editie 68 / maart 2024

Van cassettebandje tot de cloud

Stichting de Thuiskopie int via een heffing op apparatuur een belangrijk deel van de vergoedingen die Lira verdeelt aan schrijvers. Bij haar afscheid blikt de directeur terug op een roerige geschiedenis.

Van cassettebandje tot de cloud

Voormalig directeur Hester Wijminga: 'Al die technologische veranderingen maken mijn werk dynamisch.’ | Beeld uit eigen archief


Hester Wijminga begon als accountmanager en is later directeur van Stichting de Thuiskopie geworden. Na 22 jaar neemt zij nu afscheid.

Om te beginnen; waarom werd de thuiskopieregeling in het leven geroepen?

‘Het begon in de jaren ’80, met de komst van cassettebandje. Mensen namen daarmee een langspeelplaat (lp) op om het bandje bijvoorbeeld later in de auto af te spelen. Er was dus sprake van een kopie. Normaal gesproken kan de artiest, in dit geval de maker van die lp (de rechthebbende) zeggen dat om een kopie te maken zijn toestemming nodig is en dat daarvoor moet worden betaald. Maar omdat het hier consumenten betrof, viel niet te achterhalen wanneer iemand een kopie maakte. Daardoor liepen de makers inkomsten mis. Oneerlijk, stelde de muziekindustrie. Deze lobbyde flink om daar iets aan te doen. De overheid besloot uiteindelijk tot de thuiskopieregeling: iedereen mag wettelijk een kopie maken voor thuisgebruik, maar betaalt daar iets voor aan de maker via een heffing op het cassettebandje.'

‘Het onderhandelen met de producenten vond ik een interessant onderdeel’ 

‘Buma Stemra, de organisatie voor de belangenbehartiging van muziekmakers, heeft het destijds aangezwengeld. Alle rechthebbenden in de muziek hebben toen Stichting de Thuiskopie in het leven geroepen. Deze stichting was er om het geld te incasseren bij de producenten van producten waarop je kunt kopiëren en te verdelen onder de rechthebbenden. Al vrij snel kwam daar ook video bij. Mensen kochten videorecorders en namen televisieprogramma’s op. Het ging dus om collectief beheer omdat rechthebbenden het zelf niet konden organiseren.’

Dus de stichting moet bij elke technologische ontwikkeling daarop reageren. Wat waren grote veranderingen?

In de 22 jaar dat ik hier nu zit, zijn er veel veranderingen geweest. Ik kwam hier in 2001, toen was er net twee jaar een heffing gekomen op de cd, de vervanger van het cassettebandje waar je ook geluid mee op kon nemen. En de videoband werd vervangen door de opneembare dvd. Destijds onderhandelden we veel met Philips, de uitvinder van de cd. Zij hadden een sterke lobby, het is altijd een gevoelig politiek onderwerp geweest.’

Wat waren nog meer grote veranderingen?

‘In 2013 kwam een uitbreiding naar de telefoons, harddisk recorders, pc’s, laptops en tablets. Daar kwamen ook nieuwe rechthebbenden bij. Eerst betrof het de muziekindustrie, nu kwamen er ook (roman/scenario)schrijvers, journalisten en fotografen bij als rechthebbenden. De digitalisering ging heel snel, waardoor de wereld compleet veranderd is.’

Loop je met al die ontwikkelingen vaak achter de feiten aan?

‘Ja, de wet is gemaakt voordat het internet bestond en die wet is nog steeds leidend terwijl er dus heel veel veranderd is. In die wet staat dat het om kopiëren op een voorwerp gaat. Er ontstaat vaak een discussie, zoals nu over de cloud; kun je de cloud zien als een voorwerp? Mensen doen ook nu niet anders dan in de jaren tachtig met de cassettebandjes: een kopie maken om het ergens anders af te spelen. Alleen de manier waarop is steeds anders.’

Wat vond je leuk aan je werk?

‘Al die veranderingen maken het werk leuk en actueel. Het onderhandelen met de producenten vond ik een interessant onderdeel. Eerst waren dat dus Nederlandse spelers zoals Philips, maar de markt is heel internationaal geworden met bedrijven als Apple en Samsung. Het spel komt er altijd op neer dat zij zo min mogelijk willen betalen en dat wij hen proberen te overtuigen van het belang van de rechthebbenden. Als dat lukt, geeft dat veel voldoening. Aan de ene kant hield ik me dus bezig met onderhandelen met het bedrijfsleven en daar geld incasseren. En aan de andere kant had ik te maken met de rechthebbenden waar het geld voor bedoeld is. Dat maakte mijn werk heel dynamisch.’ 

‘De digitalisering ging heel snel, waardoor de wereld compleet anders is’

Wat speelt er nu vooral?

‘Wat nu heel actueel is zijn vooral de streamingsdiensten. Netflix en Spotify hebben een mogelijkheid om afleveringen te downloaden zodat je die ook offline kan zien en beluisteren. Wij zeggen: dan is er sprake van een privékopie. De streamingsdiensten willen echter niet betalen en zeggen dat ze slechts een technische optie aanbieden. Er loopt hierover een rechtszaak bij de Hoge Raad. Het is een ingewikkelde zaak, met juridische en technische aspecten.’

Hoe zie je de toekomst van Stichting de Thuiskopie?

‘Ik hoop dat de stichting nog lang blijft bestaan. De afgelopen jaren is vaak gedacht dat mensen geen kopieën meer maken nu alles online te vinden is, maar het gebeurt nog steeds. Er is zoveel content waar iedereen van kan genieten. Maar het moet wel goed geregeld worden zodat de makers ervoor betaald krijgen. Daar heb ik mij altijd hard voor gemaakt.’

Wat zijn je plannen voor de toekomst?

‘Ik neem na zo’n lange tijd hier werken even de tijd om me te beraden op de toekomst. Hiernaast ben ik gemeenteraadslid in Leiderdorp, dat blijf ik doen.’

Dorine van der Wind



Geef jouw gegevens op tijd door

Heb je je bsn en geboortedatum nog niet doorgegeven? Doe dat dan zo snel mogelijk.

Controleer ook je contact- en bankgegevens en pas deze zo nodig direct aan in Lira’s webportal.

Als je btw-plichtig bent, check dan of je btw-identificatienummer (btw-id) nog klopt en zet het daartoe bestemde vinkje. Vul in dat geval niet je bsn in.

