Tijdens de jaarlijkse vergadering van Stichting Lira in de Amsterdamse Balie, kwamen behalve de resultaten van 2024, ook de ontwikkelingen rond AI en Video-on-Demand aan bod en werd afscheid genomen van twee bestuursleden. De middag werd afgesloten met een poetry slam.
Financieel overzicht
Voorzitter Felix Rottenberg opende de vergadering en gaf het woord aan vertrekkend penningmeester Rien Verhoef voor het financiële overzicht. De rechtenopbrengst over 2024 bedroeg bijna 31 miljoen, een lichte daling ten opzichte van 2023. Desondanks lag de uitkering voor het vijfde jaar op rij boven de 30 miljoen. In 2024 werden extra middelen aan het Lira Fonds toegekend en er is voor 2025 bewust een tekort begroot, om het hoge eigen vermogen iets naar beneden bij te stellen. Verhoef laat een stabiele financiële basis achter en hij bedankte de aanwezigen voor de jarenlange samenwerking. In zijn slotwoord deed hij een oproep tot betrokkenheid: ‘Eigen inzet geeft de doorslag als er actie nodig is. Laat je gezicht zien.’
Ontwikkelingen rond AI
Adjunct-directeur Jessica Haagmans gaf een toelichting op de impact van AI. Hoewel AI als technologie niet nieuw is, heeft de doorbraak van systemen als ChatGPT de toepassing ervan versneld. Generatieve AI kan zelfstandig teksten, scripts of boeken produceren. Haagmans schetste zowel kansen als risico’s. Toepassingen in de zorg en energiesector zijn veelbelovend, net als ondersteunend gebruik binnen de creatieve sector. Tegelijkertijd zijn er grote zorgen: AI-systemen gebruiken teksten zonder toestemming en genereren werk dat sterk lijkt op bestaande content — zonder vergoeding of regelgeving. Lira zet zich daarom stevig in voor heldere juridische kaders: toestemming, transparantie en een vergoedingsregeling zijn essentieel. Lira trekt hierin ook samen met andere partijen op. Juriste Michelle Mastenbroek is recent bij Lira in dienst getreden en verzorgt de juridische kennis en ondersteuning. Tijdens de vergadering beantwoordde zij vragen van de aangeslotenen over AI.
Video on Demand en kabel
Directeur Hanneke Verschuur gaf een update over de onderhandelingen over Video-on-Demand (VOD). Het wetsvoorstel Auteurscontractenrecht dat de onderhandelingspositie van makers moet versterken, is aangenomen door de Tweede Kamer en ligt nu bij de Eerste Kamer. De collectieve aanpak is hierbij cruciaal, aldus Verschuur: individuele makers zijn vaak niet opgewassen tegen grote marktpartijen, waaronder de streamingdiensten. Het auteurscontractenrecht uit 2015 wordt nu opnieuw aangescherpt en zal hopelijk snel in werking treden.
Op het gebied van VOD blijft het ontbreken van verplicht collectief beheer helaas een knelpunt, aangezien een regeling op basis van vrijwilligheid tot stand moet komen. De onderhandelingen over een nieuwe VOD-regeling zijn vrijwel afgerond.
Campagne
Marketingbureau Happy Horizon tilde alvast een tipje van de sluier van de nieuwe Lira-campagne op. Die campagne is gericht op het aantrekken van nieuwe aangeslotenen. De kernboodschap: ‘Je wilt betaald worden voor wat je maakt.’ Via een doelgroepgerichte online campagne wordt een brede groep tekstmakers bereikt, waarna de boodschap steeds specifieker wordt afgestemd. Ook komt er een vernieuwde website. De campagne zal later dit jaar van start gaan.
Bestuurswisselingen
Tijdens de vergadering nam Lira afscheid van penningmeester Rien Verhoef, die deze functie maar liefst 25 jaar vervulde in twee losse termijnen. Felix Rottenberg prees zijn scherpe inzicht, toewijding, humor en collegialiteit. ‘Hij las alles en wist precies waar de risico’s lagen,’ aldus Rottenberg. Ter gelegenheid van zijn afscheid droeg dichter Tsead Bruinja een speciaal voor Verhoef geschreven gedicht voor, met een vertaling naar het Engels van vertaler David Colmer. Dit omdat Rien Verhoef zelf vertaler is. Beide teksten zijn gebundeld als cadeau.
Ook vicevoorzitter Annemarie Bon nam afscheid. Zij werd geroemd om haar inzet, met name voor de actie ‘Neem de regie’ om overheidsfondsen vrij te maken voor de Bibliotheek op School. Bon wist prominente kinderboekenschrijvers te mobiliseren en de actie had resultaat. Bon werd eerder die middag benoemd tot erelid van de Auteursbond.
Willem Asman werd opnieuw benoemd tot penningmeester, hij was eerder ook al eens de opvolger van Rien Verhoef. ‘Ik weet hoe groot zijn schoenen zijn,’ zei hij over zijn voorganger. ‘Maar ik geloof in de kracht van het collectief en dat vraagt om individuele inzet.’
Poetry Slam
De middag eindigde met een energieke poetry slam, gepresenteerd door Nicole Kaandorp, met dichter Wout Waanders als commentator en stemadviseur. Deelnemers Mahat Arab, Sanne Lolkema, Sarah Ben Messouad en Ivar van der Walle streden om een plek in de finale. De publieksstemming, geleid door ‘levende applausmeter’ Felix Rottenberg, bracht Mahat Arab en Sarah Ben Messouad naar de eindronde. In een zinderend slot ging de winst naar Mahat Arab.
Dorine van der Wind
Je hebt het vast al eens voorbij zien komen: na het invullen van je wachtwoord vraagt een website of app om een tweede code. Die code ontvang je via sms of een speciale app op je telefoon. Dat is tweestapsverificatie (ook wel: 2-Factor Authentication of 2FA). En die extra stap is er met een goede reden.
Waarom is dit belangrijk?
Een wachtwoord is helaas niet altijd voldoende. Cybercriminelen worden steeds slimmer en kunnen via datalekken of phishing je wachtwoord achterhalen. Met tweestapsverificatie voeg je een extra beveilingslaag toe. Zie het als een extra slot op de deur: zelfs als iemand de sleutel heeft (je wachtwoord), komt diegene er niet zomaar in.
