Begin juni 2015 komt Lira's aangeslotenenvergadering in De Balie bijeen om te horen hoe het Lira in het jaar 2014 is vergaan is en wat de vooruitzichten zijn voor de jaren 2015 en 2016. Een paar dingen vallen op. Het is in 2014 niet zo slecht gegaan als door menigeen werd gevreesd. Het financiële verlies kon dankzij bezuinigingen beperkt gehouden worden tot nog geen 60 mille, en Lira's achteruitgang in haar vermogenspositie kon daardoor gestuit worden op een positief saldo van drie miljoen euro. Dat geeft aan het overgangsjaar 2015 een goede start op weg naar herstel.
Toch zou je meer hebben mogen verwachten van het jaar 2014 waarin de Amsterdamse rechtbank de Nederlandse scenarioschrijvers in het gelijk stelde in de kabelzaak. Het blijkt dat er nogal wat tijd gaat zitten tussen het moment dat rechters uitspraak doen en het moment dat op de bankrekeningen de positieve resultaten zichtbaar worden. Het heeft nog tot april 2015 geduurd voordat enig positief gevolg uit de gerechtelijke winst geboekt kon worden. Misschien dat er pas in het laatste kwartaal van 2015 een enigszins 'ouderwetse' geldstroom op gang gaat komen. Vandaar dat er ook een zekere terughoudendheid te lezen valt uit de Lira-begroting voor het jaar 2015 die onlangs het bestuur passeerde. Omdat de gelden voor het Lira Fonds in de regel 10% vormen van de uitgekeerde Lira-gelden, is het ook bij het Lira Fonds nog lang geen permanent feest. Maar de verwachtingen zijn niet echt slecht en zeker niet hopeloos.
Het doorvoeren van de bezuinigingen is voor het Lira-bestuur (dat gelijk is aan het Lira Fonds-bestuur) bijna net zo pijnlijk geweest als voor de gekorte partijen. Er is aan de bestuurstafel uitvoerig en vaak met smart gediscussieerd over prioriteitstellingen en na de prioriteitstellingen kwamen de percentages aan bod en vervolgens moesten de pijnlijke boodschappen nog uitgevent worden, ook al was één van de uitgangspunten bij de verdeling van de pijn dat er als gevolg van een en ander geen ontslagen in onze eigen of verwante organisaties zouden mogen vallen.
Ondanks het wederzijdse begrip was het een operatie die beide partijen pijn deed: de schenkers evenveel als de ontvangers.
Lira's werkterrein, grofweg in twee compartimenten te onderscheiden: audiovisueel en geschriften, laat nog een tweetal actuele gevechten zien: de vrijwillig collectief te regelen EMS (audiovisuele extra media services zoals video-on-demand) en de eveneens collectief te regelen exploitatie van digitale kopieën. Mij past enige terughoudendheid met betrekking tot laatstgenoemde Reprorecht-activiteit, maar het is zeker niet zo dat er belangrijke ontwikkelingen aan de opmerkzaamheid van het Lira-bestuur ontsnappen.
Wait and see, zou ik zeggen.
Kees Holierhoek, vz Lira
Audiovisuele ontwikkelingen zijn er volop. Ze krijgen wellicht niet allemaal de aandacht die ze verdienen, maar dat betekent niet dat ze maar beter over het hoofd gezien kunnen worden. Er wordt heel hard gewerkt aan de herziening van stapels contracten, terwijl ondertussen de onderhandelingen worden voortgezet, want het is nog een hele slag van vonnis naar daarop passende overeenkomsten.
Op 22 januari 2015 heeft Lira (samen met Vevam en Norma) een Convenant gesloten met RODAP (het samenwerkingsverband van producenten, omroepen en distributeurs). In dit Convenant zijn afspraken vastgelegd over een nieuw vergoedingssysteem voor de filmmakers (scenaristen, regisseurs en acteurs).
Na jaren van onderhandelingen en juridische procedures, is nu overeenstemming bereikt over een vergoedingsregeling die, vooruitlopend op de inwerkingtreding van het nieuwe wetsvoorstel Auteurscontractenrecht, voorziet in een vergoeding voor filmmakers voor lineaire doorgifte (BMS) en video-on-demand diensten (EMS). Dit wetsvoorstel is intussen op 12 februari 2015 door de Tweede Kamer aangenomen en treedt mogelijk al op 1 juli 2015, na behandeling door de Eerste Kamer, in werking. (En anders op 1 januari 2016). Het Auteurscontractenrecht heeft als doel de positie van de makers ten opzichte van uitgevers, producenten en exploitanten te versterken.
Voor video-on-demand-diensten zoals tv-programma’s en films op bestelling via verschillende platforms en schermen (televisie, tablets, smartphones, home cinema’s etc.) is voor 2015 een lumpsum-vergoeding overeengekomen. RODAP betaalt een vaste vergoeding aan Lira, Vevam en Norma. Een expertgroep zal de markt van on-demand diensten in kaart brengen om te komen tot een tariefstelsel vanaf 1 januari 2016. Het is de bedoeling dat de filmmakers voortaan meedelen in de exploitatie, via een omzet-gerelateerd (proportionele) vergoeding.
In het Auteurscontractenrecht krijgen de hoofdfilmmakers (scenaristen, regisseurs en hoofdrolspelers) een niet voor afstand vatbare aanspraak op een billijke en proportionele vergoeding voor de ‘lineaire doorgifte’ (uitzendingen en doorgifte via bijvoorbeeld kabel en satelliet) van de films en tv-programma’s van hun hand. Deze vergoedingen worden verplicht collectief geïncasseerd. Voor de lineaire televisie-uitzendingen en voor ‘uitzending gemist’-diensten tot 14 dagen na de uitzending en waarvoor de consument niet extra betaalt, worden door alle Nederlandse distributeurs de komende vijf jaar aan Lira, Vevam en Norma een bedrag per abonnee per maand betaald.
Nadat de Amsterdamse rechter Lira in augustus 2014 grotendeels in het gelijk stelde en de kabelmaatschappijen UPC, Ziggo en Delta/Zeelandnet veroordeelde tot het betalen van de kabelvergoedingen, hebben de kabelaars en RODAP hoger beroep aangetekend. De vergoedingen die door RODAP op basis van het Convenant moeten worden betaald, gaan in vanaf 1 januari 2015. Voor de vergoedingen die nu nog ontbreken voor de periode vanaf 1 oktober 2012, zal mogelijk verder moeten worden geprocedeerd om tot vaststelling van de door Lira geleden schade te komen.
HV
De Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB) is een procedure tegen de Stichting Leenrecht begonnen, niet uit vijandigheid jegens bibliotheken en wat ze doen, maar je zou kunnen zeggen: juist uit sympathie voor het soort van uitleningen waarvoor Stichting Leenrecht ooit is opgericht. Onmiddellijk na deze dagvaarding zijn de Stichting Lira en het Nederlands Uitgeversverbond (NUV) daaropvolgend 'tussengekomen' zoals dat heet. Dat wil zeggen dat ze volop als belanghebbende partijen in de procedure meedoen.
De bedoeling van de advocaat van de VOB is duidelijk: hij wil op zo kort mogelijke termijn via zogenoemde prejudiciële vragen ten gunste van de bibliotheken de toestemming op Europees niveau afdwingen om ebooks onder de werking van de leenrechtexceptie uit te mogen lenen. Bibliotheken immers zouden het liefst zien dat ze ebooks als gewone boeken zouden mogen uitlenen, wellicht met bijvoorbeeld een tariefverschil dat dan -net als nu- in de Stichting Onderhandelingen Leenvergoedingen (StOL) zou moeten worden vastgesteld.
Gewone papieren boeken vallen zoals bekend al lang onder het gewone leenrecht. Afrekening van het verschuldigde leengeld onder auteurs en uitgevers vindt plaats op grond van tarieven die via de paritair samengestelde in de Auteurswet beschreven Stichting Leenrecht worden bepaald.
Genoemde gerechtelijke procedure zou zich volgens de VOB moeten blijven beperken tot het repertoire dat in de traditionele bibliotheek het meest wordt uitgeleend. Boeken dus, maar dan in digitale vorm.
