De voorgenomen btw-verhoging op boeken (en meer) tot 21% zorgt voor veel ophef. Razendsnel kwamen verschillende organisaties en schrijvers in actie om hiertegen in verweer te komen. Onder andere met een grootschalige petitie: 21% btw, een waardeloos idee!
De Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek (CPNB) is initiatiefnemer namens het boekenvak, schrijvers, vertalers en iedereen die van lezen houdt. Eveline Aendekerk, directeur van het CPNB, vertelt over het hoe en waarom van deze actie.
Waarom zijn jullie de boekenpetitie gestart?
‘Toen het hoofdlijnenakkoord van PVV, VVD, NSC en BBB naar buiten kwam, zijn we al snel met een statement gekomen, samen met de Groep Algemene Uitgevers (GAU) en de Koninklijke Boekverkopersbond (KBb). Onze insteek was direct duidelijk, in het hoofdlijnenakkoord staat dat leesvaardigheid absolute prioriteit krijgt en dat het bevorderen van de Nederlandse taalvaardigheid een kerntaak wordt van het hoger onderwijs. En vervolgens werpen ze een belemmering op door (kinder)boeken met een hogere btw juist duurder te maken. Terwijl je er juist alles aan zou moeten doen de toegang tot Nederlandstalige boeken te vergroten. Het Nederlandse (kinder)boek is immers dé basis van lees- en taalvaardigheid.’
Wat doen jullie allemaal om dit plan tegen te houden?
‘Met advertenties op social media en in landelijke dagbladen riepen we iedereen op de petitie te ondertekenen. Daar is al massaal gehoor aan gegeven. Op 4 juni zijn we gaan flyeren bij de Tweede Kamer om extra aandacht te vragen voor de petitie. En op 11 juni 2024 boden we de petitie met ruim 285.000 handtekeningen met een ludieke actie aan de Tweede Kamer aan.’
Hoe ging het in zijn werk?
‘Het was heel inspirerend om te zien hoe snel wij in het boekenvak onze neuzen dezelfde kant op hadden. CPNB heeft samen met de GAU en KBb snel gehandeld, de Leescoalitie partners steunden het. In korte tijd hadden we een slogan klaar, net als de vormgeving, posters en boekenleggers om de petitie te ondersteunen.’
‘En het is natuurlijk geweldig dat we al die bekende auteurs hebben die zich in de media hierover uitspreken. We hebben een ‘boekenloper’ gemaakt tussen het Centraal Station in Den Haag en de Tweede Kamer, met enorme blow-ups van boeken. Iconische (kinder)boekentitels geven we een draai, zoals Hoe Overleef ik 21% btw? en De Griezel BTW. Daarnaast is er achter de schermen een lobbytraject aan de gang waar we fractievoorzitters en woordvoerders OCW en Financiën persoonlijk aanschrijven.’
Er zijn ook tegengeluiden die zeggen dat boeken toch alleen voor de rijke mensen zijn, dus dat de prijsverhoging niet uitmaakt. Wat vind je daarvan?
‘Boeken zijn zeker niet alleen voor de elite, het is jammer dat het zo wordt geframed. Uit cijfers van begin 2024 van Stichting Marktonderzoek Boekenvak blijkt dat 57% van de boekenkopers laag- of middelbaar opgeleid is. Sociaal-economisch behoort 28% van de boekenkopers tot de hoogste klasse en 25% tot de laagste. We willen juist dat boeken voor iedereen bereikbaar zijn. Mensen die lezen zijn gezonder, empathischer en hebben meer kans op de arbeidsmarkt. Dus dat gun je iedereen. En natuurlijk kunnen kinderen gratis naar de bibliotheek, maar het is ook aangetoond dat het heel belangrijk is om eigen boeken te hebben. En dat boeken om je heen hebben aanzet tot lezen.’
Hebben auteurs ook last van deze btw-verhoging?
‘Zeker. Het is bekend dat auteurs relatief weinig geld overhouden aan de verkoop van een boek. Als boeken duurder worden, zal er minder worden verkocht. De voorgenomen btw-verhoging op boeken zal de schatkist op korte termijn wat geld opleveren maar gaat mens, maatschappij en economie uiteindelijk een veelvoud kosten. Bovendien als de verkoop van boeken terugloopt, zullen die opbrengsten voor de schatkist lager zijn dan beoogd. Namens iedereen die van lezen houdt, hopen we dat de maatregel niet doorgaat. Het is toch logischer dat ze btw verhogen op een product waarvan je juist niet wil dat mensen het kopen, om het te ontmoedigen? Boeken lezen moet juist zo laagdrempelig mogelijk zijn en daarbij hoort een laag btw-tarief. Daarom ons protest.’
Naast de campagne vanuit het boekenvak is er inmiddels een breed bondgenootschap van organisaties uit cultuur, sport, horeca en media verenigd. Zij spreken zich uit tegen de verschillende voorgenomen btw-verhogingen. Meer daarover vind je op geenhogerebtw.nl. Daar vind je ook andere petities en initiatieven.
Dorine van der Wind
Lira is verplicht om van alle schrijvers en vertalers die vergoedingen ontvangen hun burgerservicenummer (bsn) en geboortedatum te registreren.
In 2022 trad een nieuwe wet (uitbreiding van de 'renseigneringsverplichting') in werking, waardoor Lira deze gegevens voortaan moet opgeven aan de Belastingdienst, samen met de uitbetaalde bedragen.
Heb je je bsn nog niet ingevuld?
Doe dit dan meteen in Lira's webportal.
Heb je sinds 2020 niet meer ingelogd bij Lira? Dan moet je je na het inloggen eerst eenmalig identificeren met iDIN. Dit om jouw en onze digitale veiligheid te kunnen garanderen.
Uitzonderingen
Alleen in drie specifieke gevallen is het juist niet de bedoeling om je bsn in te vullen.
• Ben je (deels) btw-plichtig in Nederland? Vul géén bsn in, maar zet het daartoe bestemde vinkje. Vul wél jouw btw-id in in Lira's webportal.
• Ben je belastingplichtig buiten Nederland? Vul géén bsn in, maar zet het daartoe bestemde vinkje in Lira's webportal.
• Ben je erfgenaam, en niet zelf auteur? Vul géén bsn in, maar zet het daartoe bestemde vinkje in Lira's webportal.
Op een zonnige zondagmiddag in Haarlem vindt bij de Schoterveense Molen de derde intieme voorstelling plaats van ‘Verhalen van de wind.’ Langzaamaan raakt het publiek betoverd door de gedichten van Daan Doesborgh, de verfijnde fluittonen van Dodó Kis en de tot de verbeelding sprekende beelden van visueel kunstenaar Charlotte Bernson.
Aan de rand van een Haarlemse woonwijk, omgrensd door een weiland met koeien, smalle sloten en hoge bomen, staat de Schoterveense Molen. Het is een kleine, houten wipmolen – een oud type poldermolen - waarschijnlijk al gebouwd voor 1600. Aan de achterkant staat een klein podium opgesteld met daar tegenover een tiental houten banken. Hier begint zo de derde voorstelling van het drieluik ‘Verhalen van de wind’, een project van Fiatlux Art Projects. Voorafgaand aan de eerste twee voorstellingen vonden bovendien workshops voor kinderen plaats.
