Lira heeft de procedure tegen drie kabelexploitanten (UPC, Ziggo en Delta) bij de Amsterdamse rechtbank gewonnen. Lira is vanzelfsprekend gehouden uitspraken van rechters te respecteren. Het voert het uitgesproken vonnis dan ook uit. Het doet dat met des te meer voldoening, nu de door de jaren heen beleden opinie van het Lira-bestuur over de aansluiting van tekstmakers bij Lira door de meervoudige kamer is bekrachtigd. Op audiovisueel vlak blijkt Lira op grond van getekende aansluitingscontracten wel degelijk over de kabelrechten te hebben beschikt waarvoor zij vergoedingen incasseerde. Het zijn de kabelexploitanten geweest die vanaf 1 oktober 2012 geweigerd hebben die terechte vorderingen van Lira adequaat te honoreren. Dat zal dus alsnog dienen te gebeuren.
Het vonnis stelt Lira op vrijwel alle punten in het gelijk. Binnen drie keer dertig dagen na –zoals dat heet- betekening van het vonnis moeten kabelexploitanten alsnog betalen wat zij verschuldigd zijn, inclusief een vergoeding voor de door Lira en haar aangesloten schrijvers geleden schade. Daarover zullen partijen het met elkaar ten overstaan van de executierechter eens moeten zien te worden. Duurt het allemaal langer dan 3 keer 30 dagen, dan zijn de drie kabelaars elk dwangsommen verschuldigd van 50.000 euro voor elke dag dat ze in gebreke zouden blijven. Dan groeit dus de vordering van Lira op haar wederpartijen met 150.000 euro per dag.
Collectief beheer van rechten wordt in Nederland maar moeizaam tot nauwelijks aanvaard. Alsof de Auteurswet zoiets zou verbieden of hinderen. Alsof rechthebbenden in verreweg de meeste Europese landen zich niet verenigd hebben om hun aanspraken collectief te gelde te maken. Jammer genoeg zijn kabelaars niet de enige dove betalingsplichtigen. Laat staan dat ze de enige schuldenaars zouden zijn die weigeren te betalen. En dat valt in zekere zin nog te begrijpen ook. Want collectief beheer van rechten is een krachtig middel voor makers van auteursrechtelijk beschermde werken om te krijgen waar ze conform de wet recht op hebben. Betalingsplichtigen schrikken daarvan. Samen met een krachtige ondersteuning in de vorm van goede wetgeving, speciaal met betrekking tot auteurscontracten, moet collectief beheer in staat geacht worden creatieve makers het begin van een financiële bodem te verschaffen op grond waarvan zij hun bestaan en daarmee hun werk voort kunnen zetten.
Europa erkent een bijzondere zorg van overheden voor vergoedingen die in ruil voor een beperking van de auteursrechtelijke bevoegdheden bij wet of op andere wijze aan makers worden toegekend. Het vrij recente arrest van het Europese Hof van Justitie dat kortweg wordt aangeduid als het Luksan-arrest, is van die erkenning een goed voorbeeld. Dat arrest wijst de praktijk af waarin wettelijk vastgestelde financiële aanspraken van makers voor een deel worden opgeëist door exploitanten. Dus door uitgevers en producenten. Denk aan de thuiskopievergoeding. Denk ook aan reprorecht. Het valt te verwachten dat genoemd arrest nog lang niet aan de grenzen van zijn toepassing is toegekomen. En ook al betrof het in eerste instantie thuiskopiegelden voor audiovisuele creaties (Luksan is een regisseur), het zal daar naar verwachting niet toe beperkt blijven. Als exploitanten niet uit zichzelf tot betere afspraken met makers komen, zal de Europese wetgever, meer nog dan de Nederlandse, op bepaalde terreinen het aandeel van exploitanten in de opbrengsten gaan verminderen. Te verwachten valt dat ook het reprorecht voor zover daarin uitgegaan wordt van door de overheid vastgelegde tarieven, de gevolgen van Luksan zal ondervinden, op zijn strengst door een verbod op de afdracht van wettelijk geregelde kopieer- en printvergoedingen aan uitgevers.
Onderhandelingen over de kabelgelden zijn gaande. Ze vallen in tweeën uiteen: voor het verleden de afwikkeling van het vonnis, voor de toekomst onder nieuwe wetgeving een vanuit de overheid opgezet onderhandelingstraject dat moet proberen makers en exploitanten tot overeenstemming te brengen. Begin december 2014 weten we vast meer.
