editie 2 / september 2000

Jaarvergaderig Lira

Zo’n vijftigtal aangeslotenen nam op zaterdag 17 juni 2000 deel aan de jaarlijkse aangeslotenen-bijeenkomst in het Okura Hotel te Amsterdam. Bestuursvoorzitter Kees Holierhoek introduceerde zichzelf en de andere leden van het bestuur van LIRA, dat er sinds het aftreden van Ton Oosterhuis als secretaris/penningmeester eind 1999 als volgt uitziet: Willem Capteyn (vice-voorzitter), Nelleke van Maaren (secretaris), Rien Verhoef (penningmeester) en Peter Smit. Daarnaast introduceerde hij André Beemsterboer, directeur van LIRA, Renate Sijm - de nieuwe account manager en opvolgster van Marja Kok - alsook enkele medewerkers van het LIRA bureau, te weten Maureen Arnhem, Chantal van Sluis en Martin van Dam.

 

Beleid en activiteiten 1999 en 2000


Door LIRA-voorzitter  Kees Holierhoek werd teruggeblikt op het gevoerde beleid in 1999 en werden de reeds in gang gezette en voorgenomen activiteiten voor het jaar 2000 toegelicht.

Hij stond stil bij twee belangrijke feiten in 1999, namelijk de leenrechtrepartitie die eind 1999 plaats vond en de afspraken die met de bibliotheken zijn gemaakt voor wat betreft de vergoeding voor de uitleen van geschriften. Geconstateerd kon worden dat de repartitie al weer beter was verlopen dan het jaar ervoor, maar nog lang niet optimaal. Er zal in 2000 veel energie worden gestoken om fouten (m.n. over 1997 en 1998) te herstellen en het repartitieproces verder te verbeteren. Lastig hierbij is dat nog niet alle schrijvers en vertalers die aanspraak kunnen doen gelden op een leenrechtvergoeding, bij LIRA met naam, adres en rekeningnummer bekend zijn. Daarnaast tekent zich af dat het aandeel voor buitenlandse schrijvers en vertalers in de totaal voor verdeling beschikbare leenrechtgelden circa 15% tot 20% bedraagt.
 

Verheugend voor LIRA was dat eind 1999 in de Stichting Onderhandelingen Leenvergoedingen (STOL) overeenstemming is bereikt over de leenvergoeding voor geschriften (dus: boeken, tijdschriften, maar ook van bijv. bladmuziek) voor de periode 2000 tot en met 2005. Was voorheen een zogenoemde lumpsum op jaarbasis het vertrekpunt, vanaf het jaar 2000 wordt uitgegaan van een tarief per uitlening, per 1 januari 2000 gesteld op één Eurodubbeltje (ƒ 0,220371) waarop een afnemend kortingspercentage wordt toegepast, totdat  het niveau van één Eurodubbeltje met ingang van 2005 zal zijn bereikt. Voor de periode van 2000 tot 2005 wordt daarnaast een indexering toegepast. Het totaal voor verdeling onder makers en uitgevers van boeken, tijdschriften en bladmuziek beschikbare bedrag zal – bij een gelijk blijvend aantal uitleningen van 160 miljoen – in de richting van de 40 miljoen gulden per jaar gaan. 

 

De voorzitter memoreerde voorts dat de verdeling van LiteROM-gelden ter hand was genomen. De eerste vijfhonderd recensenten hebben inmiddels een vergoeding voor de van hen opgenomen recensies ontvangen. Inspanningen blijven erop gericht alle rechthebbende auteurs te traceren.

Eind 2000 zal LIRA naar verwachting worden betrokken bij het verdelen van bij de Stichting Reprorecht gereserveerde gelden voor auteurs van algemene boeken. Deze gelden zullen om praktische redenen gevoegd worden bij de te verdelen leenrechtgelden, omdat er geen andere bruikbare gegevens voorhanden zijn om het geld bij individuele rechthebbenden te krijgen.

De voorbereidingen voor de – tweejaarlijkse - LIRA Prijs en LIRA Lezing 2001 zijn gestart. Prijs en Lezing zullen in dat jaar in het teken staan van het genre televisiedrama. Het ligt in de bedoeling de prijs uit te reiken aan een schrijver van een origineel televisie-dramawerk dat zich bijzonder heeft onderscheiden en is uitgezonden in de periode 1997 tot en met 2000.

 

Hierop volgde de nodige reacties uit de zaal. Vragen waren onder meer: hoe zit het met mijn leenrechtvergoeding als ik werk in eigen beheer uitgeef? Zijn er wel duidelijke richtlijnen voor de bibliotheken in verband met door hen aan te leveren uitleeninformatie? Waarom wordt geen rente over leenrechtuitkeringen vergoed? Hoe weet ik als rechthebbende zeker dat de leenrechtregistratie klopt?

Als antwoord op deze en vele andere vragen werd gesteld dat aanspraken op  uitleningen als uitgever in eigen beheer tevoorschijn moeten komen in de steekproef. Men wende zich als uitgever in eigen beheer dan ook voor een uitkering tot de Stichting PRO, de organisatie die voor uitgevers diverse rechten verdeelt. Voor wat betreft het niet uitkeren van rente, lichtte LIRA-penningmeester Rien Verhoef toe dat de rentebaten gevoegd worden bij de voor verdeling beschikbare gelden. André Beemsterboer, directeur van LIRA, zette uiteen dat er duidelijke afspraken zijn gemaakt met de bibliotheken over het aanleveren van informatie. Het aanleveren van titelspecifieke informatie is echter geen wettelijke plicht voor de bibliotheken. Ook is dergelijke informatie niet relevant voor hun bedrijfsvoering. LIRA kan geen sancties hanteren.
 