Cross-over-voorstelling
Bezoekers druppelen ‘binnen’ en nemen plaats. Sommigen zijn zo wijs geweest een hoed op te zetten of zonnebrand mee te nemen; de zon schijnt fel en zal dat de gehele voorstelling blijven doen. Dan neemt Iván García-Romero, directeur van Fiatlux Art Projects, het woord. ‘Ik ben altijd gefascineerd door oude verhalen en breng ze graag onder de aandacht door ze te verwerken in een cross-over-voorstelling met kunst’, leidt hij de voorstelling in. ‘In ‘Verhalen van de wind’ worden de oude verhalen van molenaars tot leven gewekt door de gedichten van Daan Doesborgh, de muziek van de Hongaarse muzikant Dodó Kis - ‘met de wind in gedachten moest het natuurlijk een fluitist zijn’ - en de beelden van visueel kunstenaar Charlotte Bernson.’
Hongaarse dubbele fluit
Dodó strooit tarwekorrels op een soort zeef, Daan laat ze rondrollen en het geluid dat dat maakt klinkt als een rustig golvende zee. Achter hen op een groot flatscreen worden de bewegende beelden van Charlotte zichtbaar; visuele associaties die zij van Daans gedichten maakte. Het geluid van schreeuwende spreeuwen zwelt aan en langzaam volgen de eerste diepe klanken van een tenorblokfluit. Dodó zal afwisselend op een gewone blokfluit, een alt-, tenor-, bas- en een Hongaarse dubbele fluit spelen, terwijl Daan een groot aantal gedichten voordraagt. Daarin komt ook de geschiedenis van de molen naar voren. De oudste exemplaren staan of stonden niet in Nederland, maar in Engeland en Frankrijk.
‘In elke polder loop je tegen molens aan
Op elke ansichtkaart vind je Delftsblauwe molens
Die hier niet zijn ontstaan’
In de fik
Er volgt een klankgedicht over de molenaarstechnieken, met veel in de vergetelheid geraakt maar tot de verbeelding sprekend molenaarsjargon; en een gedicht over de rol van molens in de oorlog. Terwijl ze graan maalden voor de vijand zaten er mensen ondergedoken. Er is een gedicht over een molen die in de fik gaat; een gedicht dat het mysterieuze karakter van de molen probeert de ontrafelen. ‘Wat gebeurde er daar?’ en een gedicht waarin veel oude, soms totaal onbekende spreekwoorden over molens zijn verwerkt.
‘Dat past als een himphamp op een molen’, en:
‘Je kan geen zin zeggen of ergens gaat een molen draaien’
Op het scherm verschijnen door elkaar lopende, oude beelden van boeken, een molenaar met een doorleefd gezicht en spelende mensen op het strand. De muziek van Dodó doet dan weer denken aan de fluit van een vertrekkende stoomtrein, dan weer aan een kabbelend beekje met kwetterende vogels. Zittend onder de ruisende bomen gaat de muziek naadloos over in de omgeving en weet je soms niet of wat je hoort toeval is of bij de voorstelling hoort. Zo raakt het publiek langzaamaan betoverd.
Sinister karakter
‘We kennen allemaal de molen, maar als je je erin verdiept, merk je hoe weinig je er eigenlijk over weet’, zegt Daan Doesborgh na afloop. Hij sprak voor dit project met een aantal molenaars en las ook een heel aantal oude volksverhalen over molens. ‘Veel hebben iets sinisters’, ontdekte hij. ‘Een molen is toch een soort black box. Een boer geeft zijn graan om het te laten malen, maar weet vervolgens niet wat er in de molen precies gebeurt. En is het wel zijn eigen graan wat hij gemalen terugkrijgt?’ Over de muziek die Dodó bij zijn gedichten maakte, vertelt zij: ‘Ik volg de tekst en het beeld, maar improviseer ook in het moment. De basis is voor elke voorstelling hetzelfde, maar doordat elke molen weer anders is, elke plek zijn eigen kernmerken heeft, en zelfs doordat er ander publiek komt, is het toch steeds weer een andere performance geworden.’
Immaterieel erfgoed
De van oorsprong Mexicaanse Iván García-Romero besluit: ‘Ik heb in verschillende landen gewoond en heb veel gereisd. Waar ik ook kwam, het immateriële erfgoed spreekt altijd tot de verbeelding. Vieringen, uitdrukkingen, ervaringen; de verhalen van mensen laten zo veel meer zien dan een plek of gebouw op zich. Dat hebben Daan, Dodó en Charlotte in deze voorstelling heel treffend laten zien en horen.’
Dit project is mede mogelijk gemaakt door Stichting Lira Fonds.
Deirdre Enthoven
Veel schrijvers zien programma’s als ChatGPT als een bedreiging, maar ze bieden ook kansen, weet Ewoud Kieft uit ervaring. In 2020 schreef hij ‘De Onvolmaakten’: een roman met een door AI gedreven personage, waarvoor Kieft zich in de materie verdiepte.
Wat zie jij bij AI als kans voor schrijvers?
‘Sommige soorten teksten kan AI goed schrijven, zoals de samenvatting of artikelopzet van door jouzelf aangeleverde content. Of een korte biografie van een bekende persoon (check wel altijd even de feiten, AI zit er geregeld naast). Ook leent AI zich goed voor het uitproberen van ideeën. Stel, je wil een bepaalde scène schrijven, maar je zit een beetje vast. Vraag aan ChatGPT om die scène te schrijven en de kans is groot dat je denkt: ah, zo wil ik het níet. AI is bijvoorbeeld weinig creatief en heeft geen eigen, authentieke stem. Maar naar aanleiding van deze output kom je misschien wel op ideeën over hoe je het dan wél wil. Zo raak je weer geïnspireerd.’
Hoe kun je AI nog meer voor je laten werken?
‘Je kan het goed gebruiken om data te interpreteren of om je onderzoeksmateriaal behapbaar te krijgen. Stel, je hebt een romanpersonage dat in de jaren ‘80 in de Sovjet-Unie is opgegroeid. Onderzoek doen naar die achtergrond kost veel tijd. Nu kun je alle (academische) teksten over die periode in Rusland invoeren in ChatGPT en gerichte vragen over al dat materiaal stellen. De vraag blijft hoe betrouwbaar de resultaten zijn, maar dat soort toepassingen kunnen heel aantrekkelijk zijn voor een romanschrijver.’
AI ontwikkelt zich razendsnel. Verwacht jij dat het op korte termijn wel een bedreiging wordt voor romanschrijvers?
‘“We staan pas aan het begin”, hoor je vaak als mensen het over AI hebben. Deels klopt dat, maar deels niet. AI is hol, heeft geen fantasie, maar put uit bestaand bronmateriaal. Met taalmodellen die zijn gescraped (scrapen is een computertechniek om informatie van webpagina’s te halen en analyseren, red.). Dat is nu nog een enorme hoeveelheid, vaak illegale kopieën. Steeds meer gerenommeerde media en schrijvers ondernemen actie om te voorkomen dat AI toegang krijgt tot hun content. Als ze daarin slagen, zal de betrouwbaarheid en diversiteit van het bronmateriaal afnemen. En daarmee ook de inhoudelijke kwaliteit van de teksten die AI oplevert.’
Dus we kunnen rustig ademhalen?
‘Of AI uiteindelijk toch een serieuze bedreiging wordt voor schrijvers of niet, hangt sterk af van de keuzes die de techbedrijven gaan maken en of de overheid het gebruik van bronmateriaal reguleert. Op dit moment lijkt het een ongelijke strijd. Die regulering komt maar traag op gang terwijl de machtige techbedrijven die garen spinnen bij AI, een stevige lobby voeren. Als zij de politiek ervan overtuigen dat bescherming van auteursrecht in de weg staat van economische vooruitgang, hebben auteurs het nakijken. De dreiging is dan reëel dat AI hun werk en stijl zal blijven kopiëren en gebruiken. Zeker als het een populaire, veelgebruikte stijl is, is AI bedreven in het kopiëren ervan. Een boek ‘in de stijl van Game of Thrones’ of ‘zoals Haruki Murakami’ kan AI verbluffend goed produceren.’