De Stichting Leenrecht stelt zich passief maar tot medewerking bereid op. Het bestuur van deze uit schrijvers en uitgevers bestaande eigenrechtorganisatie is bereid om zodra partijen over de digitale uitleen overeenstemming zouden bereiken, de incasso en primaire repartitie van de vergoedingen op zich te nemen, zoals dat ook nu al vele jaren bij de uitleen van gewone (lees: papieren) geschriften gebeurt.
Uitgevers daarentegen lijken problemen te hebben met een onbeperkte bevoegdheid van bibliotheken om tot uitleen van gedigitaliseerde geschriften over te gaan, bevreesd als zij zijn dat deze ontwikkeling hun commerciële verkoopmarkt ernstig zal verstoren.
Onder auteurs zal een belangrijke rol in de pro- of contra-houding gespeeld worden door de aard van het uitleensysteem, de daaraan verbonden opbrengsten en de hevigheid waarmee de prijs van het traditionele boek en daaruit voortvloeiende royalty's door de nieuwe uitleenvormen zouden kunnen worden bedreigd.
De Haagse rechtbank heeft in de zomer van 2014 een comparitie van partijen gehouden waarna kort geleden een uitspraak volgde waarin de rechters prejudiciële vragen aan het Europese Hof van Justitie hebben voorgelegd. Daardoor is het antwoord op de vraag 'vallen uitleningen van ebooks onder het leenrecht?' een Europees probleem geworden.
Het zal dan ook nog wel even duren voordat daarop een antwoord komt.
KH
2014, een jaar dat bepaald werd door schermutselingen (Rodap, Blendle), werd afgesloten met een victorie voor Lira en Pictoright in een lang slepend conflict met de gemeente Leiden. In 2012 zette het Regionaal Archief Leiden (RAL) honderdduizenden artikelen uit Leidse dagbladen online. De toenmalige CDA-wethouder Jan-Jaap de Haan (Cultuur) roemde dat initiatief als een ‘vorm van service met enorm maatschappelijk belang’. Daar valt natuurlijk niet aan te tornen, maar helaas was verzuimd vooraf overleg te voeren met de schrijvers van die artikelen en met de fotografen en illustratoren. Van enige vergoeding was al helemaal geen sprake. De uitgever van het Leids Dagblad was keurig geraadpleegd, freelancers werden genegeerd, een flagrante schending van hun auteursrecht. Lira protesteerde daartegen, waarop het RAL een campagne startte om de auteursrechtenorganisatie en de aangesloten freelancers te kijk te zetten als graaiers die overal geld uit proberen te slaan. Wethouder De Haan: ‘Onze overtuiging is dat we de freelancer beter dienen dan Lira op dit moment doet.’ Ton van Brussel, oud-hoofdredacteur van het Leids Dagblad, deed publiekelijk grootmoedig afstand van zijn auteursrecht – een gratuite geste aangezien hij geen freelancer was. Ook andere prominenten (ondermeer de historicus Hans Blom) die daarbij niets te verliezen hadden, werden ingezet voor een propagandaoffensief dat via de kolommen van het Leids Dagblad gevoerd werd.
Vele pogingen om een redelijke oplossing te vinden voor het geschil dat ontstond door de opzettelijke omissie van het RAL om de rechten van freelancers te regelen, stuitten op de onwrikbare houding van de gemeente Leiden. Dat had oplopende advocaatkosten tot gevolg en een site die tijdelijk op zwart werd gezet. Een loss-loss scenario dus.
Eind vorig jaar deed de rechtbank Den Haag uitspraak in de zaak die Lira en Pictoright tegen de gemeente Leiden hadden aangespannen. Daarin werden alle belangrijke vorderingen van beide auteursrechtorganisaties toegewezen. Het RAL had volgens de rechtbank Den Haag in strijd met het geldende auteursrecht artikelen van freelancers op de site gezet en moest die verwijderen, tenzij alsnog toestemming zou worden verkregen. Leiden werd veroordeeld tot het betalen van de door Lira en Pictoright gemaakte juridische kosten (ruim 45.000 euro).
Maar die financiële compensatie is niet de belangrijkste winst in deze zaak. Dat een gemeentelijke overheid zo duidelijk door een rechter op de vingers wordt getikt voor het schenden van de auteurswet, betekent voor Lira vooral een principiële overwinning. Na dit vonnis heeft genoemde gemeente nu, na jaren, alsnog de deur geopend voor onderhandelingen met Lira en Pictoright voor het verkrijgen van een licentie. Het had ook sneller gekund.
KS
De Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB) is een procedure tegen de Stichting Leenrecht begonnen, niet uit vijandigheid jegens bibliotheken en wat ze doen, maar je zou kunnen zeggen: juist uit sympathie voor het soort van uitleningen waarvoor Stichting Leenrecht ooit is opgericht. Onmiddellijk na deze dagvaarding zijn de Stichting Lira en het Nederlands Uitgeversverbond (NUV) daaropvolgend 'tussengekomen' zoals dat heet. Dat wil zeggen dat ze volop als belanghebbende partijen in de procedure meedoen.
De bedoeling van de advocaat van de VOB is duidelijk: hij wil op zo kort mogelijke termijn via zogenoemde prejudiciële vragen ten gunste van de bibliotheken de toestemming op Europees niveau afdwingen om ebooks onder de werking van de leenrechtexceptie uit te mogen lenen. Bibliotheken immers zouden het liefst zien dat ze ebooks als gewone boeken zouden mogen uitlenen, wellicht met bijvoorbeeld een tariefverschil dat dan – net als nu – in de Stichting Onderhandelingen Leenvergoedingen (StOL) zou moeten worden vastgesteld.
Gewone papieren boeken vallen zoals bekend al lang onder het gewone leenrecht. Afrekening van het verschuldigde leengeld onder auteurs en uitgevers vindt plaats op grond van tarieven die via de paritair samengestelde in de Auteurswet beschreven Stichting Leenrecht worden bepaald.
Genoemde gerechtelijke procedure zou zich volgens de VOB moeten blijven beperken tot het repertoire dat in de traditionele bibliotheek het meest wordt uitgeleend. Boeken dus, maar dan in digitale vorm.
De Stichting Leenrecht stelt zich passief maar tot medewerking bereid op. Het bestuur van deze uit schrijvers en uitgevers bestaande eigenrechtorganisatie is bereid om zodra partijen over de digitale uitleen overeenstemming zouden bereiken, de incasso en primaire repartitie van de vergoedingen op zich te nemen, zoals dat ook nu al vele jaren bij de uitleen van gewone (lees: papieren) geschriften gebeurt.
Uitgevers daarentegen lijken problemen te hebben met een onbeperkte bevoegdheid van bibliotheken om tot uitleen van gedigitaliseerde geschriften over te gaan, bevreesd als zij zijn dat deze ontwikkeling hun commerciële verkoopmarkt ernstig zal verstoren.
Onder auteurs zal een belangrijke rol in de pro- of contra-houding gespeeld worden door de aard van het uitleensysteem, de daaraan verbonden opbrengsten en de hevigheid waarmee de prijs van het traditionele boek en daaruit voortvloeiende royalty's door de nieuwe uitleenvormen zouden kunnen worden bedreigd.
De Haagse rechtbank heeft in de zomer van 2014 een comparitie van partijen gehouden waarna kort geleden een uitspraak volgde waarin de rechters prejudiciële vragen aan het Europese Hof van Justitie hebben voorgelegd. Daardoor is het antwoord op de vraag 'vallen uitleningen van ebooks onder het leenrecht?' een Europees probleem geworden.
Het zal dan ook nog wel even duren voordat daarop een antwoord komt.