Kees Holierhoek,
voorzitter Stichting Lira
Op 11 september 2014 overleed na een langdurig ziekbed Nelleke van Maaren, vertaalster van beroep en bestuurder van diverse auteursorganisaties. Zeventien jaar lang maakte Nelleke deel uit van het Lira-bestuur, eerst als secretaris, laatstelijk als vice-voorzitter. Dat waren zeventien jaar van trouwe samenwerking onder een gemeenschappelijk ideaal: recht en geld voor schrijvers en vertalers. Bij haar overlijden past een dankwoord. Een persoonlijk en bestuurlijk dankwoord.
Ik ken kende Nelleke vanaf mijn studententijd. Ik heb haar leren kennen toen ze bier stond te tappen achter de bar van studentencafé Taberna in het Prytaneum aan het Rapenburg in Leiden. Aan de andere zijde van de bar zaten vaak haar man Rudi Fuchs, de latere uitgever Laurens van Krevelen, de schrijver Maarten ‘t Hart, de auteur van verhalen Maarten Biesheuvel, heel veel anderen en ik. Ze verdedigde haar domein achter de bar bekwaam en standvastig tegen binnendringende Leidenaars, studenten en burgers, die in alcoholische nevelen gehuld zich van alles dachten te kunnen permitteren. Iedereen die dat domein zonder haar instemming betrad of zich niet hield aan de regels die er golden, kon als het moest een flinke tik van haar krijgen.
Na de Taberna-jaren waren we elkaar een jaar of tien kwijt. Mieke, mijn vrouw, vertelde me wel eens van ontmoetingen met Nelleke in Leiden waarbij ze op even knappe als krappe wijze menig kind tegelijk op de fiets vervoerde. Het transport van tweelingen is logistiek gezien soms knap ingewikkeld. Van die bakfietsen als tegenwoordig waren er nog niet.
Ik kwam in 1982 in een nieuw VvL-bestuur terecht onder voorzitterschap van Sem Dresden, Leids hoogleraar in de Franse letterkunde. Ik hoorde in mijn functie van VvL-secretaris verrast van Nellekes activiteiten als voorzitter van de werkgroep vertalers. Een jaar later hadden we haar al in het VvL-bestuur gehaald.
Ze liet zich door de afstand Eindhoven-Amsterdam niet weerhouden. Ook niet toen ze in mijn ongetwijfeld overdreven herinnering bijna alle botten gebroken had die een mens kon breken, beginnend met een gipsen arm of been. Iets wat in elk geval een kruk met zich meebracht en een moeilijk transport.
Hugo Verdaasdonk heeft een aantal jaren terug in zijn dwingende pleidooi ten gunste van Nellekes erelidmaatschap van de VSenV haar verdiensten in die VvL-tijd voor schrijvers en vertalers uitvoerig beschreven. Ook en terecht heeft hij toen aandacht besteed aan haar werk als voorzitter van de werkgroep vertalers. Maar nog belangrijker was naar mijn mening haar entree in het toenmalige VvL-bestuur.
Dresden, Nelleke en ik werden in dat VvL-bestuur ook wel – en zeker niet altijd aardig bedoeld – gekarakteriseerd als de Leidse maffia. Nelleke verwierf zich die eretitel vooral door de manier waarop zij voorstellen en argumentaties die niet deugden, met één enkele blik volkomen en voorgoed kon liquideren. Menigeen is onder haar boze blik verschrompeld tot een onbeduidend hoopje ellende. Menigeen was ook niet opgewassen tegen die eenvoudige vraag van haar: ‘Hoe kom je dáár nou bij?’
Toen ik in 1986 van de VvL naar Lira ging om daar de eerste voorzitter van te worden, is Nelleke nadien nog drie jaar in het VvL-bestuur werkzaam geweest. Op afstand heb ik nog enig coördinerend werk mogen verrichten toen een dienstdoende bestuurder net iets te vaak over de Hoge Raad begon te zeuren. Het gevolg was dat zij en enkele andere gelijkgezinden via mij van elkaar te weten kwamen hoe ze over dat bestuurslid dachten. Toen was het met de arme man snel gedaan.