Ook relevant voor je Lira-account
We zorgen er bij Lira natuurlijk voor dat je gegevens veilig worden bewaard, zie ook dit artikel. Maar jij kunt zelf ook bijdragen aan die veiligheid door tweestapsverificatie in te stellen in de Portal. Je Lira-account bevat immers waardevolle informatie, zoals persoonsgegevens, bankgegevens en je verdiensten. Die wil je goed beschermen.
Kleine moeite, groot verschil
Met één extra handeling maak je het kwaadwillenden een stuk lastiger. Dus: stel vandaag nog tweestapsverificatie in voor je Lira-account en bescherm jezelf tegen digitaal ongewenst bezoek.
Michelle Mastenbroek
Maddy Stolk (1970) debuteerde met 'Soedah, laat maar', een roman over een Indische familiegeschiedenis. Met haar boek doorbreekt ze het Indisch zwijgen dat generaties lang werd doorgegeven. In oktober verschijnt haar nieuwe roman 'Waar wij altijd geweest zijn', over drie generaties vrouwen uit haar Indische familie. Wat is het verdienmodel van Maddy Stolk?
Wat was je eerste schrijfopdracht?
Dat was een reisverhaal, ik weet niet meer voor welk tijdschrift. Toen besefte ik voor het eerst dat ik geld kon verdienen met twee dingen die ik leuk vond: reizen en schrijven. Mijn eerste vaste baan in de journalistiek was bij Penthouse. Ik begon als vervanger van de receptioniste, zette een tafel neer in het pand en ben gewoon als redacteur aan de slag gegaan. Drie jaar werkte ik daar in vaste dienst. Maar ik wilde meer vrijheid, en niet dat iemand de macht over mijn tijd had. Ik begon als freelancer. Dat liep meteen goed; ik heb nooit acquisitie hoeven doen.
Waarmee zou je in een ideale wereld het liefst je hele inkomen verdienen?
Met schrijven! Een schrijver verdient netto zo’n 1 euro per boek – dan moet je er wel heel veel verkopen. Alleen een enkeling kan ervan leven. Schrijvers zouden meer aan hun boeken moeten overhouden.
Uit welke bronnen komen je inkomsten?
Ik schrijf nog freelance artikelen, maar alleen over onderwerpen die me raken of die aansluiten bij mijn boek, zoals Nederlands-Indië of transgenerationeel trauma. Andere opdrachten neem ik voorlopig niet aan; ik richt me op mijn nieuwe boek. Daarnaast geef ik lezingen via de Schrijverscentrale. Soms, als er geen budget is, doe ik dat ook gratis, bijvoorbeeld voor ouderen. Alles bij elkaar – boeken, lezingen en artikelen – maakt dat ik kan leven van het schrijven.
Wat was tot nu toe voor jou de beste investering in je vakmanschap?
Mijn jaren als eindredacteur – daarvan heb ik veel geleerd. Van het freelancen ook, omdat ik steeds een andere tone of voice moest hanteren per tijdschrift. Maar het meeste heb ik geleerd van lezen. Als kind zat ik eindeloos in de bibliotheek. Terwijl andere kinderen buiten speelden, had ik mijn neus in de boeken. Mijn moeder maakte zich er zorgen over. Maar het is een solide basis gebleken voor mijn schrijverschap. Wie goed wil schrijven, moet eerst veel lezen.
Heb je een gouden tip voor andere schrijvers?
Neuriënd en ontspannen schrijven – die tip kreeg ik ooit van mijn redacteur Daniëlle Hermans. Toen ik zelf eindredacteur was, wist ik al halverwege de eerste alinea: deze persoon schrijft soepel of: dit was een worsteling vlak voor de deadline. Je leest het altijd terug. Bijvoorbeeld als iemand veel geknipt en geplakt heeft in zijn artikel. En de keren dat ik zelf vol schoot tijdens het schrijven, zijn precies de stukken die mensen later het meest raakten.
Hoe word je beter in schrijven?
Mensen zeggen vaak dat iedereen kan leren schrijven, maar dat geloof ik niet. Het is net als met koken. Ik kan dat niet. Misschien krijg ik ooit een redelijke spaghetti op tafel, maar ik heb geen aanleg – het wordt nooit echt goed. Zo is het ook met schrijven. Als je aanleg voor schrijven hebt, kun je wel beter worden, en dat wil ik ook. Ik zie zelf ook ruimte voor verbetering, zeker in mijn tweede boek. Daarom heb ik advies gevraagd aan andere schrijvers. Die geven ongezouten kritiek – veel nuttiger dan vrienden die alles fantastisch vinden. Ik heb een dikke huid en wil beter worden dan mijn vorige versie. Ik moet mezelf niet gek maken door te willen schrijven zoals Margaret Atwood. Maar als het goed gaat en ik neuriënd zit te schrijven, is dat een heerlijk gevoel.
Dorine van der Wind
Lira Fonds steunt de NVJ Academy, waardoor zzp’ers en freelancers de cursussen, workshops en masterclasses tegen een fikse korting kunnen volgen. Dolf Rogmans, Manager Vakontwikkeling NVJ, en Jan Hilbers, directeur van de Auteursbond, vertellen waarom het zo belangrijk is dat journalisten en schrijvers zich blijven bijscholen.
‘Het programma van de NVJ Academie bestaat uit een zeer gevarieerd aanbod van workshops, cursussen, masterclasses en één-op-één-sessies’, vertelt Jan Hilbers. ‘Sommige onderdelen zijn vooral interessant voor journalisten, sommige zijn meer gericht op auteurs, maar het merendeel is voor beide groepen geschikt en betreft trainingen in bijvoorbeeld ondernemen, boekhouden, pitchen en onderhandelen.’
‘Juist omdat veel journalisten en schrijvers zelfstandig zijn en de inkomsten van deze beroepsgroepen steeds meer onder druk zijn komen te staan, bezuinigen zij vaak op opleiding’, vult Dolf Rogmans aan. ‘Onder meer door de jaarlijkse bijdrage van het Lira Fonds kunnen wij de cursussen aanbieden tegen 50 procent korting en ligt een gedegen bijscholing dus wel binnen bereik. Niet alleen voor onze leden, maar voor alle schrijvende zzp’ers en freelancers.’
