editie 15 / december 2004

Lira Fonds: wijziging beleid toneel opdrachten

Het bestuur van het LIRA Fonds dat identiek is aan het bestuur van LIRA, heeft besloten om met ingang van 1 januari 2005 aanvragen om subsidies ten behoeve van schrijfopdrachten bij het toneel anders te gaan behandelen. Vanaf genoemde datum zal het LIRA Fonds aan de hoogte van het schrijfhonorarium financiële minimumvoorwaarden gaan stellen. Als aan die financiële minimumvoorwaarden is voldaan, betaalt het LIRA Fonds bij een positief besluit over de subsidieaanvraag b deel van het schrijfhonorarium, onder de voorwaarde dat de opdrachtgever zelf uit eigen middelen of anderszins a deel betaalt.

 

Het LIRA Fonds wil hiermee de schrijfvergoeding voor toneelauteurs op een wat hoger en redelijker niveau brengen, zonder de verhoging alleen ten laste van de opdrachtgever te laten komen.

 

Het LIRA Fonds verstrekt alleen schrijfsubsidies indien de aanvrager aan de toneelschrijver op zijn minst de relevante minimumtarieven betaalt. Is het aan de toneelschrijver geboden honorarium hoger dan genoemde minimumtarieven, dan kan het LIRA Fonds besluiten een hogere bijdrage te betalen dan op grond van het minimumtarief zou moeten, maar nooit meer dan b deel van het totale honorarium. 

 

Voor het schrijven van oorspronkelijke toneelstukken zijn de minimumcondities ontleend aan de enkele jaren geleden (in 2001) tot stand gekomen afspraken over vergoedingsrichtlijnen tussen de Werkgroep Theater van de Vereniging van Letterkundigen (VVL) met de Vereniging van Nederlandse Theatergezelschappen (VNT). Door het LIRA Fonds is gekozen  voor de lage variant, de richtlijn die geldt voor voorstellingen in kleine zalen. Op de aldus gevonden bedragen is door de in de afspraak participerende organisaties (nog) geen inflatiecorrectie toegepast. Zodra dat gebeurt, neemt het LIRA Fonds deze correctie over. Bovendien is in deze honoraria begrepen de toestemming van de toneelauteur aan het gezelschap voor 40 voorstellingen. Na de 40e voorstelling is een vergoeding per voorstelling verschuldigd. 

 

Bij oorspronkelijke toneelstukken gaat het LIRA Fonds uit van de volgende minimumtarieven:

- tot en met een speelduur van 30 minuten: e. 3.405

- van 30 tot en met 60 minuten: e. 5.670

- langer dan 60 minuten: e. 7.940

 

Ten aanzien van schrijfopdrachten voor toneelbewerkingen en toneelvertalingen worden door het LIRA Fonds de zojuist aangeduide minimumtarieven voor toneelschrijfopdrachten voor oorspronkelijke stukken gehanteerd verminderd met 40%.

 

Bij bewerkingen en vertalingen, dus toneelstukken naar een bestaande tekst, gelden de volgende minima: 

- tot en met een speelduur van 30 minuten: e. 2.043

- van 30 tot en met 60 minuten e. 3.402

- langer dan 60 minuten: e. 4.764

 

In bijzondere gevallen kan het LIRA Fonds van deze uitgangspunten afwijken als er naar zijn oordeel een goede aanleiding toe bestaat.

 

Dit alles moet gezien worden in het licht van de vraag: hoe kan de werkwijze van het LIRA Fonds zo ingericht worden dat er redelijke normen voor de honorering van Nederlandse schrijvers en dichters in de markt geplaatst worden en Nederlandse schrijvers en dichters tegelijk mede door toedoen van het LIRA Fonds een betere honorering krijgen? Voor het antwoord: zie hierboven.
 

KH