editie 65 / maart 2023

‘Zonder makers geen cultuur’

Voor de zomer wordt het voorstel tot aanscherping van de Auteurswet verwacht. Eind 2022 pleitte een diverse groep culturele makers in een brief aan Staatssecretaris Cultuur en Media Gunay Uslu voor collectieve oplossingen bij de op handen zijnde herziening van de Auteurswet. ‘Neem het voor ons op’, schreven zij. Lees de volledige brief hier terug.

‘Zonder makers geen cultuur’



Amsterdam, 19 december 2022

Betreft: cultuur, auteursrecht en de aanstaande wetswijziging en belangen van makers

Geachte mevrouw Gunay Uslu,

De wetenschapper Einstein betoogde: “Imagination is more important than knowledge.”

De dichter Lucebert tekende op in het gedicht de zeer oude zingt: “…alles van waarde is weerloos...” 

De staatssecretaris van Cultuur schreef: “De komende jaren zet ik mij in om de positie van cultuur in de samenleving te versterken, want cultuur is artistiek, maatschappelijk en economisch belangrijk.” … “Ik sta voor een stevige creatieve en culturele sector en zet in op het volgende: De culturele en creatieve professional. “


Herziening Auteurscontractenwet

In 2015 werden de Auteurswet en de Wet op de Naburige Rechten aangepast, middels invoering van het Auteurscontractenrecht. De wijzigingen hadden tot doel om ervoor te zorgen dat uitvoerend en scheppend kunstenaars een reële (billijke) vergoeding zouden ontvangen voor de exploitatie (doorgeven / verveelvoudigen / openbaarmaken) van hun werk. Uit de evaluatie van de wet door het WODC is gebleken dat dit beoogde doel (nog) niet is bereikt. Met de toegezegde herziening van de wet is opnieuw het moment aangebroken om verbetering aan te brengen en ervoor te zorgen dat de scheve machtsverhoudingen tussen de exploitanten en de makers in evenwicht worden gebracht. En dat een einde wordt gemaakt aan de praktijk waarbij allerhande partijen flink geld verdienen aan de creativiteit van makers behalve de makers zelf/ten koste van de makers. De ervaring leert dat makers bescherming van de wet nodig hebben en een collectieve vertegenwoordiging bij onderhandelingen daarvoor het beste middel vormt. Middels collectief beheer bij onder meer exploitaties online en middels collectief onderhandelen over redelijke minimumvergoedingen in de markt. Ook kan de overheid in subsidievoorwaarden, in zowel cultuurbeleid als omroepbeleid, een verschil maken. Anders blijven makers de verliezende partij. Het individu blijft te zeer in het nadeel ten opzichte van grote marktpartijen als Spotify, Netflix, grote uitgevers- of producenten, omroepen, etc.


Eerlijke beloning als speerpunt

De ondertitel van uw beleidsbrief ‘De kracht van creativiteit’ onderschrijven wij graag: ‘Cultuur midden in de samenleving’. Net als wij maakt u zich sterk voor een samenleving waarin iedereen cultuur kan ervaren omdat ‘samen cultuur maken en beleven verbindt en bijdraagt aan het welzijn’. Net als wij constateert u dat bepaalde zaken in de creatieve en culturele sector beter moeten en kunnen en specifiek noemt u eerlijke beloning, fair practice en fair pay. U belooft zich sterk te maken voor de positie van de makers. Het citaat uit uw Huizinga-lezing ‘Zonder makers geen cultuur, het is dan ook tijd dat we hen eerlijk belonen’, geeft ons dat vertrouwen.

Machtsongelijkheid

De intellectuele eigendomsrechten, het auteurs- en naburig recht, staan aan de basis van alle verdienmodellen in de creatieve sector. Veel makers/uitvoerend kunstenaars in de culturele en creatieve sector, maar ook in de media en de zakelijk creatieve dienstverlening halen een essentieel deel van hun inkomsten uit vergoedingen op basis van auteurs- of naburig recht. Billijke afspraken kunnen maken is essentieel voor makers om in het levensonderhoud te kunnen voorzien. 

In 2015 toen de huidige wet werd aangenomen gebeurde dit onder meer in de hoop dat verenigingen van makers en exploitanten vrijwillig tot afspraken zouden kunnen komen over vergoedingen. In geval van onenigheid was er een geschillencommissie waar de individuele maker zijn recht zou kunnen halen, maar waarbij tot op heden de meeste exploitanten weigeren zich aan te sluiten.