Aan het eind van haar bestuurlijke periode in de VvL heb ik me gehaast om haar naar Lira te halen. Sindsdien heeft ze een rol van betekenis gespeeld in de op- en uitbouw van Lira. Ze kreeg het vanaf 1990 bestuurlijk steeds drukker. Ze werd in die periode voorzitter van de Stichting Vertalershuis, secretaris van het bestuur van het Literair Productie- en vertalingenfonds, bestuurslid van de Stichting Rechtshulp Auteurs. Twee keer is ze vier jaar lang voorzitter van de adviescommissie Stichting Lira Fonds geweest en dan leg ik me in dit lijstje nog ernstige beperkingen op. Het moge duidelijk zijn: haar verdiensten zijn evident en groot.
Haar methode ook: naast de glimlach bracht ze verontrusting over door indringend kijken. Ze haalde het matje onder iemands voeten vandaan door het trekken van een op allercharmantste wijze verbaasd gezicht. Finale bestuurlijke liquidatie van bedoeld persoon vond plaats door het stellen van een eenvoudige vraag als zojuist genoemd.
Maar laat ik daar meteen aan toevoegen: dit alles onbetwistbaar met de beste bedoelingen, namelijk het verbeteren van de werk- en leefcondities van schrijvers en vertalers. Dus functioneel. Wij, andere bestuurders, zeiden wel eens: als we in voorkomende gevallen geen uitweg meer zien, sturen we Nelleke erop af…
Van grote persoonlijke moed – het is maar een voorbeeld – gaf ze blijk door een barjuffrouw die nog nooit van auteursrecht had gehoord en in die kalme onwetendheid een rekening van de Stichting Reprorecht had ontvangen en opengemaakt, rustig uit te gaan staan leggen waarom ze die toch écht moest betalen.
Toen was ze weg, met het passende Lira-ereteken, uit het Lira-bestuur. We hebben haar gemist, zagen haar nog wel, maar niet zo vaak meer, hoorden van haar en anderen enthousiaste verhalen over hoe ze met haar kleinkinderen omging, hoe ze vaak naar het familiehuis in Little Snoring, Norfolk, reisde, en aan het eind van dat feest van de ouderdom kwam dan de schok: dat ze ernstig, ja zelfs ongeneeslijk ziek was.
Ze droeg haar ziekte met de dapperheid die we van haar gewend waren. We hebben met verdriet en trots onder grote belangstelling afscheid van haar genomen. Nog net op tijd was haar selectie uit de dagboeken van George Orwell in haar vertaling op de markt gebracht. Ik zal vooral de passages over Orwells tuin met belangstelling lezen, omdat ze met de vertaling daarvan bezig was toen ik haar bezocht.
Kees Holierhoek,
voorzitter Lira
Traditioneel keert Lira tegen het einde van het jaar de kabelvergoeding uit voor televisie- en radio-uitzendingen in het voorgaande jaar. Dit betekent dat Lira eind dit jaar (eind 2014) de kabelvergoeding over uitzendingen in 2013 zou moeten uitkeren.
In oktober 2012 zijn de kabelmaatschappijen echter na 25 jaar gestopt met het betalen van kabelvergoedingen aan Lira. Lira is in februari 2013 naar de rechter gestapt om via die weg alsnog te bewerkstelligen dat kabelmaatschappijen een redelijke vergoeding betalen aan Lira ten behoeve van de door haar vertegenwoordigde auteurs. De Amsterdamse rechtbank stelde Lira onlangs in het gelijk en oordeelde dat UPC, Ziggo en Delta al bijna 2 jaar lang inbreuk maken op de aan Lira overdragen auteursrechten van schrijvers, door zonder hun toestemming televisieprogramma’s en films aan hun abonnees aan te bieden.
De rechter heeft de partijen negentig dagen de tijd gegeven om in overleg een eventuele nieuwe overeenkomst te sluiten. Als dit niet lukt, kan Lira zo nodig de openbaarmaking van de door Lira vertegenwoordigde werken verbieden. De omvang van de geleden schade dient vastgesteld te worden in een aparte schadestaatprocedure.
LIRA is inmiddels, samen met de organisaties van regisseurs en acteurs, in gesprek met kabelbedrijven en omroepen, om tot goede afspraken te komen. Meer informatie over het vonnis vindt u hier.
Gezien de tijd die onderhandelingen en de afwikkeling van het vonnis nemen, is het niet ondenkbaar dat Lira voor het einde van het jaar 2014 de licentievergoedingen over het laatste kwartaal van 2012 en over 2013 nog niet van de veroordeelde kabelmaatschappijen heeft ontvangen. Hierdoor kan de repartitie niet op de gebruikelijke wijze plaatsvinden.