Ook voor vergoedingen waarvoor Lira jouw opgave (van bijvoorbeeld honoraria of uitzendminuten) nodig heeft, kun je meteen in Lira’s webportal terecht. Als je hiervoor in aanmerking komt, kun je onze uitnodigingsmail met instructies afwachten.

Lira voert in de komende maanden diverse (na-)repartities uit. Om dat goed te kunnen doen, moeten jouw persoons- en andere gegevens kloppen en actueel zijn. 

Alvast bedankt voor jouw medewerking!



Het verdienmodel van Lotte Boot

Lotte Boot (1976) is zelfstandig journalist, eindredacteur en schrijver. Ze schreef twee Young Adult-boeken: Smiley, waarvan er inmiddels twaalfduizend zijn verkocht, en Het penthouse, dat afgelopen jaar verscheen. Momenteel werkt zij aan haar eerste roman voor volwassenen. Wat is het verdienmodel van Lotte Boot?

Het verdienmodel van Lotte Boot

Lotte Boot | Beeld: Joke Schut
 

Wat was je eerste schrijfopdracht?

In het tweede jaar van mijn opleiding aan de School voor Journalistiek liep ik stage bij de Geassocieerde Pers Diensten (GPD) in Washington. Ik had een idee voor een verhaal over zwarte colleges en universiteiten. Dat heb ik toen verkocht aan het Hoger Onderwijs Persbureau (HOP). Zij betalen de journalist en de aangesloten hogeschool- en universiteitsbladen mogen die artikelen vervolgens publiceren. Uiteindelijk schreef ik drie verhalen voor ze: naast die over zwarte colleges, ook nog een over de hoge collegegelden in de VS en een over alcohol- en drugsgebruik op Amerikaanse campussen. Het was voor het eerst dat ik me realiseerde dat ik geld kon verdienen met schrijven.

Waarmee zou je in een ideale wereld het liefst je hele inkomen verdienen?

Jarenlang werkte ik fulltime als journalist, soms in loondienst, meestal freelance. Ik had vaak vaste opdrachtgevers, zoals Het Parool en Amnesty’s Wordt Vervolgd. Maar toen ik een gezin kreeg en een koophuis, leverde dat werk financieel te weinig op. Ik stapte over naar de bladen. Die betaalden iets beter, maar bijvoorbeeld het zoeken naar cases vond ik inhoudelijk minder leuk. Het liefst schrijf ik alleen vanuit mijn eigen ideeën. In een ideale wereld zou ik fulltime werken aan romans. Ik heb veel ideeën, maar helaas kan ik van alleen boeken schrijven niet leven.

‘De inkomsten uit de lezingen die ik geef zijn een mooie aanvulling op de royalty’s’

Naast romans zou ik in een ideale wereld ook meer persoonlijke stukken, zoals essays, schrijven. In het verleden schreef ik vaker persoonlijke artikelen en dat vond ik erg leuk, maar ik voel me minder vrij dan vroeger, merk ik. Als vrouwelijke journalist maak je veel los als je wat vindt en ben je al snel doelwit van seksistische uitlatingen. Ik ben daarom toch wat terughoudender geworden met het schrijven van persoonlijke verhalen.

Uit welke bronnen komen je inkomsten?

Een klein deel van mijn inkomsten komen uit de royalty’s uit de verkoop van mijn twee boeken, of uit het geven van lezingen over die boeken, op scholen en bij Stap op de Rode Loper, een rondtrekkend leesfeest voor het vmbo op culturele locaties. Maar mijn hoofdinkomen verdien ik als hoofd-, eindredacteur, en soms als tekstschrijver, met name voor educatieve opdrachtgevers. 

 

Ook vind ik het heel leuk om anderen te helpen om aansprekend en persoonlijk te schrijven. Ik ontwikkel daarom sinds vorig jaar online schrijfcursussen, masterclasses en schrijfchallenges voor professionals. De term ‘passief inkomen’ moet je niet geloven: het kost veel tijd om dit allemaal te ontwikkelen en cursisten te werven door voortdurend online zichtbaar te zijn. Maar online ondernemen geeft me ook veel nieuwe energie. Ik ben blij dat al mijn werk wel aan het schrijven gelieerd is. En dat mijn gezin en ik er goed van kunnen leven. 

Biedt de Nederlandse context auteurs voldoende middelen van bestaan?

Dat denk ik niet. De afzetmarkt voor boeken is in Nederland simpelweg te klein. Als ik geen kinderen zou hebben, veel kleiner zou wonen, zonder al te veel vaste lasten, dan zou ik waarschijnlijk wel puur van het schrijven en mijn lezingen kunnen leven. De inkomsten uit die lezingen zijn een mooie aanvulling op de royalty’s, maar bij lange na niet voldoende voor een regulier leven, met hypotheek en gezin. Dat is in Nederland alleen mogelijk als je een bestsellerauteur bent of in het buitenland vertaald wordt (voor een hele kleine groep weggelegd), eigen vermogen hebt (ook een relatief klein gezelschap), of als je een partner hebt die voldoende verdient. Die afhankelijkheid is wat mij betreft onprettig en onvrij. Leven van het schrijven is in Nederland dus eigenlijk een luxe, lang niet voor iedereen binnen bereik. Datzelfde geldt voor de journalistiek, waar de tarieven heel laag zijn. Dat vind ik echt zonde en niet goed voor de pluriformiteit en inclusiviteit.

‘Leven van het schrijven is in Nederland een luxe, lang niet voor iedereen binnen bereik’

Wat was tot nu toe voor jou de beste investering in je vakmanschap?

Ik probeer twee keer per jaar een cursus te volgen, soms bewust iets wat buiten mijn eigen genre ligt. Ik ben ervan overtuigd dat het altijd een goede investering is omdat het mij tot een veelzijdiger schrijver maakt. De cursus ‘Roman’ die ik momenteel bij de Schrijversvakschool volg, inspireert mij, geeft mij weer veel nieuwe inzichten en is een stok achter de deur om door te gaan met het schrijven van mijn nieuwe boek. Een cursus ‘Scenario schrijven’ maakte dat ik voor mijn boek Het penthouse beter uit de voeten kon met dialogen en ook dat ik veel meer dan voorheen durfde te experimenteren met vorm en vormgeving. En bij een cursus ‘Online publishing’ leerde ik weer hele andere schrijftechnieken. 

Heb je een gouden tip voor andere schrijvers?

