editie 55 / oktober 2019

Eerste verdeling leenvergoedingen e-books al in 2019

In november 2019 zal Lira de eerste leenvergoedingen voor e-books aan schrijvers en vertalers verdelen, op basis van de uitleningen in de eerste helft van 2019.

Eerste verdeling leenvergoedingen e-books al in 2019

Beeld: pxhere.com

Lira ontvangt die zogeheten ‘e-lending-vergoedingen’ voor schrijvers en vertalers op grond van het Convenant e-lending dat per 1 januari 2019 is ingegaan. In dit Convenant zijn afspraken over de verdeling opgenomen. De minister van OCW heeft eind 2018 extra budget beschikbaar gesteld, oplopend tot € 3 miljoen per jaar in 2021, voor het uitlenen van e-books door openbare bibliotheken. Een groot deel hiervan gaat rechtstreeks naar de schrijvers, vertalers en beeldmakers, die hiermee zekerheid krijgen over de betaling bij uitlening van hun e-book. Dat was niet altijd het geval.

De verdeling
De Koninklijke Bibliotheek (KB) betaalt aan uitgevers de helft van de e-lending-vergoedingen, die per titel overeen te komen zijn. De andere helft gaat naar Lira en Pictoright, die het onder de makers verdelen. Lira en Pictoright hanteren daarbij dezelfde onderlinge verdeling als bij fysieke boeken. 

Voor vertaalde werken geldt een iets afwijkende afspraak: daar ontvangen Lira en Pictoright de e-lending-vergoedingen met uitzondering van het gedeelte dat is bestemd voor de betrokken buitenlandse auteurs.
Omdat uitgevers met de KB per titel afspraken maken, waarbij bijvoorbeeld de actualiteit van een titel meespeelt, zal het tarief per uitlening variëren. Deze differentiatie in de tarieven zal Lira bij de uitkeringen vanzelfsprekend volgen.

Uw eigen e-book titels
Lira ontvangt ten behoeve van de verdeling van de KB inzage in de uitgeleende e-book-titels alsmede de bijbehorende beschikbare vergoedingen. Veel titels zijn al bekend bij ons, omdat hiervoor sinds enkele jaren ook een thuiskopievergoeding beschikbaar is.

Bent u schrijver of vertaler van één of meer in Nederland uitgegeven e-booktitels? Controleer dan via de portal uw eigen e-book-titels. U kunt dan meteen uw gegevens bekijken en waar nodig aanvullen of updaten. Weet u niet zeker of uw e-books worden uitgeleend? Dat kunt u in de online bibliotheek checken.
In het nieuwe repartitiereglement e-lending vindt u meer informatie over de verdeling.

Zie ook Leenvergoeding e-books voor schrijvers en vertalers via Lira



Controleer uw e-books

Sinds enkele jaren bevat Lira’s databestand niet alleen de gegevens van fysieke boeken, maar ook het overgrote deel van de in Nederland verschenen e-booktitels. Op Lira’s webportal zijn alle bij ons bekende gegevens over u en de door u geschreven werken opgenomen. U kunt deze te allen tijde inzien en indien nodig aanpassen en/of aanvullen.

Thuiskopievergoedingen voor e-books
Sinds 2017 keert Lira thuiskopievergoedingen uit aan schrijvers en vertalers van e-books. Voor de berekening van de vergoeding per titel, koopt Lira verkoopcijfers van Marktonderzoeksbureau GfK. Het budget dat per jaar beschikbaar is, wordt verdeeld over de verkopen van e-books.

Leenvergoedingen voor e-books
Vanaf 2019 gaat Lira ook vergoedingen uitkeren voor de uitleningen van e-books via de online bibliotheek. Voor de uitleningen van fysieke boeken, bestaat al decennia een goed werkend collectief systeem, waarbij Lira via Stichting Leenrecht de schrijversvergoedingen ontvangt voor uitleningen door openbare bibliotheken.

Met de ondertekening van het Convenant e-lending zal Lira voortaan niet alleen voor fysieke boeken, maar ook voor e-books de leenvergoedingen verdelen onder schrijvers en vertalers. Meer achtergrondinformatie vindt u hier in deze editie van Lira Nieuws.

Controleer uw werken
Bent u schrijver of vertaler van een e-book dat is verkocht in Nederland of is uitgeleend door de online bibliotheek? Maar ziet u dat e-book niet terug in Lira’s online portal? Dan kunt u uw werk met ISBN-nummer aan Lira opgeven via het contactformulier op de portal of via email: lira@cedar.nl. Wij raden aan om uw gegevens en werken regelmatig te controleren, zodat de verdelingen door Lira correct en snel kunnen worden uitgevoerd.