Buiten de ontvangen licentievergoedingen van de kabelmaatschappijen bestaat het budget voor een kabeluitkering ook uit gelden ontvangen uit het buitenland, leenrecht-videogelden, leenrecht-audiogelden, vrijval van kabelgelden uit oudere jaren en eventueel geïncasseerde gelden voor video-on-demand-diensten.
Het bestuur van Stichting Lira heeft besloten om deze gelden dit jaar toch in verdeling te brengen onder het traditionele Lira-repertoire (werken die door of in opdracht van Nederlandse omroepen via een substantiële investering zijn geproduceerd, bewerkt, vertaald of ondertiteld). Er zal dit jaar dus wél een kabeluitkering over 2013 plaatsvinden, maar vooralsnog slechts met een fractie van het reguliere budget. Wij hopen hiermee de schrijvers zo goed mogelijk tegemoet te komen en hopen uiteraard op een vlotte hervatting van de kabeluitkeringen op een niveau dat recht doet aan Lira’s vertegenwoordigde repertoire.
SB
In februari 2013 is Lira een bodemprocedure begonnen tegen enkele kabelmaatschappijen die na meer dan 20 jaar vanwege een technische wijziging in de aanlevering van programma's weigerden nog langer kabelvergoedingen te betalen. Die procedure leidde op 15 april 2014 tot een druk bezochte comparitie van partijen in de Amsterdamse rechtbank. Gedagvaard waren UPC, Ziggo, Delta. Zogeheten tussengevoegd was de gezamenlijke inkooporganisatie RODAP, bestaande uit producenten, kabelexploitanten en omroepen. Rechthebbende scenarioschrijvers, verenigd in Lira, constateerden dat er massaal inbreuken op hun auteursrecht plaatsvinden, nu kabeldistributie van hun film- en tv-werken geschiedt zonder toestemming van Lira en de bij Lira aangesloten binnen- en buitenlandse rechthebbenden. Lira eiste voor hen alsnog kabelgelden, schadevergoeding, een veroordeling in de kosten van juridische assistentie en nog zo het een en ander.
Het daarop volgende vonnis, bekend gemaakt op 27 augustus 2014, was voor Lira positief. De meervoudige kamer van de rechtbank stelde Lira op verreweg de meeste punten in het gelijk. Te verbeteren viel alleen nog het verhaal over de buitenlandse rechten die Lira zei te vertegenwoordigen. Het formele bewijs van die vertegenwoordiging achtte de rechtbank nog onvoldoende geleverd. Maar buiten dat was het aan de lopende band scoren voor Lira's zienswijze op de kwestie.
Dat geldt ook voor uiterst belangrijke onderdelen van het vonnis, met punten die ook in juridische vakbladen als AMI en in de Commissie Auteursrecht die de regering adviseert, waren besproken, zoals de vraag of scenarioschrijvers kabelrechten rechtsgeldig aan Lira konden overdragen. De rechtbank oordeelde in de gegeven situatie van het aansluitingscontract de overdracht door scenarioschrijvers aan Lira sterker dan het wettelijk vermoeden van overdracht aan de producent.
Dat hiermee alle kabelproblemen structureel en blijvend de wereld uit zouden zijn, is overigens niet het geval. Er dient ook ten aanzien van de toekomst nog het nodige geregeld te worden. Daartoe is op ambtelijk initiatief een ander overleg tussen partijen in het leven geroepen dat zoveel mogelijk die toekomst in kaart probeert te brengen, en wel op grond van een gewijzigde Auteurswet, met name op grond van een ten nadele van auteurs gewijzigd nieuw artikel 45d.
Ook zullen de wederpartijen alsnog tegen het vonnis dat de rechtbank heeft uitgesproken, in beroep kunnen gaan zodat de procedure ook in hoger beroep nog enige tijd kan gaan duren. Maar de eerste slag is duidelijk gewonnen.
KH
De Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB) is maanden geleden een proefprocedure tegen de Stichting Leenrecht begonnen, niet uit vijandigheid jegens bibliotheken en wat ze doen, maar je zou kunnen zeggen: juist uit sympathie voor het soort van uitleningen waarvoor Stichting Leenrecht ooit is opgericht. Onmiddellijk na deze dagvaarding zijn de Stichting Lira en het Nederlands Uitgeversverbond (NUV) daaropvolgend 'tussengekomen' zoals dat heet. Dat wil zeggen dat ze volop in de procedure meedoen.