Als ik al de aangewezen persoon ben om een tip te geven zou ik zeggen: neem jezelf als schrijver serieus en investeer in jezelf. In je ontwikkeling, zoals ik al noemde, maar ook in je materiaal. Je zit als schrijver veel achter een beeldscherm, dus het is belangrijk dat je een goede werkplek hebt. Ik heb bijvoorbeeld een groot extern beeldscherm gekocht, zodat ik rechtop zit en niet meer op een klein laptopscherm hoef te turen. Het draagt bij aan mijn gezondheid en aan mijn professionaliteit als schrijver.

Wil jij ook jouw verdienmodel toelichten? Laat het ons weten.

Deirdre Enthoven

 

 



Administratiekosten tijdelijk verlaagd

In 2024 worden Lira’s administratiekosten tijdelijk verlaagd van 8% naar 4%.

Onder meer door een relatief laag kostenniveau heeft Lira in de afgelopen jaren een hoger eigen vermogen opgebouwd dan noodzakelijk om onze continuïteit te kunnen waarborgen. Met een tijdelijke verlaging van de administratiekosten gaan wij er nu voor zorgen dat alle bij Lira bekende auteurs zo evenwichtig mogelijk meedelen in dit (door henzelf opgebouwde) extra vermogen.

Geen winstoogmerk
Lira is een stichting zonder winstoogmerk en zowel aansluiting als aanmelding bij Lira is gratis.

Onze operationele kosten worden betaald uit een inhouding bij de uitkering. Deze administratiekosten zijn noodzakelijk om onze activiteiten uit te kunnen voeren. Daarbij is onder meer inbegrepen het onderhandelen met betalingsplichtigen, het onderhoud en de inrichting van onze complexe ICT-omgeving, het aankopen, verwerken en aanvullen van bronbestanden en het uitvoeren van financiële transacties.

Let op dat voor specifieke vergoedingsstromen andere afspraken over administratiekosten kunnen gelden en de tijdelijke verlaging daarom niet van toepassing is.



Zijn mijn gegevens veilig bij Lira?

De tijd dat Lira brieven op papier stuurde ligt inmiddels achter ons. Ook communicatie per telefoon en zelfs per e-mail wordt minder. In toenemende mate kun je immers alles zelf regelen via Lira’s portal. Maar hoe veilig zijn jouw gegevens daar eigenlijk?

Zijn mijn gegevens veilig bij Lira?

Beeld
: Unsplash

Af en toe krijgen wij de vraag of wij adequate maatregelen hebben genomen op het gebied van cybersecurity. Ook vragen auteurs zich wel eens af waarom wij bepaalde informatie nodig hebben. Sommige gegevens, zoals een werkend rekeningnummer, hebben wij simpelweg nodig om ervoor te zorgen dat wij voor jou bestemde vergoedingen kunnen overmaken.

Eenmalige check
Daarnaast is er sinds 2020 de iDIN-check, waarmee wij kunnen vaststellen of onze relaties zijn wie ze zeggen dat ze zijn. Hierbij checken wij eenmalig bepaalde gegevens bij de bank, zoals jouw postadres, tegen onze gegevens. Dit is een manier om jouw en onze online veiligheid te waarborgen.

Ook kennen wij bepaalde verplichtingen. Zo moet Lira op grond van de renseigneringsverplichting sinds 2022 burgerservicenummers (bsn’s) van relaties die vergoedingen ontvangen, doorgeven aan de Belastingdienst. Voor al jouw bij ons bekende gegevens geldt dat Lira zich houdt aan de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Lira verwerkt persoonsgegevens van auteurs en bewaart deze zo lang als nodig voor het behartigen van de belangen van de auteurs, het beheer van de rechten van de auteurs, de uitvoering van het aansluitingscontract of zo lang als de wet dat voorschrijft.

 

Lira heeft daarbij passende beveiligingsmaatregelen genomen om misbruik van en ongeautoriseerde toegang tot persoonsgegevens te beperken. Alleen noodzakelijke personen hebben toegang tot persoonsgegevens, de toegang is afgeschermd en de beveiligingsmaatregelen worden regelmatig gecontroleerd.

Technische maatregelen
Ook op technisch gebied hebben wij een reeks veiligheidsmaatregelen getroffen. Daarmee dragen wij zorg voor de veiligheid van onze computersystemen en daarmee voor jouw online veiligheid. Zo hebben wij de communicatie tussen gebruikers en onze website en portal versleuteld en hebben we tweefactor-authenticatie ingevoerd. Via een app of sms wordt daarmee een extra beveiliging aangezet bij het inloggen op de portal. Onze systemen worden dag en nacht gemonitord en periodiek wordt met een security baseline audit gecheckt of alles nog goed functioneert. Op ons verzoek voeren ethical hackers periodiek zogeheten penetratietests uit, bedoeld om mogelijke kwetsbaarheden en zwakke punten in kaart te brengen en een goed beeld te krijgen van mogelijke risico's en bedreigingen. En natuurlijk controleert ook onze accountant jaarlijks of de ICT-infrastructuur voldoet. 

Privacyrechten
Met in achtneming van de wettelijke normen neemt Lira dus zo veel mogelijk voorzorg om de veiligheid van jouw gegevens te garanderen. Voor vragen over het uitoefenen van jouw privacyrechten kun je contact opnemen met Lira’s privacy officer.



Uitkering video on demand in 2024

Dit jaar zal de verdeling van vergoedingen voor video on demand (VOD, of EMS) over de jaren 2019-2022 plaatsvinden.

In een convenant met het samenwerkingsverband van omroepen, distributeurs en producenten (RODAP) is in 2015 geprobeerd te komen tot een dekkende collectieve regeling met de gehele VOD-markt. Daarbij zouden alle streamingsdiensten VOD-vergoedingen afdragen én gebruiksdata aanleveren aan rechtenorganisaties voor de verdeling.

Helaas is dit nog niet gelukt. Daarom moest Lira in de afgelopen jaren geringe beschikbare vergoedingen op andere wijze verdelen. Bijvoorbeeld op basis van verkoopcijfers van dvd’s (zie Lira Nieuws, 2022). Wel konden auteurs alvast hun werken voor VOD-diensten opgeven bij Lira, die wij hebben bewaard voor mogelijke latere uitkeringen.

In 2023 heeft Lira alsnog betalingen en/of gegevens ontvangen van sommige VOD-aanbieders over de periode 2019-2022. Dat is voor ons aanleiding om deze gelden in verdeling te brengen onder rechthebbende auteurs. Het betreft opgaven van NLZIET, NPO, RTL Videoland en Ziggo. Van andere VOD-aanbieders hebben we geen of onvolledige data gekregen en/of geen of onvolledige vergoedingen ontvangen. Zo zijn bijvoorbeeld nog altijd geen vergoedingen beschikbaar voor programma’s die worden aangeboden door Netflix, KPN en Pathé Thuis.