Veranderende wereld
Je blijven ontwikkelen in je vak is volgens beide heren misschien wel noodzakelijker dan ooit. ‘Het is altijd belangrijk geweest’, benadrukt Rogmans, ‘maar journalistiek noch schrijverschap is een beschermde beroepsgroep waarbinnen bijscholing vereist is. Het was lang verleidelijk om niets aan scholing te doen. Je ontwikkelde je gaandeweg wel voldoende, was de gedachte. Maar de wereld van nu verandert zo snel, dat die vlieger vaak niet meer opgaat en scholing echt noodzakelijk is. Neem de snelle opkomst van AI, daar moet je je als zzp’er en freelancer toe verhouden. Wat is het precies? Wat betekent het voor je vak? En hoe kun je er zelf gebruik van maken? Dat moet je leren, maar dat gaat niet vanzelf.’
Geld besparen
Zo zijn er steeds nieuwe vaardigheden die je je snel eigen moet maken om mee te kunnen blijven doen in de markt. De NVJ Academie anticipeert daar direct op en biedt daarvoor passende cursussen aan. Rogmans: ‘Tegenwoordig geldt dat wie zich niet bijschoolt echt achteropraakt.’ Hilbers ziet daarbij dat steeds meer schrijvers naast het schrijven ook ander werk moeten doen om rond te komen.
‘Zij moeten hun vaardigheden daarvoor verbreden. Daardoor kunnen zij niet alleen meer werk krijgen, maar ook geld besparen. Als je zelf kan boekhouden bijvoorbeeld scheelt je dat misschien wel 200 euro per maand. De NVJ Academy biedt, in samenwerking met De Auteursbond en Lira, al dat soort cursussen aan.’
Logische samenwerking
Hoewel de NVJ van oorsprong een vakbond is en de Auteursbond meer een kunstenaarsgenootschap, is wat betreft de scholing een samenwerking logisch, denkt Hilbers. ‘Onze doelgroepen zijn steeds meer gaan overlappen. Journalisten schrijven steeds vaker boeken, en auteurs doen aan freelancejournalistiek.’ Rogmans: ‘Mensen kiezen de vereniging die bij ze past. Sommigen zijn lid van beide. Onze samenwerking met de Auteursbond zorgt ervoor dat we een breder publiek kunnen bedienen.’ En ook de samenwerking met Lira is volgens hem een hele natuurlijke, aangezien Lira Fonds collectieve middelen (afkomstig uit auteursrechten) gebruikt om educatie voor schrijvers en journalisten te ondersteunen. ‘Zij willen dat schrijvers en journalisten zich kunnen ontwikkelen, en wij hebben het netwerk en de expertise om dat te faciliteren.’
Van website naar podcast
De opleidingen van de NVJ Academy worden over het algemeen goed bezocht, en als dat niet zo is, gaan ze uit het programma. ‘Er zijn evergreens die altijd goed lopen’, vertelt Rogmans, ‘zoals Pitchen en Boekhouden. Maar het aanbod volgt de vraag en verschuift wel. Zo’n vijftienjaar geleden was bijvoorbeeld de opleiding Website bouwen heel populair, nu is er veel belangstelling voor Podcast maken.’ En ook de vorm verandert door de tijdgeest, zo blijkt. ‘Eerst gaven we de trainingen vooral klassikaal en in een saai kelderzaaltje. Nu kun je ook individuele trajecten volgen, sinds corona zijn er online trainingen bijgekomen, en we maken gebruik van beter bereikbare en leukere ruimtes, in een theater in Diemen.’
Je bent een merk
Wat is tegenwoordig bovenal belangrijk om als schrijver in te investeren en jezelf goed in te scholen? Hoewel dat in principe per persoon verschilt, zijn Hilbers en Rogmans het erover eens dat je om als schrijver mee te kunnen draaien echt meer moet kunnen dan alleen goed schrijven. ‘Je moet jezelf zien als een merk’, legt Rogmans uit. ‘Hoe bereik je je publiek? Hoe pitch je een idee? En hoe zet je jezelf neer? Dat zijn vaardigheden die net zo belangrijk zijn als je schrijftechniek. ’Hilbers beaamt dit: ‘Vroeger konden auteurs vertrouwen op uitgevers en boekhandels voor de promotie van hun werk. Nu moet je zelf aan de slag met social media, netwerken en acquisitie. En voor journalisten is dat niet anders.’ Blijf dus altijd leren, besluiten zij tezamen. ‘Dat is niet alleen noodzakelijk, maar ook gewoon een leuke investering in jezelf.’
Dit project is mede mogelijk gemaakt door Stichting Lira Fonds.
Deirdre Enthoven
Dichter Saskia de Jong leest voor uit eigen werk en gaat in gesprek met Asha Karami over hoe haar gedichten ontstaan, de schoonheid van fouten en taal die moet gisten. Ook haar bundel voor kinderen komt aan bod.
Alle stoelen zijn bezet, in de zaal in Amsterdam Oost. Op het podium zitten twee dichters aan tafel voor het gesprek. Asha Karami opent met een woordassociatie: zij noemt telkens een woord waarop Saskia de Jong met één woord mag reageren. Soms volgt het antwoord snel, soms valt er een lange stilte. De woorden komen uit het werk van Saskia. Op ‘cirkel’ antwoordde ze met ‘deugend’, op ‘jaagpad’ met ‘huis’.
De Langere Adem is een reeks schrijversgesprekken die wordt georganiseerd door stichting IWOSYG, met steun van het Lira Fonds en Stadsdeel Oost van de gemeente Amsterdam. De gesprekken vinden plaats in het gebouw De Lange Adem in Amsterdam. De reeks kende inmiddels drie eerdere edities: een interview met Kreek Daey Ouwens, een gesprek tussen Yolanda Entius en Lars Meijer, en een ontmoeting tussen Koos van Zomeren en Hans Maarten van der Brink. De vierde editie bestond uit een gesprek tussen de dichters Saskia de Jong en Asha Karami.
Haperende taal
Na de woordassociatie, leest Saskia haar eerste gedicht voor, getiteld openingsreden uit haar debuutbundel zoekt vaas. Asha vraagt zich af hoe zo’n gedicht ontstaat. Saskia moet diep graven—het is immers 21 jaar oud—maar vertelt dat ze een verzamelaar is, in dit geval van zinnen. Bij herlezing ziet ze dat ze in de kern weinig is veranderd. Veel elementen uit haar huidige werk zijn al aanwezig: humor, ordening en ook het haperen van taal. Dat stotteren beschouwt ze als een essentiële manier van communiceren. ‘Taal wordt interessant waar ze hapert, waar ze onvolkomen is,’ licht ze toe. In haar bundels laat ze fouten ook staan in een volgende druk, ze juicht feilbaarheid toe.