De bedoeling van de advocaat van de VOB is duidelijk: hij wil op zo kort mogelijke termijn via zogenoemde prejudiciële vragen ten gunste van de bibliotheken de toestemming op Europees niveau afdwingen om ebooks onder de werking van de leenrechtexceptie uit te mogen lenen. Bibliotheken immers zouden het liefst zien dat ze ebooks als gewone boeken zouden mogen uitlenen, wellicht met een tariefverschil dat dan – net als nu – in de Stichting Onderhandelingen Leenvergoedingen (StOL) zou moeten worden vastgesteld.
Gewone papieren boeken vallen zoals bekend onder het leenrecht. Afrekening van het verschuldigde leengeld onder auteurs en uitgevers vindt plaats op grond van tarieven als via de paritair samengestelde Stichting Leenrecht bepaald. Dat is het doel waarnaar de bibliotheken streven: ebooks zoveel mogelijk als gewone boeken uit mogen lenen via de bibliotheken, zij het wellicht met een prijsverschil als overeen te komen in de StOL.
De procedure zou zich blijven beperken tot het repertoire dat in de traditionele bibliotheek het meest wordt uitgeleend. Boeken dus, maar dan in digitale vorm.
De Stichting Leenrecht stelt zich passief maar tot medewerking bereid op. Het bestuur van deze uit schrijvers en uitgevers bestaande eigenrechtorganisatie is bereid om zodra partijen, te weten auteurs, uitgevers en bibliotheken, over de digitale uitleen overeenstemming zouden bereiken, de incasso en primaire repartitie op zich te nemen, zoals dat ook nu al vele jaren bij de uitleen van 'gewone (lees papieren) geschriften' gebeurt.
Uitgevers lijken problemen te hebben met een onbeperkte bevoegdheid van bibliotheken om tot uitleen van gedigitaliseerde geschriften over te gaan, bevreesd als zij zijn dat deze ontwikkeling hun commerciële verkoopmarkt ernstig zal verstoren.
Onder auteurs zal een belangrijke rol in de pro- of contra-houding gespeeld worden door de aard van het uitleensysteem, de daaraan verbonden opbrengsten en de hevigheid waarmee de prijs van het traditionele boek en daaruit voortvloeiende royalty's door de nieuwe uitleenvormen zouden kunnen worden bedreigd.
De Haagse rechtbank heeft in de zomer van 2014 een comparitie van partijen gehouden waarna een uitspraak volgde waarin de rechters prejudiciële vragen aan het Europese Hof van Justitie hebben voorgelegd. Daardoor is het antwoord op de vraag 'vallen uitleningen van ebooks onder het leenrecht?' een Europees probleem geworden.
Het kan nog wel even duren voordat daarop een antwoord komt.
KH
Op 27 mei 2014 vond de zitting van de Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB) tegen Stichting Leenrecht plaats. Stichting Lira, Pictoright en het Nederlands Uitgeversverbond (NUV) zijn tussengekomen in de rechtszaak (zie ook het artikel hiervóór). De VOB wil door middel van de rechtszaak bereiken dat e-books uitgeleend kunnen worden onder de bestaande leenrechtregeling. De VOB heeft daarbij het standpunt ingenomen dat het ter beschikking stellen van een permanente download tot uitputting van het auteursrecht leidt.
Wat is uitputting?
De maker van een werk heeft het exclusieve recht op openbaarmaking en verveelvoudiging van zijn werk. Wanneer de maker het werk echter zelf op de Europese markt brengt, raakt zijn distributierecht ‘uitgeput’. De uitputtingsregel maakt het mogelijk voor de verkrijger van het werk om het werk te verspreiden en te verkopen zonder toestemming van de maker. Denk daarbij bijvoorbeeld aan een fysiek exemplaar van een papieren boek dat tweedehands mag worden doorverkocht zonder toestemming van de auteur.
Op 3 juli 2012 heeft het Europese Hof van Justitie in de Usedsoft vs Oracle-zaak uitspraak gedaan en heeft daarbij bepaald dat ook de doorverkoop van (een kopie van) software onder de uitputtingsregel valt. Van belang daarbij is onder meer dat het originele bestand wordt verwijderd, zodat het bestand slechts eenmaal kan worden doorverkocht. Software valt echter onder een andere richtlijn dan e-books, namelijk onder de Auteursrechtrichtlijn. En die laatste is volstrekt helder: uitputting is niet van toepassing op e-books.
Wat zijn de gevolgen van uitputting?