KH
2014, een jaar dat bepaald werd door schermutselingen (Rodap, Blendle), werd afgesloten met een victorie voor Lira en Pictoright in een lang slepend conflict met de gemeente Leiden. In 2012 zette het Regionaal Archief Leiden (RAL) honderdduizenden artikelen uit Leidse dagbladen online. De toenmalige CDA-wethouder Jan-Jaap de Haan (Cultuur) roemde dat initiatief als een ‘vorm van service met enorm maatschappelijk belang’. Daar valt natuurlijk niet aan te tornen, maar helaas was verzuimd vooraf overleg te voeren met de schrijvers van die artikelen en met de fotografen en illustratoren. Van enige vergoeding was al helemaal geen sprake. De uitgever van het Leids Dagblad was keurig geraadpleegd, freelancers werden genegeerd, een flagrante schending van hun auteursrecht. Lira protesteerde daartegen, waarop het RAL een campagne startte om de auteursrechtenorganisatie en de aangesloten freelancers te kijk te zetten als graaiers die overal geld uit proberen te slaan. Wethouder De Haan: ‘Onze overtuiging is dat we de freelancer beter dienen dan Lira op dit moment doet.’ Ton van Brussel, oud-hoofdredacteur van het Leids Dagblad, deed publiekelijk grootmoedig afstand van zijn auteursrecht – een gratuite geste aangezien hij geen freelancer was. Ook andere prominenten (ondermeer de historicus Hans Blom) die daarbij niets te verliezen hadden, werden ingezet voor een propagandaoffensief dat via de kolommen van het Leids Dagblad gevoerd werd.
Vele pogingen om een redelijke oplossing te vinden voor het geschil dat ontstond door de opzettelijke omissie van het RAL om de rechten van freelancers te regelen, stuitten op de onwrikbare houding van de gemeente Leiden. Dat had oplopende advocaatkosten tot gevolg en een site die tijdelijk op zwart werd gezet. Een loss-loss scenario dus.
Eind vorig jaar deed de rechtbank Den Haag uitspraak in de zaak die Lira en Pictoright tegen de gemeente Leiden hadden aangespannen. Daarin werden alle belangrijke vorderingen van beide auteursrechtorganisaties toegewezen. Het RAL had volgens de rechtbank Den Haag in strijd met het geldende auteursrecht artikelen van freelancers op de site gezet en moest die verwijderen, tenzij alsnog toestemming zou worden verkregen. Leiden werd veroordeeld tot het betalen van de door Lira en Pictoright gemaakte juridische kosten (ruim 45.000 euro).
Maar die financiële compensatie is niet de belangrijkste winst in deze zaak. Dat een gemeentelijke overheid zo duidelijk door een rechter op de vingers wordt getikt voor het schenden van de auteurswet, betekent voor Lira vooral een principiële overwinning. Na dit vonnis heeft genoemde gemeente nu, na jaren, alsnog de deur geopend voor onderhandelingen met Lira en Pictoright voor het verkrijgen van een licentie. Het had ook sneller gekund.
KS
Onlangs kopten twee kwaliteitskranten dat het 'de schuld van het auteursrecht' was, of iets van gelijke strekking. Dat ging over het digitaliseren en online ter beschikking stellen van de archieven van de publieke omroep. Met publiek geld gemaakte programma's zouden zonder belemmeringen aan het publiek terug moeten worden gegeven, is de gedachte. Een prachtige gedachte. Wie prijst zich niet gelukkig in deze tijd te leven, waarin zo'n schat aan bronnen uit het verleden vanachter je bureau of zelfs uit je luie stoel te raadplegen valt. Nooit eerder was ons erfgoed zo toegankelijk. Waarom moeten makers en hun collectief beheersorganisaties (cbo's) toch zulke spelbrekers zijn? Waarom moet Lira een rechtszaak beginnen tegen een goedbedoelend regionaal archief dat het lokale erfgoed beschikbaar wil stellen?
Het eerste, flauwe antwoord is: omdat het niet mag van de wet. Wie werk openbaar maakt, moet daarvoor toestemming van de betrokken makers, de rechthebbenden, krijgen. Een tweede antwoord is, dat met de komst van internet auteursrechten enorm onder druk zijn komen te staan. Lira heeft uit haar aard de verplichting hiertegen in het geweer te komen. Als we niet oppassen, wordt door piraterij of gewoon door een slordige omgang met het werk van makers het auteursrecht fataal uitgehold. Maar vanzelfsprekend wil ook Lira dat iedereen op een legale en duurzame manier kennis kan nemen van het werk dat makers in het verleden hebben geproduceerd.
Om een heel archief online beschikbaar te maken, of het nu kranten of televisieprogramma's betreft, moeten alle makers die bij de productie daarvan betrokken zijn geweest, worden opgespoord. Vastgesteld moet worden wie als zelfstandige werkte, in dienstverband berust het auteursrecht immers bij de werkgever. Journalisten en fotografen, of scenarioschrijvers, regisseurs, acteurs en musici – stuk voor stuk moeten ze benaderd worden en om toestemming gevraagd. Onbegonnen werk. Om dat onbegonnen werk toch mogelijk te maken is collectieve toestemming een uitkomst. Lira – of een andere cbo, zoals Pictoright – kan die verlenen in de vorm van een collectieve licentie. In het verleden zijn hiertoe al overeenkomsten gesloten, onder andere met bijvoorbeeld de Koninklijke Bibliotheek om de digitalisering en het online zetten van delen van het krantenarchief mogelijk te maken.
Tot nu toe kleven er echter aan zo’n collectieve licentie toch nog problemen, zowel voor de cbo als de erfgoedinstelling, waarvan de belangrijkste samen te vatten zijn onder de noemer onzekerheid.
De erfgoedinstelling wil er, wanneer zij voor een collectieve licentie betaalt, liefst zeker van zijn dat er niet toch nog rechthebbenden opduiken die bezwaar maken tegen het gebruik van hun werk (m.a.w. hun in de wet vastgelegde verbodsrecht inroepen). Een cbo kan die garantie echter moeilijk geven, omdat zij enerzijds niet zeker is of ze álle rechthebbenden vertegenwoordigt en er anderzijds ook onder de aangeslotenen makers kunnen zijn die problemen hebben met (een bepaalde vorm van) gebruik van hun werk.
In collectieve licentieovereenkomsten is daarom vrijwel altijd aan de ene kant een vrijwaringsclausule en aan de andere kant een opt-out mogelijkheid opgenomen. De cbo vrijwaart de contractpartner van aanspraken van rechthebbenden, en rechthebbenden behouden de mogelijkheid hun werk terug te trekken.
Een ander probleem waar zowel cbo’s als erfgoedinstellingen mee zitten, betreft de verweesde werken: werken waarvan niet kan worden achterhaald wie de makers zijn. Omdat het auteursrecht geldt tot 70 jaar na de dood van de maker, zijn dat er veel. Het zou een grote hap uit elke erfgoedcollectie nemen als met verweesde werken niets gedaan zou mogen worden. Daarom heeft de EU in 2012 een richtlijn uit doen gaan waarin de voorwaarden worden gegeven waaronder een erfgoedinstelling een verweesd werk toch mag digitaliseren en beschikbaar stellen. Voornaamste voorwaarde is dat er grondig onderzoek moet zijn gedaan. Juist dat is natuurlijk voor een erfgoedinstelling die een massadigitaliseringsproject opzet, een lastige, want arbeidsintensieve en daarmee kostbare opgave.