Het schrijven centraal op de Dag van het Scenario

Wat is het Nederlands Film Festival nog zonder de Dag van het Scenario? In een bomvolle Stadsschouwburg in Utrecht verzamelde zich op 28 september voor de 22e keer wederom heel scenario schrijvend Nederland, aangevuld met schrijfcoaches, producenten en andere filmbobo's. Dit jaar stond het schrijfproces centraal.

Het schrijven centraal op de Dag van het Scenario

Saar Ponsioen: ‘Schrijvers mogen best wat assertiever zijn’ / Foto: Nico van den Berg

Het is zowel een middag van feest - Het Netwerk Scenarioschrijvers bestaat op de kop af 30 jaar - als van kritiek - op de kwaliteit van de scenario's in Nederland. De eindconclusie was dan wel weer erg Nederlands: koester het compromis!

De Dag had dit jaar als thema 'Het Proces'. Geen omschrijving voor een schrijverstribunaal of een Kafkaësk gesprek, maar het hele traject dat een scenarioschrijver doormaakt: van de eerste gedachte tot de uiteindelijke uitvoering in een film of serie. Dat daar veel dingen niet lekker lopen, maakten de diverse gasten op het podium wel duidelijk.

Een vorm van zelfkastijding
Presentatoren Jenny Mijnhijmer (scenarioschrijver film en theater en secretaris theater bij het Fonds Podiumkunsten) en Jaap Peter Enderlé (scenarioschrijver film en televisiedrama) hebben er duidelijk zin in. In een energieke inleiding herinneren zij de zaal aan een bijeenkomst van het 'Filmmakersinitiatief' eerder dit jaar in EYE. Daar werd de uitslag van een uitgebreide enquête onder regisseurs, acteurs en scenaristen gepresenteerd en de conclusie was toen dat maar liefst 87 procent van alle ondervraagden de kwaliteit van de Nederlandse speelfilm gemiddeld tot ondermaats vindt. Een vorm van zelfkastijding dus, want het ging wel over wat ze zelf hadden gemaakt. Mijnhijmer en Enderlé leggen de zaal vandaag meteen de prangende vraag voor of schrijvers wel voldoende willen samenwerken en of ze wel tegen kritiek kunnen. Er komt een wat ongemakkelijk gemurmel uit het publiek. Het is maar goed dat er meteen een komisch bedoeld filmpje volgt, waarin schrijvers als Karin van Holst Pellekaan (Loenatik, Circus Noël) uit de doeken doen waar ze inspiratie opdoen. Het antwoord is lekker nuchter: op de wc en tijdens het weggooien van oude kranten in de oudpapierbak. 

Auteursbond-bestuurslid Marc Veerkamp kreeg het Vlammetje van Eer opgespeld

Collectief creatief proces
De eerste gast in Utrecht, scenarioschrijver Oscar van Woensel (Penoza, Mocro Maffia) krijgt van Jenny Mijnhijmer ook meteen de alomvattende vraag voorgelegd hoe hij van een los idee goed drama maakt. Van Woensel is duidelijk nog wat onwennig en wordt wat lacherig. ‘Ik vind het erg potsierlijk om over mijn ideeën te praten, alsof het iets waard is’, zegt hij. ‘Een idee is iets wat door god gegeven wordt. Het is een spirituele ervaring. Het duurt maar een seconde, maar dan heb je wel meteen een jaar werk.’ Wederom gelach uit de zaal, maar daarna wordt hij toch wat serieuzer als hij vertelt over het plezier dat hij heeft in het collectieve creatief proces. Het blijkt de rode draad van de middag te zijn.

Hoofdschrijver bij Penoza
Van Woensel vertelt daarna over zijn ervaring als hoofdschrijver bij de serie Penoza, waar de oorspronkelijke schrijvers hem vroegen om hoofdschrijver te worden. Hij wist vanaf het begin dat hij ondergeschikt zou zijn aan de regisseur en het format, maar hij wilde zo graag een serie doen, dat hij dat er graag voor over had. ‘Terwijl je eigenlijk als schrijver veel langer betrokken zou moeten zijn bij het proces. Nu krijg je soms na afloop een linkje naar een screener en moet je maar hopen dat je verhaal een beetje overeind is gebleven.’

Vervolgens verschijnt er een panel van scenaristen en dramaturgen op het podium, bestaande uit Saar Ponsioen, Tijs van Marle, Marijn Bloemen en Ernie Tee. We horen van Tijs dat hij nog nooit een dramaturg heeft zien huilen (‘Die zijn ijskoud!’), dat iedereen zich mag bemoeien met het script (‘Maar voor de kwaliteit is het heel slecht.’) en dat hij soms met tien projecten tegelijk bezig is.