Gisten als wijn
Haar tweede gedicht weer ouwevrouwenzomer uit haar bundel resistent, valt op door herhalingen en verschuivingen—kenmerkend voor haar benadering van taal. Ze houdt ervan om alles opnieuw ter discussie te stellen en niets als vanzelfsprekend te nemen.
Ouwevrouwenzomer is een gedicht in opdracht en gaat over wijn, en haar werkwijze vertoont daar gelijkenis mee: ze bekijkt een onderwerp van alle kanten en wacht af welke vorm zich aandient.
Het is een kwestie van rijpen, van laten gisten—zonder er te veel bovenop te zitten. ‘Als je maar genoeg in je hoofd stopt, komt er iets uit,’ aldus Saskia. Ze ervaart veel frictie in haar leven, maar gaat dat niet uit de weg. Integendeel: ze zoekt de spanning op en zoekt vervolgens naar de kieren, de uitwegen—zoals water zijn weg naar buiten zoekt.
Actieve houding
Daarna leest ze g godgans voor, een gedicht uit haar kinderbundel De deugende cirkel. Met die bundel bezoekt ze scholen; ze vindt het een feest om voor kinderen te schrijven. Ook als ze woorden niet kennen, accepteren ze het geheel. Saskia benadert taal zoals een peuter dat doet: met het motto “zelf doen.” Kinderen hebben een actieve houding ten opzichte van taal. Achter in de bundel staan alle woorden uitgelegd—niet alleen de moeilijke. ‘Wie ben ik om te bepalen wat zij moeilijk vinden?’ zegt ze.
Pleidooi voor achteruitgang
Het vierde gedicht uit de bundel het jaagpad op en af, is een favoriet van Asha. Het valt haar op dat Saskia nooit het ‘ik’ gebruikt, maar altijd ‘wij’. Saskia vertelt gefascineerd te zijn door de mensheid— met zowel goede als slechte kanten. Ze heeft zelfs een manifest geschreven waarin ze in deze tijd van snelle vooruitgang pleit voor ‘achteruitgang’.
De middag is voorbij, we zagen een mooi inkijkje in de gedachtegang van dichters. Wat inspireert ze, hoe gaan ze om met taal? Mooi om twee dichters in gesprek te zien. Wat opvalt: ze praten beide heel rustig en behoedzaam, nemen de tijd om de juiste woorden te vinden en bieden hiermee een mooi tegenwicht in deze tijd waarin alles snel gaat.
Achtergrond dichters
Saskia de Jong is dichter. Voor haar debuut, zoekt vaas (2004), werd ze genomineerd voor de C. Buddingh'-prijs. Ook haar tweede bundel, resistent (2006), oogstte veel lof. Ze ontving er de Gedichtendagprijs 2007 voor en werd genomineerd voor de Paul Snoekprijs. In haar bundel de deugende cirkel (2010) beschrijft de Jong in gedichten voor kinderen op humoristische wijze het dierenrijk van A tot Z. Haar recentste bundel, het jaagpad op en af, verscheen in 2020. In 2021 ontving ze de A. Roland Holstprijs voor haar gehele oeuvre.
Asha Karami is dichter, jeugdarts en ringarts bij vechtsportgala's. Ze liet haar naam meermaals veranderen en sprak in haar jeugd vier talen vloeiend. In 2018 werd ze tweede op het Nationaal Kampioenschap Poetry Slam als anti-performance performer. Haar debuutbundel Godface (2019) werd lovend ontvangen en haalde nominaties binnen voor de Herman de Coninckprijs, De Grote Poëzieprijs en de E. du Perronprijs. In 2024 won ze het Charlotte Kohler stipendium.
Dorine van der Wind
Dit project is mede mogelijk gemaakt door Stichting Lira Fonds
Stichting Lira werkt samen met de Auteursbond, de NVJ, het Contractenbureau en de Stichting Rechtshulp Auteurs. Zij geven hulp en advies op maat.
Contracten met opdrachtgevers
Heb je hulp en advies nodig over contracten met opdrachtgevers? Dan kun je terecht bij de Auteursbond. De Auteursbond vertegenwoordigt letterkundigen, educatieve auteurs, boekvertalers, scenarioschrijvers, journalisten en non-fictieschrijvers, literair vertalers, misdaadauteurs, jeugdboekenschrijvers, theaterauteurs en ondertitelaars. Als je lid bent van één of meer van de tien secties van de Auteursbond, dan kun je daar terecht voor vragen over je contracten.
Freelance journalisten die lid zijn van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) kunnen daar terecht voor hulp en advies.
Juridisch advies
Voor juridische adviezen en hulp in professionele geschillen met uitgevers, omroepen, producenten en andere gebruikers van je werk (bijvoorbeeld wanneer een contract niet wordt nageleefd of wanneer inbreuk wordt gepleegd op je auteursrechten) is het van belang dat je lid bent van de Auteursbond en/óf van de NVJ en/óf aangesloten bent bij Lira. De NVJ biedt haar leden juridisch advies en rechtsbijstand en heeft advocaten in dienst die je kunnen bijstaan, bijvoorbeeld als je werk is gepubliceerd zonder toestemming.
Wie geen lid is van de NVJ, maar wel (financiële) ondersteuning nodig heeft bij een conflict, kan een aanvraag indienen bij de Stichting Rechtshulp Auteurs. Deze route staat zowel open voor leden van de Auteursbond als voor aangeslotenen van Lira.
De Stichting Rechtshulp Auteurs kan (financiële) ondersteuning bieden aan schrijvers en vertalers die bijstand of bemiddeling van juridische of boekhoudkundige aard behoeven in conflicten die verband houden met hun auteurschap. Het gaat hier dus om professionele geschillen en uitdrukkelijk niet om contracten. Meer informatie over de voorwaarden vind je in het reglement.
Het Contractenbureau
Ben je als toneel- en/of scenarioschrijver aangesloten bij Lira en wil je dat de onderhandelingen over jouw contracten gedaan worden door een deskundig onderhandelaar? Dan kun je je melden bij het Contractenbureau.
De juristen van het Contractenbureau kunnen niet alleen de juridische zaken en de contractonderhandelingen overnemen, maar ook de hele administratieve rompslomp rondom facturering en incasso. Zij rekenen daarvoor een percentage van het bedrag dat je met een door hen bemiddeld werk verdient.
Vragen over het auteursrecht
Heb je algemene vragen over het auteursrecht? Bijvoorbeeld hoe je kunt bewijzen dat je het auteursrecht op een werk hebt of welk gebruik van een werk is toegestaan? Op de website auteursrecht.nl, die wordt beheerd door de Federatie Auteursrechtbelangen, vind je heel veel informatie.