De consequenties van een juridisch raamwerk dat uitputting van toepassing verklaart op online content zijn groot. Bij de doorverkoop van digitale content gaat het immers niet om een exemplaar dat zichtbaar gebruikt en verouderd is, zoals bij een fysiek exemplaar het geval is. Bij de doorverkoop van digitale content zoals een e-book, is het daarnaast belangrijk dat de maker een eerlijke vergoeding ontvangt. Er is echter geen verschil tussen de kwaliteit van een oorspronkelijk exemplaar en een tweedehands digitaal exemplaar. Daarnaast is het technisch gezien niet mogelijk om te garanderen dat het origineel wordt gewist.
Wat vindt Lira?
Lira is fel tégen het toepassen van de uitputtingsregel op e-books. Als makers voor (her)gebruik van hun werk geen vergoedingen meer ontvangen, zal de initiële verkoopprijs aanzienlijk moeten worden verhoogd, wat tot verstoring van de markt leidt en toename van illegaal gebruik in de hand werkt. Lira moet er niet aan denken dat er in de toekomst van ieder boek nog maar 1 exemplaar wordt verkocht (een heel duur exemplaar, dat wel) en dat de schrijvers vervolgens royalties noch rechtenvergoedingen zullen ontvangen. Dat is immers niet de bedoeling van het auteursrecht, dat de maker in staat wil stellen om de vruchten van zijn of haar werk te plukken. Juist daarom heeft de Europese wetgever zo nadrukkelijk in de Auteursrechtrichtlijn gesteld dat uitputting niet van toepassing kan zijn.
DV
Vorig jaar is Lira samen met Pictoright (de organisatie voor visuele makers) een gerechtelijke procedure tegen Erfgoed Leiden en omstreken (voorheen Regionaal Archief Leiden) gestart.
Erfgoed Leiden en omstreken heeft al enkele jaren een groot krantenarchief online staan, voor een beduidend deel zonder daarvoor toestemming te hebben gekregen. Daardoor worden de auteursrechten van vele freelance journalisten die door Lira worden vertegenwoordigd, geschonden. Lira heeft de afgelopen jaren samen met Pictoright getracht om tot een oplossing met het archief te komen, maar dat is stelselmatig getraineerd en gesaboteerd en uiteindelijk na heel veel tijdverlies op niets uitgelopen. Ondertussen verschuilen vele tientallen, zo niet honderden archieven zich achter de rug van Erfgoed Leiden. Vanwege dat precedentenbelang hebben Lira en Pictoright vorig jaar besloten een gerechtelijke procedure te starten.
Met deze rechtszaak willen Lira en Pictoright bereiken dat alle makers een passende vergoeding voor de digitalisering en daarop volgende openbaarmaking van hun werk ontvangen, niet alleen in Leiden, ook elders. Het is niet de bedoeling om de toegang tot het archief te beperken, maar juist om dit soort grootschalige digitaliseringsprojecten op eenvoudige wijze en tegen relatief lage kosten mogelijk te maken.
De eerste zitting van de Haagse rechtbank heeft inmiddels plaats gevonden. Die verliep voor de collectieve beheersorganisaties Lira en Pictoright zeker niet slecht. Ook tijdens deze laatste fase bleef het mogelijk dat partijen alsnog overeenstemming bereiken, al werd die kans steeds kleiner. Vooral nadat een eerdere gespreksronde vastliep op de vrees van de politiek verantwoordelijke Leidse wethouder van cultuur dat het noodgedwongen erkennen van een auteursrechtelijke fout zijn politieke toekomst zou kunnen schaden. Hetgeen in de recent gehouden raadsverkiezingen ook zonder gerechtelijke archiefprocedure toch is gebeurd.
Toen de advocaat van de gemeente Leiden in de rechtszaal aan het woord kwam, bood hij als terloops zijn excuses aan voor de manier waarop het Leidsch Dagblad die ochtend melding van de rechtszaak had gemaakt en verklaarde dat wij -wat hem betrof- zo niet met elkaar omgingen.
Ik heb bij thuiskomst een vluchtige blik in het Leidsch Dagblad geworpen en daarin stond een pagina met oude opgewarmde gegevens en al eerder gepubliceerde foto's waarin ook de oud-directeur van het NIOD, de onvermijdelijke Hans Blom, op zijn gebruikelijke, kortzichtige trompetje blies.