Een mogelijke oplossing voor deze problemen zou de invoering op wettelijke basis van extended collective licensing (ECL) kunnen zijn. De voorzieningen die nu in elke overeenkomst tussen cbo en erfgoedinstelling worden opgenomen om zo veel mogelijk onzekerheden weg te nemen, zouden, bij wet vastgelegd, leiden tot eenvoudiger licentiëring. In een gezamenlijke brief hebben erfgoedinstellingen en de Federatie Auteursrechtbelangen aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in 2013 aangedrongen op de invoering van ECL in Nederland. In opdracht van de minister van OCW kwam het Instituut voor Informatierecht (IVIR) van de UvA in oktober 2014 met een rapport waarin de praktijk in Nederland, Duitsland, Denemarken en Noorwegen wordt vergeleken. In Nederland en Duitsland bestaat vrijwillig collectief beheer, in de Scandinavische landen is al een wettelijke basis voor ECL. Daarbij blijft vrijwillig collectief beheer bestaan, maar de werking van de licentie wordt bij wet uitgebreid naar rechthebbenden die niet bij de betrokken cbo zijn aangesloten. De titel van het IVIR rapport luidt ‘ECL: panacee voor massadigitalisering?’ en duidt al op een genuanceerd antwoord op de vraag of met ECL alle problemen de wereld uit zijn. Vooral wijst het IVIR erop, dat overal de praktijk nog volop in ontwikkeling is. Niettemin luidt de conclusie dat een in de wet verankerde invoering van ECL groter zekerheid voor erfgoedinstellingen en cbo’s met zich brengt en zo een welkome versoepeling van de contractpraktijk zou betekenen. Naast een wettelijk ECL zouden waarborgen behouden moeten blijven voor rechthebbenden om van een opt-out regeling gebruik te kunnen maken. Er zou toetsing moeten zijn van de representativiteit van licentiërende cbo’s, liefst door het College van Toezicht, dat zich echter niet zou moeten bezighouden met elke afzonderlijke licentieovereenkomst. Niet reparteerbare gelden zouden naar een sociaal-cultureel fonds ten behoeve van auteurs moeten vloeien – zoals bij Lira al van oudsher gebruik is.
Ten slotte wordt in overweging gegeven vooral tot een open en flexibele wettelijke regeling te komen, om onvoorziene ontwikkelingen in de nog altijd turbulente digitale wereld op te kunnen vangen.
Met de nodige voorzorgen omgeven, ziet Lira uit naar invoering van ECL. Met name de aanbeveling dat cbo’s op representativiteit getoetst dienen te worden door bij voorkeur het College van Toezicht zal ons verlossen van de plicht onze eigen legitimiteit steeds opnieuw aan te tonen. De verwachting is dat zo niet alleen gemakkelijker met erfgoedinstellingen tot overeenstemming kan worden gekomen, maar ook dat de publieke beeldvorming over cbo’s positiever wordt. Zodat geen krant ooit meer kopt dat het ‘de schuld van het auteursrecht is’.
SK
‘Berusting lijkt mij verstandig’, schrijft Arno Grunberg in zijn recente bijdrage aan IE-Forum. Teksten van artikelen, columns en boeken worden gejat, maar daar valt niet altijd iets tegen te doen. Ik vrees dat Grunberg gelijk heeft. Maar als er wel iets aan te doen valt, en zeker als anderen geld verdienen dankzij mijn arbeid, blijf ik graag onverstandig. Niet zozeer omdat de grootschalige diefstal van intellectueel eigendom mij geld kost, dat valt in mijn geval nogal mee. Het grootste deel van mijn journalistieke leven was ik in vaste dienst en deed ik daarom afstand van mijn auteursrechten. Maar de schaamteloosheid waarmee de wet wordt genegeerd en het geestelijk eigendom van freelancers wordt geplunderd, krenkt mij.
Freelance auteurs worden te vaak behandeld als letterknechten die hun mond dicht moeten houden. Doen ze dat niet, dan dreigt uitsluiting. Ik ken alleen al in mijn directe omgeving vele journalisten, documentairemakers en scenarioschrijvers die door hoofdredacties, omroepbazen en uitgevers onder druk zijn gezet om afstand te doen van hun auteursrechten. ‘Grote mond? Voor jou tien anderen’.
Een paar maanden geleden schreef ik een opiniestuk voor de website Villamedia onder de kop ‘Blendle moet freelancers nu betalen’. Ik betoogde daarin dat de initiatiefnemers van Blendle ‘niet zulke aardige jongens’ zijn omdat zij zich gedragen als ‘negentiende-eeuwse werkgevers’. Waarom? Omdat ze geen cent aan freelancers betalen, ook niet na een investering van drie miljoen euro in hun onderneming door de New York Times en het Axel Springer Verlag. Dat had ik volgens de advocaat van de Blendleboys – Alexander Klöpping en Marten Blankesteijn – niet mogen zeggen. Zij hadden overwogen een eis tot rectificatie in te dienen: ‘De uitlatingen zijn namelijk onjuist, suggestief en onnodig grievend. Het is ook niet onaannemelijk dat de uitlatingen reputatieschade opleveren.’ Om de verhoudingen niet verder te beschadigen, werd uiteindelijk geen sommatie verstuurd. Maar ik moet me voortaan wel koest houden, anders weigert Blendle met de auteursrechtenorganisatie Lira, waarvan ik bestuurslid ben, te overleggen over een fatsoenlijke regeling voor freelancers.
Het is de omgekeerde wereld. Blendle publiceert zonder enig overleg stukken van mij en van mijn collega’s. Na lang, lang aandringen komt nu hopelijk eindelijk een gesprek met Lira op gang waarin die inbreuk op onze rechten hopelijk wordt recht gezet, maar dan moet ik wel braaf zijn en mijn mond dicht houden. ‘Persbreidel’, dacht ik in een eerste opwelling van woede. Maar dat is misschien een iets te sterke term, al komt het wel in de buurt.
De houding van Blendle is typerend voor die van veel opdrachtgevers en distributeurs die geen gezeur van freelancers aan hun kop willen. Ze vinden de bestaande wetgeving verouderd en lastig. Vanuit hun perspectief kan ik me dat tot op zekere hoogte indenken. Er is ook nieuwe wetgeving in de maak. Maar het feit dat die nieuwe wetgeving er nog niet is, houdt geen vrijbrief in om ten eigen voordele inbreuken op de bestaande wetgeving te maken. En het mag helemaal nooit reden zijn om individuele freelancers te intimideren, te bedreigen of monddood te maken. Daardoor voel ik me niet alleen bestolen maar vooral gekrenkt in mijn beroepstrots en onnodig gegriefd.
KS
Eind vorig jaar werd een akkoord bereikt met de Media Info Groep en Profactys over een auteursrechtelijke vergoeding voor freelancers. In tegenstelling tot Blendle, dat vooralsnog een gesprek met Lira over een vergoeding voor freelancers hardnekkig ontwijkt, erkent de Media Info Groep het recht op betaling van freelancers als hun artikelen worden geknipt en doorgeleverd. Zo kon in goed overleg een licentieovereenkomst worden afgesloten gebaseerd op het aandeel dat freelancers bijdragen aan de inhoud van gedrukte media (70 procent). Tevens betaalt de Media Info Groep een eenmalig bedrag voor het gebruik dat in het verleden is gemaakt van werk van freelancers.
Uitgeverijen ontvingen al een vergoeding van de knipseldienst. Voortaan krijgen nu dus ook zelfstandige journalisten via Lira betaald voor gebruik van hun werk door de Media Info Groep. De inspanningen om ook met Blendle in redelijk overleg een billijke overeenkomst te bereiken worden intussen onverminderd voortgezet.
KS
Sinds Lira's laatste jaarvergadering maken de volgende personen deel uit van het Lira-bestuur:
Kees Holierhoek, onafhankelijke zetel, voorzitter
Tijs van den Boomen, zetel van de FLA/VSenV, vice-voorzitter
Robert Alberdingk Thijm, zetel van het Netwerk Scenarioschrijvers/VSenV. secretaris
Willem Asman, onafhankelijke zetel, penningmeester
Mw. Sophie Kassies, zetel van de VSenV, lid
Tsead Bruinja, zetel van de VvL/VSenV, lid
Kees Schaepman, zetel van de NVJ, lid
Als waarneemster worden de vergaderingen bijgewoond door vertaalster mw. Manon Smits wier benoeming op bindende voordracht van de VSenV/VvL wordt beoogd tijdens de jaarvergadering van juni 2015. Eveneens door educatief auteur Atte Roskam wiens benoeming op niet-bindende voordracht van de VvEA tijdens de komende jaarvergadering wordt verwacht.
KH
De jaarlijkse vergadering van stemgerechtigde aangeslotenen van Stichting Lira zal dit jaar plaats vinden op zaterdag 6 juni 2015 in De Balie te Amsterdam (Kleine-Gartmanplantsoen 10). Net als ieder jaar zal het door Lira gevoerde en te voeren beleid zowel van Lira als van het Lira Fonds door het bestuur worden toegelicht en krijgen de aanwezige aangeslotenen ruimte om vragen te stellen en een oordeel te vellen.
