editie 66 / juli 2023

Twee generaties schrijvers: Bart en Splinter Chabot

De rolverdeling was altijd duidelijk: vader Bart is schrijver, zoon Splinter politicoloog. Maar met zijn debuutroman CONFETTIREGEN begaf de zoon zich op het terrein van zijn vader. Tot wederzijds genoegen, overigens: “We leren elkaar op zoveel vlakken nóg beter kennen.”

Twee generaties schrijvers: Bart en Splinter Chabot

We zijn schrijvers met ieder een eigen verhaal | Beeld: Bob Van Mol

In de lobby van het Haagse hotel waar we elkaar treffen, wordt Bart Chabot van alle kanten begroet. Hij komt hier graag als hij geïnterviewd wordt of om zelf interviews af te nemen. Niet zo gek dus dat de openingsscène van zijn nieuwste roman Engelenhaar zich juist hier afspeelt. Bart: “De eerste zin is: Waarom zitten we eigenlijk hier, vroeg de journaliste, en niet bij jou thuis?

Hij lacht hard. “Het is dus een heel autobiografisch boek.” Dan, serieuzer; “maar er zit ook veel fictie in: op pagina 79 overlijd ik. Dat heeft bepaalde consequenties voor de hoofdpersoon, waarvan een deel niet onplezierig, namelijk dat hij terug kan gaan naar zijn geliefden zonder dat zij hem kunnen zien. Minder leuk is dat het jou als dode nog eenzamer maakt om te zien dat alles doorgaat. Ze kunnen blijkbaar ook goed zonder jou.”

Splinter: "In papa’s werk zat altijd al het spel met de dood. In Hartritme zegt hij bijvoorbeeld: Jongens, nooit bang zijn voor de dood. Dat is een handelaar in schroot en oud ijzer…

Bart: “…de loopjongen van een handelaar in lompen en oud ijzer. Het enige wat de dood doet, is mensen weghalen. Verder kan hij niets. De grootste opponent die je kunt tegenkomen in je leven is de dood. Daar ben ik al een paar keer dichtbij geweest, dus heb ik besloten om mijn werk in het teken te stellen van het pootje lichten van de dood. In de werkelijkheid kun je daar niet van winnen, maar in de kunst wel. In Engelenhaar komt mijn centrale thematiek tot volle bloei, vind ik. In dit boek komt alles bij elkaar.”

Hoe lezen jullie elkaars werk? Gebeurt dat al tijdens het schrijven? 

Splinter: “Dat wisselt een beetje, maar CONFETTIREGEN heb ik met opzet niet aan papa laten zien. Ik wilde dat hij dat zou lezen als vader en niet als schrijver. Als ik hem mijn manuscript geef, gaat hij er toch met een pennetje doorheen: deze zin kan er uit, deze mag wel wat korter… Wij hebben toch een andere schrijfstijl.”

Bart: “Ik ga uit van het principe: minder is meer en Splinter hanteert het uitgangspunt: meer is meer. I dress down and he dresses up. En daar is niets mis mee, maar als ik dan een manuscript krijg en hij vraagt wat ik ervan vind, dan ga ik schrappen.”

Heeft het feit dat jouw vader een bekende schrijver is je tegengehouden om zelf te gaan schrijven? 

Splinter: “Toen CONFETTIREGEN verscheen, kenden mensen mij al een beetje. Ik had een eigen profiel; ik ben politicoloog en zo trad ik ook naar buiten, dus die jas kon ik wel aantrekken. Maar ik durfde me geen schrijver te noemen. Mijn vader is schrijver. Mijn hele leven heb ik hem zien werken in zijn donkere kamertje, voorover gebogen, de gordijnen dicht, meer schaduw dan mens eigenlijk.
Toen CONFETTIREGEN was verschenen zei papa: ‘Je hebt een stevig boek geschreven en de wereld ingestuurd, dus nu ben je schrijver.’ Zoals je vroeger iemand tot ridder kon slaan, heeft mijn vader mij tot schrijver uitgeroepen.” 

“Mijn vader heeft mij tot ‘schrijver’ geslagen.”

Praten jullie samen over het schrijfproces? De dingen die je tegenkomt als je aan het werk bent? 

Splinter: “Ik vind het altijd heel leuk om papa’s teksten te lezen, want dan zit ik toch een beetje in zijn hoofd. Op een bepaalde manier communiceren we in die boeken ook met elkaar. Er staan dingen in waar aan de keukentafel nooit genoeg tijd voor is, of waar te veel emotie achter zit, maar die je in boeken wel kunt vertellen. Bij elke regel die papa schrijft denk ik: mooi, weer een stukje van papa dat altijd hier zal blijven. Dat zal ik nooit kwijtraken.”