Tot afspraken kwam men vrijwel niet. De sterkste marktpartij heeft naar telkens bleek zonder extra prikkel geen belang bij een evenwichtige onderhandeling. Vrijwilligheid, vergroting van individuele rechten en geschillencommissies om die individuele rechten te halen zijn geen voldoende oplossingen gebleken. De machtsverschillen tussen makers en de exploitanten zijn zo groot dat de makers steeds aan het kortste eind trekken. Je recht halen betekent al te vaak vrezen voor blacklisting. (Zie ook het evaluatierapport.) Concreet betekent dat dat makers uit de culturele en creatieve sector bij onderhandelingen met de exploitanten tegen elkaar worden uitgespeeld (‘Voor jou tien anderen!') en in geval van verzet tegen onredelijke afspraken (uitbuiting) als gezegd, al te vaak op een zwarte lijst komen (blacklisting). Wij hebben een duidelijke wet nodig die ons beschermt en die ons de vergoeding garandeert waar wij recht op hebben. Die worden uitonderhandeld en geïncasseerd door collectieve beheersorganisaties en/of worden onderhandeld door onze beroepsorganisaties en vakbonden (middels minimum tarieven).


Neem het voor ons op

Zonder wettelijke bescherming en een collectieve vuist tegen de marktmacht en diepe zakken van de exploitanten blijven wij weerloos. Uw missie, zoals verwoord in uw beleidsbrief, om te komen tot een eerlijke beloning kan voor ons niet slagen zonder bescherming van de wet en bescherming van het individu achter het collectief. Wij vragen u daarbij in te zetten op collectieve oplossingen, collectief beheersoplossingen online en ondersteuning van collectieve onderhandelingen en fair practice in onder meer subsidievoorwaarden.

Over de aanpassing van de wet is dit jaar een internetconsultatie geweest. Wij verwijzen graag naar de input van met name Platform Makers en PAM, die mede namens ons en onze belangenorganisaties op het consultatiedocument reageerden. Aan de wetswijziging wordt nu de laatste hand gelegd voordat deze naar de ministerraad wordt gestuurd en naar de Raad van State. Wij vragen u om er persoonlijk op toe te zien dat aan de bestaande machtsongelijkheid zo spoedig mogelijk definitief een wettelijk einde komt.

Wij zijn uiteraard graag bereid onze positie en die van onze collega’s nader toe te lichten.

Hoogachtend,

namens makers van muziek, beeld, geschriften, journalistieke werken, Nederlandse films, series en televisieprogramma’s.

Lees de brief ook op de website van Platform Makers.

Lees hier meer over de aanscherping van de Auteurswet (Lira Nieuws juni 2022).

 



Je jaaroverzicht staat in de portal

Het is weer tijd voor je belastingaangifte. Het Lira-jaaroverzicht helpt je daarbij.

In het Lira-jaaroverzicht staan alle vergoedingen, administratiekosten en btw-bedragen op een rij. Je vindt jouw jaaroverzicht 2022 in Lira’s webportal. Ook eerdere jaaroverzichten, repartitiefacturen en -specificaties kun je daar vinden.

Als gevolg van de zogenaamde renseignerings- verplichting is Lira vanaf dit jaar verplicht om geboortedata en burgerservicenummers (bsn's) door te geven aan de Belastingdienst, samen met de uitbetaalde bedragen.

Heb je je bsn nog niet ingevuld? Doe dat dan zo snel mogelijk.



Twee generaties schrijvers: Jan en Jeroen Siebelink

Vader en zoon Siebelink zijn allebei schrijver. Jan publiceerde sinds zijn debuut in 1975 literaire verhalenbundels en romans en won in 2005 de AKO-literatuurprijs voor 'Knielen op een bed violen'. Zoon Jeroen is journalist, schrijver van non-fictie en inmiddels ook een roman. Hoe kijken vader en zoon naar elkaars werk? En wat leren ze van elkaar?

Twee generaties schrijvers: Jan en Jeroen Siebelink

Jeroen en Jan Siebelink / Sacha de Boer (foto links) Casper Rila (foto rechts)

Hoewel Jan in Ede woont en zoon Jeroen in Amsterdam, wandelen ze wekelijks samen. De hondjes gaan mee en dan praten ze, vaak over schrijven. Jeroen: “We lezen elkaars boeken pas als ze verschenen zijn, maar tijdens het maken ervan praten we er wel veel over.”

Jeroen, Hoe is het om zoon van een bekende schrijver te zijn als je zelf ook schrijfambities hebt? 
Jeroen: “Mijn vader heeft me in eerste instantie willen weghouden van het schrijven. ‘Ga jij nou maar economie studeren, dan heb je later in elk geval een baan.' Tenslotte is hij naast het schrijven altijd leraar geweest. Maar na mijn studie kwam ik op een redactie terecht en zo kwam ik via een omweg toch ook uit bij het schrijven van verhalende boeken. 