Daarnaast kunnen stemgerechtigde aangeslotenen op deze vergadering al dan niet hun steun geven aan voordrachten voor de benoeming van bestuursleden van Stichting Lira.
Als u onderwerpen aan de agenda wilt toevoegen, dan kunt u deze vóór 15 mei 2015 schriftelijk bij Lira indienen, voorzien van handtekeningen van tenminste 10 stemgerechtigde aangeslotenen en een korte schriftelijke toelichting op het onderwerp.
Voorafgaand aan de jaarvergadering is het financiële jaarverslag 2014 beschikbaar als download op www.lira.nl. Voor bezoekers van de jaarvergadering zijn op 6 juni geprinte exemplaren in de Balie beschikbaar.
Direct aansluitend op de Lira-jaarvergadering zijn er presentaties over enkele culturele en sociale projecten die gesteund worden door het Lira Fonds. Aan bod komen:
1) Stichting Rechtshulp Auteurs (SRA), welke stichting de juridische bijstand voor auteurs financiert (presentatie door Miek Smilde, penningmeester SRA),
2) Het jaarlijkse literaire Wintertuin-festival (presentatie door Frank Tazelaar, directeur), en
3) Toneelvoorstelling “Hartkuiltje” (presentatie door Peer Wittenbols, auteur)
Het programma wordt begeleid door Lira-bestuurslid Tsead Bruinja.
Daarna is er een borrel en aansluitend het dinerbuffet. Wij verzoeken u vriendelijk om ons vóór 22 mei 2015 te laten weten of u aanwezig zult zijn en of u aan het diner wilt deelnemen, met eventuele dieetwensen. Wilt u bij uw aanmelding uw relatienummer, naam en woonplaats doorgeven via lira@cedar.nl? U kunt ons ook telefonisch laten weten of u komt op telefoonnummer 023-870 0202.
KH
Wie in zijn arbeidscontract heeft staan dat het schrijven van auteursrechtelijk beschermde werken tot zijn overeengekomen werkzaamheden behoort, verliest als werknemer het auteursrecht op die werken aan zijn werkgever, tenzij hij alsnog anders met zijn werkgever overeenkomt. Is hij naast zijn dienstverband aangesloten bij Lira, dan is hij contractueel verplicht een uitzondering in zijn arbeidscontract op te laten nemen.
In de voorwaarden van het Lira-aansluitingscontract, artikel 7, lid 4, getiteld de aangesloten auteur en het dienstverband. zegt met zoveel woorden dat 'De Auteur die een arbeidsovereenkomst aangaat waarbij de arbeid in dienst van de werkgever erin bestaat Werken in de zin van deze [aansluit]overeenkomst te maken, is verplicht bij wege van afwijkend beding als voorzien in artikel 7 Auteurswet 1912 overeen te komen dat hij zelf als maker van die Werken wordt aangemerkt.'
KH
Sinds Lira's laatste jaarvergadering maken de volgende personen deel uit van het Lira-bestuur:
Kees Holierhoek, onafhankelijke zetel, voorzitter
Tijs van den Boomen, zetel van de FLA/VSenV, vice-voorzitter
Robert Alberdingk Thijm, zetel van het Netwerk Scenarioschrijvers/VSenV. secretaris
Willem Asman, onafhankelijke zetel, penningmeester
Mw. Sophie Kassies, zetel van de VSenV, lid
Tsead Bruinja, zetel van de VvL/VSenV, lid
Kees Schaepman, zetel van de NVJ, lid
Als waarneemster worden de vergaderingen bijgewoond door vertaalster mw. Manon Smits wier benoeming op bindende voordracht van de VSenV/VvL wordt beoogd tijdens de jaarvergadering van juni 2015. Eveneens door educatief auteur Atte Roskam wiens benoeming op niet-bindende voordracht van de VvEA tijdens de komende jaarvergadering wordt verwacht.
KH
De jaarlijkse vergadering van stemgerechtigde aangeslotenen van Stichting Lira zal dit jaar plaats vinden op zaterdag 6 juni 2015 in De Balie te Amsterdam (Kleine-Gartmanplantsoen 10). Net als ieder jaar zal het door Lira gevoerde en te voeren beleid zowel van Lira als van het Lira Fonds door het bestuur worden toegelicht en krijgen de aanwezige aangeslotenen ruimte om vragen te stellen en een oordeel te vellen.
Daarnaast kunnen stemgerechtigde aangeslotenen op deze vergadering al dan niet hun steun geven aan voordrachten voor de benoeming van bestuursleden van Stichting Lira.
Als u onderwerpen aan de agenda wilt toevoegen, dan kunt u deze vóór 15 mei 2015 schriftelijk bij Lira indienen, voorzien van handtekeningen van tenminste 10 stemgerechtigde aangeslotenen en een korte schriftelijke toelichting op het onderwerp.
Voorafgaand aan de jaarvergadering is het financiële jaarverslag 2014 beschikbaar als download op www.lira.nl. Voor bezoekers van de jaarvergadering zijn op 6 juni geprinte exemplaren in de Balie beschikbaar.
Direct aansluitend op de Lira-jaarvergadering zijn er presentaties over enkele culturele en sociale projecten die gesteund worden door het Lira Fonds. Aan bod komen:
1) Stichting Rechtshulp Auteurs (SRA), welke stichting de juridische bijstand voor auteurs financiert (presentatie door Miek Smilde, penningmeester SRA),
2) Het jaarlijkse literaire Wintertuin-festival (presentatie door Frank Tazelaar, directeur), en
3) Toneelvoorstelling “Hartkuiltje” (presentatie door Peer Wittenbols, auteur)
Het programma wordt begeleid door Lira-bestuurslid Tsead Bruinja.
Daarna is er een borrel en aansluitend het dinerbuffet. Wij verzoeken u vriendelijk om ons vóór 22 mei 2015 te laten weten of u aanwezig zult zijn en of u aan het diner wilt deelnemen, met eventuele dieetwensen. Wilt u bij uw aanmelding uw relatienummer, naam en woonplaats doorgeven via lira@cedar.nl? U kunt ons ook telefonisch laten weten of u komt op telefoonnummer 023-870 0202.
KH
Wie in zijn arbeidscontract heeft staan dat het schrijven van auteursrechtelijk beschermde werken tot zijn overeengekomen werkzaamheden behoort, verliest als werknemer het auteursrecht op die werken aan zijn werkgever, tenzij hij alsnog anders met zijn werkgever overeenkomt. Is hij naast zijn dienstverband aangesloten bij Lira, dan is hij contractueel verplicht een uitzondering in zijn arbeidscontract op te laten nemen.
In de voorwaarden van het Lira-aansluitingscontract, artikel 7, lid 4, getiteld de aangesloten auteur en het dienstverband. zegt met zoveel woorden dat 'De Auteur die een arbeidsovereenkomst aangaat waarbij de arbeid in dienst van de werkgever erin bestaat Werken in de zin van deze [aansluit]overeenkomst te maken, is verplicht bij wege van afwijkend beding als voorzien in artikel 7 Auteurswet 1912 overeen te komen dat hij zelf als maker van die Werken wordt aangemerkt.'
KH
Was de nieuwjaarsreceptie van Lira en VSenV vorig jaar voor velen vooral een gelegenheid om zorgen voor even te verdringen of te verdrinken, dit keer werd het glas geheven op heugelijke feiten.
Voorafgaand aan de borrel passeerden al drie redenen voor een feest de revue op een bijeenkomst van scenaristen, georganiseerd door het Netwerk Scenarioschrijvers en Lira samen. In 2014 hing de rechtszaak tegen de kabelmaatschappijen, die vanaf oktober 2012 geen kabelgelden meer betaalden, nog boven ons hoofd, met alle onzekerheid vandien. Inmiddels is Lira door de rechter in het gelijk gesteld. De kabelmaatschappijen gaan hiertegen weliswaar in hoger beroep, maar dat gaat alleen over de tijd die achter ons ligt. Voor nu en in de toekomst is er de zekerheid dat Lira voor scenaristen kabelvergoedingen kan incasseren. Dat is een enorme geruststelling voor de vele makers die, om van hun werk te kunnen leven, mede aangewezen zijn op deze inkomsten. De jammerende kinderen van de vertwijfelde scenarist die Lira's voorzitter Kees Holierhoek schilderde, behoren tot het verleden. Het is ook een opluchting voor Lira: in de afgelopen tijd heeft het ontbreken van de kabelincasso geleid tot – vaak hardhandige – bezuinigingen en serieuze zorgen over de toekomst.