In welk opzicht beïnvloeden jullie elkaar? Kijk je bij elkaar naar stijl, naar thematiek? 

Splinter: "Als ik aan het schrijven ben, moet ik geen boek van mijn vader lezen. Zijn stijl gaat in mijn vingers zitten. Jouw zinnen zijn als kogels, papa: die gaan van A naar B, met soms nog een beetje C achteraan. Als ik zelf ga schrijven, ga ik doen wat jij doet en dat kan ik natuurlijk helemaal niet. Dan stop ik.”

Bart: “Splinter had meteen een eigen toon. Zelf heb ik tijdens het schrijven heel lang in de optreedmodus gestaan. Op het podium moet je tekst een pointe hebben, een killer line, maar in een boek hoeft dat helemaal niet. Ik heb vrij veel tijd nodig gehad om mijn eigen geluid te ontwikkelen. Die had ik voor het eerst te pakken bij mijn gedichten in Genadebrood. Splinter had hem in CONFETTIREGEN meteen te pakken.”

Minder is meer, maar Splinter hanteert het uitgangspunt: meer is meer

Treden jullie nu ook samen naar buiten? Als de schrijvende vader en zoon Chabot?

Splinter: “We zijn altijd terughoudend geweest met gezamenlijke optredens. Ik wilde eerst mijzelf en mijn eigen werk neerzetten. Nu zijn we twee schrijvers met ieder een eigen verhaal en die gaan goed samen. In de laatste Boekenweek hebben we samen een interview gedaan en dat was heel leuk om te doen.”

Bart: “Ik krijg tegenwoordig steeds vaker de vraag of ik de vader van Splinter ben. Merkwaardig hè? Die rol heb ik er gratis bij gekregen.” 

Waar zijn jullie nu mee bezig? Komen er nieuwe boeken aan?

Splinter: “Mijn laatste boek, Als de Hemel genoeg ruimte heeft, was heel groot. Ik moest daarna echt even op adem komen. Momenteel werk ik aan een kinderboek. Dat is iets heel anders en geeft nieuwe energie. Mijn machine loopt nu weer, ik zit weer in mijn schrijfritme en ik ben begonnen aan een groter project.” 

Bart: “Na een roman schakel ik altijd even terug naar gedichten. Dat zijn mijn singletjes; die gebruik ik om mijn gedachten te verzetten. Inmiddels heb ik alweer zeven kladblokken vol aantekeningen voor een nieuw project. My time is running out, dat gevoel heb ik wel. Ik moet door.”


Bart Chabot (1954) is schrijver en dichter.
Hij toerde langs theaters met Jan Mulder en Remco Campert en later Martin Bril en Ronald Giphart. Hij schreef de (vierdelige) biografie van Herman Brood. Zijn eigen leven speelt een steeds grotere rol in zijn romans. In Diepere lagen vertelt hij over de periode dat een tumor bij hem ontdekt werd. In Mijn vaders hand blikt hij terug op zijn traumatische jeugd. In Engelenhaar stelt hij zich zijn leven na de dood voor. 

Splinter Chabot (1996) is schrijver, programmamaker, presentator en politicoloog.
Hij was voorzitter van de JOVD en maakt tv-programma’s over politiek. Ook had hij een eigen talkshow: SPLNTR. In 2020 debuteerde hij met CONFETTIREGEN, over zijn worsteling om te durven zijn wie hij is. Eind 2020 verscheen Roze Brieven met persoonlijke reacties van zijn lezers op zijn debuutroman. In 2023 kwam Als de Hemel genoeg ruimte heeft uit. Splinter presenteert onder meer de televisieserie Ondertussen aan de Hofvijver. 

Linda Huijsmans



Advies op maat voor schrijvers, vertalers en journalisten

Heb je hulp en advies nodig over contracten met opdrachtgevers?

Dan kun je terecht bij de Auteursbond.

Ben je freelance journalist en lid van de NVJ?
Dan kun je daar terecht voor hulp en advies.

Wie als toneel- of scenarioschrijver wel de hulp van een deskundig onderhandelaar kan gebruiken, kan zich melden bij het Contractenbureau.

En heb je (financiële) ondersteuning nodig bij een zakelijk conflict? Dan behoort een aanvraag bij de Stichting Rechtshulp Auteurs misschien tot de mogelijkheden.

