editie 2 / september 2000

Adviezen van het bureau

Verwijzen naar aansluitingscontract

 

Niet zelden streven omroeporganisaties en uitgevers ernaar zoveel mogelijk rechten overgedragen te krijgen. Bij een opdracht voor een boek, artikel of scenario treft u dan meteen een concept-contract aan waarin is vastgelegd dat de maker zijn auteursrecht op dat werk aan de opdrachtgever overdraagt. Het is zelfs mogelijk dat u in een enkel contract het auteursrecht op al uw bestaande en toekomstige werken in een keer overdraagt. Dat betekent meestal dat tegelijk een belangrijke inkomstenbron, bedoeld voor de makers, overgaat naar de uitgever of omroep. Dit is een ongewenste ontwikkeling. Het is dus zaak uw contracten goed door te lezen en niet meer rechten over te dragen dan strikt noodzakelijk is, en bij voorkeur geen rechten over te dragen, maar een licentie te verlenen.

 

Regelmatig stellen schrijvers, scenaristen en vertalers ons in dat verband de vraag hoe op een eenduidige, heldere manier in een contract melding kan worden gemaakt van het feit dat bepaalde exploitatierechten reeds bij LIRA berusten.  In een voorliggend concept-contract ontbreekt vooralsnog maar al te vaak een verwijzing naar het feit dat betrokkene een aansluitingsovereenkomst heeft met LIRA. Ook komt het voor dat toepasselijke bepalingen in het modelcontract (het Modelcontract voor de uitgave van oorspronkelijk Nederlandstalig literair werk, zoals opgesteld door de Groep Algemene Uitgevers en de Vereniging van Letterkundigen alsook het GAU/VvL Modelcontract voor de uitgave van een vertaling van een literair werk) in minder gunstige zin zijn bijgesteld.

 

In antwoord hierop lijkt het raadzaam onderstaande tekst - of woorden van gelijke strekking - op te laten nemen aan het slot van het contract met uitgever of omroeporganisatie:

 

“Van deze overeenkomst zijn uitgesloten de auteursrechten en bevoegdheden waaromtrent de schrijver/vertaler/bewerker een aansluitingscontract met de Stichting LIRA heeft gesloten. Dit aansluitingscontract is partijen genoegzaam bekend.”

 

LiteROM-gelden

 

Nadat begin april van dit jaar de handtekeningen waren geplaatst onder het contract met uitgeverij Biblion, heeft LIRA ca. 1500 bij haar met naam en adres bekende recensenten aangeschreven met het oog op de uitkering van de vergoeding voor de op de LiteROM opgenomen recensies. Voor de goede orde: het gaat hierbij (nog) slechts om de vergoeding voor recensies die opgenomen zijn vóór 1 januari 1997 (zie ook het artikel “LiteROM-regeling voor literaire recensenten” p. 6-7 in het vorige bulletin).

Inmiddels hebben ruim 550 schrijvers de lastgeving en volmacht ondertekend geretourneerd en de vergoeding ontvangen. Dat is mooi, maar niet voldoende. Wij roepen u dus op – indien u weet of vermoedt dat recensies van uw hand op de LiteROM zijn opgenomen – zich te melden bij het bureau van onze stichting. Contactpersoon: Jimmy Veldwijk, tel. 020 – 34 70 591

 

Vaak wordt de vraag gesteld hoever de “lastgeving en volmacht LiteROM-regeling” zich uitstrekt. Deze volmacht houdt slechts in dat Stichting LIRA resp. Stichting Nieuwswaarde bevoegd is om namens u als maker op overeen te komen voorwaarden aan de producent van de LiteROM toestemming (een licentie) te verlenen tot opname en het opgenomen houden van de desbetreffende recensies uitsluitend voor zover het gaat om opname hiervan op de LiteROM. 

 

RS