editie 47 / februari 2016

Je moet durven knokken. Interview met Tijs van den Boomen

Je moet durven knokken. Interview met Tijs van den Boomen

Hoe werd jij gevraagd voor het bestuur van Lira?
Nicolaas Matsier, die toen namens de FLA in het Lira-bestuur zat, ging een nieuwe roman schrijven. Om tijd vrij te maken, wilde hij zijn maatschappelijk corvee verdelen. Hij heeft me toen in café De Engelse Reet ontboden en gevraagd of ik zijn Lira-taken niet over wilde nemen. Dat deed ik toen maar.

Foto: Jan Banning

Had jij dan een verleden als maatschappelijk corveeër?
Tijdens mijn studie bedrijfskunde heb in de Universiteitsraad gezeten. Een vriend uit de studentenvakbond richtte een fractie op. Eigenlijk wilde ik niet, maar hij overtuigde me, een beetje hetzelfde verhaal dus. Daarnaast heb ik het Handboek Zelfstandigen geschreven.

Was dat ook omdat je mensen wilde helpen?
Ja, maar ik wilde ook boeken verkopen. Die combinatie is niet strijdig. Nu staat er een hele plank freelanceboeken in de winkel, maar rond 1995 was er voor freelancers helemaal niks. Ik zocht dat allemaal zelf uit. Als ík dat wil weten, dacht ik, dan zijn er vast ook anderen die dat willen weten.

Die maatschappelijke corvee kreeg je die mee vanuit huis?
Ja, mijn vader zat in het bestuur van de school en van de hockeyclub. Mijn moeder gaf bejaardengymnastiek en cursussen pensioen in zicht. Dus er zit wel een maatschappelijke betrokkenheid in de familie.

Wat verwachtte jij van je werk als bestuurslid?
In eerste instantie niet zo veel. Ik wist dat het taaie processen waren, veel regelen en polderen. Ik kwam uit de begintijd van de FLA en die was activistisch. Dat ging toen al over Nexis Lexis en over hergebruik door de grote kranten. De journalisten meldden zich op het strijdtoneel van het auteursrecht en ik realiseerde me dat het een lang en ingewikkeld proces zou worden.

Er was bij Lira toen nog niet zoveel aan de hand als nu.
Het was stabieler. Het was een veel eenvoudiger tijd.

Hoe moet het nu verder met onze strijd?
Een tijdlang was alles goed geregeld, maar alle regelingen dreigen te verdwijnen. Literaire auteurs met hun modelcontracten zouden gewaarschuwd moeten zijn: kijk hoe scenarioschrijvers, journalisten en educatieve auteurs worden behandeld. Wij hoopten dat de praktijk van de literaire modelcontracten zich zou verspreiden, maar het gaat juist de andere kant op.

Wat zie jij als jouw bijdrage aan het Lira-bestuur?
Ik ben geen echte netwerker. Ik ben meer iemand, misschien door mijn verleden in de studentenvakbond en de FLA, die met een zeker ongeduld en een zekere scherpte probeert door te pakken. Besturen is niet mijn sterkste punt. Maar in zo'n bestuur zijn verschillende rollen. Mijn rol was activistisch. We slaan erop! We zeggen het convenant op!

Die rol is één ding. Het tweede is Nieuwswaarde, opgericht door de NVJ voor de auteursrechten van freelance journalisten. Gelden werden daar geïnd en verdeeld. Dat was een onhoudbare situatie, want die club was te klein en niet professioneel genoeg. Ik ben daar aanvankelijk als toehoorder bij gaan zitten en langzamerhand is Nieuwswaarde naar Lira opgeschoven en uiteindelijk gefuseerd. Dat is een succes gebleken.

Ik heb me er altijd sterk voor gemaakt om een zo modern en simpel mogelijk huis voor auteurs te creëren. Die beweging heb ik gesteund en ik hoop dat die doorzet.

Wie moeten er nog meer bij dan?
De belangenbehartigers.

De VSenV?
Ja, uiteindelijk wel, of Lira bij hen. En vergeet ook de NVJ niet. Belangenbehartiging en collectief beheer moeten meer één ding worden, net als in Engeland. Misschien moeten die naar buiten wel twee gezichten houden, maar met een gezamenlijke backoffice.