Zie jij mogelijkheden om daar als schrijver dan een verdienmodel aan te hangen?
‘Als jouw werk aantoonbaar wordt gebruikt door AI, kun je zeker juridische stappen nemen en een zaak maken van de schending van het auteursrecht, of een vergoeding eisen van degene die van (delen van) jouw werk gebruikt heeft gemaakt: “Leuk dat je dit gebruikt, daar stuur ik een factuur voor.” In Amerika worden die zaken nu al wel gevoerd, het zou goed zijn als dat in Europa ook meer zou gaan gebeuren.'
'Het is meestal best lastig om aan te tonen dat jouw werk gebruikt is, maar soms ontdekken schrijvers zulke specifieke elementen terug in andermans teksten dat ze wel een zaak hebben. Je hebt bijvoorbeeld over een heel specifiek onderwerp geschreven en daarvoor zelf onderzoek gedaan. Als je als antwoord op een vraag aan ChatGPT dan precies die informatie krijgt die jij hebt uitgezocht, dan weet je dat je illegaal gescraped bent.’
Kun je ook geld verdienen door je werk juist aan te bieden aan bijvoorbeeld ChatGPT?
‘Naar mijn weten niet. Voor techbedrijven gaat het om massa, miljoenen teksten. Dan gaan ze niet per stuk een betalingsregeling treffen, dat zou ook een lastig juridisch precedent scheppen: als ze voor de één wel betalen, en de andere teksten scrapen, ontstaat er aantoonbare ongelijkheid in behandeling.’
Leent AI zich ook goed voor bijvoorbeeld vertalen?
‘AI kan aardig vertalen, maar voor een beetje een gelaagde roman schiet het vermogen tekort. Onder meer omdat de taalmodellen die AI gebruikt nog uit relatief weinig Nederlands materiaal putten, maar bovenal omdat AI niet in staat is om subtielere en meer intuïtieve betekenislagen te vatten. AI kan niet zoveel met de meeste vormen van ironie of humor, en is niet in staat tot het begrijpen en reconstrueren van een beoogd gevoel.’
En hoe zit dat met goede dialogen of sfeerbeschrijvingen?
‘Mensen hebben veel geëxperimenteerd met het laten schrijven van dialogen door AI en het resultaat viel tegen. In sfeerbeschrijvingen is AI best goed, maar het zullen altijd beschrijvingen zijn die al ergens anders zijn beschreven. Voor sommige lezers zal dat misschien geen probleem zijn. Maar veel toegewijde lezers zullen daardoor toch achterblijven met een onbevredigend gevoel - ook als ze zo’n beschrijving voor het eerst zouden lezen. Een extra laag van betekenis in een tekst aanbrengen: dat zal AI niet kunnen.’
Wat AI dus echt niet goed kan is iets helemaal eigens en nieuws schrijven?
‘Het brengt ons terug naar de vraag wat literatuur precies is. Waarin onderscheidt het zich van lectuur? Voorheen werd dan vooral de oorspronkelijkheid en eigenheid genoemd. In het licht van AI zou je kunnen zeggen: literatuur is per definitie iets wat niet door AI gefabriceerd kan worden. Maar voor de vlag nu uitgaat: voor een grote groep lezers is die oorspronkelijke en vernieuwende factor niet per se doorslaggevend. Een goed en leesbaar boek volstaat, en ja, dat kan AI dus wel schrijven.’
Wat zijn naar verwachting de gevolgen voor de literaire markt?
‘Een grote groep mensen zal genoegen nemen met door AI geschreven teksten, maar er zal altijd een groep blijven die zo toegewijd is aan literatuur dat die door deze ontwikkelingen misschien zelfs wel meer waardering zal krijgen voor het menselijke element in literatuur. Voor romanschrijvers betekent deze ontwikkeling wel dat de literaire markt als geheel zal krimpen en er steeds minder plaats voor hen is. Het is bedroevend dat steeds minder mensen wat dat betreft een publiek vinden voor hun stem en gedachten. Literatuur wordt steeds meer een niche: een klein marktonderdeel in het geheel, maar zal wel altijd blijven.’
Wat is AI?
AI is een afkorting van artificial intelligence en een verzamelnaam voor alle gebieden waarin algoritmes en methoden worden ontwikkeld die intelligent, menselijk gedrag imiteren. Ze bezitten naast rekenkracht ook een bepaalde mate aan zelfstandigheid, beslisvaardigheid en een lerend vermogen. Daarbij gebruikt AI regels die door mensen zijn geformuleerd of die door het algoritme zijn samengesteld op basis van beschikbare data.
Lira Nieuws en AI
In een reeks thematische interviews onderzoekt Lira Nieuws de effecten van AI op schrijvers.
Deirdre Enthoven
In 1990 richtte de Stichting Lira samen met de Vereniging van Letterkundigen (inmiddels Auteursbond) de Stichting Rechtshulp Auteurs op. Het doel was ‘financiële ondersteuning te bieden aan schrijvers en vertalers die bijstand of bemiddeling van juridische of boekhoudkundige aard behoeven in conflicten die verband houden met hun auteurschap’.
Wie Lira-aangeslotene of lid van de Auteursbond is, kan een beroep op de SRA doen. Een eerste advies wordt tot €1.250 geheel vergoed. Is daarna nog verdere bemiddeling nodig en besluit het SRA-bestuur deze te vergoeden, dan wordt een eigen bijdrage van 5% in de (meestal: advocaat-) kosten gevraagd. Lira-aangeslotenen die geen lid van de Auteursbond zijn, betalen naast deze 5% een eenmalige eigen bijdrage van €250.
Vloeit uit een juridische actie of bereikte schikking een opbrengst van meer dan €4.500 voort, dan geldt een aanvullende eigen bijdrage van 10% van dat meerdere, tot maximaal de steun die de SRA heeft verleend.
Algemeen belang
Voorwaarde voor rechtshulp is onder meer dat de uitkomst van de procedure in beginsel van belang is voor de hele beroepsgroep waartoe de aanvrager behoort, bij de toekenning als volgt uitgedrukt: ‘Wij waarderen het dat u wilt opkomen voor uw auteursrechten. Onze steun wordt mede ingegeven door de verwachting dat uw actie bijdraagt aan een sterkere rechtspositie van uw beroepsgroep.’
De SRA wordt bekostigd door subsidie uit het Lirafonds. Deze bijdrage varieert per jaar, maar de juridische steun aan auteurs en vertalers beloopt niet zelden meer dan €100.000 in een jaar. Wel mag zonder overdrijving worden gesteld dat dit geld goed besteed is, want in verreweg de meeste gevallen waarin de SRA om steun wordt gevraagd, loopt het geschil voor de betrokkene ten slotte gunstig af.
Persoonlijk belang
Behalve het belang voor de beroepsgroep wordt ook het financiële belang van de aanvrager zelf meegewogen. Waarmee niet gezegd is dat de SRA beducht is om kosten te maken. Auteurs en vertalers zijn immers in het krachtenveld met uitgevers, producenten, omroepen, instellingen vaak de onderliggende partij, die zich moeilijk kan veroorloven zelf ‘zijn recht te halen’. Een kwaadwillende wederpartij die zich van deze scheve verhouding bewust is, speculeert maar al te graag op de vermeende zwakte van de ander.