Omdat Lira streeft naar een zo nauwkeurig mogelijke verdeling van VOD-gelden, kopen wij daarnaast bestanden aan. Het is dan ook noodzakelijk om diverse gegevensbestanden met elkaar te matchen. Dit zal enige tijd vergen, maar naar verwachting volgt deze titelspecifieke uitkering later in 2024. Van een marktdekkende regeling kan daarbij dus nog steeds niet worden gesproken, maar Lira hoopt hiermee een eerste stap daarnaartoe te kunnen zetten.



Winterwater maakt eenzaamheid invoelbaar

Een winterse januariavond in Haarlem is het perfecte decor voor Winterwater, een beeldende voorstelling met poppen, krijttekeningen, projecties, film en muziek. Al deze disciplines samen vormen een mooi geheel. De voorstelling maakt het thema ‘eenzaamheid’ prachtig invoelbaar.

Winterwater maakt eenzaamheid invoelbaar

Alleen Lex wordt uitgebeeld door een pop | Beeld: Bart Grietens
 

De voorstelling Winterwater is gebaseerd op de debuutroman uit 2020 van Lex Paleaux. Een fictief verhaal gebaseerd op zijn eigen jeugd; een kind dat opgroeit in een Fries dorp, met een strenggelovige moeder, een Franse vader en twee oudere broers. Door alle nieuwsgierige en kritische vragen die hij stelt, is Lex is thuis en op school het buitenbeentje. Terwijl hij opgroeit wordt hij steeds minder gezien door zijn omgeving. 

De wereld van een kind
Tijdens de try-out van de voorstelling in de Haarlemse Toneelschuur zit de hele zaal vol. Hoewel het een voorstelling voor 14 jaar en ouder betreft, zijn er vooral veel volwassenen. Maar er is ook een klas met middelbare scholieren die door de hele zaal verspreid zitten. Het vooroordeel dat poppenspel voor kinderen is, wordt in deze voorstelling ontkracht. Met een ogenschijnlijk simpel decor, muziek en tekeningen nemen de spelers je wel mee in de belevingswereld van een kind. 

Juist die hele verschillende stijlen vormen samen een mooi geheel.’

Van boek naar voorstelling
Bijzonder van deze avond is dat Lex Paleaux zelf aanwezig is en voorafgaand aan de voorstelling vertelt hoe deze tot stand kwam. Hij woont een paar honderd meter verderop, net als theatermaker Rieks Swarte. Ze kwamen elkaar een keer op straat tegen en Rieks zei toen dat hij het zo jammer vond dat er nooit een theaterbewerking van het boek van Lex was gekomen. Terwijl hij na het lezen ervan meteen een mail had gestuurd met een idee daarvoor. De mail bleek in de spambox van Lex terecht te zijn gekomen, hij had hem nooit bereikt.

Na de ontmoeting ging Rieks Swarte alsnog met het idee naar productiehuis Feikes Huis. Samen met figurantentheatergezelschap Studio Figur onder leiding van Noufri Bachdim kwam de voorstelling met de verschillende disciplines tot stand. Bachdim: ‘Juist die hele verschillende stijlen vormen samen een mooi geheel. De ene keer zitten we helemaal in de belevingswereld van Lex en daarna zoomen we weer even uit.’

 

 

Indrukwekkend poppenspel
Tijdens de voorstelling spelen de vier acteurs afwisselend de rol van de ouders en de broers van Lex. Een klein attribuut als een sigaret en je weet dat je naar de moeder van Lex kijkt. Alleen Lex wordt uitgebeeld door een pop, waarbij drie verschillende poppen elk voor een andere fase in zijn leven staan. De acteurs maken daarnaast grote indruk met hun poppenspel. Ze brengen veel gevoel in de pop en slagen erin Lex als een kind te laten bewegen, zoals schaatsend over het ijs met knikkende knietjes. De scène waarin Lex op te grote schoenen gaat voetballen, tot ieders verbazing scoort, maar waarbij zijn ouders niet komen opdagen, maakt diepe indruk.

Praten over eenzaamheid
Eenzaamheid vormt de rode draad van het verhaal. Ook heftige onderwerpen als seksueel misbruik en zelfmoord worden besproken zonder expliciet te worden. De boodschap is vooral: kijk naar elkaar. Bachdim: ‘Dat is de belangrijkste les van onze voorstelling: vraag elkaar hoe het gaat, zie de ander en neem de tijd.’ Lex verdwijnt meer en meer in zijn eigen wereld, als puber zien we hem alleen maar met een pet en capuchon, zijn gezicht is verdwenen. 

‘Vraag elkaar hoe het gaat, zie de ander en neem de tijd.’

De scholieren in het publiek kijken de hele voorstelling ademloos. Na afloop zeggen een paar van hen dat ze denken nu makkelijker over een onderwerp als eenzaamheid te kunnen praten. Bachdim: ‘We hebben ook een korte documentaire gemaakt waarin jongeren over eenzaamheid praten. Met een QR-code kan het publiek deze film thuis bekijken. Dit brengt hopelijk het gesprek nog meer op gang.’ 

Gouden randje
Winterwater is een voorstelling die raakt. Mede dankzij de prachtige muziek van Sebastiaan Bax. Bachdim: ‘Hij schrijft de muziek voor onze voorstellingen op basis van het script, we sturen het heel vaak heen en weer en pas op de première horen we de uiteindelijke versie.’ Een première met een gouden randje, als de schrijver Lex Paleaux vertelt dat hij een berichtje van zijn ouders heeft gekregen waarin ze vertellen trots te zijn en graag naar de voorstelling komen kijken als die in Friesland te zien is. 

Dit project is mede mogelijk gemaakt door Stichting Lira Fonds.

Dorine van der Wind



Je jaaroverzicht staat klaar

Het is weer tijd voor belastingaangifte. Het Lira-jaaroverzicht helpt je daarbij.

In het Lira-jaaroverzicht staan alle vergoedingen, administratiekosten en btw-bedragen op een rij. Je vindt jouw jaaroverzicht 2023 in Lira’s webportal. Ook eerdere jaaroverzichten, repartitiefacturen en -specificaties kun je daar vinden.

Belastingdienst en bsn
Als gevolg van de renseigneringsverplichting is Lira verplicht om geboortedata en burgerservicenummers (bsn's) door te geven aan de Belastingdienst, samen met de uitbetaalde bedragen.