Ter gelegenheid van het afscheid van penningmeester Rien Verhoef schreef dichter Tsead Bruinja dit gedicht 'geen geringe verdienste' voor hem, met een vertaling naar het Engels van vertaler David Colmer
penningmeester het verschil tussen kruipruimte
machinekamer en vergadertafel is minimaal
voor wie zich onzichtbaar weet te maken
en tijdens mooi en slecht weer goed bewapend
zijn pappenheimers leerde kennen
en een tolk is natuurlijk geen joker
maar voor wie de handigheid met oliekan
fileermes en plumeau weet te combineren
met de speelse twinkeling die verhuld knipoogt
vanuit de dekking van een ogenschijnlijk lichtbekrulde
onderkoelde zin in een ingezonden brief
voor iemand die zich niet in de kaarten laat kijken
of bang is de soep net wat heter op te dienen
en die zich niet lamgeslagen laat begappen
door de struikrovers van het auteursrecht
bij wie je als je het waagt hem de suikertand te trekken
van een kouwe kermis thuiskomt
(en van wie je de kleinzoon zou willen zijn met hem
onder de lat op een Amstelveens voetbalveld)
over wie de ene AI tegen de andere AI
met de rug naar de februarikou voor de kapel
van een datacentercrematorium jong
welopgevoed en allebei nog maagd
over honderdzestig jaar zegt
het was een religieus verlangen dat mocht hopen
het was de heilige graal van de wetenschap
snap jij waarom dat zo maar in mij opkomt?
waarop de andere AI zegt
het is een goddelijke rug waarop wij groeiden
een begin is niet zo eenvoudig aan te geven
al is er al decennia geen sprake meer
van boek leenrecht of dikbesigaarde uitgever
daarom was er nog wel een penningmeester
voor zo’n mens raken machines later overmand
door een ultrahip ouderwets gevoel van heimwee
naar spelregels fatsoen
en babylon
No small Achievement
treasurer the difference between crawlspace
machine room and conference table is minimal
for someone who can make himself invisible
and long since learnt come rain or shine
to gird his loins with the tricks of the trade
interpreting’s no joke of course
but for someone who combines a knack
for oilcan scalpel and feather duster
with a playful gleam that winks discreetly
from the cover of what seems an undercooled
if slightly high-flown sentence in a letter to the editor
for someone who keeps them close to his chest
but dares to push the envelope
who’s not grown numb to the clapperclawing
of the royalty abstractionists
who’ll give you short shrift
if you cavil at his sweet tooth
(and whose grandson you’d like to be with him
in goal on an Amstelveen football pitch)
about whom one hundred and sixty years hence
outside the datacentre crematorium chapel
one young educated AI in conversation
with another both virgins will say
it was religious yearning granted hope
it was the holy grail of science
where’s that come from?
whereupon the other AI replies
it was a divine back on which we grew
a beginning is not that simple to mark
for decades now no mention
of lending rights or cigar-sucking publishers
but still there was a treasurer
in honour of a man like that machines will one day
be overwhelmed by an ultra-hip old-school nostalgia
for decency and rules
for Babel
Tsead Bruinja
Translated by David Colmer
De openluchtvoorstelling ‘Van Stille Grond’ verbeeldt de geschiedenis van het Drentse dorp Nieuwlande tijdens de Tweede Wereldoorlog. Middenin een weiland, onder een brandende zon, worden de toeschouwers meegetrokken in een groots heldenverhaal, dat ook een prijs kende.
In een weiland in Nieuwlande staat links een hooiberg, waarin muzikanten zitten, en rechts een halfopen huis met een schemerlamp, een tafel en stoelen. Een oudere vrouw kijkt stuurs voor zich uit, alsof ze met haar gedachten ergens anders is. Er recht tegenover staan twee tribunes. Elke plek is bezet. Van oude van dagen tot jonge kinderen, iedereen kijkt reikhalzend uit naar wat hier gaat gebeuren.
Dan klinkt het geluid van een ronkende motor. In de verte ontwaren we een bromfiets die snel dichterbij komt. Erop een man en een jong meisje. Ze naderen het huisje. De man stopt, het meisje praat honderduit. Ze is vrolijk en bijdehand. ‘Niets tegen je moeder zeggen, mevrouw Kakel’, roept de man. ‘Je weet wat er op het tegeltje staat, toch? ‘Weet te zwijgen’ lacht ze en schiet dan naar binnen.
Honderden onderduikers
Op een zonovergoten middag wordt hier in het weiland het theaterstuk 'Van Stille Grond' gespeeld, door zowel professionele acteurs als amateurs, onder leiding van creatief producent Annely Noeverman. Het betreft een voorstelling over de bijzondere gebeurtenissen in een klein veenkoloniaal dorp in het zuiden van Drenthe tijdens de Tweede Wereldoorlog. Een groot aantal inwoners was actief in het verzet en er zaten veel mensen en kinderen ondergedoken. Veel Nieuwlanders werkten daaraan mee, en hielden consequent hun mond. Waardoor Nieuwlande ook wel bekend kwam te staan als ‘het dorp dat zweeg’.
Nieuwlande werd een van de twee dorpen ter wereld, waarbij de volledige bevolking een Yad Vashem onderscheiding kreeg. Dat betreft de hoogste burgerlijke onderscheiding die Israël toekende aan niet-Joden die tijdens de Tweede Wereldoorlog Joden hadden geholpen. De drijvende kracht achter de geheime activiteiten was de nationaal bekende verzetsman, boer Johannes Post. De man die zojuist is gearriveerd op de bromfiets.
Van verleden naar heden
Onze aandacht wordt weer getrokken door de oudere vrouw (Ria Marks). Zij is Trijneke Blom-Post, de dochter van Johannes, en dus dezelfde persoon als het meisje achterop de motorfiets. In de voorstelling wordt zij oma genoemd en wordt het verhaal van Nieuwlande verteld door haar ogen. Afwisselend als jong meisje dat getuige is van wat zich er voltrekt, en als oude dame die uit haar geheugen put. Op een knappe manier schakelt het verhaal steeds van verleden naar heden en weer terug. De muziek die uit de hooiberg komt, brengt daarbij de toeschouwers met gemak in andere tijden en sferen.