Dat wordt moeilijk vanwege de verschillende belangen.
Dat wordt ongelofelijk moeilijk, maar het is in een notendop wat Lira volgens mij zou moeten nastreven. Je merkt het nu al. Freelancers zijn net een kruiwagen met kikkers en de uitgevers zijn er heel goed in om ons tegen elkaar uit te spelen. Een voorbeeld: Lira komt in actie tegen Blendle en de uitgevers blokkeren dat met een beroep op een convenant dat eigenlijk gaat over het modelcontract voor literaire auteurs. Na jaren trekken en duwen hebben we dat convenant opgezegd en nu zijn de literaire auteurs bang voor aantasting van het modelcontract. Als we ons allemaal apart organiseren wordt dat alleen maar erger, dan krijg je territorium- en haantjesgedrag. Het is dus onvermijdelijk dat we streven naar verregaande samenwerking. Anders worden we gemarginaliseerd.

Welke andere functies heb je bekleed als bestuurslid?
Ik ben nog steeds bestuurslid van het P.C. Boutensfonds, uit loyaliteit aan Lira. Wij zijn het fonds nu aan het omvormen om het meer toekomstbestendig te maken.

Je nam ook deel aan de Lirafonds-adviescommissie.
Dat vond ik de leukste Lira-nevenfunctie, omdat je het over de artistieke inhoud hebt. Ik zag dat zo'n fonds verschil kan maken doordat het een aanvullende rol speelt in de kwetsbaarste sectoren. Ook door haar samenstelling is het een interessante commissie, en het is geen straf om voor Sinterklaas te mogen spelen.

Maar je was ook voorzitter. Ben je dat eerder geweest?
Nee, eigenlijk niet, maar het voorzitten van de adviescommissie was een warm bad. Er zitten buitengewoon redelijke mensen in, die een bijna socratisch gesprek voeren om te kijken wat verstandig is. Er was respect voor de aanvragers, maar wanneer een aanvraag lui of onzinnig was, werd dat ook gezegd. Die helderheid hoort erbij. Maar we maakten ook uitzonderingen op de regels als we dat nodig vonden.

Eigenlijk een soort polderen?
Dat vind ik niet het juiste woord, want dat gaat over belangen en die belangen overbruggen. Ik vind de Lirafonds-commissieleden meer een soort regenten, in de positieve zin van het woord. Ze adviseren op grote afstand met grote belangstelling en alertheid. Die commissie mis ik het meest.

Heeft jouw tijd in het Lira-bestuur je blik op het auteursrecht en het collectieve beheer veranderd? Of is die hetzelfde gebleven?
Die is zeker niet hetzelfde gebleven. Toen ik begon zag ik dat mijn artikelen gejat werden en vond ik dat daar tegen opgetreden moest worden en dat ik per internetclick individueel betaald moest worden. Dat moest toch mogelijk zijn met de moderne techniek, dacht ik. Dan hebben we het over de jaren negentig. Het kan echter nog steeds niet.

Geloof je dat? Het lijkt voor mij een administratieve mogelijkheid. Het gaat meer om onwil.
Bij een platform als Blendle zou het nog kunnen. Maar al dat hergebruik door digitale archieven en het online doorplaatsen van krantenartikelen en de oneindige hoeveelheid contracten die daaronder liggen, dat is individueel niet te volgen. Dat kun je beter collectief regelen. Bovendien gaat het niet alleen om clicks: ook voor het ter beschikking stellen van materiaal moet worden betaald.

Ik denk dat Lira heel dat nadrukkelijk moet gaan faciliteren. We moeten aan de ene kant veel harder onze hindermacht gebruiken en aan de andere kant moeten we de uitgevers en de markt een fatsoenlijke regeling bieden. Geef ons een percentage van de omzet en dat keren wij dan uit aan auteurs, bijvoorbeeld gerelateerd aan hun omzet. Dat is voor iedereen veel beter.