Dan was er de doorbraak in het tot dusver moeizame onderhandelingstraject tussen Rodap, de organisatie van producenten, omroepen en distributeurs, en PAM, het samenwerkingsverband waarin onder meer Lira (scenaristen), Vevam (regisseurs) en Norma (acteurs) verenigd zijn. De onderhandelingen werden vlotgetrokken onder leiding van Felix Rottenberg, de in december aangetreden voorzitter van PAM. Een tweede reden voor een feest.
(De gemaakte afspraken worden elders in dit Lira Bulletin uit de doeken gedaan.)
Bovendien kon eindelijk de behandeling van het wetsvoorstel Auteurscontractenrecht in de Tweede Kamer tegemoet worden gezien. Enkele dagen na de nieuwjaarsreceptie was het zover. Dit Wetsvoorstel beoogt de positie van de makers ten opzichte van producenten, uitgevers en exploitanten te versterken. Een derde reden tot feest.
Al deze heuglijke feiten werden gepresenteerd door Lira’s Hanneke Verschuur, Ike Bertels namens PAM en Anne Zeegers van het Netwerk Scenarioschrijvers. Afgesloten werd met een door Jean van der Velde (voorzitter Netwerk Scenarioschrijvers) geleid gesprek over de individuele contractpraktijk met aan tafel Aliefka Bijlsma, jurist en schrijver, die voor scenaristen onderhandelingen voert, Sytske Kok, filmmaker en bestuurslid van het Contractenbureau, een gezamenlijk steunpunt voor scenaristen, en Anne Zeegers.
Aliefka Bijlsma heeft de ervaring dat met producenten over het algemeen goed te praten valt, maar dat het schrijvers vaak aan de noodzakelijke juridische kennis ontbreekt. Sytske Kok wijst op de mogelijkheid een contract af te sluiten terwijl je overeenkomt het op een enkel punt oneens te blijven. 'Agree to disagree'. Het is, als een producent eist dat je je aan Lira overgedragen rechten weggeeft, mogelijk – maar niet ideaal – onder protest te tekenen. Zij wijst ook op het belang van de werkelijke erkenning van collectief beheer. Het is goed om te blijven beseffen dat de collectief geïnde gelden niet alleen individuele makers ten goede komen, maar dat daarmee ook het nut van ’t algemeen wordt gediend.
Een vierde reden tot feest was het 110-jarig bestaan van de Vereniging van Letterkundigen. Gewoonlijk zijn speeches taboe op de nieuwjaarsborrel, maar deze verjaardag was aanleiding genoeg om voor één keer de voorzitters van VSenV en VvL aan het woord te laten. Het gaat immers, zoals Maria Vlaar, voorzitter van de VSenV, het uitdrukte, om de verjaardag van ons aller moeder. Uit de Vereeniging van Letterkundigen, opgericht op 15 februari 1905, zijn zowel de VSenV als Lira voortgekomen.
Er werd gedronken op een lang en voorspoedig voortbestaan.
SK
'Wat zijn de mythes en taboes van het literair vertalen?' vroeg de organisatie van de Zestiende Literaire Vertaaldagen zich af. Ze nodigde vijf sprekers uit om voor een kleine vierhonderd collega’s toe te lichten waarom het bijvoorbeeld handig kan zijn om met vertaalsoftware te werken en dat je een boek eigenlijk vooraf helemaal niet hoeft te lezen om het goed te kunnen vertalen.
Daarnaast was er een biechthokje ingericht waar bezoekers hun vertaalzondes konden bekennen. Ter lering en vermaak werden die opgenomen bekentenissen ’s middags tussen de lezingen vertoond. We hoorden onder andere een vertaalster met schaamrood op de kaken vertellen over een boek waar ze tijdens en na het vertalen niets van had begrepen, waarna de uitgever het zonder problemen uit had gebracht.
Rob van der Veer gaf toe het boek niet altijd te lezen voor hij het accepteerde. Soms vroeg hij zich daardoor halverwege het vertalen af 'wie hij van de trap moest duwen om van het boek af te komen', maar meestal bleek de opdracht genoeg interessante uitdagingen te bieden om schrijver en uitgever in leven te laten.
Dat je als modern vertaler zelf ook goed op je gezondheid moet letten, bleek uit de lezing van Huub Stegeman. Stegemans computer verstaat hem niet goed als hij last heeft van een neusverkoudheid of de avond ervoor te diep in het glaasje heeft gekeken. Daarnaast had het inlezen van zijn vertalingen Stegeman gedwongen bij het werken met complexe zinnen de oplossing niet voor zich uit te schuiven. 'Je moet eerst de zin goed lezen en dan goed formuleren, waarbij je de punt en komma hardop zegt' leerden we.
Wat er tussen die punten en komma’s staat, hoef je niet altijd als heilig te beschouwen. Hans Boland pleitte voor het nut van “adequate” vertalingen. Op vermakelijke wijze deed hij uit de doeken hoe twintig procent van Tolstjos Wat is kunst in zijn vertaalprullenmand was beland, 'uit puur mededogen met mogelijke ijverige en geïnteresseerde lezers'.
Naast de lezingen, die zich verder richten op groepsvertalingen en het vertalen naar een andere taal dan je moedertaal, werd er uitgebreid stilgestaan bij het overlijden van Nelleke van Maaren en werden de Vertaalprijzen van het Nederlands Letterenfonds uitgereikt aan de Servische vertaalster Jelica Novaković-Lopušina en de Nederlandse vertaler Paul Beers.
Geprezen, gelouterd en met dubbele tong slenterden we terug naar vertaalcomputer en prullenbak, die ons de dag daarop hopelijk goed zouden verstaan.
Een uitgebreid verslag door Peter Bergsma inclusief vier van de vijf gehouden lezingen vindt u op de website van het Vertalershuis.
TB
In 2015 staan de volgende (na)repartities op het programma:
Omschrijving (na)repartitie |
Periode van uitkering |
Kabel TV 2009-2013 |
2e kwartaal |
Kabel TV Addendum 2011-2012 |
2e kwartaal |
Kabel Radio 2009-2013 |
2e kwartaal |
Kabel Radio Addendum 2011-2012 |
2e kwartaal |
Thuiskopie Video 2009-2013 |
2e kwartaal |
Thuiskopie Video 2014 |
4e kwartaal |
Thuiskopie Audio 2009-2012 |
2e kwartaal |
Thuiskopie Audio 2013 |
2e kwartaal |
Thuiskopie Audio 2014 |
4e kwartaal |
Leenrecht Geschriften 2010-2014 |
1e kwartaal |
Leenrecht Geschriften 2015 |
4e kwartaal |
Leenrecht Luisterboeken 2010-2014 |
2e kwartaal |
Leenrecht Luisterboeken 2015 |
4e kwartaal |
Leenrecht Multimedia 2010-2014 |
2e kwartaal |
Leenrecht Multimedia 2015 |
4e kwartaal |
Journalistieke gelden 2011-2013 |
2e kwartaal |
Journalistieke gelden 2014 |
4e kwartaal |
Auteursfonds 2011-2012 |
2e kwartaal |
Auteursfonds 2013 |
3e kwartaal |
LiteROM 2015 |
3e kwartaal |
LiteROM 2010-2015 |
3e kwartaal |
TvH
Het Lira Fonds kent voor de culturele aanvragen een adviescommissie die de culturele aanvragen bij het Fonds beoordeelt. Zij bestaat uit vier externe deskundigen en twee leden van het Lira Fonds-bestuur, Er wordt in de regel zes keer per jaar vergaderd. In het jaar 2015 wordt er waar-schijnlijk nog vergaderd op 25 juni, 17 september en 26 november. Mocht een vergadering op de geplande dag geen doorgang kunnen vinden, dan wordt in de regel alsnog een aantal dagen later vergaderd.