Ik leg nu de laatste hand aan Onder de Beesten, een boek in het genre van de true crime over een dierenrechtenactivist die infiltreerde in de bio-industrie. Dat heb ik meeslepend willen schrijven. Geen droge opsomming van de feiten, maar met veel aandacht voor psychologie en plot. Dat is plezieriger om te lezen en zeker om te schrijven.”

Jan, hoe ben jij je schrijfcarrière begonnen?
Jan: “Mijn eerste publicaties waren ook journalistiek. Ik herinner me een interview met Julien Green, een Fransman met Amerikaanse wortels. Van acht tot drie had ik lesgegeven, daarna stapte ik in mijn Eend en reed naar Parijs. We spraken elkaar in het huis van zijn zuster, die op sterven lag. Er liepen nonnen af en aan. ’s Nachts heb ik een paar uur in mijn auto overnacht, waar ik steeds wakker werd gemaakt door de gendarmes, en om acht uur stond weer voor de klas. Aan het eind van die middag was het artikel klaar en deed ik het op de post.”

Jeroen: “Wat je noemt een razende reporter.”
Jan: “Ik schreef voor de Haagse Post, voor Esquire, over van alles: over sport, over wielrennen, over de nijlpaarden in Burgers Zoo. Daarnaast schreef ik literatuur.”
Jeroen: “Papa heeft weinig slaap nodig.”
Jan: “Daardoor heb ik veel uren over.”

‘Ik laat me leiden door indrukken. Ik heb geen plan.’

Jeroen: "In Pijn is genot waarin je wielrenners interviewt, loop je de woonkamer van Gert-Jan Theunisse binnen, kijkt uit het raam, ziet de spits van de kerktoren en stelt als eerste vraag: ‘Ga je daar wel eens naar toe, Gert-Jan?’ Dat is jouw manier van journalistiek bedrijven.”

Jan: “Ik laat me leiden door indrukken. Ik heb geen plan. Zo schrijf ik ook mijn literaire werk. Ik begin gewoon te schrijven. Iedere zin komt uit de vorige voort.”
Jeroen: “Jij schrijft en interviewt op intuïtie. In jouw hoofd gaan de feiten een eigen leven leiden.”
Jan: “Ik vergroot ze, ik verklein ze.”
Jeroen: “Ik kan dat nog niet. Bij mij moet alles kloppen.” 

Jan, hoe las jij Jeroens eerste roman Pels?
Jan: “Er zitten scènes in die ik heel mooi vind. De hoofdpersoon is een zoon van een nertsenfokker die op een nacht al zijn nertsen vrijlaat. Daarna komt een scène waarin hij geïsoleerd in de cel zit. Daar overvalt hem een loomheid die je heel goed kunt navoelen. Prachtig opgeschreven.”

Jeroen, wat heb je op het gebied van schrijven geleerd van Jan?
Jeroen: “Zinnen die kort, kaal en strak geschreven zijn, durven af te wisselen met bloemrijk taalgebruik. Ik heb me ontwikkeld als schrijver, ik durf metaforen te gebruiken en sfeer te beschrijven, zoals hij dat in zijn boeken doet. Als ik die lees, ben ik op de kwekerij van mijn opa, zie ik de bomen en de kassen. Zijn boeken lees ik als een kroniek van mijn familie. Die warmte waarmee hij zijn hoofdpersonen neerzet, voel ik ook.”

Jan: “Le style, c’est l’homme: Je bent je stijl. Die is niet aan te leren. Je stijl is je stem, die is heel persoonlijk.”

‘Na een hele dag lesgeven, stapte ik in mijn Eend naar Parijs.’

Jeroen: “De kracht van Knielen zit deels in het verhaal, maar zeker ook in de stijl. In dat boek klopte het. Als ik dat toch ooit zal kunnen...”
Jan: “Voor die tijd heb ik al zo veel geprobeerd.”
Jeroen: “Dat leert mij om veel geduld te hebben. Zo’n grote literatuurprijs is niet mijn doel, wel is het prettig om af en toe iemand tegen te komen die mijn boek met aandacht heeft gelezen, die er dingen in las die ik zelf nog niet had gezien.”
Jan: “Jeroen schrijft heel precies. Bij hem vind je geen overbodige herhalingen. Je leest aan zijn tekst af dat hij heel erg met zijn vak bezig is.” 

Jeroen, welke vraag zou je als schrijver aan je vader willen stellen?
Jeroen: “Ik ben wel benieuwd hoe jij omgaat met negatieve recensies. Ik kan teleurgesteld zijn als ik merk dat de recensent het niet goed gelezen heeft.”
Jan: “Mama probeerde die altijd bij me weg te houden, maar zoals Herman Franke zei: ‘wat er ook gebeurt, al zijn ze onheus, ik ga morgen gewoon weer door met schrijven’. Dat geldt voor mij ook. Je kunt er wel heel lang om treuren, maar dat kost alleen maar tijd.” 