Heb je algemene vragen over het auteursrecht? Bijvoorbeeld over hoe je kunt bewijzen dat je het auteursrecht op een werk hebt, of welk gebruik van een werk is toegestaan? Kijk dan op de website auteursrecht.nl van de Federatie Auteursrechtbelangen.

Deze en andere organisaties die met Lira samenwerken vind je op onze speciale pagina hulp en advies.



Jaarvergadering Lira: Mooie Woorden en prima cijfers

In De Balie in Amsterdam kregen de aanwezige aangeslotenen bij Stichting Lira ‘mooie woorden’ voorgeschoteld. Na de presentatie van prima cijfers en een optimistische vooruitblik van het bestuur, sloot het schrijverscollectief Mooie Woorden de middag in stijl af.

Jaarvergadering Lira: Mooie Woorden en prima cijfers

Van links naar rechts: Isabel Reker, Hendrik de Pecker en Asmae Amaddaou van Mooie Woorden.

2022 was een goed jaar voor Stichting Lira. Voorzitter Felix Rottenberg vertelde dat het repartitiebedrag met 35 miljoen euro nooit eerder zo hoog was geweest. Hij sprak de hoop uit dat de lopende onderhandelingen met de streamingdiensten zullen leiden tot een goede uitkomst, die de erkenning en waardering van de schrijvers reflecteert.

Het repartitiebedrag was met 35 miljoen euro hoger dan ooit

Steunfonds
Het begin van 2022 stond nog in het teken van corona, waarin Stichting Steunfonds Auteurs van de Auteursbond en het Matchingsfonds van de Coöperatie via Lira een deel van de overheidssteun mochten verdelen. Dat de drie rondes allemaal flink overtekend waren, toonde volgens Hanneke Verschuur aan dat deze overheidsbijdrage een noodzakelijke rol heeft gespeeld in het overeind houden van de sector. Of dergelijke steunfondsen in de toekomst beschikbaar zullen zijn, is helaas nog onzeker.

Bsn en iDIN
2022 was ook het jaar waarin Lira aan de wettelijke renseigneringsplicht moest gaan voldoen. Dat betekent dat Lira van relaties ook hun burgerservicenummer (bsn) en geboortedatum moet registreren. Als extra beveiliging op deze persoonsgegevens is onder veel meer nu de tweetrapsbeveiliging bij het inloggen ingevoerd.

Bibliotheek op school
Voor jeugdboekenschrijvers was 2022 wel een heel goed jaar. Auteur en vicevoorzitter van Lira Annemarie Bon blikte terug op de succesvolle protestcampagne rond de dBos: de Bibliotheek op school. Openbare bibliotheken die een deel van hun collectie op scholen onderbrengen, betaalden daar jarenlang geen leenrecht over, waardoor jeugdboekenauteurs samen miljoenen euro's misliepen.

Na een stevige campagne door de auteurs, die hun populariteit op social media daarvoor stevig inzetten, beloofde toenmalig minister van Engelshoven er werk van te maken. ‘In oktober was de toezegging er, in december stond het geld op de rekeningen. Dat was een prachtig eindejaarscadeau’, straalde Annemarie Bon.

Jeugdboekenschrijvers kregen eindelijk leengeld van bibliotheken op school

Journalistiek en wetenschappelijk werk
Beleidsmedewerker Jessica Haagmans legde uit wat het persuitgeversrecht betekent voor het online (her)gebruik van journalistieke en literaire teksten door partijen als Facebook, Google en Microsoft.
Daarna lichtte Jasper Laros het succes toe van de Beurzenregeling Wetenschappelijke Boeken, die het Lira Fonds in 2023 voor de derde keer zal uitvoeren. Vier beurzen van 37.500 euro zijn bedoeld voor gepromoveerde wetenschappers die hun onderzoek willen omzetten in een boek voor het brede publiek. Er worden per jaar vier boekplannen gehonoreerd. Verwacht wordt dat de eerste publicatie die met deze beurs gefinancierd is, eind 2023 zal verschijnen. Dan staat de publicatie van Bram Vannieuwenhuyze over het lezen van historische kaarten gepland.