Dat journalisten als die van het Leidsch Dagblad zich ervoor lenen om zo het belang van hun collega-freelancers te negéren, blijft voor mij geheel onbegrijpelijk. Het moet historisch gegroeid zijn dat in journalistieke kringen nauwelijks kennis over het auteursrecht bestaat, terwijl het natuurlijk eigenlijk een zeer ‘auteursrechtelijk vak’ is, zowel wat tekst als wat foto’s betreft. Doordat werknemers in dit land geen auteursrecht hebben, de werkgevers wél, moet de juridische basis van hun werkzaamheden aan de aandacht van menig werknemer-journalist ontsnapt zijn.
SB/KH
Het daarop volgende vonnis, bekend gemaakt op 27 augustus 2014, was voor Lira positief. De meervoudige kamer van de rechtbank stelde Lira op verreweg de meeste punten in het gelijk. Te verbeteren viel alleen nog het verhaal over de buitenlandse rechten die Lira zei te vertegenwoordigen. Het formele bewijs van die vertegenwoordiging achtte de rechtbank nog onvoldoende geleverd. Maar buiten dat was het aan de lopende band scoren voor Lira's zienswijze op de kwestie.
Dat geldt ook voor uiterst belangrijke onderdelen van het vonnis, met punten die ook in juridische vakbladen als AMI en in de Commissie Auteursrecht die de regering adviseert, waren besproken, zoals de vraag of scenarioschrijvers kabelrechten rechtsgeldig aan Lira konden overdragen. De rechtbank oordeelde in de gegeven situatie van het aansluitingscontract de overdracht door scenarioschrijvers aan Lira sterker dan het wettelijk vermoeden van overdracht aan de producent.
Dat hiermee alle kabelproblemen structureel en blijvend de wereld uit zouden zijn, is overigens niet het geval. Er dient ook ten aanzien van de toekomst nog het nodige geregeld te worden. Daartoe is op ambtelijk initiatief een ander overleg tussen partijen in het leven geroepen dat zoveel mogelijk die toekomst in kaart probeert te brengen, en wel op grond van een gewijzigde Auteurswet, met name op grond van een ten nadele van auteurs gewijzigd nieuw artikel 45d.
Ook zullen de wederpartijen alsnog tegen het vonnis dat de rechtbank heeft uitgesproken, in beroep kunnen gaan zodat de procedure ook in hoger beroep nog enige tijd kan gaan duren. Maar de eerste slag is duidelijk gewonnen.
KH
De bedoeling van de advocaat van de VOB is duidelijk: hij wil op zo kort mogelijke termijn via zogenoemde prejudiciële vragen ten gunste van de bibliotheken de toestemming op Europees niveau afdwingen om ebooks onder de werking van de leenrechtexceptie uit te mogen lenen. Bibliotheken immers zouden het liefst zien dat ze ebooks als gewone boeken zouden mogen uitlenen, wellicht met een tariefverschil dat dan – net als nu – in de Stichting Onderhandelingen Leenvergoedingen (StOL) zou moeten worden vastgesteld.
Gewone papieren boeken vallen zoals bekend onder het leenrecht. Afrekening van het verschuldigde leengeld onder auteurs en uitgevers vindt plaats op grond van tarieven als via de paritair samengestelde Stichting Leenrecht bepaald. Dat is het doel waarnaar de bibliotheken streven: ebooks zoveel mogelijk als gewone boeken uit mogen lenen via de bibliotheken, zij het wellicht met een prijsverschil als overeen te komen in de StOL.
De procedure zou zich blijven beperken tot het repertoire dat in de traditionele bibliotheek het meest wordt uitgeleend. Boeken dus, maar dan in digitale vorm.
De Stichting Leenrecht stelt zich passief maar tot medewerking bereid op. Het bestuur van deze uit schrijvers en uitgevers bestaande eigenrechtorganisatie is bereid om zodra partijen, te weten auteurs, uitgevers en bibliotheken, over de digitale uitleen overeenstemming zouden bereiken, de incasso en primaire repartitie op zich te nemen, zoals dat ook nu al vele jaren bij de uitleen van 'gewone (lees papieren) geschriften' gebeurt.
Uitgevers lijken problemen te hebben met een onbeperkte bevoegdheid van bibliotheken om tot uitleen van gedigitaliseerde geschriften over te gaan, bevreesd als zij zijn dat deze ontwikkeling hun commerciële verkoopmarkt ernstig zal verstoren.
Onder auteurs zal een belangrijke rol in de pro- of contra-houding gespeeld worden door de aard van het uitleensysteem, de daaraan verbonden opbrengsten en de hevigheid waarmee de prijs van het traditionele boek en daaruit voortvloeiende royalty's door de nieuwe uitleenvormen zouden kunnen worden bedreigd.