Aanvragen dienen uiterlijk drie weken voor de betreffende vergadering ten kantore van Lira in Hoofddorp te zijn ontvangen, in achtvoud, met een ingevuld aanvraagformulier, een beschrijving van het project, een duidelijke begroting en cv's van betrokken auteurs. Het zij nog maar eens met nadruk gezegd: omdat het Lira Fonds veelal auteurshonoraria financieel ondersteunt, dienen deze op de begroting met naam en bedrag gespecificeerd voor te komen. Anders ontbreekt een subsidiabele post en pakt de aanvraag vrijwel zeker negatief uit. Nadere informatie over een en ander is te vinden op www.lira.nl/lirafonds en telefonisch te verkrijgen bij Bart Schomaker die het secretariaat over het Fonds voert: telefoon 023-799 78 07 of per e-mail: bart.schomaker@cedar.nl.
KH
De Stichting Literaire Rechten Auteurs (Lira) int en verdeelt voor auteurs en journalisten bestemde kabelgelden, thuiskopievergoedingen, leenrechtgelden, reprorechtgelden en andere soorten auteursrechtelijke gelden.
In de regel wordt op deze uit te keren gelden, naast een inhouding voor administratiekosten, niet meer dan 10% ingehouden ten behoeve van sociale en culturele doeleinden, zogeheten socu-gelden, terwijl maximaal 15% door het College van Toezicht Auteursrechtgelden wordt toegestaan.
De Stichting Lira Fonds beheert en besteedt de ingehouden gelden die bestemd zijn voor sociale en culturele doeleinden.
Uit de sociale gelden worden kosten bestreden die verbonden zijn met ondersteunde organisaties die structureel of incidenteel algemene of specifieke belangen van schrijvers en vertalers en hun beroepsuitoefening behartigen. Aanvragers zijn organisaties of instellingen -geen privé-personen- die aan belangenbehartiging doen of een duidelijk daarmee verbonden taak vervullen. Over zogeheten sociale aanvragen wordt rechtstreeks door het bestuur van het Lira Fonds besloten.
Culturele gelden worden door het bestuur van het Lira Fonds verdeeld in de vorm van bijdragen aan activiteiten onder meer op het gebied van literatuur, theater en in een enkel geval audiovisuele producties, de laatste bij voorkeur op het literaire terrein. Het bestuur wordt daarin bijgestaan door een Adviescommissie bestaande uit vier externe deskundigen en twee leden van het Lira Fonds-bestuur.
Sinds kort bestaat er binnen het Lira Fonds op uiterst beperkte schaal voor producenten ook een mogelijkheid financiële ondersteuning te verkrijgen voor het in een vreemde taal ondertitelen van hoogwaardig Nederlands tv-drama waarmee vervolgens promotie wordt bedreven om het werk in het buitenland bekend te maken.
De Adviescommissie vergadert eenmaal per twee maanden en brengt advies uit over de binnengekomen culturele aanvragen aan het bestuur van het Lira Fonds. Uitgebrachte adviezen worden in de regel conform het advies door het bestuur van het Lira Fonds bekrachtigd en daarmee tot besluiten gemaakt.
Zie voor het actuele beleid de website van het Lira Fonds: www.lira.nl/lira-fonds.
In het algemeen gesproken: het stimuleren van het tot stand komen en uitdragen van Nederlands literair, literair-dramatisch en muziekdramatisch werk en daarop gebaseerde producties van velerlei aard. Bijzondere aandacht gaat uit naar projecten die moeilijk binnen de voorwaarden van de bestaande overheidsfondsen zijn in te passen. Het belangrijkste criterium voor subsidiëring is kwaliteit.
In het algemeen kunnen alleen rechtspersonen (verenigingen, stichtingen en soortgelijke verbanden) subsidie aanvragen uit de culturele gelden, geen individuele personen. De subsidies zijn veelal bestemd als bijdrage aan professionele auteursvergoedingen, zoals auteurshonoraria voor literaire manifestaties, schrijfopdrachten, toneelvertalingen e.d. ten behoeve van incidentele projecten. Zij worden alleen gegeven ter dekking van een tekort op de begroting. Niet gehonoreerd worden aanvragen voor debutanten, amateurproducties en culturele vormingsprojecten. Grote toneelgezelschappen worden geacht te putten uit hun eigen schrijversbudget.
Subsidies worden verleend in de vorm van een garantiesubsidie waarop eventueel een voorschot mogelijk is.
Aanvragen dienen uiterlijk 3 weken voor de vergaderingen van de Adviescommissie in achtvoud te worden ingediend bij het bureau van de Stichting Lira Fonds en voorzien te zijn van het per 1 januari 2007 ingevoerde nieuwe aanvraagformulier, een beschrijving van het project met – indien aanwezig – graag een tekst of tekstfragment, een duidelijke begroting en cv's van de auteurs voor wie geld wordt gevraagd. Indien het om een theaterproject gaat, verwacht de adviescommissie dat de naam en het adres van de auteur op het aanvraagformulier zijn ingevuld, zodat ook hij/zij geïnformeerd kan worden. Nadere informatie over een en ander is te vinden op www.lira.nl/lira-fonds.
De vergaderingen van de adviescommissie worden in de regel elke twee maanden gehouden. In het jaar 2015 komt de adviescommissie bij elkaar op 25 juni, 17 september en 26 november. Zie de website van het Lira Fonds voor de officiële data.
Mocht een vergadering geen doorgang kunnen vinden, dan wordt alsnog iets later vergaderd.
Door problemen met de kabelgelden die onverwacht na bijna 30 jaar door kabelexploitanten niet meer aan Lira werden betaald, zijn Lira's mogelijkheden om socu-gelden toe te kennen en uit te betalen – naar wij aannemen: tijdelijk – nogal beperkt.
Naast bezuinigingen op sociale doelen moet het Lira Fonds ook op culturele doelen bezuinigen. Vorig jaar kon het Lira Fonds de klap van het weggevallen van de kabelgelden per 1 oktober 2012 nog opvangen, maar vanaf 2014 is ons dat niet meer gelukt. De weigering van de kabelmaatschappijen om te betalen, heeft zich hard doen voelen, harder dan we in november 2013 al aankondigden. Met het behalen van de overwinning in Lira's rechtszaak bij de Amsterdamse rechtbank is alle leed nog niet geleden, al blijven we hopen op een spoedig herstel van de oude situatie.
Het bestuur van Lira/Lira Fonds handhaaft de inmiddels genomen besluiten over hoeveel er precies moet worden bezuinigd op de sociale doelen en de prijzen die we ondersteunen, en ook voor de culturele bestedingen zijn de grote lijnen inmiddels duidelijk.
Voor toneelschrijfopdrachten en literaire manifestaties was in 2014 anderhalve ton minder beschikbaar, en in 2015 loopt dat op tot ruim twee ton. In samenspraak met de adviescommissie heeft het Lira Fonds-bestuur daarom besloten om de bijdragen voor toneelschrijfopdrachten te maximeren tot twee/derde deel van het adviestarief. Daarnaast wordt er een maximum gesteld aan het aantal toekenningen: voor een schrijver kan maar eenmaal per jaar subsidie worden verleend.
Ook voor literaire optredens vergoedt het Lira Fonds zolang de financiële beperkingen voortduren nog maar twee/derde van de honoraria, de rest moet het festival zelf financieren. Kleine festivals zijn van deze regeling uitgezonderd: zij kunnen wel het volledige honorarium aanvragen. De grens ligt bij vijf optredende auteurs en/of een totaal festivalbudget van 20.000 euro.
Is dan alles kommer en kwel? Nee natuurlijk. Er gloort hoop dat we de inhouding van socugelden op kabelgelden op redelijk korte termijn kunnen hervatten om de geldmiddelen van het Lira Fonds weer op het wenselijke peil te brengen. De vraag is vooral hoe lang het gaat duren voor het zover is.