Jonge schrijvers waren writers-in-residence in hun eigen stad

Stad zonder muren
Na de instemming met de herbenoeming van de bestuursleden Franky Ribbens en René Bogaarts en de benoeming van Maarten van der Werf, was het tijd voor echt Mooie Woorden. Zakelijk leider van Mooie Woorden Isabel Reker introduceerde Hendrik de Pecker en Asmae Amaddaou, die met acht collega’s writer-in-residence waren geweest in hun eigen stad Utrecht. Hendrik de Pecker bracht dagen door in de Ikea (‘ik raad het iedereen af’), wat resulteerde in het verhaal Kast, over een meisje dat na sluitingstijd in de ballenbak achterblijft.
Asmae Amaddaou verbleef in de wijk Overvecht en besloot het rondslingerende vuil tot hoofdpersoon te kiezen om de wijk mooier te maken en de ‘dode bruine jongens’ die er hadden gewoond met haar gedichten een stem en een gezicht te geven.
Alle tien verhalen over de tien wijken in Utrecht zijn gebundeld in ‘1 stad zonder muren’ die alle aanwezigen (vaak ter plekke gesigneerd) gretig meenamen.

Linda Huijsmans



Het verdienmodel van Jonah Freud

Meer nog dan schrijver is Jonah Freud (1962) liefhebber van kookboeken. Op haar veertiende al vroeg ze de eigenaar van de Kookboekhandel – die ze later overnam – of ze er gratis mocht werken. Inmiddels heeft ze meer dan 25 kookboektitels op haar naam staan. Wat is het verdienmodel van Jonah Freud?

Het verdienmodel van Jonah Freud

'Het maken van mooie kookboeken vond ik belangrijker dan ze verkopen'


Wat was je eerste schrijfopdracht?

Alles is begonnen met mijn liefde voor kookboeken. Mijn moeder was een verzamelaar en een goede kok en als klein meisje al kon ik uren door haar boeken bladeren. Mijn favoriet was Moderne kookkunst van de Franse chef Pellaprat. Ik kon uren kijken naar die prachtig opgemaakte schotels.
Toen ik veertien was, vroeg ik de oprichter en eigenaar van de Kookboekhandel Titia Bodon of ik alsjeblieft in haar winkel mocht werken. Ze hoefde me er niets voor te betalen. Later kocht Johannes van Dam de winkel, maar toen hij jaren later zo ver was om hem zelf weer van de hand te doen, heb ik hem meteen gebeld. Ik was net bevallen van mijn eerste kind, het was dus een onhandig moment, maar ik wist dat die winkel voor mij bestemd was.

Recepten schrijven is een kunst die veel beter beloond moet worden

Daarna ben ik veel meer over koken gaan schrijven. Eerst alleen recepten, daarna kwamen de kookboeken. Mijn eerste stukjes verschenen in de Ariadne – toen nog vooral een handwerkblad – en van daaruit stapte ik over naar de Volkskrant. Toen in 1997 de Europese top in Amsterdam werd gehouden, heb ik het recept voor een hasjcake geschreven. Uit voorzorg heb ik nog wel even de Jellinek gebeld met de vraag hoeveel er maximaal in mocht zitten.

Waarmee zou je in een ideale wereld je hele inkomen verdienen? 

Ik leef van de kennis die ik heb. De Kookboekhandel was mijn basis, maar inmiddels liggen er ook meer dan 25 kookboeken van mijn hand. Mijn eerste was Vanaf ’t IJ, dat in 2001 verscheen. Daarna is het balletje gaan rollen. Laten we wel zijn: kookboeken zijn een luxeartikel. In je leven heb je er maximaal twee nodig, maar bij mij is het uit de hand gelopen. Ik heb gemerkt dat als je ergens het allermeeste van weet, steeds meer mensen om je kennis komen vragen. 

Hoe ziet jouw verdienmodel er nu uit?

Begin 2023 heb ik de Kookboekhandel verkocht aan Daan van Kooten, maar ik geef nog steeds lezingen, cursussen over het maken en uitgeven van kookboeken, ben voorzitter van de Gastronomische Bibliotheek die ieder jaar het Kookboek van het Jaar aanwijst en jurylid van de Johannes van Dam-prijs en maak natuurlijk ook nog zelf kookboeken.
Kookboeken zijn mijn kinderen, de winkel kwam daarna pas. Het maken van mooie boeken heb ik altijd het leukst gevonden. Of ze verkocht werden, vond ik misschien wel minder belangrijk.

Ik leef van de kennis die ik heb

Wat was de beste investering in je vakmanschap? 

Achteraf gezien bleek dat de stap om mijn kookboeken in eigen beheer te gaan maken en uitgeven. Dat gaf me de vrijheid om ze helemaal naar mijn wens samen te stellen en vorm te geven. Toen ik dat besluit nam, was ik met Cees Holtkamp bezig aan een boek met 300 van zijn recepten: De Banketbakker. Dat werd een enorm succes. Onlangs is daarvan het 84-duizendste exemplaar verschenen. En in plaats van de slechts 10 procent die ik bij een reguliere uitgever zou hebben gekregen, gaan alle opbrengsten nu naar ons. 