Assertiever zijn
Volgens Ernie is het vooral belangrijk om zo snel mogelijk te bepalen wat je precies wil vertellen. Tijs is het daar mee eens: ‘Die vraag wordt nu vaak overgeslagen.’ Saar vindt dat schrijvers best wat assertiever mogen zijn. Marijn: ‘De scenarist sneeuwt maar al te vaak onder.’ Tijs reageert: ‘Ik ben een pleaser. Ik moet echt beschermd worden om niet teveel door anderen te worden beïnvloed.’

Carl Joos hield een gepassioneerd en humoristisch betoog over het belang van herschrijven

En dan komt het gesprek toch op geld. Waarbij we horen dat een Filmfonds voor een treatment achtduizend euro betaalt. Dat lijkt veel, maar je kunt er zo een jaar mee bezig zijn en dan is het ineens een fooi. Schrijvers moeten meer verdienen, zo luidt dan ook de conclusie.
Na deze twee zeer levendige gesprekken met veel humor en relativering, was voor de lezing van Willem Jan Otten een concentratie nodig die niet iedereen meer kon opbrengen. Gelukkig was het na zijn verhaal over Murnau, de losgekoppelde camera, film als de kunst van de bemiddelde blik en de poppenkast van Truffaut met de worst van Jan Klaassen, tijd voor de pauze. 

Geen saai fabriekswerk
Het tweede deel van de middag draaide voor een groot deel om het schrijversteam achter de succesvolle serie Spangas. Onder de titel 'Het gedeelde proces' vertelden Anya Koek (hoofdschrijver), Jetske Vulsma (storyliner) en Pepijn van Weeren (dialoogschrijver) over de verschillende stadia van het schrijfproces. Ook belangrijk is hoe je voorkomt dat de enorme productie die gedraaid moet worden (elk jaar maar liefst 180 afleveringen van elk tien minuten) tot saai fabrieksmatig schrijfwerk leidt. Het levert een interessant inkijkje op in de onderlinge taakverdeling, en hoe je elkaar in een team niet alleen ondersteunt maar ook verrast.

Het belang van herschrijven
De afsluitende lezing van de Vlaamse scenarist Carl Joos (Broken Circle Breakdown, Baantjer Het Begin) was om door een ringetje te halen. Joos hield een gepassioneerd en humoristisch betoog met als titel ‘Scenarist: tussen manipulator en marionet', over het belang van herschrijven. Het leverde een heerlijke monoloog op over wat je moet doen als de hoofdrolspeler plotseling uit de serie geschreven moet worden, en dat veel schrijvers veel te vroeg met de dialoogversie beginnen. Joos besluit met een pleidooi voor overleg en compromis. Waarmee de Belg laat zien aardig vernederlandst te zijn.

Vlammetje van eer
Als klapstuk van de middag kreeg Auteursbond-bestuurslid Marc Veerkamp het Vlammetje van Eer opgespeld voor bewezen diensten. Vlammen deed de Dag van het Scenario niet vaak, maar een inspirerende middag was het zeker. Nu nog die zo vaak beklaagde Nederlandse film wat meer vuur geven.

Nico van den Berg

De Dag van het Scenario is een door het Lira Fonds ondersteund evenement



Woorden verbinden tijdens het Read My World Festival

De zevende editie van Read My World nam ons dit jaar mee naar literair Marokko. In de intieme zaal van de Tolhuistuin in Amsterdam bracht de liefde voor het schrijven twee werelden samen. Daar bleek weer eens dat woorden kunnen verbinden en grenzen laten vervagen.

Woorden verbinden tijdens het Read My World Festival

Optredens van onder meer Widad Mjama zorgden voor een gezellige sfeer | Foto: Jan Boeve

Wethouder Touria Meliani opende de avond met een klassiek liedje van Oum Kheltoum, een beroemde en zeer geliefde zangeres uit het Midden-Oosten. Al snel zong het publiek met haar mee. Volgens Meliani zijn de verhalen die we elkaar vertellen even belangrijk als ademen. Ze laten ons een kijkje nemen in geschiedenis en het erfgoed van de ander en kennismaken met delen van de wereld die we nog niet kennen.