KH/TvdB
Voor zaken die Lira, de repartities en het aansluitingscontract tussen een auteur en Lira betreffen: neem contact op met de Stichting Lira, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp; bezoekadres: Kruisweg 793-795, 2132 NG Hoofddorp; tel: 023 870 0202; e-mail: lira@cedar.nl; website: www.lira.nl.
Voor gewone adviezen over contracten en dergelijke: word lid van één van de afdelingen van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers, De Lairessestraat 125, 1075 HH Amsterdam, tel: 020 624 0803, e-mail: bureau@vsenv.nl. Literaire, toneel- en verwante auteurs zijn welkom bij de afdeling Vereniging van Letterkundigen (www.vvl.nu), schrijvers van tv-drama en filmscenario's zijn welkom bij het Netwerk Scenarioschrijvers (www.netwerkscenario.nl).
Of word als freelance-journalist lid van de FreeLancers Associatie (FLA) voor freelance-journalisten, afdeling van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers (VSenV) (www.fla.nl), of – naar keuze – van de Sectie freelance van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ), Johannes Vermeerstraat 22, Amsterdam, telefoon: 020 676 6771; www.nvj.nl.
Voor juridische adviezen en hulp in professionele geschillen met uitgevers, omroepen, andere producenten en andere gebruikers van iemands werk, bijvoorbeeld wanneer een contract niet wordt nageleefd of wanneer inbreuk wordt gepleegd op iemands auteursrechten: zorg voor aansluiting bij de Stichting Lira door het ondertekenen van een aansluitingscontract of word lid van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers (VSenV) of word lid van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) of word lid van de Vereniging van Educatieve Auteurs (VvEA) die binnenkort geïncorporeerd wordt in de VSenV.
Leden van de NVJ doen een beroep voor rechtskundige bijstand op de juridische dienst van de NVJ. Leden van de VSenV, leden van de VvEA en aangeslotenen van Lira die geen lid zijn van de NVJ, sturen bij een conflict een schriftelijk verzoek om financiële ondersteuning (met relevante stukken zoals het contract en relevante correspondentie) naar het bestuur van de Stichting Rechtshulp Auteurs, p/a Bureau van de VSenV, De Lairessestraat 125, 1075 HH Amsterdam, tel: 020 624 0803, e-mail: rechtshulp@vsenv.nl.
Het kernbegrip voor aanvragen bij Rechtshulp Auteurs is 'professioneel geschil', dat wil zeggen: een conflict als auteur (en niet in een andere hoedanigheid) met een wederpartij. Rechtshulp geeft geen adviezen over het sluiten van contracten, dat is het werkterrein van de beroepsverenigingen. Rechtshulp ondersteunt ook geen geschillen die al heel oud zijn, of geschillen waarbij de auteur zelf al een advocaat heeft betrokken, of geschillen die niet of slechts heel indirect met het auteurschap te maken hebben.
Het bestuur van de Stichting Rechtshulp Auteurs vergadert maandelijks om de aanvragen aan de hand van een reglement te beoordelen. Bij een positief besluit wordt de aanvrager doorverwezen naar een aantal advocaten, met wie de stichting langdurig relaties onderhoudt. In dat geval wordt maximaal de eerste 1000 euro (plus de BTW) aan advocaatkosten voor 100% door de stichting vergoed. Indien Rechtshulp besluit na het advies verdere acties te ondersteunen, wordt bij kosten boven de eerste 1000 euro een eigen bijdrage van 5% over het meerdere gevraagd. In de regel zullen de kosten van eenvoudige adviezen van een advocaat niet hoger dan 1000 euro zijn; in dat geval zijn zij dus voor de cliënt gratis. Blijkt de zaak wat ingewikkelder en weerbarstiger en stijgen de kosten tot meer dan 1000 euro (bijvoorbeeld door de noodzaak van een gerechtelijke procedure), dan treedt bij voortgezette steun de 5%-eigen-bijdrageregeling in werking, gerekend over de advocaatkosten.
Lira-aangeslotenen kennen boven de eerste 1000 euro daarnaast een eigen risico van 250 euro dat echter kan komen te vervallen, indien zij lid worden van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers (VSenV) of van de Vereniging van Educatieve Auteurs (VvEA).
Tot slot: als uit een juridische actie een opbrengst van welke aard dan ook (schadevergoeding, honorarium, royalty's) voortvloeit van meer dan 4500 euro, dan geldt een aanvullende eigen-bijdrageregeling van 10% van dat meerdere tot maximaal de bijdrage die door Rechtshulp voor advies en procedure is betaald.
Bent u scenarioschrijver of toneelschrijver en wilt u dat de onderhandelingen over al uw contracten gedaan worden door een deskundig onderhandelaar: word dan als scenarioschrijver lid van het Netwerk Scenarioschrijvers (een afdeling van de VSenV) of als toneelschrijver van de Vereniging van Letterkundigen en/of zorg voor aansluiting bij Lira door een aansluitingscontract te ondertekenen, en meldt u vervolgens bij het Contractenbureau, Postbus 15530, 1001 NA Amsterdam; bezoekadres: Piet Heinkade 135, Amsterdam, tel: 020 530 5505; e-mail: office@contractenbureau.nl. De twee advocaten die voor het Contractenbureau werkzaam zijn, voeren namens u overeenkomstig uw wensen de individuele onderhandelingen met producenten, omroepen en toneelgezelschappen tegen (voor u als aangeslotene bij het Contractenbureau) een vergoeding van 7% van de waarde van de overeenkomst die zij tot stand weten te brengen en 2% van eventuele nakomende inkomsten op het contract.
KH
De Stichting Lira, opgericht op 23 oktober 1986, beheert als auteursrechtorganisatie op collectieve wijze auteursrechten en op het auteursrecht gebaseerde vergoedingsaanspraken van schrijvers, vertalers en journalisten die door hen individueel niet, of slechts met de grootst denkbare moeite, te gelde kunnen worden gemaakt.
Stichting Lira
Postbus 3060
2130 KB Hoofddorp
Holland Office Center
gebouw 5, 1e etage
Kruisweg 793-795
2132 NG Hoofddorp
Telefoon: 023 870 02 02
Fax: 023 870 02 10
E-mail: lira@cedar.nl
Website: www.lira.nl
NL49 INGB 0659 8049 72
41205902
Kees Holierhoek, voorzitter
Tijs van den Boomen, vice-voorzitter
Robert Alberdingk Thijm, secretaris
Willem Asman, penningmeester
Sophie Kassies, lid
Tsead Bruinja, lid
Kees Schaepman, lid
directeur:
Hein van Leeuwen
accountmanager:
Hanneke Verschuur
beleidsmedewerkers:
Saskia Bakker
Dion Voeten
secretariaat:
Sonja Bemer
Cabriëlla Vinke
commercieel-administratief cluster:
Talitha van Hattem, teamleider
Marianne Bovet
Petra Daansen
Martin van Dam
Mariska Kolman
Hicran Maaskant
Bart Schomaker
Kim Timmers-Veenstra
Het Lira Bulletin is een uitgave van de Stichting Lira en wordt sinds nummer 34 (mei 2011) digitaal verspreid onder aangeslotenen en relaties van de Stichting Lira, ook onder de ontvangers van een leenvergoeding, waarvan de verdeling jaarlijks door Lira wordt uitgevoerd in opdracht van de Stichting Leenrecht. Wie dit Bulletin ontvangt, is daarmee niet automatisch bij Lira aangesloten. Aansluiting komt pas tot stand via een handtekening op een zogenoemd aansluitingscontract waarin de auteur bepaalde rechten zoals kabelrechten aan de Stichting Lira in beheer toevertrouwt. Aansluiting bij Lira is kosteloos.
Postbus 3060
2130 KB Hoofddorp
Telefoon: 023 870 02 02
Fax: 023 870 02 10
E-mail: lira@cedar.nl
Website: www.lira.nl
Sophie Kassies
Hanneke Verschuur
Tsead Bruinja
Kees Schaepman
Kees Holierhoek (eindredactie)
Dion Voeten
Tijs van den Boomen
Gabriel Kousbroek
Rutger Fuchs, Amsterdam
4net interactive, Maarn