Als journalist schrijf je over de openbare ruimte. In jouw jaren als bestuurslid was Lira op twee verschillende locaties gehuisvest in Hoofddorp. Heb je ooit over Hoofddorp geschreven? Welke indruk maakte de openbare ruimte rondom de Lira-huisvesting op jou?
Nadat ik door Nicolaas Matsier gevraagd werd, moest ik bij het VSenV-bestuur komen. Toen zat Marijke Spies daar nog. Zij zei dat ik één ding moest weten: "Ze zitten wel op een hele nare locatie. Je moet elke keer naar Hoofddorp." Ik vond dat juist een voordeel. Ik ben net bezig met een recensie over het nieuwe fotoboek van Theo Baart. Hij is een chroniqueur van landschap en ruimtelijke ordening. In zijn dikke pil over de Haarlemmermeer staan heel mooie foto's van allebei onze panden. Hoofddorp is natuurlijk waanzinnig fascinerend. Het is het gekste landschap van Nederland.

Waarom?
Het is het minst door ruimtelijke ordening beïnvloed omdat de krachten er te groot zijn.

Van het geld?
Van Schiphol, van de economie, van de infrastructuur, van speculatie, van projectontwikkelaars. Niemand kan dat beheersen. Al die nota's zijn doekjes voor het bloeden. Wij denken aan de knoppen te zitten, maar we rennen achter iets aan dat veel groter is. Dat kun je aflezen aan het landschap. En dat is super. Ik vind het ook heel goed dat Lira daar zit, gewoon rock bottom in een goedkoop kantoorpand. Daarmee heb je bijna je geloofsbrieven al afgegeven: hier blijft helemaal niks aan de strijkstok hangen. Ik overdrijf natuurlijk, maar daarom zitten we wel daar, het is goedkoop.

Je bent medeoprichter van het Rotondologisch Genootschap. Zijn er goeie rotondes te vinden in Hoofddorp?
In Hoofddorp Centrum, voor zover je van een centrum kunt spreken, heb je een klassieke rotonde met een grote fontein, die – heel eigenaardig – een Hongaarse naam draagt. Maar verder is Hoofddorp volkomen rechtlijnig. Ze hebben er geen behoefte aan rotondes.

Wat zijn je plannen voor de toekomst?
Die beginnen vorm te krijgen. Ik kan nu op een andere manier gaan werken, in een ander ritme, met meer ongewisse projecten. In het voorjaar ga ik bijvoorbeeld een maand naar Tokyo om een stad te onderzoeken die volkomen anders in elkaar zit als onze steden.

Je hebt al die verplichtingen niet meer.
Nee, dat was soms lastig. Ik bleef maar met allerlei klussen bezig en regelwerk doen. Zoals ik al zei ben ik niet echt een bestuurder. Dat is bijna geen van de bestuursleden. Het zijn betrokken makers, die gesteund worden door een geweldige accountmanager en dito bureau. Kees Holierhoek is eigenlijk de enige rasbestuurder.

Jij had er last van?
Van de zwaarte.

Waar zit die?
Dat spanningsveld tussen de activistische houding en de haast die je hebt enerzijds, en de ongelofelijke stroperigheid anderzijds. Dat vond ik eigenlijk het moeilijkste. Doe je het goed en maak je voldoende snelheid? Hoe houd je het bij elkaar, hoe bewaar je de verbinding met andere journalisten en de FLA en de NVJ? Ik vroeg me vaak af of we het wel goed deden.

Het gaat om veel geld en het verdelen daarvan, maar meer nog om het toekomstbestendig maken van het geheel. Kun je het borgen? Kun je de Blendles binnenhengelen? Dan merk je ook dat Lira met heel veel belangen rekening moet houden. Kijk maar naar het modelcontract, het NUV-convenant, het Reprorecht-dossier, Brein. Wat ik echt spijtig vind, is dat ik het Blendle-dossier niet heb kunnen afronden.

Ik denk dat het grootste probleem was dat we veel andere rechtszaken hadden lopen.
Ook. Maar op een gegeven moment moet je zeggen: "Leuk al die dossiers, maar nu is dit dossier aan de beurt." En dat is nu ook gebeurd.

Wat ik goed heb gedaan en wat Kees Schaepman ook goed doet, is vechtlust tonen. Je moet het hele netwerk van auteurs in de gaten houden en scherp opletten dat de tegenpartij je er niet in probeert te lijmen. Je moet durven knokken.

TB

Meer informatie over Tijs van den Boomen op de website tijsvandenboomen.nl