Biedt de Nederlandse context kookboekenauteurs voldoende middelen van bestaan?

Absoluut niet. Dat is de belangrijkste reden dat ik zolang zelf kookboeken uitgegeven heb. Fotografen verdienen vaak nog meer dan de schrijvers van de recepten, terwijl lang niet iedereen de vaardigheid bezit om het proces kort, duidelijk en correct te beschrijven. Dat zou beter beloond moeten worden.
Inmiddels doe ik het niet meer in eigen beheer. Tegenwoordig moet je heel actief zijn op social media als je een boek onder de aandacht wil brengen, maar die vind ik verschrikkelijk. 

Kookboeken zijn een luxeartikel

Heb je een gouden tip voor andere (kookboeken)schrijvers?

Zorg dat het helemaal jouw boek wordt. Denk na over de cover, de foto’s, de titel. Laat dat niet aan een uitgever of redacteur over. Een kookboek is erg persoonlijk, er zit veel van jezelf in. Geef dat niet helemaal uit handen.
Als je het in eigen beheer wilt uitgeven, moet je een startkapitaal hebben om fotografie, drukkosten en vormgeving te bekostigen. Een goed kookboek maken kost je minimaal een jaar.
Maar de belangrijkste tip is toch wel dat je goed moet nadenken over de vraag waarom juist jíj een kookboek zou moeten maken. Vaak zeggen mensen dat hun vrienden vinden dat ze zo lekker kunnen koken. Prima, print je recepten uit en geef ze weg, zeg ik altijd. Een kookboek maak je niet voor je vrienden, maar voor een veel breder publiek. Zorg dan in elk geval dat je boven de massa uitsteekt. Maak je eigen boek. 

Linda Huijsmans 



Geef je werken in het buitenland door

Bij Lira aangesloten (of aangemelde) schrijvers kunnen soms buitenlandse vergoedingen via Lira ontvangen. Geef daarom je werken in het buitenland door.

Om geldstromen op internationaal niveau correct af te kunnen handelen, sluit Lira namelijk (wederkerigheids)contracten af met zusterorganisaties in andere landen.

Hoe het werkt
Als Lira bijvoorbeeld leenrechtgeld incasseert voor een Duitse schrijver wiens boeken door een Nederlandse bibliotheek worden uitgeleend, dan keren wij dat geld uit aan onze Duitse zusterorganisatie waarmee wij een wederkerigheidscontract hebben gesloten. Die Duitse organisatie betaalt de vergoedingen dan uit aan de auteurs. Omgekeerd geldt hetzelfde.

Lira heeft met vele landen binnen en buiten Europa een wederkerigheidscontract. Op onze website vind je een overzicht van landen en organisaties waarmee Lira een eenzijdig of wederkerig contract heeft afgesloten. Vanwege de verschillen in rechtssystemen en in de incasso van auteursrechtelijke vergoedingen tussen landen, verschilt het per land hoe dit precies gaat en voor welke geldstromen vergoedingen beschikbaar zijn.

Verschijnt je werk in het buitenland?
Als je werken in het buitenland worden uitgegeven, uitgezonden of op een andere manier gebruikt, laat dat ons dan weten via het contactformulier. Lira zal dan checken of er afspraken met een zusterorganisatie in het betreffende land bestaan, en als dat zo is, namens jou een claim bij hen indienen.



Modern muziektheater in een historische omgeving

Omgeven door de vorstelijke grandeur van het net gerenoveerde Paleis Het Loo, waant de bezoeker zich direct 300 jaar terug in de tijd. Toch krijgt de bezoeker van de voorstelling Willem III: Een Moordfeest 2.0 een verrassend actueel verhaal voorgeschoteld.

Modern muziektheater in een historische omgeving

Willem III smeedt plannen met zijn kamerheer Karl | Beeld: Maarten Albrecht
 

Koning-stadhouder Willem III was de machtigste Oranje ooit. Artistiek leider van De Tafel van Vijf Michiel Schreuders en schrijver Enver Husicic maakten op basis van zijn levensverhaal een theaterstuk voor scholieren. Hierin staat niet de geschiedenis centraal, maar actuele thema’s als identiteit, onzekerheid, ambitie en de strijd tussen geliefden. Ook het publiek zelf krijgt een aandeel in de voorstelling - via vragen of opmerkingen. 