Waarom zou je een schrijver of vertaler geven wat hem toekomt als deze zich voor een relatief gering bedrag of belang toch niet kan veroorloven juridische bijstand in te roepen? In zo’n geval is het een uitkomst dat de SRA zich nu juist wel kan veroorloven ‘principieel’ te zijn. Bovendien – zo is de gedachte achter steun in geschillen over een relatief gering belang – heeft de SRA een afschrikwekkende of zo u wilt ‘normerende’ uitwerking op potentiële zondaars.
Professioneel geschil
Het kernbegrip voor aanvragen bij de SRA is als gezegd een ‘professioneel geschil’, oftewel een conflict als auteur (en niet in een andere hoedanigheid) met een wederpartij. De SRA geeft geen adviezen over het sluiten van contracten – dat is het werkterrein van de beroepsverenigingen als Auteursbond en NVJ. De SRA ondersteunt ook geen geschillen die al oud zijn of waarbij de auteur zelf al een advocaat heeft betrokken, of geschillen die niet of alleen heel indirect met het auteurschap te maken hebben.
Het SRA-bestuur vergadert zo nodig maandelijks om aan de hand van het reglement de aanvragen te beoordelen. Het bestuur bestaat uit leden namens Lira en namens de Auteursbond. Het SRA-reglement is te raadplegen op de website van de Auteursbond. Bij een positief besluit wordt de aanvrager meestal doorverwezen naar een van de advocaten met wie de stichting langdurig relaties onderhoudt.
Concreet
Tot slot nog enkele concrete cijfers, als voorbeeld uit het jaar 2023:
Rien Verhoef
Freelance journalisten worden uitgenodigd om deel te nemen aan een belangrijk onderzoek: de NVJ Arbeidsmarktmonitor.
‘Dit grootschalige onderzoek naar de journalistieke arbeidsmarkt is van groot belang’, aldus Nick Kivits van de NVJ, die hier al een jaar met toewijding aan werkt. ‘Om effectief voor de belangen van freelancers op te komen, heeft de NVJ jouw hulp nodig. We willen graag weten hoe het met jou gaat. Daarom vragen we je vriendelijk om een korte vragenlijst in te vullen over je werk.’
De vragen zijn eenvoudig en gaan over wie je bent, het werk dat je doet, en de vergoeding die je daarvoor ontvangt. Deelname is volledig anoniem en het invullen kost slechts vijf tot tien minuten van je tijd. Als relatie van Lira mag je deze vragenlijst ook gerust met andere freelance collega's delen.
Vul de vragenlijst online in. Dit is mogelijk tot en met 14 juli 2024.
Dorine van der Wind
Op de lustrumeditie - de 15de - van het festival Terug naar het Begin komen muziek, theater, kunst en verhalen samen. Al fietsend over oude, kronkelende landweggetjes, ga je van het ene dorp naar het andere waar in eeuwenoude kerken hele diverse optredens plaatsvinden. Van publiekstrekkers als Wende, Blaudzun en Janne Schra tot kleinere voorstellingen. Dit alles in de gemeente Eemsdelta.
‘Er gaat niets boven Groningen!’ is de bekende marketingslogan. Maar boven Groningen stad liggen toch echt prachtige dorpjes die het decor vormen voor een heel bijzonder festival. Startpunt is het festivalhart in Oosterwijtwerd. Projectleider (interim) Mirjam van der Heide vertelt dat bij Geert Lameris, de oprichter van het festival, op deze locatie destijds het idee voor het festival is geboren. ‘Hij wilde de kerken uit de 12e en 13e eeuw weer hun betekenis van vroeger geven; een plek waar mensen samen komen. En waar kun dat beter mee doen dan kunst en cultuur? Vandaar de naam van het festival: Terug naar het Begin.’
Op zaterdagochtend staat er al vroeg een lange rij bij het festivalhart. De bezoekers halen hun polsbandje op: voor 42,50 euro kun je de hele dag voorstellingen bekijken. Dit jaar zijn er voor het eerst een beperkt aantal ‘tokens’ voor de publiekstrekkers (Wende, Blaudzun en Janne Schra) zodat je niet voor een dichte kerkdeur komt te staan. De rest van de voorstellingen zijn vrij te bezoeken. Het publiek stroomt toe van heinde en verre, met de bus, met de auto of de fiets. Veel mensen komen al jarenlang deze kant op en zijn trouwe bezoekers. Bij het festivalhart zijn fietsen te huur. Alle voorstellingen zijn op fietsafstand van elkaar, het fietsen zelf langs kunstwerken in het landschap is al een verrijking.
Collectief Tijdloos
In de Mariakerk in Oosterwijtwerd speelt Collectief Tijdloos de voorstelling ‘Onbevlekt’, die speciaal is gemaakt voor dit festival. Het is een combinatie van spoken word, muziek en kleinkunst. Collectief Tijdloos bestaat uit Tammy Blue, Mauricio Plat, Ingrid, Sarah Naëmi en Miriam Marliek. Ze vertellen: ‘Wij zijn als artiesten met verschillende achtergronden bij elkaar gebracht door Noordstaat producties met de vraag iets te maken rondom ‘Maria’, we werden daarin helemaal vrijgelaten. Na een brainstorm kwamen we via Maria al snel op het thema ‘moederschap’ en hebben we onze persoonlijke verhalen rondom moederschap samengevlochten in deze voorstelling.’
Een dame op de achterste rij staat de hele voorstelling rechtop om alles goed te zien. Na afloop vertelt ze: ‘Ik heb genoten! De combinatie van deze verhalen in een kerk, ook nog eens de Mariakerk, was prachtig. Vooral het gitaarspel en de loepzuivere zang kwamen echt binnen.’ De voorstelling is een ode aan het moederschap. Niets wordt geschuwd; ook de lastige kanten voor bijvoorbeeld een alleenstaande moeder en een adoptieverhaal. Of herkenbare situaties als een moeder die er altijd voor je is en alvast een beginnetje voor je maakt met het schillen van een sinaasappel. Je ziet het meteen voor je. Ook een eerlijk verhaal over twijfel over het moederschap; je raakt jezelf kwijt, moet je hier wel aan beginnen? Het verhaal eindigt met een hoopvolle knipoog: je krijgt er zoveel voor terug!
Kijk-ommetje
Direct na de voorstelling kan het publiek buiten de kerk aansluiten bij een ‘kijk-ommetje’. Hier wordt iets verteld over de verdronken dorpen, waar Oosterwijtwerd er een van is. In deze omgeving is er al eeuwen een gevecht tegen het water. De impact van het water zie je terug in het landschap. Een kerk werd altijd op de hoogste grond, een wierd, gebouwd. Daar ontlenen de dorpen ook hun naam aan; het woord ‘wierd’ ofwel ‘werd’ zit er in veel dorpsnamen. Komende zomer is er precies op deze plek een voorstelling ‘De Grote Vloed’ over deze strijd tegen het water.
Wende Unplugged
We fietsen snel door naar de Nicolaïkerk in Appingedam, het plaatsje zelf is al zeer de moeite waard dankzij de ‘hangende keukens’. Deze gebouwen dienden ooit als pakhuis, maar werden later tot woonhuis omgebouwd. Omdat er weinig ruimte voor een keuken was, zijn die hangend boven het Damsterdiep gebouwd. In een volle kerk zingt Wende Unplugged, het is een try-out voor haar shows in Carré. Begeleid door haar toetsenist Nils Davidse laat ze zien dat ze alle verschillende muziekstijlen beheerst, en een enorm vocaal bereik heeft.