Jan, wat wil je de schrijver Jeroen Siebelink meegeven? 
Jan: “Och, dat weet ik zo niet.”
Jeroen: “Als hij een boek van mij gelezen heeft, schrijft hij me altijd een handgeschreven brief. Daarin vertelt hij wat hem heeft geraakt of wat hem is opgevallen. Daar doe ik het niet voor, ik zoek zijn goedkeuring niet, maar die brieven zijn me dierbaar.” 
Jan: “Literatuur is nu eenmaal moeilijk objectief te beoordelen. Wat moet je erover zeggen?”


Jan Siebelink (1938, Velp) was docent Nederlands en Frans op een middelbare school. In 1975 debuteerde hij met de verhalenbundel Nachtschade. In 2005 won hij de AKO Literatuurprijs met Knielen op een bed violen.

Jeroen Siebelink (1968) is onderzoeksjournalist. Van zijn hand verscheen onlangs de biografie van de Partij voor de Dieren. In de zomer verschijnt Onder de Beesten, waarin hij de ervaringen optekent van een dierenrechtenactivist die infiltreerde in de bio-industrie.


Linda Huijsmans



Geef tijdig je gegevens door

In de eerste helft van het jaar voert Lira diverse (na-)repartities uit. Om er zeker van te zijn dat niets een uitkering in de weg staat, is het van belang dat jouw persoonsgegevens en gegevens over jouw werk compleet en up-to-date zijn.

Controleer daarom je contact- en bankgegevens goed en pas ze zo nodig direct aan in Lira’s webportal. Als je btw-plichtig bent, check dan of je btw-identificatienummer (btw-id) ook nog klopt.

In Lira’s webportal staat een overzicht van jouw werken, zoals TV-werken of Boeken, die voor vergoeding in aanmerking komen. Het is geen volledig overzicht van je oeuvre, maar alleen van werken waarop een uitkering van toepassing kan zijn.

Controleer deze overzichten: als er iets mist dan kun je dat direct in de portal aangeven, of doorgeven via het contactformulier. Klopt alles? Dan hoef je niets te doen.

Bij Reprorecht Educatief, Radio of andere vergoedingen waarbij opgave nodig is, kun je meteen in Lira’s webportal terecht om opgave te doen (van honoraria of uitzendminuten). Of de uitnodigingsmail met instructies afwachten als je hiervoor in aanmerking komt.



The Galaxy Gazette – een papieren ode aan literair talent

Een semi-literaire schoolkrant. Zo noemt de redactie van The Galaxy Gazette haar liefkozend. De uitreiking van het allereerste nummer van het literaire cursuscentrum in Rotterdam vond op een koude decemberavond plaats in Café Dox.

The Galaxy Gazette – een papieren ode aan literair talent

Yael van der Wouden (links) reikt het eerste exemplaar van The Galaxy Gazette uit aan Marieke Reijm. Zij was de allereerste die er eentje besteld had. | foto: Rosa Quist

Het café direct naast Luxor stroomt deze avond niet vol met theaterpubliek, maar met schrijvers, lezers en literatuurliefhebbers. Hoofdredacteur Silvana Sodde begroet ‘haar’ schrijvers en straalt omdat deze avond nu eindelijk kan plaatsvinden. “In Rotterdam is de literaire infrastructuur erg bescheiden, zeker vergeleken met Amsterdam. Daarom ben ik zo trots dat we dit hier vanavond voor elkaar gekregen hebben.”

Rondhangen in klaslokalen
The Writer’s Guide (to the Galaxy) is – behalve een knipoog naar de Hitchhiker’s Guide van Douglas Adams - een literair cursuscentrum in de havenstad. Hier worden schrijfcursussen, workshops en masterclasses gegeven en literaire avonden georganiseerd. De meeste auteurs die een bijdrage leverden aan dit allereerste nummer van The Galaxy Gazette hebben rondgehangen in de klaslokalen van dit Centre for the written word. Veel van de teksten zijn in het Engels geschreven.

Horoscoop
De titel ‘schoolkrant’ is een geuzennaam, maar zegt niets over het niveau van de bijdragen. Dat is over het algemeen behoorlijk hoog. Er is een variatie aan korte verhalen, gedichten, kritiek op de oude-witte-mannen binnen de Nederlandse literatuur, schrijftips, erotische, feministische en antiracistische poëzie. En natuurlijk staat er een horoscoop in. 