Rampjaar
De muziektheatervoorstelling speelt zich af in het Rampjaar 1672. Na de moord op de gebroeders De Witt is Willem III stadhouder van de Republiek geworden, maar zijn ambities reiken verder. Hij wil heerser worden van een Europese grootmacht. De plannen om dat te bereiken, smeedt Willem samen met zijn kamerheer Karl.
Maar er speelt meer tussen deze twee dan politiek alleen. Is de band tussen koning en kamerheer puur vriendschappelijk? En hoeveel vrijheid gunt de koning zijn kamerheer als die zijn dichterlijke talenten wil ontwikkelen? 

De personages zijn daarom mensen van deze tijd

Kapel
Voorafgaand aan de voorstelling krijgen de bezoekers een rondleiding door een deel van het paleis dat Willem III zelf heeft laten bouwen. 

Het stuk wordt gespeeld in de kapel boven in het paleis. Daar voeren drie acteurs - Barry Emond, Jasper van Hofwegen en Reinier Demeijer - een stuk op met tekst, zang en live muziek, waarbij voor het publiek ook een rol is weggelegd. 

Cupido
Schrijver Enver Husicic: “De acteurs wenden zich af en toe rechtstreeks tot het publiek met een vraag of opmerking. Vooral jongeren reageren daar altijd op. Ik heb een tekst willen schrijven die juist hen aanspreekt. De personages zijn daarom mensen van deze tijd. De gitarist speelt Cupido, de liedjes gaan over verliefdheid, afwijzing en kwetsbaarheid. Ze zitten dan muisstil en aandachtig te kijken en te luisteren.”

‘Zo laat ik Willem: Wow, dat is heftig roepen’ 

Wat zou jij doen?
Husicic heeft ook humor in zijn teksten verwerkt en het taalgebruik op zijn jeugdige doelgroep afgestemd. “Zo laat ik Willem ‘Wow, dat is heftig!’ roepen.”
Na afloop praten de spelers na met het publiek, bijvoorbeeld over de vraag: wat zou jij doen als je Karl was? Of Willem? En dan gaat het niet in de eerste plaats over geschiedenis of politiek, maar over identiteit, verliefdheid, onzekerheid en ambitie. Waardoor het verhaal in het Paleis een verhaal van alle tijden is. 


Willem III: Een Moordfeest 2.0 is een coproductie van Tafel van Vijf Muziektheater en Paleis Het Loo en bestaat uit een rondleiding plus een voorstelling in het paleis voor klassen in het voortgezet onderwijs en mbo vanaf leerjaar twee en is weer te zien van 8 maart t/m 21 april 2024. In de weekenden zijn ze te bezoeken door andere geïnteresseerden. 

Dit project is mede mogelijk gemaakt door Stichting Lira Fonds.

Linda Huijsmans 

 



Van betaler naar ontvanger: zo werkt reprorechtvergoeding

Duizenden schrijvers, vertalers en journalisten ontvangen jaarlijks hun reprorechtvergoeding via Lira. Welke stappen gaan hier nu precies aan vooraf?

Van betaler naar ontvanger: zo werkt reprorechtvergoeding
beeld: istock

In de Auteurswet staat dat makers en uitgevers, de rechthebbenden, recht hebben op een vergoeding voor het fotokopiëren van hun werk. Stichting Reprorecht is door de minister van Justitie aangewezen om deze vergoeding te innen bij bedrijven, overheids- en onderwijsinstellingen. Daarnaast is er tegenwoordig veel digitaal hergebruik, zoals scannen, e-mailen, printen en opslaan. Voor digitale kopieën is een licentie nodig van de rechthebbenden. Reprorecht heeft afspraken met vertegenwoordigers van rechthebbenden gemaakt om deze toestemming namens hen te verlenen.

Verdeling vergoedingen
De verdeling van de rechtenopbrengsten van Reprorecht gebeurt via representatieve organisaties van rechthebbenden. Het gaat hierbij om Lira, Pictoright, PRO en FEMU. Hiermee is beoogd om alle auteursrechthebbenden die recht hebben op een reprorechtvergoeding een eigen loket te bieden waar zij de vergoeding kunnen ontvangen.

Onafhankelijk onderzoek
Lira verdeelt de ontvangen reprorechtvergoedingen onder schrijvers, vertalers en journalisten. Omdat er geen exacte informatie beschikbaar is over hoe vaak welk materiaal nu precies gebruikt is (door bijvoorbeeld te kopiëren of te delen), laat Reprorecht periodiek onafhankelijk onderzoek uitvoeren naar dit gebruik. 

