tot contact liepen vast. Het ging hierbij om C.A.G. van den Broek, bekroond om zijn vertaling van Honderd jaar eenzaamheid van Gabriel García Márquez, maar ook de vertaler van een aantal bestsellers van John Irving (na de dood van Van den Broek ‘overgenomen’ door Sjaak Commandeur). Dankzij collega Paul Beers, klasgenoot van Van den Broek op het Haags gymnasium, kwamen we in contact met een andere medeleerling, Anton Wesselingh, die ons schreef:

Uw initiatief om die rede af te drukken in VertaalVerhaal juich ik van harte toe. Tegelijkertijd was ik aangenaam verrast: ik ben zelf namelijk bezig een opzet te maken voor een kort artikel over Kees van den Broek die dit jaar 25 jaar geleden overleed. Met als belangrijkste doel deze eminente vertaler een beetje uit de schaduw te halen. Hij was een van mijn beste vrienden vanaf de tijd op het gymnasium in Den Haag (Paul Beers zat ook in die klas) en woonde teruggetrokken in Zoetermeer, een soort Macondo (Honderd jaar eenzaamheid) avant la lettre. En hij verbleef jaarlijks – als het vertalen en zijn wankele gezondheid dat toelieten – enkele weken in Zuid-Spanje waar hij het Spaans leerde in cafés en op straat en vanwaar hij mij zeer leesbare brieven stuurde.

Niet alleen Anton Wesselingh bleek enthousiast, want toen deze navraag voor ons deed bij de executeur-testamentair van Van den Broek, kregen we ook van die kant steun. Ook kwamen we langs deze weg te weten dat het testament acht erfgenamen kende – met de toevoeging ‘uitdrukkelijk zonder plaatsvervulling’ – van wie een aantal gezien hun leeftijd in 1990 intussen waarschijnlijk overleden was. Omdat het testament behalve over de royalty’s niet over inkomsten uit intellectuele eigendom repte, liep ons spoor daar feitelijk dood. Want zelfs de ontvangster van deze royalty’s zou ons geen toestemming kunnen geven. Niet publiceren dus.

Maar – zoals er ‘circumstantial evidence’ bestaat, is er misschien ook zoiets als ‘circumstantial warranty’. Een rechtvaardiging tot onwettig handelen als het ware, zoals in ander verband ‘noodweer’ dat is. En bij zoveel ‘ondersteunende bijval’ besloot VertaalVerhaal ten slotte de principiële knoop door te hakken. In weerwil van ons beginsel dat we verhalen alleen met instemming van auteurs of hun rechthebbenden opnemen, besloten we voor het dankwoord van Van den Broek een uitzondering te maken en het toch te plaatsen. In de wetenschap dat we niet alleen alles hebben gedaan om de rechthebbende(n) te achterhalen, maar ook op goede gronden mogen aannemen Kees van den Broek hiermee een verdiend eerbetoon te brengen.

Rien Verhoef