Feminisme en literatuur
Twee succesvolle schrijvers uit Marokko zorgen voor de rode draad door het festival. Fedwa Misk (journalist en feminist) en Mahi Binebine (schrijver en beeldend kunstenaar) leggen aan het publiek uit waarom zij deelnemen aan dit festival en welke schrijvers zij hebben uitgenodigd op dit festival. Waar Fedwa Misk schrijvers met een feministische invalshoek de kans wil bieden om bekendheid te verwerven, focust Mahi Binebine op schrijvers die zowel in de spotlights als meer op de achtergrond opereren en zich volledig aan het schrijven hebben gewijd. Het resultaat is een interessante en vooral diverse kijk op cultureel Marokko door de ogen van dichters, auteurs en journalisten.

Literair eerbetoon en relevante kwesties
Read My World is volgens de organisatoren geen beschouwing over de gesteldheid van de Marokkaanse literatuur, maar een eerbetoon aan talentvolle auteurs, dichters en journalisten van Marokkaanse komaf. De opening van de wethouder en het betoog van Fedwa Misk lieten echter zien dat er op het festival ook relevante maatschappelijke kwesties aangekaart werden. Thema’s als feminisme, seksualiteit en vrijheid bijvoorbeeld, kwamen in het programma meerdere malen ter sprake. Verbinding en saamhorigheid zijn juist waardevol in deze tijd waarin individualisme en vervreemding dominant lijken te zijn. De schrijvers op dit festival lieten duidelijk zien dat de literatuur een mooie manier is om nader tot elkaars werelden te komen.

Het festival is een eerbetoon aan talentvolle Marokkaanse schrijvers, dichters en journalisten

Diverse thema’s
In het Writers Café lazen schrijvers voor en werden geïnterviewd door Fedwa Misk en Karima Ahdad. Waar de één zich voornamelijk richt op gedichten over ontmoetingen, schrijft de ander verhalen over gevoelige onderwerpen zoals discriminatie. Dankzij de diverse thema’s kreeg het publiek een kijkje in de schrijverswereld van Marokko.

Tussendoor creëerden de optredens van Othman el Kheloufi, Widad Mjama en Samira’s blues een uiterst gezellige sfeer waarbij het publiek het niet kon laten om mee te bewegen op het ritme. Hoewel de taal niet voor iedereen in het publiek te begrijpen was, bleek dat geen obstakel te zijn voor een mooie aftrap van het festival. Zoals Touria Meliani in haar toespraak al zei: ‘Words do matter’.

Nadia Jemaa

Het Read My World Festival is een door het Lira Fonds ondersteund evenement

 



Repartitiereglementen: nieuw en gewijzigd

Ten behoeve van de verdelingen voor Video on demand, die dit jaar voor het eerst wordt uitgevoerd, en voor e-lending heeft Lira nieuwe repartitiereglementen opgesteld. Ook het verdelingsreglement voor Thuiskopie Video is gewijzigd. U kunt hier alle reglementen vinden.



Auteursrecht verdient alle aandacht

Turks Fruit is de succesvolste film in onze filmgeschiedenis en betekende voor Monique van de Ven haar doorbraak als actrice. Maar rijk is ze er niet van geworden, vertelde ze tijdens de bijeenkomst van Platform Makers. Samen met hen zet zij zich in om die auteursrechten nu eindelijk eens beter te regelen.

Auteursrecht verdient alle aandacht

Britt van Uem, Eric Brinkhorst en Monique van de Ven (vlnr) | Foto: Harmen de
Jong

In Nieuwspoort in Den Haag presenteerde Platform Makers op 10 oktober 2019 twee korte animatiefilms en het boekje De waarde van het Auteursrecht. Daarnaast lanceerde het Platform Makers de webpagina www.auteursrechtuitleg.nl waar op een heldere manier de ingewikkelde materie van het auteurs- en naburig recht wordt uitgelegd.

Platformvoorzitter Erwin Angad-Gaur overhandigde beide uitgaven aan Barbera Wolfensberger, directeur-generaal Cultuur en Media bij het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap. ‘Voor een gezonde culturele en creatieve sector moeten we het makerschap aantrekkelijk houden door eerlijke contracten. Vooral voor jonge en beginnende makers is voorlichting hierover heel belangrijk. En daar zijn deze toegankelijke en heldere filmpjes geknípt voor. Alleen voorlichting is natuurlijk niet genoeg. Ook opdrachtgevers moeten hun verantwoordelijkheid nemen. Zij moeten de makers een eerlijke vergoeding betalen als ze hun werk willen gebruiken’, aldus Barbera Wolfensberger.
Ze zei te hopen dat er een cultuuromslag gaat plaatsvinden waarin het normaal is dat ook de makers een billijke vergoeding krijgen. Volgens haar worden de eerste stappen daarvoor gezet: ‘De bal rolt al’, signaleert ze.

