editie 30 / december 2009

Jan Hanlo-prijzen 2009

Pleidooi voor populisme is de beste essaybundel van de afgelopen twee jaar, op 16 september ontving schrijver David van Reybrouck hiervoor de Jan Hanlo Essayprijs Groot 2009. Het kleine broertje van de tweejaarlijkse essayprijs ging naar Arjen van Veelen, voor zijn ongepubliceerde essay Suum cuique.

 'Het kwam me eerlijk gezegd niet zo slecht uit dat ik meteen na verschijning voor 
drie maanden onderzoek naar Congo moest verkassen. De aanvallen van Elsbeth 
Etty and the likes of them bleken toch relatief toen ik in het rebellengebied van 
Nkunda omringd was met kindsoldaten die met grimmige blik hun bazooka's op mij 
richtten.' Met deze woorden nam David van Reybrouck op 16 september de Jan 
Hanlo Essayprijs Groot in ontvangst. 
 
Van Reybroucks tachtig pagina's tellende pamflet Pleidooi voor populisme is 
verkozen tot de beste essaybundel die in de jaren 2007 en 2008 is verschenen. 
Volgens juryvoorzitter Maarten Asscher steekt hij niet alleen boven de andere 
pamfletten uit, 'maar ook boven de omvangrijkere essayistische boeken die werden 
ingezonden.' 
 
Van Reybrouck imponeerde de jury vooral 'door de compacte, heldere en goed beargumenteerde stijl waarmee hij pleit voor niet minder, maar voor beter populisme. Zijn onderwerp is actueel, maatschappelijk relevant en tegelijk van alle tijden, zoals ook zijn vergelijking met de opkomst van het socialisme aan het eind van de negentiende eeuw illustreert. De benadering van Van Reybrouck houdt perfect het midden tussen een politieke verhandeling en een letterkundig essay, 
waarbij de kwaliteiten van beide genres worden gecombineerd.'
 
Het essay leidt in Nederland een kommervol bestaan. Om meer aandacht en respect voor dit genre te bewerkstelligen werd in 1999, dertig jaar na de dood van dichter Jan Hanlo, een naar hem vernoemde essayprijs ingesteld. De prijs werd bekostigd uit de royalty's op Hanlo's werk, het initiatief kwam van BarBara Hanlo, 'achternicht van' en Jan Hanlo‑biograaf Hans Renders. 
 
In 2001 werd Lira medesponsor en sindsdien worden twee prijzen toegekend: de Jan Hanlo Essayprijs Klein voor een ongepubliceerd essay (e. 1.500) en de Jan Hanlo Essayprijs Groot voor een essaybundel, gepubliceerd in de twee voorafgaande jaren (e. 7.000). 
 
De benarde omstandigheden waaronder essayschrijvers nog steeds hun werk 
moeten doen, werden op de avond van de prijsuitreiking in De Balie te Amsterdam 
treffend verwoord door Marita Mathijsen, die de openingslezing voor haar rekening 
nam. 
 
De zwaar verkouden Mathijsen ‑ 'Ik sta stijf van de paracetamol, neusspray 
en strepsils ' ‑ nam het publiek mee naar een denkbeeldige marktplaats.nl waar alle 
schrijvers van Nederland zich opnieuw moeten aanbieden aan uitgevers. De meeste 
essayisten zullen na 28 dagen ‑ de gangbare termijn op marktplaats ‑ geen enkel bod 
hebben ontvangen. Daarna knipte zij Nelleke Noordervliet in tweeën: op de literaire 
Noordervliet  zou volgens Mathijsen flink geboden worden, maar de essayistische 
Noordervliet zou als winkeldochter achterblijven. En Mieke van de Wal hoefde ze 
niet eens door te knippen, die zou sowieso verloren zijn op de markt.
 
Nieuwe financiële vergezichten wist Mathijsen niet te schetsen ‑ haar betoog ging 
vooral over stijl en over wat wetenschappers van essayisten zouden kunnen leren ‑ 
maar misschien kan Arjen van Veelen, de winnaar van de Jan Hanlo Essayprijs Klein, 
daar wel aan bijdragen. Hij ziet mogelijkheden om het essay commerciëler te maken, 
maar bleef op de vraag van gastheer Hans Goedkoop hoe dat te bereiken vooralsnog 
vaag: 'Aansluiten bij onderwerpen die leven. En een iets frivolere aanpak, wat 
minder erudiet.' Hij beloofde er nog op terug te komen.
 
In ieder geval geeft zijn essay aanleiding om nieuwsgierig uit te kijken naar 
zijn ideeën. Het thema voor de kleine essayprijs luidde dit jaar 'O Nederlandse taal', 
een dichtregel van Hanlo, en dat was voor Van Veelen aanleiding om een essay te 
schrijven om zich te verdiepen in de tattoo‑cultuur, 'want daar wordt tenslotte lang 
nagedacht voor je iets opschrijft.' Tot zijn eigen verbazing ontdekt hij dat juist het 
Latijn populair is voor het beschrijven van de eigen huid.
 
Volgens de jury schrijft Van Veelen op een verfrissend onbevangen manier 
'over de invloed van internet, e‑mail en sms op het hedendaagse taalgebruik. Zonder 
dergelijke vernieuwingen, zoals zo vaak gebeurt, als fout, dom en ongrammaticaal 
weg te zetten, weet hij de lezer juist mee te nemen in zijn enthousiasme voor de 
verrijkingen die de internetcultuur in het Nederlands teweeg kan brengen.' [tvdb] 
 
Het volledige juryrapport en andere informatie over de Jan Hanlo Essayprijzen is te vinden 
op: www.essayprijs.nl. 

TvdB