Heb je je bsn nog niet ingevuld? Doe dat dan zo snel mogelijk! Let op dat dit niet van toepassing is als je btw-plichtig bent (vul dan je btw-id in), of als je erfgenaam bent (en niet zelf auteur).



‘Achter de microfoon voelt het kwetsbaar’

Op een zaterdag vond in boekhandel Hijman Ongerijmd voor de tweede keer Poëziefestival JA! JA! plaats, vernoemd naar het gelijknamige gedicht van Simon Vinkenoog. Lira nam een kijkje, en werd verrast door het veelal jonge publiek en de sprankelende voordrachten.

‘Achter de microfoon voelt het kwetsbaar’

K. Michel aan het woord: 'Om te verdwalen heb je een heleboel bomen nodig' | Beeld: Maurice Gemmeke

‘Plaats van ontmoetingen’, staat er groot op de muur van de Arnhemse boekhandel Hijman Ongerijmd. Een toepasselijke tekst voor wie deze avond graag (opnieuw) wil kennismaken met poëzie. Op de prettige beat van een aanzwellend jazzy muziekje druppelen de mensen langzaam binnen. Als de winkelruimte vol is, klimt organisator Wietse Leenders op een klein podium. Hij legt uit wat er te gebeuren staat vanavond. Gevestigde en nieuwe dichters zullen voordragen uit eigen werk, net als spoken word-artiesten en muzikanten. Tussendoor kun je een zogenaamd poëzie-consult krijgen en in de kelder vind je zowel beeldende kunst als Podium Eigenzinnig. Later op de avond draait DJ Phinny en mag er zeker ook gedanst worden. En om de literaire dorst helemaal te lessen, schenkt de bar een zogenaamde Simon Vinkenoog Gin & Tonic. ‘Maar, voor we starten gaan we eerst ‘Ja’ zeggen tegen de poëzie’, roept Leenders enthousiast. ‘Dus: wat zeggen we tegen de poëzie?’ ‘Ja!’ roept het publiek terug. ‘Dat kan harder, wat zeggen we tegen de poëzie?’ ‘Jaaa!’ schreeuwt het publiek, bijna uitzinnig.

‘Poëzie heeft meegelift op het succes van spoken word, dat al een jonger publiek had.’

Kwetsbaar
Dan bijt de dichter en schrijver Daniël Vis het spits af. Hij werd bekend en ook gelauwerd om zijn drie dichtbundels, vorig jaar verscheen zijn eerste roman: Een woelend lichaam. ‘Ik heb ook een heleboel gedichten die niet in bundels staan’, vertelt hij, ‘daar draag ik er graag een paar van voor.’ Met zijn bekende, diepe stem en een perfecte timing leest Vis voor, het publiek is muisstil. ‘Ik ben tien jaar geleden gedebuteerd’, zegt hij even later in een een-op-een gesprek. ‘Maar het is weer net zo spannend als toen ik voor het eerst voordroeg. Achter de microfoon voelt het weer even kwetsbaar. Je bent zo goed als je laatste werk. Toch kom ik met plezier naar dit soort avonden. Ik schrijf voor mezelf, maar vind het contact met publiek belangrijk. Daarnaast luister ik graag naar andere dichters.’

 

Poëzie-consult
Achterin de winkel geven voormalig Creative Writing-studenten Bram en Luna het eerdergenoemde poëzie-consult. ‘Als je vertelt wat je vandaag hebt gedaan of wat je vooral heeft beziggehouden, zoeken wij er een passend gedicht bij’, legt Bram uit, wijzend naar een stapel van zo’n twintig dichtbundels. Na afloop krijg je de titel mee op een klein kaartje, in een groen envelopje, om je persoonlijke gedicht thuis nog eens rustig na te lezen.

Open podium
In de kelder van de boekhandel is het vochtig en ruikt het naar verschaald bier, alsof er al een feest heeft plaatsgevonden. In verschillende kleine ruimtes staan talige kunstwerken, zoals ‘Een waterig gedicht’, ingelijste poëzie waarvan het laatste deel niet meer leesbaar is omdat het lijkt te zijn uitgelopen door blauwe watervlekken. Achterin staan twee kleine rijen stoelen opgesteld voor het open podium. Kleinkunstenaar Milan Hendriks introduceert zichzelf in dichtvorm en zingt daarna een lied waarbij hij zichzelf begeleidt op akoestische gitaar. Indrukwekkend is vervolgens de jonge Roos Sinnige die een autobiografisch, rauw gedicht voordraagt. ‘Het is spannend’, vertelt ze na afloop, ‘zeker voor zo’n klein publiek. Maar het is vooral een kans. Ik schrijf ook proza en reportages, maar met poëzie kan ik mij het beste uitdrukken.’ 

‘Ik schrijf ook proza en reportages, maar met poëzie kan ik mij het beste uitdrukken.’

Stoffig imago
‘JA! JA! is een viering van de poëzie’, vertelt Wietse Leenders aan de bar. ‘Literaire evenementen hebben vaak een stoffig imago. Wij kiezen bewust voor de festivalvorm, met verschillende podia. Boven met stoelen, hier beneden opgesteld voor een staand en bewegend publiek. Wij willen zo laten zien hoe leuk poëzie kan zijn.’ Na de eerste versie vorig jaar, lijkt dat goed gelukt. ‘We zijn helemaal uitverkocht’, grijnst Leenders trots. ‘En we zien naast trouwe klanten van de boekhandel vooral veel jongeren. Arnhem kent verschillende creatieve opleidingen. Het wemelt vanavond van de studenten. Poëzie heeft wat dat betreft ook meegelift op het succes van spoken word, dat al een jonger publiek had.’

In de winkel is inmiddels de volgende dichter begonnen, de zowel speelse als serieuze taalvirtuoos K. Michel. Tegelijkertijd gaat het publiek op de bovenverdieping uit zijn dak op een klankgedicht van de Zuid-Afrikaanse Marlene van Niekerk dat klinkt als hiphop. De avond is nog jong, maar stoffig gaat het zeker niet meer worden.

Dit project is mede mogelijk gemaakt door Stichting Lira Fonds.

Deirdre Enthoven



Twee generaties schrijvers: Daan Heerma van Voss en Christien Brinkgreve

Daan Heerma van Voss (37) en zijn moeder Christien Brinkgreve (74) schrijven beiden, maar op een heel ander vakgebied. Als hoogleraar sociologie publiceerde Christien naast wetenschappelijke boeken ook non-fictie boeken voor een breder publiek. Daan is romanschrijver. Hun thema’s overlappen soms wel; zoals ‘goed en kwaad’, ‘het belang van verhalen’ en in hun meest recente werk ‘rouw’.