Een kwestie van politieke wil
Het debat dat vervolgens gevoerd werd, maakt echter duidelijk dat er nog een hoop moet gebeuren. Voordat Barbera Wolfensberger de zaal verlaat, vertelt Monique van de Ven haar en de zaal over de Deense overheid, die flink in de nationale filmindustrie heeft geïnvesteerd, met grote internationale successen tot gevolg. ‘In Nederland krijgen we vaak te horen dat we een te klein taalgebied hebben. In Denemarken wonen maar 5 miljoen mensen en daar krijgen ze het wel voor elkaar. Het is een kwestie van politieke wil.’

Regisseur Esmé Lammers toonde aan de hand van een taartdiagram aan hoe de opbrengsten van haar film Soof 2 verdeeld zijn. Er kwamen 900 duizend bezoekers op af die samen bijna acht miljoen euro in het laatje brachten. Daarvan streken de bioscopen en distributeurs 87 procent op. De regisseur kreeg 0,57 procent en voor scenarioschrijver Antoinette Beumer bleef er nog 0,47 procent over. ‘De bioscopen maken vast heel veel kosten, maar die verdeling moet toch echt eerlijker kunnen’, constateert Lammers. Als Soof 2 een boek of een musical was geweest, hadden we op 5 tot 10 procent kunnen rekenen.’

Voor een gezonde culturele sector moeten we het makerschap aantrekkelijk houden door eerlijke contracten

Niet rijk
Monique van de Ven kreeg na haar honorarium nooit meer een cent voor de verspreiding via video of dvd, en ook voor herhalingen op tv krijgt ze niets betaald. ‘Inmiddels is daar meer oog voor, maar echt goed geregeld is het natuurlijk nog lang niet’, zegt de actrice. ‘Ik kan leven van mijn werk als actrice, maar rijk ben ik er nooit van geworden.’
Zij bekent dat ze er in haar carrière te weinig mee bezig is geweest. ‘Als creatieve maker ben je er ook niet voor opgeleid om je te verdiepen in financiële en juridische details.’

Breekijzer
Hoe moeilijk dat is, merkte freelance journalist Britt van Uem. Zij spande net als freelance fotograaf Ruud Rogier een proces aan tegen De Persgroep (nu DPG Media) met als eis een fatsoenlijke beloning voor hun werk. Tijdens het debat in Nieuwspoort vertelde ze dat ze door die rechtszaak geen enkele opdracht meer krijgt. 

En dat is precies de angst die de meeste freelancers tegenhoudt om een vuist te maken tegen die grote mediabedrijven, producenten of uitgeverijen. Dat geldt ook voor discussieleider en professioneel interviewer Frénk van der Linden. Hij noemt zichzelf ‘een slappe zak’, omdat ook hij akkoord is gegaan met lagere tarieven, maar ook voor hem geldt: voor jou tien anderen. ‘Als ik een uurtarief van 60 euro ga rekenen, vlieg ik er bij alle media uit.’ Maar is dat dan een excuus om dan maar helemaal niets te doen?, luidt de retorische vraag vanuit het publiek.
Fotojournalist Eric Brinkhorst meent dat als de makers samen optrekken, ze wel degelijk een vuist kunnen maken tegen de grote mediabedrijven. ‘De stakingsactie van de persfotografen op 25 januari 2019 was een groot succes’, zegt hij en hij verwacht meer acties.

Maar Brinkhorst brengt ook optimistisch nieuws. Hij is in gesprek met een opdrachtgever over een faire beloning voor freelance medewerkers. Zodra die deal rond is, zal hij die naar buiten brengen. ‘Hopelijk werkt dat dan als een breekijzer om ook bij de andere uitgeverijen normale tarieven te kunnen eisen’ hoopt Frénk van der Linden.

Modaal salaris
Martijn David, woordvoerder namens de algemene uitgeverijen in Nederland, breekt een lans voor de producenten. ‘Het is niet altijd onwil dat er weinig betaald wordt’, stelt hij. ‘Veel branches hebben het moeilijk, de boekenbranche niet in de laatste plaats. Er zijn ruim twintigduizend auteurs, vertalers en makers actief. Stel dat je die allemaal een modaal salaris wilt geven van zo’n 50 duizend per jaar. Dat verdien je niet terug met boeken die voor 22 euro per stuk in de boekhandel liggen.’