Na het concert fietsen we langs weidse landschappen met daarin grote kunstbeelden naar de theetuin in Krewerd, een paar dorpen verderop, een prachtige plek om even bij te komen. Luisterend naar livemuziek, mag je thee, taart en broodjes nemen van het ‘eerlijkheidsbuffet’. Na afloop betaal je wat je had genomen. Een perfecte afsluiting van een mooie dag.
Succesvolle editie
Projectleider Van der Heide kijkt terug op een succesvol festival, beide dagen waren uitverkocht: ‘Voor deze lustrumeditie wilden we uitpakken met bekende namen en moesten we met ‘tokens’ werken. We zoeken de juiste balans tussen een kleinschalig evenement en hoe kunnen we groeien binnen de beperkingen van de locaties. Alles met dank aan bijna 100 vrijwilligers, zonder hen hadden we dit niet kunnen doen!’
Dit project is mede mogelijk gemaakt door Stichting Lira Fonds.
Dorine van der Wind
De aanpassing Wet versterking auteurscontractenrecht biedt makers te weinig houvast. Platform Makers (het samenwerkingsverband van vakbonden en beroepsorganisaties van auteurs en artiesten) heeft mede namens Lira de Tweede Kamer opgeroepen het wetvoorstel verder aan te scherpen met de leus: 'Geen woorden, maar waarde'.
De brief aan de fracties is hier in te zien.
Het Wetsvoorstel versterking auteurscontractenrecht zou de marktongelijkheid in de culturele sector moeten aanpakken. Maar het biedt in de huidige vorm slechts mogelijkheden daartoe. Geen verplichtingen en geen concrete middelen.
De opdrachtgevers van de makers in de culturele sector zijn grote multimediale bedrijven, uitgeverijen en streamingsdiensten, zoals Netflix, Spotify, DPG, Mediahuis, NPO Start, Google, Universal en Disney. Hoewel het auteursrecht een belangrijk economisch basisrecht is voor schrijvers, vertalers en journalisten, maakt de macht van deze reuzenexploitanten, waaronder de internetgiganten, het onmogelijk om dat recht ook uit te oefenen.
Verdere verslechtering
Ook in Den Haag was dit doorgedrongen. Daarom kwam het kabinet vorig jaar met een voorstel tot wijziging van de Auteurswet, de Wet op de naburige rechten en de Wet auteurscontractenrecht. Het huidige wetsvoorstel zet weliswaar enkele nuttige stappen, maar de makers in de culturele sector zullen door dit voorstel nog steeds nauwelijks iets terugzien van de hoge opbrengsten die deze bedrijven met hun werken binnenhalen, mede door de toenemende online exploitatie.
Collectieve oplossingen
De vakbonden en beroepsorganisaties binnen Platform Makers vertegenwoordigen samen 30.000 professionele makers in de culturele sector. Zij brengen bij de Tweede Kamer onder de aandacht dat het nieuwe wetsvoorstel in de praktijk nauwelijks iets zal veranderen aan de penibele situatie van de makers. Zij pleiten daarom voor collectieve oplossingen. Alleen dan wordt het haalbaar om een passende vergoeding voor de exploitatie van het werk van de makers voor elkaar te boksen, die gerelateerd is aan de opbrengsten die exploitanten ermee genereren.
Wettelijke grondslag
Idealiter komt er een wet die alle makers beschermt en die de vergoedingen garandeert waar zij recht op hebben. Wanneer vertrouwd wordt op zelfregulering, vereist dit proces een stok achter de deur en tijdige en strakke monitoring door de wetgever. Alleen zo kan de positie van de makers daadwerkelijk worden verbeterd, zo lang een wettelijke vergoedingsgrondslag ontbreekt. Zonder verdere aanscherping blijft het auteursrecht een strijdtoneel met de overheid als tandeloze tijger.
Voor meer informatie zie www.platformmakers.nl.
Deirdre Enthoven
Historicus en voormalig directeur van het NIOD Hans Blom (81) publiceerde wetenschappelijke boeken en rapporten. Zijn zoon Onno Blom (54) was jarenlang literair journalist en criticus en schreef verschillende biografieën van grote schrijvers en kunstenaars als Jan Wolkers en Rembrandt.
Verscholen in een pittoresk hofje in Leiden ligt de werkruimte van schrijver Onno Blom. Op een zonnige dag in mei tref ik er behalve hemzelf ook zijn vader, Hans Blom, historicus en oud-directeur van het NIOD: het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie. In april verscheen ‘Oorlogsduif’, een familiekroniek over de familie Blom. Onno schreef het boek, Hans was zijn ‘onderzoeksassistent’. Zij vertellen over het schrijven en de totstandkoming hun gezamenlijke boek. De vader van Hans en grootvader van Onno zat bij de illegale groep De Duif, die zich in 1944 aansloot bij het Friese verzet. De rest van de familie Blom zat bij de NSB en bleef de beweging tot het bittere einde trouw.
Hans: ‘Mijn ambitie als wetenschapper is om een zo helder mogelijke uiteenzetting van mijn bevindingen te geven. Schrijven is daarbij het ultieme communicatiemiddel. Maar ik ben niet een makkelijke schrijver. Ik vind het meestal ook geen prettige aangelegenheid. Het is bevredigend als het klaar is en het in je eigen ogen helder genoeg is. Maar ik vind het een moeilijk proces en ik kan erg boos worden over mijn onvermogen om in mooie zinnen op te schrijven wat ik in mijn hoofd heb.’
Onno: ‘Het schrijven is bij mij echt voortgekomen uit het lezen. Dat nam ik al jong over van zowel mijn vader als moeder, beiden veellezers. Volgens mijn moeder kon ik op mijn vierde lezen en daar ben ik sindsdien nooit meer mee gestopt. Ik las aanvankelijk niet met het idee dat ik zelf schrijver wilde worden, ik studeerde Nederlands en bewonderde schrijvers als halfgoden. Pas als journalist en literatuurcriticus groeide het verlangen om zelf schrijver te worden en van de pen te leven.’
Hans: ‘Het redeneren en je ergens in vastbijten heb je van mij, het literaire komt echt van je moeder. In tegenstelling tot mijzelf is Onno een schrijver. Of eigenlijk: een dichter.’
Onno: ‘Voor mijn vader is de inhoud het belangrijkst, bij mij prevaleert de vorm; waarbij ik niet zozeer mooi maar vooral raak wil schrijven.’
Hans: ‘Even voor de duidelijkheid, het is Onno’s boek, ik sta niet op het omslag. Ik ben ook niet de schrijver, had het nooit zo kunnen schrijven. Ik ben zijn onderzoeksassistent.’
Onno: ‘Daar hebben we veel lol om gehad. Dan kwamen we een archief binnen en stelde professor Blom zich voor als ‘de onderzoeksassistent van mijn zoon’. Verwarring alom. Ik gebruik inderdaad verschillende vormen. Het boek is hybride. Het is een echte kroniek, maar bevat ook de zoektocht naar al het materiaal, memoires en brieven, en ook mijn eigen herinneringen aan mijn grootvader en observaties van mijn vader. En nee, mijn vader had het zo niet willen en kunnen schrijven. Oorlogsduif is geschreven vanuit mijn perspectief, mijn vader wordt beschreven. Het boek is aan hem opgedragen, het is vóór hem.’