Twee generaties schrijvers: Daan Heerma van Voss en Christien Brinkgreve

Beeld: Daan: Desiré van den Berg | Christien: Inez Agnese


Christien en Daan arriveren samen bij café Amsterdam, beiden hebben drukke agenda’s. Daans laatste roman Geen Vaarwel Vandaag is onlangs verschenen, over de invloed van het overlijden van een vader op een gezin. Geen autobiografisch boek, maar wel een thema dat in zijn leven speelt. Zijn eigen vader, journalist Arend Jan Heerma van Voss, overleed in 2022. Christien is ook bezig met een boek over de nasleep van zijn overlijden. Ze was hoogleraar sociologie en vrouwenstudies, bekende boeken van haar zijn 'De vrouw en het badwater' en 'Vroeg mondig, laat volwassen'. Niet alleen Daan en Christien schrijven, ook Daans jongere broer Thomas is romanschrijver. Arend Jan Heerma van Voss schreef voor de Haagse Post, het maandblad geestelijke volksgezondheid en enkele boeken. En Arend-Jans oudste dochter Sandra uit een eerder huwelijk is journalist voor het NRC.

Daan, was het feit dat jouw beide ouders schrijven van invloed op jouw keuze om te gaan schrijven?

Daan: “Niet van directe invloed, het was geen voorgeschoteld pad en het werd niet gestimuleerd van huis uit. Maar wel in de zin dat ik opgroeide in een hele talige omgeving, we hadden veel boeken thuis en er kwamen schrijvers over de vloer. De gesprekken aan tafel waren niet heel highbrow, zoals veel mensen denken, maar gingen over dagelijks zaken als voetbal en eten. Er werd wel altijd op gehamerd om op de juiste manier je zinnen te formuleren.”

En Christien, werd het schrijven bij jou thuis gestimuleerd?

Christien: “Mijn vader was beeldhouwer, maar schreef daarnaast ook. En ik had maar liefst zes schrijvende tantes die meisjesboeken uitbrachten. Daarmee was in mijn familie schrijven iets heel gewoons. Toen ik jong was, was mijn droom nooit het moederschap; ik wilde schrijven. Ik zag een romantisch beeld voor me waar ik schrijvend in een kamer zat waar het licht mooi binnenviel terwijl ik naar muziek luisterde.”

Had jij ook zo’n droom om te gaan schrijven, Daan?

Daan: “Ik heb nooit echt grote dromen gehad. Voor mijn studie geschiedenis moest ik essays schrijven die me niet echt interesseerden. Ik besloot een keer bij het schrijven puur mijn gevoel te volgen en zo ontstond mijn eerste roman De Vergeting. Ik merkte toen dat bij het schrijven alles samenviel. Daarvoor voelde schrijven als huiswerk.”

Christien: “Ook de interviewserie die je voor de Groene Amsterdammer schreef? Die vond ik zo mooi.”

Daan: “Ja, dat voelde als leuk huiswerk.”

Toen ik jong was, was mijn droom nooit het moederschap; ik wilde schrijven.’

Ondanks jullie verschillende vakgebieden, raken de thema’s in jullie boeken elkaar wel, zoals ‘goed en kwaad’.

Christien: “Klopt en dat is dan geheel onverwacht voor ons, het is geen thema waar we het samen over gehad hebben. Over ‘de kracht van verhalen’ brachten wij bijna tegelijk een boek uit. Daar zit een soort verwantschap in, blijkbaar hebben we beide een gevoel voor thema’s die gaan spelen in de samenleving, een antenne voor wat er leeft.”

En het schrijfproces, lijken jullie daarin op elkaar? Daan; jij kon eerder nogal opgaan in het schrijven?

Daan: “Ik ben iets minder monomaan aan het schrijven dan ik voorheen deed, en ik ben wat rustiger geworden. Vroeger schreef ik meer intuïtief zoals een schilder schildert. Nog een beetje iets toevoegen en dan is het klaar. Maar mijn laatste boek heb ik eindeloos herschreven en daar is het beter van geworden.”

Christien: “Ik ben bezig met een ingewikkeld en persoonlijk boek over het opruimen van ons huis na de dood van Arend Jan. Ik schrijf dan een periode heel intensief, waarin ik tijd en rust nodig heb en even geen andere mensen zie. Dat is belangrijk omdat ik alles uit mijn eigen herinneringen wilde halen. En daarna volgt een tijd dat ik het even laat liggen om later weer verder te schrijven.” 

 

Lezen jullie vooraf elkaars werk?

Daan: “Met mijn broer doe ik dat niet. Misschien uit angst dat we dingen van elkaar overnemen, maar we hebben een hele eigen stijl. En ook met mijn vader was ik daarmee gestopt, ik gaf hem daarmee te veel macht. Hij liet mij dan heel lang in spanning wachten. Het zal niet zo bedoeld zijn, maar dat maakte mij heel onzeker. Met mijn moeder heb ik een hele andere relatie, zonder machtsverhouding. Christien stuur ik wel af en toe een stuk, als ik ergens niet helemaal zeker van ben.”

Christien: “Als het over ons gezin gaat, stuur je het altijd op. Het is soms wel confronterend of ongemakkelijk.”

Daan: “Maar er kon dan altijd wel iets veranderd worden, het was aanleiding tot een gesprek van: Hoe heb jij dat ervaren? En was het echt zo?”

Christien: “Ik vind het fijn om vooraf te lezen, daarnaast vind ik het belangrijk om je de ruimte te geven. Het leidt tot mooie gesprekken die misschien niet iedere moeder en zoon hebben.”

En laat jij jouw teksten aan Daan lezen, Christien?

Christien: “Ja. Omdat in het boek dat ik nu schrijf veel herinneringen staan waarin ook de kinderen voorkomen laat ik dat hun vooraf lezen. Daan zegt wel eens over een tekst van mij: ‘Het is goed, maar het kan beter.’ En dat klopt dan vaak ook, dat vind ik goede opbouwende kritiek. Mijn zoon Thomas vindt mijn stijl wat te veel meanderen. Hij zegt dan eerlijk: ‘het is niet mijn soort boek’. Er zitten ook te veel herhalingen in volgens hem. Met zijn opmerkingen doe ik dan mijn voordeel, maar ik hou mijn eigen stijl. In mijn nieuwste boek schrijf ik wat vrijer, meer in scenes zoals bij een roman. Dat vind ik spannend om te doen, ik zie hoe dat werkt in het schrijven van mijn zonen.”