De creatieve industrie zorgt voor 7,4 procent van de werkgelegenheid in Nederland. Dat is meer dan de bouw

De markt lost het niet voor iedereen op, concludeert dus ook Martijn David. ‘Daarom is er een rol voor de overheid weggelegd. Die gaat over de cultuurpolitiek, daarmee kun je de hele sector een boost geven.’

Verstoffen
Tijd dus om de twee aanwezige Kamerleden aan het woord te laten. Volgens Peter Kwint (SP) kan de overheid inderdaad meer doen, maar ligt het probleem momenteel niet zozeer bij OC&W, maar bij het ministerie van EZK. ‘Die houdt alle collectieve onderhandelingen of tariefafspraken tegen met een beroep op de vrije marktwerking. Het verzoek van de NVJ om adviestarieven te mogen geven ligt daar al anderhalf jaar te verstoffen. Waarom duurt dat zo lang?’

Niels van den Berge spreekt namens Groen Links als hij stelt dat het huidige auteursrecht niet aansluit bij de digitale werkelijkheid. ‘We zouden grootmachten als Google en Facebook moeten verplichten een deel van hun advertentie-inkomsten in een fonds te storten, waar de makers uit betaald worden.’

Belangrijker dan de bouw
De discussie over een faire beloning en respect voor auteursrechten is complex. Het Platform Makers levert een flinke bijdrage, niet alleen door de taaie materie toegankelijk te presenteren, maar ook door te blijven lobbyen bij overheid en andere belanghebbenden. Want uiteindelijk zijn de makers de benzine van de culturele sector. En het auteursrecht zorgt ervoor dat zij de motor draaiende kunnende houden.
De voorzitter van Platform Makers, Erwin Angad-Gaur merkt dat het onderwerp auteursrecht vaak onbekend is bij beleidsmakers. Dat is onterecht, betoogt hij, al was het alleen al om het feit dat de sectoren waar het auteursrecht relevant is – de creatieve industrie dus – verantwoordelijk is voor 6 procent van het Nederlandse bruto binnenlands product en 7,4 procent van de werkgelegenheid. Daarmee is de sector voor onze economie belangrijker dan bijvoorbeeld de bouw. ‘Maar de auteurs en artiesten op wiens werk de sector gebouwd is verdienen volgens elk onderzoek bijzonder slecht. Ze profiteren nauwelijks mee en moeten al te vaak al hun rechten overdragen aan exploitanten. Dat moet en kan beter.’

Linda Huijsmans

De beide animatiefilms van Platform Makers zijn hier te zien
Het boekje De waarde van het Auteursrecht is te downloaden via deze link
Hier vind je de speech van Platform-voorzitter Erwin Angaud-Gaur

 



Het verdienmodel van scenarioschrijver Marc Veerkamp

Hij schrijft scenario’s voor kinderprogramma’s als Sesamstraat, maar ook toneelstukken en artikelen in opdracht. Kan hij daar een beetje van rondkomen? Marc Veerkamp beantwoordt 7 vragen over zijn verdienmodel.

Het verdienmodel van scenarioschrijver Marc Veerkamp

Marc Veerkamp: ‘Ik zou nooit voor maar een discipline willen kiezen’

1. Wat was je eerste (betaalde) schrijfopdracht?

‘Mijn allereerste artikel schreef ik als student voor de Nederlandse Unie voor Speeltuin Ondernemingen. Ik reisde 2,5 uur over met trein en bus naar Rinsumageest in Friesland om een clown te interviewen. Ik kreeg er honderd gulden voor, maar uiteindelijk heeft het me veel meer opgeleverd want de vereniging vroeg me daarna om haar tekstschrijver te worden.
Mijn eerste betaalde scenario was een sketch voor Sesamstraat. Ik heb de Pabo gedaan en daar bleek dat ik kleuters ontzettend leuk vind. Die maken in twee, drie jaar tijd een enorme ontwikkeling door. Die vormende periode vind ik heel inspirerend.’

2. Waarmee zou je in een ideale wereld als auteur het liefst je hele inkomen verdienen?  

‘In een ideale wereld zou ik kunnen leven van mijn eigen werk. Het maakt niet uit of dat een scenario, boek of artikel is, als het maar mijn eigen originele idee is.’

‘Ik vind de vormende periode van kleuters ontzettend inspirerend’

3. Hoe ziet jouw verdienmodel er in werkelijkheid uit?

‘Tijdens mijn studie heb ik in een boekwinkel gewerkt en daar zag ik hoe de boeken van Ludlum en Stephen King hielpen om het plankje met poëzie te kunnen financieren. Voor mij is het logisch om de inkomsten uit betaalde opdrachten te gebruiken om mijn eigen initiatieven te financieren. Ik heb voor grote bedrijven als de Efteling en Nintendo geschreven om daarna mijn eigen scenario’s te kunnen maken. Die combinatie vind ik ook interessant, zolang het maar kwaliteit heeft. Ik ben nu bezig met een commerciële film voor kleuters en die is voor mij interessant omdat ik er mijn thema – de vormende jaren van kleuters – in kwijt kan.’

