editie 15 / december 2004

Een woord van de voorzitter (15)

Het regent soms auteursrechtelijke uitkeringen. Dat gebeurt niet alleen in Nederland, ook in veel andere landen, vooral in Europa. Het gaat daarbij vaak om kleine tot zeer kleine bedragen, maar wel in grote aantallen. En soms ook moeten de regendruppels beduidend genoemd worden, bij LIRA soms tot 50.000 euro en meer per jaar per auteur. De vraag is: wat denken we van dat verschijnsel?

 

Dat is sterk afhankelijk van het perspectief dat iemand heeft op het geheel van juridische argumentatie, administratieve inspanningen, hoogte van de bedragen en het uiteindelijke nut in individuele en collectieve zin.
 

De juridische argumentatie achter het auteursrecht, één van de culturele mensenrechten en als zodanig opgenomen in de Universal Declaration of Human Rights, wordt niet door iedereen overtuigend gevonden. Vaak wel als beginsel, maar niet in zijn praktische uitwerking. Sommigen vinden de administratieve inspanningen in verhouding tot de hoogte van de bedragen overdreven. Wie veel geld ontvangt, heeft daar vast veel minder moeite mee.

Maar voor wie een gefundeerd oordeel wil vellen over voor- en nadelen, moet naast de individuele baten ook de collectieve versterking van de auteursrechtelijke, sociale en culturele positie van auteurs in zijn overwegingen betrekken. Al is dat collectieve aandeel in Nederland bij lange na niet zo omvangrijk als bijvoorbeeld in het Duitse leenrecht, het zal iedereen die het lot van auteurs een goed hart toedraagt, gauw duidelijk worden dat op tal van terreinen die regen van auteursrechtelijke uitkeringen ook collectief een heilzame uitwerking heeft. Ik noem deskundige juridische hulp in professionele geschillen, de oudedagsvoorziening van auteurs, hulp bij individuele contractonderhandelingen, versterking van de infrastructuur van de belangenbehartiging in Nederland, de financiering van culturele projecten, speciaal gericht op de honoraria van schrijvers en vertalers, promotie van nieuw Nederlands toneel, aandacht via prijzen voor onderbelichte of bedreigde genres en vele andere zaken die anders nooit aan bod zouden zijn gekomen.
 

Ik verwacht daarmee niet de kritiek tot zwijgen te brengen. De discussie over  het auteursrecht als beginsel en in zijn uitwerking gaat door, aangezwengeld door technische ontwikkelingen die ons met heimwee doen terugkijken op de eenvoud van vroeger. Tegelijk weten we dat er nieuwe kansen voor de cultuur worden gecreëerd en daarmee voor de expressie van creatief talent. Daarnaast biedt het auteursrecht een stevig juridisch kader voor de handel in creativiteit. Vandaar dat het soms regent.

 

 

KH