Shortlist
Onder de namen staan er een paar die inmiddels landelijke bekendheid genieten. Simone Atangana Bekono bijvoorbeeld - wier debuutroman Confrontaties in 2021 de shortlist van de Libris Prijs haalde – leverde een verhaal aan en Zaïre Krieger, die Amanda Gormans gedicht The Hill we Climb naar het Nederlands vertaalde, staat er met een Engelstalig gedicht in.

Witte mensen
Een groot aantal van hen laat op deze avond horen wat ze kunnen. Er is activistische poetry-rap van Marieke Bertha ('ik zie witte mensen, eerst zag ik ze zelf niet, eerst zag ik mezelf niet, ik zie witte mensen…’), introverte poëzie, maar ook tips voor het schrijven van een seksscène van de host van de avond, Yael van der Wouden.

Papieren krant
Voor hoofdredacteur Silvana Sodde is het verschijnen van The Galaxy Gazette een lang gekoesterde droom die eindelijk uitkomt. Al acht jaar leidt ze The Writer's Guide en daar hoort ook een literair tijdschrift bij, vindt ze. “We hebben expres een papieren uitgave gemaakt. Er gebeurt al zoveel online, dit magazine kun je oppakken, weer wegleggen en later weer een ander stukje lezen.”

Dit project is mede mogelijk gemaakt door Stichting Lira Fonds.

Linda Huijsmans



Van betaler naar ontvanger: zo werkt leenrechtvergoeding

Duizenden auteurs ontvangen jaarlijks hun leenrechtvergoeding via Lira. Welke stappen gaan hier nu precies aan vooraf?

Van betaler naar ontvanger: zo werkt leenrechtvergoeding

Klik hier om de afbeelding te vergroten.

Iedere openbare bibliotheek in Nederland betaalt een vergoeding per uitgeleend werk aan Stichting Leenrecht. Dit is vastgelegd in de Auteurswet.

Stichting Leenrecht verdeelt de leenrechtgelden over de verdeelorganisaties Lira (schrijvers en vertalers), PRO (uitgevers) en Pictoright (visuele makers). Deze organisaties ontvangen ook informatie over het aantal uitleningen per titel. Die informatie wordt bijgehouden door een groot deel van de bibliotheken, verspreid over alle delen van het land.

Ook andere centraal ingekochte boekinformatie (waaronder de boekprijs en de namen van de makers) wordt aangeleverd om zo het proces van verdelen makkelijker te maken. Om verzekerd te zijn van de juiste informatie vraagt Lira schrijvers en vertalers bovendien om alle beschikbare informatie (waaronder de boekprijs en hun aandeel in een boek) te controleren via de webportal.

Alle geregistreerde uitleningen worden vermenigvuldigd met de prijs van de uitgeleende boeken. Vervolgens deelt Lira het totaal beschikbare budget door de uitkomst van die som. Hieruit volgt de zogenoemde ‘puntwaarde’. Lira stelt de leenrechtvergoeding per titel vast door de puntwaarde te vermenigvuldigen met de prijs van het boek, het aandeel van de schrijver daarin en het aantal geregistreerde uitleningen van het boek.

Lira keert de leenrechtvergoedingen eens per jaar uit aan de schrijvers, na inhouding van administratiekosten (in 2023 is dat 8,0%). Een percentage voor sociale en culturele doelen (in 2023: 7,5%) wordt al bij ontvangst van het budget van Leenrecht ingehouden.



Het verdienmodel van Francine Oomen

Francine Oomen is schrijver, ontwerper en illustrator. Ze werd bekend met de ‘Hoe overleef ik…’- serie. Inmiddels schrijft ze graphic novels voor volwassenen. Welke tips heeft Francine Oomen voor andere schrijvers?

Het verdienmodel van Francine Oomen

Francine Oomen: ‘Voer regelmatig een innerlijke monoloog’ / Foto: Gerlinde de Geus
 

Wat was je eerste (betaalde) schrijfopdracht?

Ik ben opgeleid als industrieel ontwerper en in mijn eerste baan werkte ik bij de Koninklijke Smeets Offset. Daar had ik een concept voor een kinderboekenreeks bedacht en ik was op zoek naar een illustrator – dat werd Dagmar Stam – en een schrijver, maar het lukte me niet om er op korte termijn een te vinden. Dat zag ik als een uitdaging om het zelf te gaan schrijven. Zo ontstond het eerste boek van de Saartje en Tommie –serie.

‘Volg je innerlijke kompas’

Mijn innerlijke Pippi Langkous heeft me altijd geholpen: ‘ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan’. Het schrijven van de boekjes over Saartje en Tommie vond ik leuk en ze werden een succes. Het was altijd al mijn droom geweest om kinderboeken te illustreren. Dat ik ze ook kon schrijven had ik niet bedacht.