4. Zou je kunnen leven van de opbrengsten van je werk? 

‘De combinatie van vrij werk en commerciële opdrachten brengt voldoende binnen. Als ik klussen aanneem waar ik me senang bij voel, lopen eigen werk en commerciële opdrachten vaak in elkaar over. Er ontstaat een thematische arena waarin ik actief ben. Voor mij bestaat die uit jeugd en jongeren en daarin focus ik me op vormende gebeurtenissen.

Tegelijkertijd wil ik me niet teveel specialiseren. Ik heb er hard aan moeten trekken om ook voor volwassenen te kunnen schrijven. De doorbraak kwam met een toneelbewerking die ik maakte van het boek Contrapunt van Anna Enquist. Daaruit kwam de opdracht van de makers van de documentaire Emma wil leven voort, om een monoloog over anorexia te schrijven. Maar ik zou nooit voor maar één discipline willen kiezen. Dan zou ik de andere gaan missen.’

Investeer in een agent of contractenbureau. Zij kunnen veel beter onderhandelen

5. Wat was tot nu toe voor jou de beste investering in je vakmanschap? 

‘Het lidmaatschap van het Netwerk voor Scenarioschrijvers, waarvan ik zes jaar bestuurslid ben geweest. Scenarioschrijvers vormen toch een beetje een Asterix-en-Obelixdorpje in het film- en tv-landschap. Met het Netwerk hebben we onophoudelijk en onverzettelijk gestreden voor onze belangen. Ik heb er veel geleerd, vrienden gemaakt en een schrijfpartner gevonden. Bovendien is het een goede manier om je eigen deskundigheid te bevorderen. Zo’n vakvereniging is goed voor jou én voor de sector.
Overigens zou ik alle schrijvers willen aanraden te investeren in een agent of contractenbureau. Zij zijn veel beter in onderhandelen, beschikken over de nodige juridische en financiële kennis en kennen de valkuilen.’

6. Biedt de Nederlandse context scenarioschrijvers voldoende middelen van bestaan?

‘Scenarioschrijvers zijn vaak diesels; ze beginnen klein en groeien langzamerhand door. Mijn hoop is dat die groep niet alleen groter maar ook stabieler wordt. Alleen al daarom moeten we blijven hameren op redelijke honoraria en onze rechten goed regelen. 

Ook zou ik de sector willen adviseren om meer aandacht te hebben voor talent dat niet meer onder de noemer ‘jong’ valt. Die mid-careergroep vormt een blinde vlek waar weinig geld en aandacht voor is. Investeren in jong talent klinkt leuk, maar doe het dan op een duurzame manier, anders is het een investering voor de korte termijn. Wil je iemand echt ondersteunen, dan moet je dat zijn hele carrière blijven doen.’ 

7. Heb je een gouden tip voor andere scenarioschrijvers?

‘Je bent je eigen gereedschap. Schrijven is een zittend beroep en om dat vol te houden moet je investeren in een sportschoolabonnement en ergonomisch meubilair. Zorg dat je iedere dag beweegt. Als ZZP’er moet je dus goed voor je eigen personeel zorgen.’

Linda Huijsmans



Lira keert voor het eerst vergoedingen uit voor Video on Demand

Lira is verheugd om te kunnen meedelen dat de eerste verdeling van de Video-on-Demand (VOD) vergoedingen nog dit kalenderjaar zal plaatsvinden.

In 2015 heeft Stichting Lira samen met VEVAM (voor regisseurs) en NORMA (voor acteurs) een Convenant gesloten met de Nederlandse omroepen, producenten en distributeurs, verenigd in RODAP. Hierin zijn onder meer afspraken gemaakt over een model van Vrijwillig Collectief Beheer voor VOD-vergoedingen voor de hoofdmakers van Nederlandse filmwerken.
Dit zogenaamde VCB Model moest vervolgens nog geïmplementeerd worden en de hoogte van de vergoeding is uiteindelijk halverwege 2017 in arbitrage bepaald. Het hele proces heeft veel tijd gevraagd, maar dankzij de afspraken in het Convenant zullen auteurs nu voor het eerst een collectieve vergoeding voor Video on Demand ontvangen. 