Onno: ‘Mijn vader had aanvankelijk helemaal geen behoefte om in de familiegeschiedenis te duiken. Als historicus houdt hij zich liever met andere dingen dan zijn eigen geschiedenis bezig. Maar het kistje op zijn werkkamer, vol relikwieën over het verzetsverleden van mijn grootvader, intrigeerde mij al jong. Voor mij was de oorlog een spannend jongensboek, ik wilde weten wat mijn grootvader precies was overkomen.
En de verscheurdheid van de familie tussen goed en fout was al even intrigerend. Een jaar of vijf geleden dacht ik, het moet nú. Waarschijnlijk wordt mijn vader 110, maar die garantie hebben we niet. Gelukkig liet hij zich overtuigen om het onderzoek samen te doen. En toen hij eenmaal deed, maakte olympische desinteresse plaats voor ongebreideld enthousiasme.’
Hans: ‘Brieven die mijn vader tijdens de hongerwinter van Friesland naar huis stuurde, brieven waarin mijn moeder verslag deed over het reilen en zeilen van het gezin, de strafdossiers van zijn familieleden en de verhoren van de SD’ers die Philip Pander, de beste vriend van mijn vader en de commandant van De Duif, vlak voor de bevrijding executeerden.’
Onno: ‘De mooiste vondst was de afscheidsbrief van Pander aan zijn vrouw, die we via een familielid van Pander kregen. Voor mijn vader is zo’n brief historisch interessant. Mij raakt hij meteen emotioneel, ik kon die niet met droge ogen lezen. Als schrijver was ik vooral bezig om ervoor te zorgen dat de lezer Pander in al zijn vezels leert kennen en met hem meeleeft tot zijn laatste momenten. Als je dan zijn afscheidsbrief leest, onderga je die totaal.’
Onno: ‘De compositie, vorm en stijl bespraken we niet, maar we hadden wel een constante dialoog over wat we vonden – mijn vader hield wat hij in de archieven vond nauwgezet bij in logboeken - en hoe we dat moesten beoordelen. Vervolgens schreef ik een eerste versie van een hoofdstuk en dat voorzag hij dan weer van erudiet commentaar.’
Hans: ‘Een goede onderzoeksassistent is buitengewoon waardevol, weet ik uit eigen ervaring. Ik krabbelde in onleesbaar handschrift mijn bevindingen in de kantlijn. In beginsel betrof dat de feiten, niet de vorm. Maar soms ontkwam ik daar niet aan en zei ik daar toch wat over. Net als over de logica van het verhaal als mij dat nodig leek.’
Onno: ‘Soms was het wel irritant, want mijn vader is geneigd om alles oneindig te nuanceren en specificeren, mij te verpletteren onder de feiten – dat maakt het onleesbaar. Maar alles wat hij opmerkte, maakte het boek beter, want ik trok de consequentie van zijn woorden. Dat moet soms moeilijk zijn geweest voor hem: ik haalde uit die lange logboeken soms slechts een detail, en verwerkte dat in een dialoog of op een heel andere manier dan hij zich had voorgesteld.’
Hans: ‘Hoewel je het spannend opschrijft blijf je toch trouw aan de feiten. Je houdt je aan de waarheid, maar geeft ruimte aan de verbeelding.’
Onno: ‘Het is fantastisch de kans te krijgen om zoiets met je vader te kunnen doen. Om als vader en zoon ook samen je vak uit te oefenen, elkaar te verrassen en iets moois te maken. En nu gaan we samen op tournee, langs boekwinkels in het land.’
Hans: ‘Als komisch duo.’
Hans Blom (1943) studeerde Geschiedenis in Leiden. Hij deed onderzoek naar de zaak van oorlogsmisdadiger Pieter Menten en was jarenlang hoogleraar Nederlandse geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam en decaan van de Faculteit der Letteren. In 1996 werd hij directeur van het NIOD. Hij leidde onder meer het Srebrenica-onderzoek. Daarna volgden de Cleveringaleerstoel en het bestuursvoorzitterschap van het Verzetsmuseum. Hij promoveerde op De muiterij op De Zeven Provinciën, en schreef vele boeken en artikelen, samen en alleen, waaronder de Geschiedenis van de Joden in Nederland en de bundel In de ban van goed en fout. Hans Blom is getrouwd en heeft twee zoons.
Onno Blom (1969) studeerde cum laude af in Nederlandse taal- en letterkunde en Culturele Studies in Amsterdam. Hij was literair journalist bij Trouw, hoofdredacteur van uitgeverij Prometheus en adjunct-uitgever bij De Bezige Bij. Hij is literair criticus bij de Volkskrant en Nieuwsweekend op NPO Radio 1 en documentairemaker voor televisie. In 2017 promoveerde hij op het proefschrift Het litteken van de dood, de biografie van Jan Wolkers, waarvoor hij de Nederlandse Biografieprijs won. Daarna volgden de biografieën De Jonge Rembrandt en De wondergrijsaard, over het late leven van Harry Mulisch. Onno Blom woont samen en heeft drie dochters en een zoon.
Deirdre Enthoven
Stichting Lira werkt samen met de Auteursbond, de NVJ, het Contractenbureau en de Stichting Rechtshulp Auteurs. Zij geven hulp en advies op maat.
Contracten met opdrachtgevers
Heb je hulp en advies nodig over contracten met opdrachtgevers? Dan kun je terecht bij de Auteursbond. De Auteursbond vertegenwoordigt letterkundigen, educatieve auteurs, boekvertalers, scenarioschrijvers, journalisten en non-fictieschrijvers, literair vertalers, misdaadauteurs, jeugdboekenschrijvers, theaterauteurs en ondertitelaars. Als je lid bent van één of meer van de tien secties van de Auteursbond, dan kun je daar terecht voor vragen over je contracten.
Freelance journalisten die lid zijn van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) kunnen daar terecht voor hulp en advies.
Juridisch advies
Voor juridische adviezen en hulp in professionele geschillen met uitgevers, omroepen, producenten en andere gebruikers van je werk (bijvoorbeeld wanneer een contract niet wordt nageleefd of wanneer inbreuk wordt gepleegd op je auteursrechten) is het van belang dat je lid bent van de Auteursbond en/óf van de NVJ en/óf aangesloten bent bij Lira. De NVJ biedt haar leden juridisch advies en rechtsbijstand en heeft advocaten in dienst die je kunnen bijstaan, bijvoorbeeld als je werk is gepubliceerd zonder toestemming.
Wie geen lid is van de NVJ, maar wel (financiële) ondersteuning nodig heeft bij een conflict, kan een aanvraag indienen bij de Stichting Rechtshulp Auteurs. Deze route staat zowel open voor leden van de Auteursbond als voor aangeslotenen van Lira.
De Stichting Rechtshulp Auteurs kan (financiële) ondersteuning bieden aan schrijvers en vertalers die bijstand of bemiddeling van juridische of boekhoudkundige aard behoeven in conflicten die verband houden met hun auteurschap. Het gaat hier dus om professionele geschillen en uitdrukkelijk niet om contracten. Meer informatie over de voorwaarden vind je in het reglement.
Het Contractenbureau
Ben je als toneel- en/of scenarioschrijver aangesloten bij Lira en wil je dat de onderhandelingen over jouw contracten gedaan worden door een deskundig onderhandelaar? Dan kun je je melden bij het Contractenbureau.