Op basis van deze onderzoeksresultaten verdeelt Lira de vergoedingen tussen de volgende categorieën:

Lira verdeelt de vergoedingen in de categorie Algemene Boeken op exact dezelfde wijze en op basis van dezelfde gegevens als de Leenrechtvergoeding (dus op basis van het aantal uitleningen en de boekprijs). Wie al Leenrechtvergoeding ontvangt, krijgt deze vergoeding dus automatisch.

Opgave doen
In de andere drie categorieën moeten auteurs per jaar opgave doen van hun inkomsten uit freelance schrijfwerkzaamheden (meestal royalty’s of facturen) om voor de reprorechtvergoeding in aanmerking te komen. Dat kan in Lira’s webportal onder JournalistiekVak en wetenschap en/of Educatief

Om er zeker van te zijn dat de reprorechtvergoeding correct wordt uitgekeerd, controleert Lira jaarlijks een deel van alle opgaven.

Eenheidswaarde
Op de incasso die Lira ontvangt van Stichting Reprorecht wordt een reserve voor na-claims ingehouden. Ook wordt een inhouding voor sociale, educatieve en culturele doelen gedaan - in 2023 is dat 7,5%. Het totaal daarna beschikbare budget in elk van de drie voornoemde categorieën wordt gedeeld door het totaal door auteurs opgegeven inkomen. Hieruit volgt de ‘eenheidswaarde’. De reprorechtvergoeding wordt berekend door de opgegeven inkomsten per auteur te vermenigvuldigen met de eenheidswaarde.

Lira keert de reprorechtvergoedingen eens per jaar uit aan schrijvers, vertalers en journalisten, na inhouding van administratiekosten - in 2023 is dat 8,0%.

Wie is vergeten opgave te doen, kan nog tot drie kalenderjaren terug zijn of haar opgave indienen. De reprorechtvergoeding wordt dan uitgekeerd in de jaarlijkse ‘na-repartitie’.



Wat is de stand van ons Regenboogland?

De eerste editie van het Rainbow Collective Festival stond stil bij de vraag hoe het staat met queerness in – onder meer – de literatuur. Een van de gasten op de literaire avond was kinderboekenschrijver en -dichter Pim Lammers. Dat hij om veiligheidsredenen niet op de affiches stond, was een veelzeggend antwoord.

Wat is de stand van ons Regenboogland?

Te zien zijn, van links naar rechts: gespreksleider Thom Wijenberg en de auteurs Valentijn Hoogenkamp en Pim Lammers | Beeld: Stichting Rainbow Collective, Stef Verstraaten

Terwijl terrassen in hartje Nijmegen vol zitten, waagt een groep schrijvers zich in de bibliotheek aan een literaire verkenning. Hoe queer is de Nederlandse literatuur?
Tijdens de opening van het festival meldde inclusie- en exclusiesocioloog Niels Spierings dat 96 procent van de Nederlanders vindt dat LHBTI+’ers hun leven moeten kunnen leiden zoals ze dat zelf willen. Tegelijkertijd zakt ons land, waar toch het eerste homohuwelijk ter wereld werd gesloten, naar de 13e plaats op de emancipatieranglijst. Er is dus iets aan de hand. Ook in de literatuur, zo blijkt.

Coming-of-gender
Valentijn Hoogenkamp vindt dat queer mensen en schrijvers moeten blijven benoemen hoe ze zichzelf zien en voelen. ‘Als we dat zelf niet doen, gaan anderen het voor ons invullen en dan verandert er nooit wat.’
De jonge auteur muntte met zijn debuut Antiboy meteen een nieuw genre: de coming-of-gender roman. Het thema dat ook in de gedichten van Alara Adilow een belangrijke rol speelt. ‘Het helpt om mensen te vinden die op jou lijken. Waar je bij wilt horen.’

Identiteit zorgt voor herkenning, maar polariseert ook

Nina Polak stelt juist dat ze de term queer nooit zou gebruiken: ‘Ik weet niet wat die betekent. Het lijkt misschien vloeken in de kerk, maar ik heb er niet zo veel mee.’ Datzelfde geldt voor Pete Wu, die met Pete en de bananen over zijn jeugd als Nederlander met Chinese roots een ander nieuw perspectief aan onze literatuur toevoegde.

Regenboogboek
Toch werd Nina Polaks Buitenleven onderscheiden met de prijs voor Regenboogboek van het jaar. ‘Het gaat over twee vrouwen in een verder behoorlijk burgerlijke relatie. Vergeleken met de boeken Valentijn en Alara is het thema verder niet zo queer. Ik benoem het niet expliciet, maar het is er wel.’
Polak vindt identiteit een moeilijk begrip. ‘Als je het benoemt, zullen veel mensen zich herkennen, maar het polariseert ook. En daar is Pim slachtoffer van.’