Hoewel Lira hoopt in de toekomst de exacte gegevens over het on-demand-gebruik te ontvangen van de VOD-aanbieders die aan ons betalen, zijn er op dit moment nog zeer weinig gegevens beschikbaar. Lira zal de VOD-vergoedingen daarom verdelen op basis van gebruiksgegevens die ook een goed beeld geven van de populariteit van Nederlandse filmwerken. Zo wordt een deel van de vergoedingen vastgesteld op basis van de verkoopcijfers van dvd’s in Nederland. Het andere deel wordt verdeeld over Nederlandse filmwerken die zijn opgenomen in zogeheten ‘Uitzending-gemist’-diensten. In het nieuwe  repartitiereglement VOD vindt u meer informatie over de verdeling van de VOD-vergoeding.



Tijdelijk minder administratiekosten

Voor de repartitieronde van eind 2019, zal Lira het percentage voor administratiekosten - vooralsnog eenmalig - verlagen.

Momenteel houden we op de voor rechthebbende auteurs vastgestelde vergoedingen 9 procent administratiekosten in. In 2019 gaan we 8 procent inhouden op alle nog uit te voeren repartities.

Deze verlaging is mogelijk omdat – als gevolg van incidenteel hogere incasso’s en incidentele meevallers aan de kostenkant - de reserves van Lira gestaag zijn gegroeid.



Advocaten en hun bestuurlijk nut

Gevleugelde hulpverlening is het handelsmerk van goede advocaten, zij het vaak tegen een stevige prijs. Over de verhouding van kwaliteit en kosten valt veel te zeggen, nu er na bijna dertig jaar een feestelijk eind is gekomen aan mijn bestuurlijke betrokkenheid bij de bemiddeling van rechtshulp aan schrijvers en vertalers.

Advocaten en hun bestuurlijk nut

Ik ken bestuurders van belangenorganisaties die het moeilijk vinden externe advocaten bij hun bestuurlijk werk te betrekken, ook al is dat vooral auteursrechtelijk van vraagstelling en daarmee ingewikkeld van aard. Dat moet voor een deel komen doordat ze zichzelf op auteursrechtelijk terrein onzeker voelen. En wie zou dat niet zijn als nieuwe wettelijke bepalingen zienderogen de oude ezelsbruggetjes vervangen en het betrekken van de advocatuur in de regel flinke kosten met zich meebrengt.    

Persoonlijke brieven
Toch neemt externe juridische hulp al sinds vele jaren een onbetwiste aanwezigheid in de hulpverlening in. Ik herinner me die presentie toen ik in het jaar 1982 in de algemene ledenvergadering tot bestuurder van de Vereniging van Letterkundigen (VvL) werd benoemd en het zittende bestuur tot mijn verrassing over een vaste advocaat bleek te beschikken. Met bedoelde mr. IJff  waren afspraken gemaakt over de kosten van zijn interventies.

Alleen het budget voor deze hulpverlening bleek uiterst gering van omvang. We leefden in vrijwel volstrekte financiële duisternis. Daardoor kon er veel niet. De penningmeester moest bijna persoonlijke brieven aan leden gaan schrijven om juridische kosten of een deel daarvan te kunnen incasseren.

Vitale verandering
Beslissend anders werd het bij de juridische hulpverlening toen Lira, geholpen door nieuwe landelijke regelgeving, het Lira Fonds creëerde en er enige structurele ruimte kwam voor betalingen, ook aan advocaten. Alsof in een duister vertrek opeens na jaren het licht aanging. Voor auteursrechthebbende schrijvers of vertalers betekende geld veel meer dan alleen geld. In de ongelijke strijd tussen grote concerns en individuele makers kon de rechthebbende eindelijk volharden in de beslissende strijd in plaats van af moeten zien uit geldgebrek. Dat is een vitale verandering. En een belangrijke stap vooruit.

Duurzame verspreiding van kennis
Tegelijk moet vastgesteld worden dat het auteursrecht dankzij recente wijzigingen weer een paar stapjes complexer van aard is geworden. Auteursrecht heeft tegelijk met een vergroting van deze complexiteit beduidend meer behoefte aan mensen die er door de jaren heen enige kijk op blijven houden. Al was het maar om aan de nieuwigheden te wennen. Duurzame verspreiding van kennis blijft een permanent doel.
Als die kennis opgeborgen wordt in sterk uiteenlopende modelcontracten als aanvulling op groepsconvenanten, om maar eens iets te noemen, dan lijken we op weg te zijn naar welkome regulering en kunnen we eindelijk weer eens iets op gaan schrijven. 

KH