Waarmee zou je in een ideale wereld het liefst je hele inkomen verdienen?

Met wat ik doe. Scheppen: schrijven, tekenen en dingen bedenken. Dat is wat ik het liefste doe. Ik heb het geluk gehad dat ik op het juiste moment een heel goede uitgever tegenkwam: Henny Bodenkamp. Zij zei: ‘Jij zou eens een prentenboek moeten maken, zelf schrijven en tekenen. Volgens mij kun jij dat.' Dat prentenboek werd Sammie Eigenwijs, dat goed verkocht en ook vertaald werd. Henny was heel kritisch en streng, maar op een opbouwende en liefdevolle manier. Daarmee heeft ze me een grote dienst bewezen.

Hoe ziet jouw verdienmodel er in werkelijkheid uit? Kun je leven van je werk?

Ik heb het geluk gehad dat ik er vanaf het begin af aan van kon leven. Eerst als ontwerper en daarna ook als schrijver en illustrator. De verkoop van boeken zijn mijn belangrijkste inkomstenbron. Lange tijd heb ik ook scholenbezoek, signeersessies en lezingen gedaan, maar in 2015 ben ik daarmee gestopt. Ben ik in feite met alles gestopt. Ik had heel lang heel hard gewerkt, vanuit passie en overtuiging, maar ik voelde dat het tijd werd voor verandering en voor een tandje lager. Dat moment viel samen met mijn overgang. Die hakte er flink in bij mij.

Wat was tot nu toe voor jou de beste investering in je vakmanschap?

Het besluit om voor mezelf te kiezen, op het toppunt van mijn carrière. Om mezelf rust en tijd te gunnen. Ik heb alles wat ik opgebouwd had losgelaten om ruimte te scheppen voor een nieuw hoofdstuk, waarin ik kanten van mezelf kon ontdekken en ontwikkelen die daarvoor niet aan bod waren gekomen. Dat was geen makkelijke beslissing hoor, het was doodeng, en ik heb er lang tegen aangehikt. Het voelde als het loslaten van een groot deel van mijn identiteit.

‘Ik ben als Pippi Langkous’

Tegelijk ben ik in therapie gegaan en later ben ik opleidingen gaan doen, op psychologisch vlak. Voice dialogue en Familieopstellingen. Ik betwijfelde indertijd of ik ooit nog wel boeken zou maken en daar had ik op een gegeven moment vrede mee. Uiteindelijk bleek ik dat toch niet te kunnen laten, maar ik ging ze wel op een andere manier maken, qua vorm, inhoud en aanpak. De graphic novels zijn uit die periode voortgekomen.

Biedt de Nederlandse context auteurs voldoende middelen van bestaan?

Ik heb daar niet zo’n goede kijk op. Afgezien van de bijdrages van Schrijvers School Samenleving (nu de Schijverscentrale (red.)) voor de lezingen heb ik nooit een beroep gedaan op een subsidie of werkbeurs.

Tot slot: heb je een gouden tip voor andere schrijvers?

Volg je innerlijke kompas. Hoe? Door je fascinaties te volgen, ook al rijmen ze volgens je ‘logisch verstand’ niet met wat volgens diezelfde afdeling het ‘plan' is. Blijf trouw aan jezelf. Als iets niet klopt, klopt het niet. Voed jezelf, in de breedste zin van het woord. Dit wordt vaak vergeten in deze tijd, omdat dat tijd, rust en ruimte vraagt. Voer regelmatig een innerlijke dialoog. Bevraag jezelf. Wat voedt mij? Wat is mijn motivatie, waar ligt mijn urgentie? Doe ik dit omdat mijn hoofd het wil, of mijn hart? Volg het hart.

Linda Huijsmans



Aanvraagronde 2023 Wetenschappelijke Boeken geopend

Lira Fonds stelt in 2023 opnieuw vier beurzen van €37.500 beschikbaar aan (bijna) gepromoveerde wetenschappers voor het schrijven van een Nederlandstalig populairwetenschappelijk boek. Het is het derde jaar op rij dat zij een aanvraag kunnen indienen.

Met de Beurzenregeling Wetenschappelijke Boeken biedt Lira Fonds onderzoekers de kans om een Nederlandstalig boek te schrijven waarin zij hun onderzoek met een breed publiek kunnen delen. Aanvragers moeten verbonden zijn aan een Nederlandse universiteit of kennisinstelling (bijvoorbeeld het NIOD of Naturalis) én over stilistische vaardigheden in het Nederlands beschikken. 