‘Dit gedicht is persoonlijk en dus queer’

Het lammetje dat een varken is
Pim Lammers schreef het eerste transgender prentenboek: Het lammetje dat een varken is en won daarmee de Zilveren Griffel. Toen begin dit jaar bekend werd dat hij het Kinderboekenweekgedicht zou schrijven, kwam er op social media een lastercampagne tegen hem op gang die hem dwong zich terug te trekken. Het verklaart ook de opvallend onopvallende beveiliging in de zaal. Een jonge vrouw luistert geboeid naar de discussie, maar loopt ook regelmatig een rondje door de bibliotheek, richting de entree en gaat dan weer zitten. De bekende zilverkleurige V op haar revers verraadt dat ze aan het werk is.

Vrolijke liefdesverhalen
Pim Lammers leest ‘Dit gedicht gaat over jou’ voor uit zijn bundel Ik denk dat ik ontvoerd ben. Het gaat over een verliefdheid op een klasgenoot die hij nooit heeft durven uitspreken. ‘Dit gedicht, deze hele bundel is heel persoonlijk en daarmee dus queer. In kinderboeken benoem je dat niet expliciet, maar ik laat het wel zien.’
Het is zijn bijdrage aan het Regenbooglandschap, waarin nog maar weinig vrolijke queerverhalen voor kinderen verschijnen. ‘Voor kinderen boven de 8 of 10 jaar is er zo goed als niets. Gelukkig zijn er wel steeds meer vrolijke liefdesverhalen voor Young Adults verkrijgbaar, al komen die nog bijna allemaal uit de VS. Daar ligt dus nog een belangrijke taak.’

Dit project is mede mogelijk gemaakt door Stichting Lira Fonds.

Linda Huijsmans



Doorgeefgedicht

Met de nieuwe rubriek ‘Doorgeefgedicht’ biedt Lira Nieuws dichters graag een podium waarop ze, zonder eisen of voorwaarden vooraf, nieuw eigen werk kunnen presenteren. Om daarna het stokje door te geven. Doorgeefgedicht twee ‘Lied van de bereikte grens’ komt van schrijver en dichter Pieter Boskma.

Doorgeefgedicht


Pieter Boskma
publiceerde naast een korte roman en een verhalenbundel vele dichtbundels met als meest recente het omvangrijke, diverse malen herdrukte ‘rouwdagboek in verzen’ Doodsbloei, Mensenhand (Ida Gerhardt Poëzieprijs), Zelf (Nominatie VSB Poëzieprijs), Tsunami in de Amstel, Van de zoon en de zee en Het gelijk van honderd tegelijk zingende bossen.

Voor de volgende editie van Lira Nieuws geeft hij de opdracht door aan Bas Belleman: ‘In 2020 publiceerde Bas Belleman zijn vertaling van Shakespeares sonnetten, die lovend werd ontvangen en waarvoor hij terecht de Filter Vertaalprijs ontving. Maar Belleman is behalve een eminent vertaler ook criticus, essayist en niet in de laatste plaats dichter. Zijn laatste bundel verscheen alweer zo’n negen jaar geleden, dus ik zie er naar uit om weer eens een nieuw gedicht van zijn hand te lezen.’

Lied van de bereikte grens

Zonder overdrijven, maar wel door het beweerde

op te rekken tot de grens waar het geloofwaardige

het aflegt tegen het waarachtig ongelooflijke,

zonder overdrijven dus zou men kunnen stellen

dat voorbij voornoemde grens, in het hart

der zogeheten witte vlekken op de kaart,

zich het fel begeerde Aardse Paradijs bevindt,

waar men gaat gekleed in zwierig geometrische

lagen van betekenis en zichzelf verheft langs

een eindeloze wenteltrap besprenkeld met saffier,

extatisch vonkend als de ogen van een heilige –
 



zonder overdrijven dus zonder hier een kranke

viool te laten jammeren dat het laat op de avond is

in het maar al te zeer bekende, de zwarte vlekken

op de kaart, onze niet te breidelen roetmachinerie

waarin de strengst gelovige zijn laatste sprankje hoop

op een wereld badend in Gods licht, als een vuurvliegje

even langs het zwerk ziet dansen, terwijl een uil,

de bek al open, geruisloos aan komt glijden,

dat het zonder overdrijven dus een halve tel

voor twaalf is, en kermt er iets oh mens

dan is het vast de grens, de grens.

Pieter Boskma