In het heden arriveert al snel een journalist, Leon (Wouter van Oord), van RTV Drenthe. In verband met 80 jaar vrijheid moet hij van zijn hoofdredacteur een verhaal over Nieuwlande tijdens de oorlog schrijven. Hij zou daarvoor graag oma willen interviewen over haar vader. Maar zij heeft daar geen zin in. Ze wordt gesteund door haar kleindochter Wieke (Lusanne Arts), net als haar grootmoeder ooit, een goedgebekt meisje. ‘Dat verhaal is klaar!’ zegt oma defensief. Maar de vragen van Leon zetten wel de deur open naar haar herinneringen.
Glazen potjes
We zien hoe Duitse soldaten door een groepje kinderen de verkeerde kant op worden gestuurd - een knipoog naar Van Kooten en De Bie’s ‘Wo ist der Bahnhoff’ -. We zien rijen dorpelingen met koffers sjouwen en groepjes mensen die snel van de ene deur naar de andere worden gebracht. We zien ook hoe de informatie en opdrachten op kleine briefjes in glazen potjes onopvallend en snel werden doorgegeven, vervoerd in een kruiwagen en verstopt in de grond. ‘Deze stille grond, ze weet zoveel maar ze zegt niets’, citeert oma een oud gedicht.
Zij en kleindochter Wieke praten ondertussen over de liefde, over Tinder en over die verstrooide journalist. Oma wil Wieke wel aan hem koppelen, maar hem vertellen over het verleden en haar vader, dat ziet ze echt niet zitten. Of toch wel? Hoe meer de gebeurtenissen uit het verleden zich aan haar opdringen, hoe meer ze gaat twijfelen. Over wat er nu echt waar is, en over of ze nog altijd haar mond moet houden? Uiteindelijk vertelt ze aan Leon alsnog het verhaal dat haar vader tot een held maakte. Maar dat voor hem niet goed afliep.
Laatste klus
We kijken weer terug in de tijd. Het is Bevrijdingsdag, iedereen zwaait vrolijk met vlaggetjes. Maar dan wordt die vreugdevolle scène plotseling doorkruist door de beklemmende herinnering van oma, aan hoe haar vader tegen het eind van de oorlog een paar vastgezette verzetsmannen wilde helpen bevrijden, maar daarbij zelf de dood vond.
Als oma haar verhaal heeft verteld is ze moe. ‘Gaan jullie maar’, zegt ze tegen Wieke en Leon, die elkaar inmiddels echt lijken te hebben gevonden. Ze trekken zich giechelend terug in de hooiberg.
Dan verschijnt de bromfiets weer, Post komt zijn dochter halen. ‘Je had die laatste klus nooit moeten doen’, zegt het kleine meisje tegen haar vader. ‘Ik kon niet anders’, zegt hij. ‘Maar je liet ons in de steek. Ik heb je gemist. De verzetsheld was er altijd, maar de vader niet.’ Ze stapt achterop en samen rijden ze weg, het weiland in. De eeuwigheid in. Langzaam verdwijnen ze uit het oog en laten het publiek sprakeloos achter.
Dit project is mede mogelijk gemaakt door Stichting Lira Fonds.
Deirdre Enthoven
Lisette Thooft (72) en haar dochter Pauline Bijster (42) zijn beide journalist en schrijver van verschillende boeken. Lisette heeft daarnaast ook veel succes als rebalancer (rebalancing is een vorm van lichaamswerk), Pauline als communicatieadviseur.
Lisette, zat het schrijven er bij jou altijd al in?
Lisette: ‘Dat denk ik wel, maar het werd uit nood geboren. Ik was oorspronkelijk secretaresse en daarna lerares, maar toen ik Pauline kreeg wilde ik meer thuis zijn en ben ik gaan schrijven. Mijn ideaal was om romanschrijver te worden, met een schrijfhuisje in Portugal. Mijn enige poging was een mislukking. Non-fictie bleek mij een stuk beter af te gaan.’
Pauline, ben jij door je moeder gaan schrijven?
Pauline: ‘Als mijn moeder me meenam naar de redactie van het Algemeen Dagblad of NRC, dacht ik, wat een rare, sjofele mensen zitten hier. Mijn plan was om geen journalist te worden. Dat is niet gelukt. Ik ging cultuurwetenschappen studeren en werkte in de horeca. Net als mijn moeder wilde ik na de geboorte van mijn eerste kind meer thuis zijn. En net als zij bleek het schrijven mij te liggen.'
Lisette, hoe vond je het dat je dochter ook ging schrijven?
Lisette: ‘Ik was meteen super trots. Ze doet het zo goed, en dat succes zoals zij dat kent, dat heb ik nooit gehad.’
Pauline: ‘Welk succes?’
Lisette: ‘Dat een column viraal gaat, bijvoorbeeld. En dat je zoveel likes krijgt. Dat is toch fantastisch!’
Pauline: ‘Ik ben natuurlijk ook journalist geworden in een tijd dat social media opkwam, dat bestond bij jou nog niet. Ik vaar mee op die ontwikkeling.’
Lisette, jij schrijft nog altijd, maar timmert sinds een aantal jaar ook aan de weg als rebalancer, wat houdt dat precies in?
Lisette: ‘Rebalancing is emotioneel lichaamswerk waarbij ik diepe bindweefselmassages aan mensen geef. Ik zat altijd enorm in mijn hoofd en was bang voor andere mensen. Een astroloog zei mij meerdere keren: ‘Professioneel aangeraakt worden is goed voor iedereen, maar voor jou is het een must.’ Uiteindelijk ging ik naar een rebalancer. Ik vond het zo indrukwekkend dat ik besloot het zelf te gaan doen. Het werd de ommekeer in mijn leven. En mijn praktijk is zo succesvol dat ik alleen nog schrijf wat ik zelf wil. Ik zal altijd blijven schrijven, ik geniet van vrijwel elk deel ervan. Ik heb er alleen last van dat ik het toch belangrijk vind hoeveel boeken ik verkoop en dat ik bevestiging wil hebben dat het goed is. Kinderachtig eigenlijk.’
Pauline, recent verscheen jouw nieuwe boek ‘Een nieuw leven’. Heb jij ook last van die verkoopstress?
Pauline: ‘Ik vind het lastig dat je echt de boer op moet met een boek. Ik geef nu veel interviews, en dan krijg ik reacties als: ‘Wat een leuk interview’. Ik antwoord dan, ‘Ik ben vooral benieuwd naar wat je van het boek vindt!’ Ik wil dat zo’n interview aanzet tot verkoop, maar dat heb je niet in de hand.’