Hierbij moet worden bedacht dat het in de steekproef om zo’n 80 miljoen uitleningen, 400.000 titels en ca. 14.000 rechthebbende auteurs gaat. Hoewel de bibliotheken loyaal aan het leenrecht meewerken en zich grote inspanningen getroosten, kan worden geconstateerd dat er soms foutief door bibliotheken wordt aangeleverd. Dat is derhalve één van de redenen om controlespecificaties aan auteurs voor te leggen! Hij benadrukte nog eens dat LIRA dringend. behoefte heeft aan auteurs én bibliotheken om een correct bestand op te bouwen.

 

Bestuursverkiezingen

Vervolgens waren de bestuursverkiezingen aan de orde. De voorzitter van het bestuur, Kees Holierhoek, door de VsenV voorgedragen voor herbenoeming voor een periode van 3 jaar , werd zonder tegenstemmen en onthoudingen benoemd. 

Leenrecht buitenland
 

André Beemsterboer hield een inleiding over het leenrecht buitenland. Het leenrecht heeft een internationaal karakter. Een belangrijke basis is te vinden in een Europese richtlijn. Op grond van die richtlijn hebben de verschillende nationale overheden binnen de Europese Unie de vrijheid om hieraan in hun eigen staten een eigen invulling te geven. Consequentie is dat de situatie binnen de onderscheiden Europese landen nogal uiteenloopt, zowel voor wat betreft het tempo waarin ee en ander gebeurt alsook voor wat betreft de juridische basis van de leenvergoeding (auteursrecht, welzijnswet, bibliotheekwet etc).

Vastgesteld kan worden dat de mogelijkheden van de Europese richtlijn op dit punt in  Nederland gelukkig voortvarend en auteursrechtelijk door de wetgever zijn benut. Feitelijk heeft Nederland alleen in buurland Duitsland een “sterke broeder” als het gaat om een stevige auteursrechtelijke verankering van het leenrecht. Doel is om dit jaar de voor Nederlandse leenrechthebbenden bij de Duitse zusterorganisatie VG Wort gereserveerde leenrechtgelden te gaan incasseren. Door LIRA worden daartoe administratieve voorbereidingen getroffen, zodat relevante bestanden uitgewisseld kunnen worden.

 

Dat dit onderwerp onder de aangeslotenen leeft, bleek uit de vele vragen die op de inleiding volgden. Zo wilde een aanwezige weten hoe de situatie in Ierland op dit punt is. André Beemsterboer lichtte toe dat Ierland wel een zogenaamd “public lending right” –systeem kent, maar noch de bibliotheken noch de overheid financiële middelen beschikbaar stellen.

De boeiende vraag werd opgeworpen of je als individuele auteur kunt verbieden dat Belgische bibliotheken je boek uitlenen. Het antwoord was even ontnuchterend als helder: je moet een recht hebben om het te kunnen uitoefenen en in België zijn tot op heden geen wettelijke maatregelen op dit punt van kracht.  Het is kortom vooralsnog aan een ieder in België toegestaan boeken uit te lenen zonder verplichting tot het betalen van een vergoeding aan rechthebbenden.

Conflict NOS-NSS TC \l1 "

Willem Capteyn schetste een beeld van het slepende conflict van het Netwerk Scenarioschrijvers (NSS) met de publieke omroepen over de naleving van de enige jaren geleden overeengekomen Honorariumregeling voor het schrijven en uitzenden van Nederlands drama. Verderop treft u een korte uiteenzetting van zijn hand aan.

 

Naar aanleiding van de inleiding van Willem Capteyn ontspon zich een discussie over

hoe LIRA op bepaalde terreinen schrijvers het beste van dienst kon zijn. De voorzitter bracht  als actueel vraagstuk naar voren of LIRA nu of op langere termijn over zou moeten gaan tot collectieve exploitatie van rechten op audiovisuele werken, dus tv-drama en film, en zo ja, hoe je dat dan met de grootste kans op succes doet.  

Dit ontlokte een reactie vanuit de aangeslotenen waarom al niet eerder tot collectieve exploitatie van audiovisuele en toneelrechten is overgegaan. Vanachter de LIRA-tafel werd opgemerkt dat je, om als organisatie succes te hebben, wel een substantieel deel van de rechten in handen dient te krijgen.


Rondvraag

Desgevraagd bracht Kees Holierhoek naar voren dat alle ontwikkelingen rondom het Internet en nieuwe technologieën in relatie tot het auteursrecht volop de aandacht van LIRA hebben. Hierbij moet worden gedacht aan het auteursrechtelijk goed regelen van contracten met betrekking tot elektronische uitgaven (zoals het E-book en databanken), digitale uitzendmogelijkheden en het idee om bij wijze van proef, samen met Sabam en de Italiaanse zuster-organisatie SIAE,  een toneeldatabank op te zetten. Dit soort onderwerpen zal de komende jaren hoog op de agenda van LIRA blijven.

 

RS