‘Ik merkte dat bij het schrijven alles samenviel. Daarvoor voelde schrijven als huiswerk’ 

Heb jij ook iets van je moeder geleerd?

Daan: “Het is lastig te onderscheiden welk deel ik heb meegekregen van mijn ouders.”

Christien: “Ik weet nog wel dat jij voor je studie geschiedenis een werkstuk moest schrijven over mijn eerste boek en dat je verbaasd was hoe goed je dat vond.”

Daan: “Ja, dat was een heel toegankelijk boek ‘Margriet weet raad’. Ik wist niet dat je dat soort boeken schreef.”

Christien: “Eén van de vragen die gesteld werd was ‘Wie is Christien Brinkgreve?’, toen had jij geschreven ‘mijn moeder.’ Dat moesten ze goed rekenen!”

Daan: “Maar ik kreeg een onvoldoende. De enige tijdens mijn studie. Haha.”

Was je trots op je moeder toen je over haar boek een essay moest schrijven?

Daan: “Jawel, dat denk ik wel.”

Christien, na een kleine stilte: “Dat vind ik leuk om te horen!”


Christien Brinkgreve (1949) is emeritus hoogleraar sociologie en Vrouwenstudies en nu met pensioen. Haar eerste boek - Margriet weet raad. Gevoel, gedrag, moraal in Nederland 1938-1978 - is veel gelezen en naar verwezen. Andere boeken zijn onder andere: De vrouw en het badwater, Vertel: over de kracht van verhalen, Het Verlangen naar Gezag: over vrijheid, gelijkheid en verlies van houvast en De Ruimte van Herman Hertzberger (een portret). En de bundels Weten vraagt meer dan meten en Taalkracht. De winst van verschil - masculiene en feminiene kwaliteiten van leiderschap is genomineerd voor Ooa Boek van het jaar 2011. Haar boek Het raadsel van goed en kwaad is genomineerd voor de Socratesbeker 2019.


Daan Heerma van Voss (1986) is schrijver van romans, non-fictieboeken en artikelen voor binnen- en buitenlandse media. Zijn literaire debuut is de roman Een Zondagsman. Later volgden de romans Zonder tijd te verliezen, De Vergetinghet Land 32, De Laatste Oorlog en Noem het liefde. Samen met zijn broer Thomas schreef hij de thriller Ultimatum. Voor zijn interviewserie het Decennium won hij in 2011 De TegelMet zijn laatste roman Geen Vaarwel Vandaag won hij de BNG Bank Literatuurprijs 2023.


Ben jij ook één van ‘twee generaties schrijvers’? Laat het ons weten.

Dorine van der Wind



Aanvraagronde Wetenschappelijke Boeken 2024 geopend

Voor het vierde jaar op rij stelt Lira Fonds vier beurzen van €37.500 beschikbaar aan (bijna) gepromoveerde wetenschappers voor het schrijven van een Nederlandstalig populairwetenschappelijk boek.

Met de Beurzenregeling Wetenschappelijke Boeken biedt Lira Fonds onderzoekers de kans om een boek te schrijven waarin zij hun onderzoek met een breed publiek kunnen delen. Een aanvraag moet vergezeld gaan van een aanbevelingsbrief van de eigen universiteit (of wetenschappelijk instituut) en een intentieverklaring van een uitgever. Eén van de vier beurzen is bestemd voor een startende onderzoeker. Lira Fonds kent uitsluitend beurzen toe aan de onderzoeker(s) zelf, niet aan universiteiten, instellingen of uitgevers. Het reglement met alle voorwaarden vind je op de website van het Lira Fonds.

Dien uiterlijk 30 juni 2024 je aanvraag in
Je kunt een aanvraag indienen door het aanvraagformulier op de website van het Lira Fonds in te vullen en vóór 1 juli te sturen naar lirafonds@cedar.nl. De uitslag wordt uiterlijk in december bekendgemaakt.

Beurzen 2023
Eind 2023 kende Lira Fonds de volgende vier wetenschappers een beurs toe. 

Jeroen van Baar (Trimbos-instituut en Radboudumc) gaat de psychologie van onzekerheid blootleggen en interviewt mensen die op een bijzondere manier met onzekerheid omgaan.

Sarah De Mul 
(Open Universiteit) merkt dat de termen 'burn-outpandemie' en ‘burn-outcultuur’ steeds vaker worden gebruikt. Met haar onderzoek wil zij heersende stigma’s rond burn-out ter discussie stellen. 

Ties Rijcken
 (TU Delft) zal in zijn boek uitleggen hoe het Nederlandse watersysteem in elkaar zit, wat er verandert door zeespiegelstijging en hoe we ons land beter bewoonbaar, mooier en natuurvriendelijker kunnen maken.

Anders Schinkel
 (Vrije Universiteit) doet onderzoek naar het educatieve belang van verwondering. Kan verwondering een alternatief bieden voor de grote nadruk op productiviteit en efficiëntie van het onderwijs?



Eerste populairwetenschappelijke boeken Lira Fonds verschenen

De eerste boeken die mede mogelijk zijn gemaakt door de beurzenregeling van Lira Fonds zijn eind 2023 verschenen. Ieder jaar worden er meer verwacht.

Sinds 2021 kent Lira Fonds jaarlijks vier beurzen toe aan onderzoekers om hun werk met een breed publiek te kunnen delen. Ook dit jaar zal dat weer gebeuren. Onderwerpen van eerder toegekende beurzen variëren van kinderboekenschrijver Thea Beckman tot mariene biodiversiteit. Auteurs krijgen tot vijf jaar de tijd om hun werk te doen, maar twee jaar na introductie van de regeling zijn de eerste twee boeken al klaar.

In het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid presenteerde Ivo Nieuwenhuis, gepromoveerd op satire in Nederland aan het eind van de achttiende eeuw, zijn boek Het was maar een grapje. Hiervoor analyseerde hij tien humorschandalen op de Nederlandse televisie, van het tijdperk Wim Sonneveld tot en met Johan Derksen.
Programmamaker Wim T. Schippers nam het eerste exemplaar in ontvangst, daarbij terugblikkend op de soms indringende reacties op zijn spraakmakende tv-programma’s die door Nieuwenhuis zijn onderzocht. In verband met de verschijning van het boek was een mini-tentoonstelling in het museum van het instituut ingericht, waar Schippers de aanwezigen naartoe begeleidde.