Dien uiterlijk 30 juni 2023 je aanvraag in
Een aanvraag moet vergezeld gaan van een aanbevelingsbrief van de eigen universiteit en een intentieverklaring van een uitgever. Eén van de vier beurzen is bestemd voor een startende onderzoeker. Lira Fonds kent uitsluitend beurzen toe aan de onderzoeker(s) zelf, niet aan universiteiten, instellingen of uitgevers. Het reglement vind je op de website van het Lira Fonds.

Je kunt nu een aanvraag indienen door het aanvraagformulier op de Lira Fonds-website in te vullen en vóór 1 juli 2023 te sturen naar lirafonds@cedar.nl. De uitslag wordt uiterlijk in december bekendgemaakt.

Beurzen 2022
Eind 2022 verblijdde Lira Fonds al vier wetenschappers met een beurs. Zij kunnen nu starten met het schrijven van een boek over hun onderzoek.

• Marijke Huisman (Universiteit Utrecht) gaat de queer geschiedenis van Nederland onderzoeken en in kaart brengen: een zeer actueel onderwerp.

• Jacqueline Klooster (Rijksuniversiteit Groningen) zag in de afgelopen jaren vele populaire romans verschijnen over vrouwen uit de Grieks-Romeinse mythologie, verteld vanuit de vrouwelijke personages. Denk aan Ariadne (2021) en Circe (2018). Klooster zal deze trend onderzoeken en duiden.

• Casper van der Kooi (Rijksuniversiteit Groningen) gaat zich in zijn geïllustreerde boek over planten speciaal richten op kinderen. Hoe zijn planten geëvolueerd en op welke manier hebben zij onze aarde veroverd? En wat voor cruciale rol spelen planten in ons dagelijks leven?

• Met Thea Beckmans biografie zal Vivian de Gier een langverwacht boek over een vrouwelijke jeugdboekenschrijver schrijven. In Beckmans honderdste geboortejaar 2023 zal zij leven en werk van Thea Beckman in haar tijd plaatsen.



Elfie Tromp: ‘Soms is woede gewoon een goed verhaal’

Elfie Tromp is woedend. Maar Elfie Tromp is ook heel grappig. En soms ontroerend. Die combinatie levert geëngageerde teksten op.

Elfie Tromp: ‘Soms is woede gewoon een goed verhaal’

Elfie Tromp is activistisch en persoonlijk / Foto: Isabelle van Putten

Met haar voorstelling Op de barricade van het hart blaast ze het protestlied nieuw leven in, met teksten die ouderwets maatschappijkritisch zijn en je soms onverwacht kunnen raken. 'Ik wil mensen wakker schudden en wakker kussen. Word wakker en gebruik je stem.'

Werkplaats Walhalla zit zo goed als vol. In het kleine theater op Katendrecht in Rotterdam speelt Elfie Tromp (1985) vanavond de (voorlopig) laatste Rotterdamse voorstelling van Op de barricade van het hart. Daarin brengt de schrijver, theatermaker, zanger en sinds dit jaar ook stadsdichter van Rotterdam, een ode aan het protestlied. Dat doet ze in de eerste plaats door de confrontatie met haar eigen angsten aan te gaan.

‘Ik wil mensen wakker schudden en wakker kussen.’

Activistisch en persoonlijk
Meteen aan het begin van de voorstelling vertelt ze het verhaal van haar miskraam. Ze vertelt, haar nu vijf maanden zwangere buik duidelijk zichtbaar, heel feitelijk, nuchter bijna wat er gebeurde en juist daardoor komt het binnen. ‘Mag ik wel verdrietig zijn?’, vraagt ze zich hardop af. ‘Eén op de vier zwangerschappen eindigt in een miskraam.’
Haar teksten en liedjes zijn feministisch, activistisch, woedend en, zoals hier, ook persoonlijk. “Ik wil mensen wakker schudden of wakker kussen”, vertelt ze na afloop van de voorstelling. “Op alle mogelijke manieren wil ik laten zien: je hoeft niet in de schaduw te blijven zitten. Je kunt iets aan die ongelijkheid doen.”

Geëngageerde songschrijvers
De basis van de voorstelling is een onderzoek naar het genre van het protestlied. Daarvoor ging Elfie Tromp in gesprek met geëngageerde songschrijvers als Sven Ratzke, Abel van Gijlswijk, Theo Nijland en Eva van Manen en Flip Noorman. Met hen sprak ze over hun engagement, hun werkproces en hun motivatie.

Van die gesprekken is een podcastserie gemaakt en sommige liedjes die daaruit zijn voortgekomen, gebruikt ze nu in Op de barricade van het hart. Zelf schreef ze Zonder pedofielen geen popmuziek, dat niet alleen gaat over de misstanden bij The Voice en de popliedjes waarin de liefde voor (te) jonge meisjes wordt bezongen, maar ook over Tromps eigen ervaringen.