De juristen van het Contractenbureau kunnen niet alleen de juridische zaken en de contractonderhandelingen overnemen, maar ook de hele administratieve rompslomp rondom facturering en incasso. Zij rekenen daarvoor een percentage van het bedrag dat je met een door hen bemiddeld werk verdient.
Vragen over het auteursrecht
Heb je algemene vragen over het auteursrecht? Bijvoorbeeld hoe je kunt bewijzen dat je het auteursrecht op een werk hebt of welk gebruik van een werk is toegestaan? Op de website auteursrecht.nl, die wordt beheerd door de Federatie Auteursrechtbelangen, vind je heel veel informatie.
Op 22 juni 2024 vond de jaarlijkse vergadering van stemgerechtigde aangeslotenen van Stichting Lira plaats in De Balie in Amsterdam. Tijdens deze bijeenkomst werden de aanwezigen bijgepraat over diverse ontwikkelingen, van knipseldiensten tot video on demand. Ook werden twee nieuwe bestuursleden geïntroduceerd en benoemd. De middag werd afgesloten met een paneldiscussie over de invloed van AI op schrijvers, met als thema: ‘kans of bedreiging?’
Financieel overzicht
Penningmeester Rien Verhoef presenteerde het financiële overzicht van 2023. De rechtenopbrengst bedroeg 32 miljoen euro, een lichte stijging ten opzichte van 2022. De uitgekeerde gelden vielen iets lager uit, bijna 30 miljoen euro. Dankzij het hoge eigen vermogen kunnen de administratiekosten die Lira inhoudt tijdelijk dalen van 8% naar 4%. Verder heeft Lira in 2023 een dotatie van 625.000 euro uit haar eigen vermogen gedaan aan Stichting Lira Fonds. Verhoef waarschuwde echter voor onzekere tijden door de komst van een nieuw kabinet. ‘Lira is deels afhankelijk van overheidsbeleid, en nieuwe afwegingen kunnen van invloed zijn op onze toekomst.’
Knipseldiensten en erfgoedinstellingen
Adjunct-directeur Jessica Haagmans gaf een update over de stand van zaken bij de knipseldiensten en erfgoedinstellingen. Lira houdt de ontwikkelingen bij (digitale) knipseldiensten nauwlettend in de gaten. Eén aanbieder van deze diensten, CLIP, is al enkele jaren geleden gestopt. Met een andere aanbieder, ArtikelPro, is Lira in gesprek om tot afspraken te komen nu hun activiteiten lijken te zijn overgenomen van de Media Info Groep en Profactys, waarmee Lira in 2014 een overeenkomst sloot.
Haagmans had ook goed nieuws: op 9 juli 2024 staat een feestelijke ondertekening gepland van een overeenkomst met de Koninklijke Bibliotheek, waarin de vergoeding namens erfgoedinstellingen wordt geregeld. Dit is een mijlpaal na jarenlange onderhandelingen en rechtszaken sinds in 2008 een intentieverklaring werd getekend door de koepel van de Nederlandse wetenschappelijke bibliotheken FOBID en de koepel van de auteursrechtorganisaties Starbel.
Video on demand en e-luisterboeken
Directeur Hanneke Verschuur bracht ons op de hoogte van de laatste ontwikkelingen rondom de auteurscontractenwet, die nog steeds niet voldoet aan de behoeften van individuele makers. Het is voor hen vrijwel onmogelijk om te onderhandelen met grote exploitanten zoals DPG, Google, Netflix en Spotify. Lira pleit samen met Platform Makers voor een aanscherping van de wet om de positie van de makers te versterken.
De huidige vrijwillige regeling voor video on demand uit 2015 blijkt ontoereikend en genereert nauwelijks incasso. Een wettelijke regeling zou een oplossing bieden, maar vooralsnog is Lira helaas samen met andere rechtenorganisaties van makers aangewezen op onderhandelingen op vrijwillige basis om te komen tot een regeling die wél werkt.
Ook luisterboeken en e-books kwamen ter sprake. Sinds de sluiting van het Convenant e-lending in 2018 verdeelt Lira ieder half jaar de leenvergoedingen voor e-book-uitleningen. Voor de uitleningen van e-luisterboeken moeten schrijvers echter zelf afspraken maken met hun uitgever, want die vallen niet onder het Convenant. Dat geldt ook voor de exploitatie van e-luisterboeken door commerciële partijen als Storytel en Kobo Plus. Ook voor 'gesproken boeken', die specifiek worden gemaakt voor mensen met een leesbeperking, bestaat geen collectieve incasso via Lira. Mochten afspraken met uitgevers niet goed verlopen, of zelfs tot een conflict leiden, dan kan Stichting Rechtshulp Auteurs ondersteuning bieden.
Digitalisering Lira Fonds
Beleidsmedewerker Jasper Laros gaf een update over het Lira Fonds. Sinds 1990 zijn duizenden culturele subsidies toegekend. Eind 2023 is het aanvraagproces, dat voorheen zeer omslachtig was, geheel gedigitaliseerd. Hierdoor kunnen aanvragers sneller en eenvoudiger geholpen worden.
Veranderingen in het bestuur
Er werd deze middag afscheid genomen van de bestuursleden Jeroen Thijssen en Atte Roskam. Hun opvolgers, voorgedragen door de Auteursbond, staan al in de startblokken en werden beiden benoemd: romanschrijver Julien Ignacio en toneelschrijver Maaike Bergstra. De vergadering keurde het door Lira en Lira Fonds gevoerde en te voeren beleid goed. Ook de herbenoeming van voorzitter Felix Rottenberg werd unaniem goedgekeurd. Hem werd het vertrouwen voor nog een termijn geschonken.
De invloed van AI op schrijvers
De middag werd afgesloten met een paneldiscussie over de invloed van artificiële intelligentie (AI) op het schrijversvak, onder leiding van scenarioschrijver Bert Bouma. Een video van collega David Grundy, van de Engelse zusterorganisatie Author’s Licensing and Collecting Society (ALCS), toonde dat AI een handige assistent kan zijn bij het schrijven van een boek, maar niet in staat is tot het schrijven van een originele thriller. Onderzoeksjournalist Jolanda van de Beld en scenarist Brian De Vore beaamden dit. Ze gebruiken AI bijvoorbeeld om slimmer te zoeken op Google, maar echt nieuw materiaal levert het niet op. Vertaler Anne Marie Koper benadrukte dat mensenwerk nodig blijft en wijst op de negatieve impact die AI op het milieu heeft.
De voorzichtige conclusie van het panel luidt dat AI vooral gezien moet worden als handig gereedschap. Maar schrijven is veel meer dan alleen het schrijven zelf, en dát werk is lastiger te automatiseren. Lira kan helpen bij het blijven benadrukken dat makers fatsoenlijk worden betaald voor hun werk.
Dorine van der Wind
Dido Michielsen (1957) debuteerde in 2019 met ‘Lichter dan ik’ en voor deze historische roman won zij de Nederlandse Boekhandelsprijs 2020. In 2022 verscheen de opvolger ‘Engel en kinnari/Zoeken naar Isah’. In 2025 komt haar boek uit over haar vader die in een krijgsgevangenkamp zat en vocht voor het KNIL. Wat is het verdienmodel van Dido Michielsen?