Talloze vergeelde, boze brieven waren tentoongesteld, gericht aan omroepen en televisiemakers. Een ervan was voor Schippers zelf, om zijn sketch met koningin Juliana die spruitjes schoonmaakte. Een ander was gericht aan Mies Bouwman om haar tv-fragment Beeldreligie, waarin het (destijds nieuwe) medium televisie werd aanbeden.

Niet veel later presenteerde historicus Bram Vannieuwenhuyze zijn boek Oude kaarten lezen in de universiteitsbibliotheek van Amsterdam. Speciaal voor deze gelegenheid werd een variëteit oude kaarten tentoongesteld én van uitleg voorzien door Vannieuwenhuyze en co-auteurs Marissa Griffioen en Anne-Rieke van Schaik. Hun lijvige en rijk geïllustreerde boek geeft uitleg over het interpreteren en letterlijk ‘lezen’ van landkaarten en biedt ook inzicht in de rijke geschiedenis van kaarten. Bijvoorbeeld hoe deze in verschillende periodes op diverse manieren en plaatsen werden geproduceerd: van ingelijste souvenirs na een hotelverblijf, tot handige (en minder handige) uitvouwbare wegenkaarten voor automobilisten. Aan het eind van de presentatie werd de prijswinnaar bekendgemaakt van de vraag ‘waar werd de omslagfoto gemaakt?’. Een onmiskenbare reality check met het heden: de winnaar had de locatie tot op de meter nauwkeurig weten te bepalen met Google Street View.

Jasper Laros



Doorgeefgedicht

Met het ‘Doorgeefgedicht’ biedt Lira Nieuws dichters een podium waarop ze, zonder eisen of voorwaarden vooraf, nieuw eigen werk kunnen presenteren. Om daarna het stokje door te geven. Nu is de beurt aan Lucas Hirsch. Hij schreef een gedicht in drie delen.

Doorgeefgedicht


Dichter en schrijver Lucas Hirsch publiceerde 5 dichtbundels en twee romans (laatste dichtbundel: Wu wei eet een ei, roman: Shotgun Wedding) bij Uitgeverij De Arbeiderspers. Tevens is hij literair programmamaker. Zo maakte hij o.a. Internationaal Poëziefestival Elswout, The New York to Pittsburgh and Back Dutch Poetry Tour en de literaire game-app Puzzling Poetry & Puzzling Poetry Schatkist. Ook was hij 4 jaar als huisdichter verbonden aan het Frans Hals Museum & De hallen. Hirsch is een graag geziene gast op scholen om over zijn werk en het dichterschap te praten. Daarnaast is hij verslaggever voor het Haarlems Dagblad. Hirsch woont en werkt in Haarlem met kat Boef. 

Voor de volgende editie geeft hij de opdracht door aan Marije Langelaar. ‘Bij het lezen van poëzie gaat het er mij niet om wat een dichter vertelt, maar hoe. Geloof ik de dichter? Voel ik de dichter, de taal, de woorden? Is de taal die gebezigd wordt autonoom en eigen(wijs)? Toont de dichter mij iets wat ik nooit eerder zag? De poëzie van Marije Langelaar is als dwalen door terra incognita, een onontgonnen gebied, een avontuur dat niet altijd prettig, mooi of fijn is maar dikwijls ongemakkelijk en pijnlijk. Soms sta je plots tot je enkels in de blubber, dan weer voel je de zon door het dikke bladerdak op je gezicht. Ik houd van poëzie die schuurt, schurkt maar zeker ook swingt en bokt en bloeit. Haar gedichten vallen geheel buiten de verwachting van wat poëzie moet zijn, ieder woord, iedere regel is een verrassing, een stomp op je neus een aai over je bol. Soms parlando, dan weer helder van taal en zinsopbouw, om vervolgens een hoek om te gaan en je plots geconfronteerd wordt met een hermetisch, metafysisch bolwerkje van een aantal regels. Als een dichter deze kwaliteiten bezit, dan ben ik een gelukkig mens en krijg ik vaak zelf de drang om ook te gaan schrijven, om op pad te gaan, te ontdekken om vervolgens een lange wandeling te maken door de duinen.’ Aldus Hirsch.

Kintsugi

Voor Nikki

1.

Angstig om alles wat ik weet en voel 
aan puin te laten slaan, dorst ik niet naar
het Holocaust herdenkingsmonument 
in Amsterdam te gaan.
Toch weet ik dat ik moet. 
Het is onvermijdelijk

Aangekomen bij de Weesperstraat zoek ik 
in een dodendoolhof naar stenen met namen
van vermoorde familieleden. 

Iedere vondst is een schat, 
een kleine dood, herkenning 
in de lijn 
een knoop ontwarren. 

Hirsch, Baar, Lauinger, Dentz, Salfeld,
Rosenstein, Lehman
und so weiter und so weiter… 
Ik ben ze allemaal.
Hoe dieper ik het labyrint induik, 
hoe dieper ik ze noem. 
Ik adem ze en streel 
zo een voor een de namen 
op de stenen. 

Dichterbij ze komen 
kan ik niet. 

2.

Hoe me te wapenen tegen deze stapeling? 
Hoe me te verschuilen van wat waar en alomvattend 
pijnlijk aan mijn vingers schaaft? 

Mijn hart is rauw, 
mijn vingertoppen zacht van al het schuren
langs de muren.

Zoveel namen tillen, zoveel stenen tellen, 
ik kom lichamen te kort om alles te omarmen.
Ik heb geen geest genoeg en scheur
aan alle kanten open.

3.

Als we de stukken niet zien,
wie verzamelt ons dan?
Wie zet pijn terug in elkaar?
Benoemen is tot leven wekken,
kintsugi de scherven lijmen,
behouden door te stapelen,
een muur slechten, 

zegt mijn lief
die weet wat oorlog
met familie doet. 

Haar vader zat als kind gevangen in een Jappenkamp.
Ze kent de klappen van de zweep, het zwijgen.
Ze vertelde me er over en ik wist
welke pijn ze droeg,
hoe haar te verstaan. 

We waren samen de reden dat ik ging en nu we
bij het naastgelegen paviljoen,
onder de oude bomen van de Hermitage tuin

espresso’s drinken, ben ik veilig,
werp ik voegwerk,
de optelsom die mijn familie gebiedt te maken
maar vooral heel veel verwarring
van me af.

Lucas Hirsch