Woedend
Maar denk niet dat haar woede daar vandaan komt. ‘Ik ben altijd al woedend geweest’, zegt ze. ‘Op de wereld die mannen en vrouwen nog steeds ongelijk behandelt. Op recensenten die niet mijn werk maar mijn uiterlijk becommentariëren, op het feit dat er veel meer geld gaat naar onderzoek van mannenkwalen dan van vrouwenziektes. Over onze maatschappij waarin niet langer vertellingen centraal staan, maar tellingen: we kijken naar wat iets waard is in plaats van wat het ís.’

‘Als eerbetoon zing ik een lied van Cobi Schreijer, die we onterecht vergeten zijn.’

Cobi Schreijer
Die zoektocht bracht haar onder meer in contact met Laurens Ham, die in 2020 Op de vuist – vijftig jaar politiek en protestliedjes in Nederland publiceerde. Via hem leerde Elfie Tromp het werk van Cobi Schreijer kennen, die niet alleen Boudewijn de Groot liet debuteren in haar café, maar zelf ook vele feministisch-activistische liederen schreef. Die zijn nu in de vergetelheid geraakt. “Wát schrijft zij goede teksten. Waarom kennen we haar niet allemaal? Als we willen weten waar we naar toe willen, moeten we weten waar we staan en waar we vandaan komen. Als eerbetoon aan haar zing ik het lied Spijkerschrift Talking Blues in de voorstelling.”

Vonk het leven
Soms is woede gewoon een goed verhaal, stelt Elfie Tromp in de voorstelling, en dat geldt voor al haar werk. Ook als dichter, stadsdichter en romanschrijver wordt ze gedreven door engagement. “Mijn mening leg ik niet af. Wat ik ook maak, de bron is dezelfde: woede en liefde. De humor helpt me om vol te houden. Mijn engagement komt voort uit het onrecht in de wereld en het gefnuikte leven van mijn moeder dat zij leidde simpelweg omdat ze een vrouw is.”

Zoals ze aan het eind van de voorstelling zingt: ‘Vonk het leven. Zet de fik in hoe het hoort, zet de fik in wat ze willen, zet de fik in wat je stoort.'

Dit project is mede mogelijk gemaakt door Stichting Lira Fonds.

Linda Huijsmans



Bsn gevraagd

Lira moet dit jaar voor het eerst jouw burgerservicenummer (bsn) en geboortedatum doorgeven aan de Belastingdienst, samen met de uitbetaalde bedragen.

Dit is het gevolg van de renseigneringsverplichting.

Heb je je bsn nog niet ingevuld, doe dat dan zo snel mogelijk in Lira's webportal. Heb je geen bsn, omdat je bijvoorbeeld een andere nationaliteit hebt? Zet dan een vinkje op de daarvoor bestemde plaats.



Doorgeefgedicht

Met de nieuwe rubriek ‘Doorgeefgedicht’ biedt Lira Nieuws dichters graag een podium waarop ze, zonder eisen of voorwaarden vooraf, nieuw eigen werk kunnen presenteren. Om daarna het stokje door te geven. Schrijver en dichter Joris van Casteren bijt het spits af met het allereerste doorgeefgedicht: ‘Codicil’.

Doorgeefgedicht


Joris van Casteren (1976) is auteur van de bestseller Lelystad (2008), Het been in de IJssel (2014) en Moeders lichaam (2019). Als coördinator van 'De Eenzame Uitvaart' brengt Van Casteren met vakgenoten een saluut aan overledenen zonder familie of nabestaanden.

Voor de volgende editie van Lira Nieuws geeft hij de opdracht door aan Pieter Boskma. 'Boskma was zo’n beetje de eerste literator waar ik mij ooit toe wendde, per ouderwetse brief. Hij waarschuwde per kerende post voor de ellende van het schrijverschap, helaas heb ik toen niet goed naar hem geluisterd,' aldus Van Casteren.

Codicil

Denise’s longen doen het goed
Weer zuiver smaken haar
Javaanse jongens

Dankbaar voor zijn pik
ben ik
voormalig transgender Eugene

Mijn voeten zijn afgeblazen
in Afghanistan

De piercings in Harolds oor
heb ik laten zitten

Van allemaal heb ik een foto
op mijn nachtkastje staan

Ik wil bowlen met de nabestaanden
maar dat mag niet van
de transplantatiecoördinator

Mijn vrouw is vertrokken
Ze zei: je bent jezelf niet meer

Ik ben een heel sociaal mens
maar als het mij gevraagd zou worden
zeg ik: nee

Dit lichaam is uniek
Dit lichaam moet intact blijven

Joris van Casteren