Mijn eerste baan was als secretaresse bij een filmproductiebedrijf, waar ik niet veel te doen had. Ik solliciteerde op soortgelijke banen, tot ik de volgende reactie kreeg: ‘Jij wil helemaal geen receptioniste worden, ik merk aan jouw sollicitatiebrief dat je moet gaan schrijven.’ Dat gaf mij een laatste zetje om die wens serieuzer te nemen. Ik kon aan de slag als copywriter bij een tekstbureau. Eerst in vaste dienst, maar ik had al snel door dat ik als freelancer meer kon verdienen. Daar schreef ik verhalen, maar dan uit naam van een merk. Een van mijn eerste schrijfopdrachten was een romannetje over doucheschuim. Ik kreeg alle vrijheid, als de hoofdpersoon maar regelmatig douchte, haha. Langzaam ben ik overgestapt naar de journalistiek, via het blad Residence. Op de lancering van dat blad heb ik mijn man ontmoet, Auke Kok, die destijds voor Quote werkte.
Met het schrijven van boeken, en tegenwoordig lukt dat ook. Het was zo’n verrukkelijk moment toen ik besefte dat alles wat ik doe verband houdt met mijn boeken. Voor die tijd had ik voor alle serieuze kranten en tijdschriften geschreven. Maar de redacties krompen en het werd steeds lastiger om werk te vinden. Of ze kwamen bij mij met een verzoek voor een verhaal waarvan ik dacht: maar dat heb ik toch al geschreven? Ik was een soort duizend-dingen-doekje; als een redactie ergens problemen had, vroegen ze mij om het op te lossen. Ik ben blij dat die tijd voorbij is.
Mijn inkomstenbronnen zijn de royalty’s uit de verkoop van mijn boeken, een voorschot op mijn nieuwste boek, subsidie van het Letterenfonds en de lezingen die ik geef. Het is een luxe dat ik zoveel word gevraagd voor activiteiten die met mijn boeken te maken hebben. Zo mocht ik dit jaar de 4-mei-toespraak houden in de Nieuwe Kerk in Amsterdam, een hele eer.
Inmiddels wel, maar het duurde wel even. Mijn eerste roman Lichter dan ik kwam uit in september, in februari won ik de Boekhandelsprijs en kwam de verkoop in een stroomversnelling. Maar dan duurt het nog even voordat je de royalty’s krijgt uitbetaald. Dankzij dit succes kreeg ik bij mijn tweede roman een groter voorschot. Daarnaast is het een goede beslissing geweest om kleiner te gaan wonen om van de hypotheek af te zijn. We hebben ons grote huis verkocht en zijn van 220 vierkante meter naar 90 vierkante meter gegaan. De financiële vrijheid die we hebben is heel prettig.
Mijn MacBook Air is denk ik het duurste dat ik heb aangeschaft. Verder lees ik veel ter inspiratie. Door de boeken Over Lezen en Schrijven van Stephen King en If You Want To Write van Brenda Ueland te herlezen, krijg ik altijd weer zin in schrijven. Brenda Ueland zegt: ’Schrijf iedere dag, gewoon doen!’ Dat helpt echt, soms ben ik lang met research bezig en schrijf ik niet iedere dag. Maar dan bedenk ik me dat ik toch alvast wat moet gaan schrijven in plaats van wachten tot mijn research af is. En dat pakt altijd goed uit.
Met Lichter dan ik had ik een duidelijke doelgroep, mensen die geïnteresseerd zijn in Nederlands-Indië. Dat boek heeft goed verkocht. Maar dat zegt ook niet alles, eerder heb ik een non-fictieboek geschreven over hoe je moet verder leven na een scheiding. Je zou zeggen dat er een enorme doelgroep voor is, maar het boek verkocht nauwelijks. Mijn non-fictieboeken over de adoptie van onze dochters verkochten wel goed. Net als de biografie die ik schreef over Derk Sauer en Ellen Verbeek die destijds 25 jaar in Rusland woonden. Ook is Lichter dan ik vertaald in het Indonesisch, Italiaans en Servisch. Maar daar verdien je niet veel aan, het wordt pas interessant als je een bestseller in Amerika hebt.
Ik had al veel schrijfervaring voor ik mijn eerste roman schreef. Het is jammer dat tegenwoordig, met die kleine redacties bij de bladen, journalisten nauwelijks meer worden begeleid in hoe ze moeten schrijven. Daarom kan het heel zinvol zijn om een cursus technisch schrijven te doen. Of zelf een goede mentor of begeleider te zoeken. Het is daarnaast vooral een kwestie van lef, ga het gewoon doen. Ik zie schrijven als beeldhouwen, het is leuk om te blijven boetseren en schaven aan een tekst en dan langzaam iets te zien ontstaan.
Dorine van der Wind
Met het ‘Doorgeefgedicht’ biedt Lira Nieuws dichters een podium waarop ze, zonder eisen of voorwaarden vooraf, nieuw eigen werk kunnen presenteren. Om daarna het stokje door te geven. Voor deze gelegenheid schreef Marije Langelaar ‘Wind’.
Marije Langelaar (Goes, 1978) publiceerde bij de Arbeiderspers de bundels De rivier als vlakte (2003), De schuur in (2009) en Vonkt (2017). Hiervoor ontving ze diverse literaire prijzen: Hugues C. Pernath-prijs (2009), Jan Campertprijs (2017) en de Awater Poëzieprijs (2018). In 2020 verscheen haar eerste roman In het jaar van de rode os. Momenteel werkt ze aan haar nieuwe poëziebundel Revolutie van het licht. Langelaar trad op bij diverse internationale festivals onder andere het International Poetry Festival of Medellin, Colombia (2020 en 2021). Naast haar werkzaamheden als dichter en schrijver richtte ze samen met andere ouders in 2011 (België) en 2021 (Nederland) een nieuwe basisschool op. Binnen deze scholen ligt de nadruk op creativiteit, natuur, samenwerking, projecten en innovatieve leermethoden.
Langelaar geeft het stokje door aan Rozalie Hirs. ‘Als je het oeuvre van Rozalie Hirs nog niet kent is dat in dit geval een uitzonderlijk geluk. Ik stel me het voor als het ontdekken van een hele nieuwe en eigenzinnige planeet. Haar eerste bundel dateert van 1998. Anno nu kent haar zorgvuldig opgebouwde biotoop zoveel rijpingen, lagen in de aarde en in de hemelen, klanken en tonen. Het mythische landschap dat zich heeft gevormd staat open om in te dwalen. Het is een landschap om eindeloos te tasten. Soms de stilte van een woord tot je nemen, dan weer buitelen en struikelen. Wervelen als een derwisj, En dan oog in oog met de tover, het mysterie.’
Wind
Met mijn windvinger tik ik tegen de
klokken in de toren, met mijn windhand trek ik haren, jassen,
bellen los!
Ik ruk zo hard ik kan aan alle touwen
ik trek ook aan mannen, vrouwen, gebouwen, de staarten van beesten,
ik trek en blaas wat ik kan, ik trek het water glad
op het duin ben ik zacht.
Ik ruk zo hard dat men stil blijft staan.
Draaikolk.
Mooie wervelstorm.
Ik trek alle bladeren sjirpend los!
Soms heel soms kan ik waaien in
een broekspijp, een jaszak, de linker
of rechter hartkamer
soms heel soms mag ik waaien in de hersens
alle zwarte grauwe vliegers, vuile zakdoeken
neem ik mee in een wild verrukkelijk spel de luchten
in.
Ik ruk alle papieren los, ik trek steeds harder aan de touwen van de wetten.
Concepten. Ik trek aan school, ik trek aan straf en beloning, de koning.
Ik trek aan schuld en schuldenaren, ik trek aan het hele grote systeem sjor
alles als melktanden los.
Marije Langelaar