Lisette: ‘Dat is het gevaar van interviews geven. Mensen denken daardoor de boodschap al te kennen en gaan dat boek niet kopen. Je moet ze wel iets geven, maar op een manier dat ze meer willen weten.’
Pauline, ook jij doet naast het schrijven andere dingen. Haal je daar ook zoveel voldoening uit?
Pauline: ‘Toen ik het even gehad had met de journalistiek, ben ik als communicatieadviseur op de Erasmus Universiteit gaan werken. Nu doe ik datzelfde voor de TU Delft, in deeltijd. Het levert vooral een stabiel inkomen op. Maar het leuke van de journalistiek vind ik dat er altijd weer een wereld voor je opengaat. Schrijven is nooit saai. Ik ben toch weer gaan freelancen. Nu doe ik het alweer jaren allebei.’
Lijken jullie schrijfstijlen op elkaar?
Pauline: ‘Ik denk dat ik onder mijn moeders naam een stuk zou kunnen schrijven en dat het niemand zou opvallen.’
Lisette: ‘Sterker, we hebben dat wel eens gedaan. Ik had een grote klus en weinig tijd. Toen hebben we het onder mijn naam samen geschreven. Ik heb er nooit iets op terug gehoord.’
Pauline: ‘We schrijven wel over andere onderwerpen. En mijn moeder is uitgesprokener, radicaler en minder bang voor kritiek. Maar onze stijl komt zeker overeen, en we spellen ook beiden heel goed. Dat heb ik echt van mijn moeder meegekregen.’
Lisette: ‘En ik van mijn moeder!’
Hebben jullie wel eens iets samen geschreven, wat onder jullie beider namen werd gepubliceerd?
Pauline: ‘Behalve die ene keer dat we dat illegaal deden, niet. Misschien komt dat nog wel een keer. Als een onderwerp zich daar goed voor leent.’
Lisette: ‘Een non-fictieboek misschien….’
Pauline: ‘Of een substack of ander online account. Wie weet, als we een keer tijd over hebben, dat het er nog eens van komt.’
Wat vind jij het mooiste dat Pauline heeft geschreven?
Lisette: ‘Ik bewonder bovenal hoe Pauline zich weet te verbinden met haar onderwerp, wát dat ook is. Pauline schrijft, net als ik destijds, voor veel verschillende titels. Ik las een keer een stuk van haar in Kampioen over een dagje vissen op zee. Op een bepaald moment moest ik een beetje huilen. Dat is echt Paulines kwaliteit, waar het ook over gaat, ze stopt er iets in wat je raakt in je hart.’
Pauline, welk werk bewonder je van jouw moeder?
Pauline: ‘Het vorige boek, ‘Vrienden worden met je lijf’, vond ik heel goed. De manier waarop het is geschreven is luchtig en tegelijk ontroerend. Dat vind ik zo knap.’
Lisette: ‘Ik vind mijn laatste boek, ‘Jezelf vergeven (voor alles)’ mijn beste boek. Het gaat erover dat je jezelf moet vergeven, ook voor wat een ander jou heeft aangedaan. Als je jezelf kan vergeven, is die ander niet meer belangrijk. Als ik het teruglees, klopt het helemaal.’
Lisette Thooft (1953) is rebalancer, publicist en schrijfster van ruim twintig non-fictieboeken over spiritualiteit, emancipatie en persoonlijke ontwikkeling. Ze studeerde Engelse taal- en letterkunde. Na het winnen van een schrijfwedstrijd in 1983, werkte ze voor onder meer Cosmopolitan, De Volkskrant, Happinez, was ze hoofdredacteur van Genoeg en redacteur bij Volzin. In 2015 begon ze met de opleiding tot rebalancer. Daarna startte ze een eigen praktijk in Rotterdam. Haar meest recente boek is ‘Jezelf vergeven (voor alles) - Waarom het moet, en hoe je het doet’ (2024, Uitgeverij Lucht).
Pauline Bijster (1983) is schrijfster, freelancejournalist en communicatieadviseur. Ze studeerde Algemene Cultuurwetenschappen. In 2010 debuteerde ze met de roman ‘Slash/mama’. Ze schreef/schrijft onder meer voor Volkskrant Magazine, Parool, Vrij Nederland, Opzij en Happinez. Ook publiceerde ze tientallen columns en blogs, geeft ze lezingen en werkt ze als communicatieadviseur aan de TU Delft. In maart 2025 verscheen haar nieuwe boek ‘Een nieuw leven - Alles wat je moet weten over je lichaam en geest na de bevalling –‘(Uitgeverij Balans).
Deirdre Enthoven
Hoe bedreigend is AI voor ondertitelaars? We vragen het aan Esther Daams, sinds vijf jaar voorzitter van de sectie Ondertitelaars bij de Auteursbond. ‘Sommige ondertitelbureaus vragen medewerkers om machinevertalingen te redigeren — tegen de helft van hun normale tarief. Er zijn mensen die dat doen omdat ze anders helemaal geen werk meer hebben.’
Op het LinkedIn-profiel van Esther Daams staat: Kicking ChatGPT’s ass on a daily basis. Een uitspraak die veel zegt over haar visie op de AI ontwikkelingen. In 2022 werd ze al geïnterviewd door Trouw over de dalende tarieven voor ondertitelaars. Het vak werd hierdoor al bedreigd, de laatste twee jaar is AI daarbij gekomen.
Zag je de opkomst van AI meteen als een bedreiging voor het vak?
‘Niet direct. In het begin had ik nog de illusie dat mensen kwaliteit zouden blijven waarderen. Toen ik de eerste AI-gegenereerde ondertitels zag, schrok ik van de beroerde kwaliteit. Ik dacht: wie wil dit nou? Maar daarin heb ik me vergist. AI wordt gekozen om financiële redenen, niet vanwege de kwaliteit. Wat opvalt is dat veel streamingdiensten Engelstalig zijn en geen ondertiteltraditie kennen. Doordat ze geen ervaring met goede ondertitels hebben, kiezen streamingdiensten eerder voor AI. In Nederland en Scandinavië zijn we juist experts op dit gebied.’
Wat maakt ondertitelen typisch mensenwerk?
‘Een goede ondertiteling vangt de essentie van wat er wordt gezegd, in een toon die past bij hoe Nederlanders zouden reageren. Machines vertalen te letterlijk, begrijpen geen ironie of sarcasme, en houden geen rekening met leessnelheid. Daardoor geven ze vaak te veel informatie in te weinig tijd. Als kijker krijg je dan een gejaagd gevoel.’
Kan AI ook helpen bij je werk?
‘Voor mij niet. Sommige ondertitelbureaus vragen medewerkers om AI-vertalingen te redigeren — tegen de helft van hun normale tarief. Er zijn mensen die dat doen omdat ze anders helemaal geen werk meer hebben. Soms mag je dan alleen het begin, het midden en het eind controleren, maar moet je wel je naam eronder zetten, zodat het lijkt alsof het hele werk door een ondertitelaar is gedaan. Dat is misleiding.’
Wat doet de sectie Ondertitelaars om het beroep te beschermen?
‘We willen vooral collectief optreden, samen met vertalers en journalisten. Want ook zij zullen hiermee te maken krijgen. Samen staan we sterker.’
Welke acties zijn er al ondernomen?
‘We hebben de Instagram- en Facebookpagina Bijzondertitels, waarop we slechte machinevertalingen laten zien om bewustwording te creëren. We roepen mensen ook op om fouten te melden bij streamingdiensten — daar zijn ze soms nog gevoelig voor.
Je betaalt voor zo’n dienst, dan mag je kwaliteit verwachten. Bij Pathé Thuis kun je bijvoorbeeld je geld terugvragen. Al zie je wel dat klachten tegenwoordig vaak door chatbots worden afgehandeld, dus de vraag is hoe effectief het nog is.’
Moet er ook iets veranderen in de wet- en regelgeving?‘
Zeker. Er zou transparantie moeten komen: als een vertaling door een machine is gegenereerd, moet dat erbij staan. En er mag niet zomaar de naam van een professionele ondertitelaar onder, als die slechts delen heeft aangepast.’
Wat kun je als individuele ondertitelaar doen?
‘Het is begrijpelijk dat veel collega’s helemaal zijn afgehaakt of voor een lagere prijs via bureaus blijven werken, gewoon om nog iets te verdienen. Maar sluit je in ieder geval aan bij de Auteursbond. Alleen samen kunnen we invloed uitoefenen.’
Wat moet er nog meer gebeuren?
‘Mensen moeten zich realiseren dat kwaliteit geld kost. In Nederland is de laaggeletterdheid hoog, en ondertitels zijn de meest gelezen teksten. Vooral voor kinderen die leren lezen is het cruciaal dat ze geen rommel voorgeschoteld krijgen. De beste ondertitels zijn die waarvan je na afloop denkt: ‘Waren die er eigenlijk wel?’. Dan heb je alles meegekregen zonder dat het opviel — dat is vakmanschap.’
Hoe zie je de toekomst?
‘Er lijkt een kleine kentering gaande: sommige mensen beginnen te beseffen dat de kwaliteit tekortschiet. Een keer vroeg een bureau me expliciet om niet met AI te werken — dat is een goed teken. Er wordt vaak geroepen dat AI steeds beter wordt, maar op dit moment is op dit moment is het een kwalitatief armoedig product. Je koopt toch ook geen krakkemikkige auto omdat die in de toekomst misschien beter wordt?’
In een reeks thematische interviews onderzoekt Lira Nieuws de effecten van AI op schrijvers.
Dorine van der Wind
De links voor de mensen die willen klagen over de slechte kwaliteit van ondertitels.
NPO: https://npo.nl/service/contact-service
Netflix: In de app of op je pc kun je klikken op het vlaggetje rechtsboven in beeld.
Zie ook: https://help.netflix.com/nl/node/104515
HBO Max: https://help.hbomax.com/nl/Feedback/index (of: klantenservice@hbomax.com)
Disney: https://help.disneyplus.com/nl-NL
Talpa: kijkersvragen@talpanetwork.com
Met het ‘Doorgeefgedicht’ biedt Lira Nieuws dichters een podium waarop ze, zonder eisen of voorwaarden vooraf, nieuw eigen werk kunnen presenteren. Om daarna het stokje door te geven. Kreek Daey Ouwens is nu aan de beurt.
Kenmerkend voor het werk van Kreek Daey Ouwens is de vermenging van herinnering en verbeelding. Verwondering en angst, verbondenheid en isolement, liefde, dood, rouw zijn terugkerende thema's. In 2013 ontving ze de Leo Herbergh-poëzieprijs. De Achterkant werd in 2011 genomineerd voor de VSB-poëzieprijs. De bundel Guillaume in 2021 voor de grote poëzieprijs en voor de Herman De Coninck-prijs. In 2023 werd haar de vierjaarlijkse prijs van de koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren toegekend voor Guillaume. Recent verscheen de verzamelbundel Mijnwerk bij de Wereldbibliotheek. De bundel 23 Huizen om te wonen zal worden uitgegeven door het Poëziecentrum in Gent.
Voor de volgende editie geeft zij de opdracht door aan Emma Crebolder. ‘Als door het leven aangeraakt… De poëzie van Emma Crebolder onderscheidt zich door een uiterst muzikale taal en zeggingskracht. Een bezweren. Een zingen. De woorden, de beelden lijken voort te komen uit een ver verleden. Een oertijd. Planten en vreemde gewassen. Het Kind, dat als eerste woord de naam uitspreekt van een schildpad in een Afrikaans thuis. In haar voordracht lijkt Emma samen te vallen met een wereld van oorsprong, van verdwijnen. Het ‘Oude Meisje', dat het mysterie van het leven bezingt.
RAUW
Ik heb nog geen benul van jouw sokken,
zoals jij geen enkel benul hebt
van de angsten die ik met mij mee draag.
Ik draai ze in krullen, besprenkeld met suikerwater,
zoals oma mij dat geleerd heeft. Het is koud.
Het is hoe langer hoe kouder. De zee is bevroren.
Krijsende meeuwen in een lege lucht.
Ik zoek jouw hand. Op de meeuwen
hangt hij los,
Wachten, zegt oma
Alleen dan zal het gaan...
Ten slotte is er het stil staan
Ik heb een gele jurk gekocht
Ik sta in de rij
Jouw kist gewoon een houten kist
Ik blijf staan
Ik kan niet anders dan blijven staan
Felgele zonnebloem Zonder wortels,
Ik kan een grootmoeder zijn
Ik trek soep van botten
Ik koop een gemene hond
Nooit eerder de spinnenwebben gezien die aan het plafond hangen
Meeuwen, uiteengereten door de wind,
één meeuw glimlacht
Kreek Daey Ouwens