De Haagse rechtbank heeft in de zomer van 2014 een comparitie van partijen gehouden waarna een uitspraak volgde waarin de rechters prejudiciële vragen aan het Europese Hof van Justitie hebben voorgelegd. Daardoor is het antwoord op de vraag 'vallen uitleningen van ebooks onder het leenrecht?' een Europees probleem geworden.
Het kan nog wel even duren voordat daarop een antwoord komt.
KH
Wat is uitputting?
De maker van een werk heeft het exclusieve recht op openbaarmaking en verveelvoudiging van zijn werk. Wanneer de maker het werk echter zelf op de Europese markt brengt, raakt zijn distributierecht ‘uitgeput’. De uitputtingsregel maakt het mogelijk voor de verkrijger van het werk om het werk te verspreiden en te verkopen zonder toestemming van de maker. Denk daarbij bijvoorbeeld aan een fysiek exemplaar van een papieren boek dat tweedehands mag worden doorverkocht zonder toestemming van de auteur.
Op 3 juli 2012 heeft het Europese Hof van Justitie in de Usedsoft vs Oracle-zaak uitspraak gedaan en heeft daarbij bepaald dat ook de doorverkoop van (een kopie van) software onder de uitputtingsregel valt. Van belang daarbij is onder meer dat het originele bestand wordt verwijderd, zodat het bestand slechts eenmaal kan worden doorverkocht. Software valt echter onder een andere richtlijn dan e-books, namelijk onder de Auteursrechtrichtlijn. En die laatste is volstrekt helder: uitputting is niet van toepassing op e-books.
Wat zijn de gevolgen van uitputting?
De consequenties van een juridisch raamwerk dat uitputting van toepassing verklaart op online content zijn groot. Bij de doorverkoop van digitale content gaat het immers niet om een exemplaar dat zichtbaar gebruikt en verouderd is, zoals bij een fysiek exemplaar het geval is. Bij de doorverkoop van digitale content zoals een e-book, is het daarnaast belangrijk dat de maker een eerlijke vergoeding ontvangt. Er is echter geen verschil tussen de kwaliteit van een oorspronkelijk exemplaar en een tweedehands digitaal exemplaar. Daarnaast is het technisch gezien niet mogelijk om te garanderen dat het origineel wordt gewist.
Wat vindt Lira?
Lira is fel tégen het toepassen van de uitputtingsregel op e-books. Als makers voor (her)gebruik van hun werk geen vergoedingen meer ontvangen, zal de initiële verkoopprijs aanzienlijk moeten worden verhoogd, wat tot verstoring van de markt leidt en toename van illegaal gebruik in de hand werkt. Lira moet er niet aan denken dat er in de toekomst van ieder boek nog maar 1 exemplaar wordt verkocht (een heel duur exemplaar, dat wel) en dat de schrijvers vervolgens royalties noch rechtenvergoedingen zullen ontvangen. Dat is immers niet de bedoeling van het auteursrecht, dat de maker in staat wil stellen om de vruchten van zijn of haar werk te plukken. Juist daarom heeft de Europese wetgever zo nadrukkelijk in de Auteursrechtrichtlijn gesteld dat uitputting niet van toepassing kan zijn.
DV
Erfgoed Leiden en omstreken heeft al enkele jaren een groot krantenarchief online staan, voor een beduidend deel zonder daarvoor toestemming te hebben gekregen. Daardoor worden de auteursrechten van vele freelance journalisten die door Lira worden vertegenwoordigd, geschonden. Lira heeft de afgelopen jaren samen met Pictoright getracht om tot een oplossing met het archief te komen, maar dat is stelselmatig getraineerd en gesaboteerd en uiteindelijk na heel veel tijdverlies op niets uitgelopen. Ondertussen verschuilen vele tientallen, zo niet honderden archieven zich achter de rug van Erfgoed Leiden. Vanwege dat precedentenbelang hebben Lira en Pictoright vorig jaar besloten een gerechtelijke procedure te starten.
Met deze rechtszaak willen Lira en Pictoright bereiken dat alle makers een passende vergoeding voor de digitalisering en daarop volgende openbaarmaking van hun werk ontvangen, niet alleen in Leiden, ook elders. Het is niet de bedoeling om de toegang tot het archief te beperken, maar juist om dit soort grootschalige digitaliseringsprojecten op eenvoudige wijze en tegen relatief lage kosten mogelijk te maken.
De eerste zitting van de Haagse rechtbank heeft inmiddels plaats gevonden. Die verliep voor de collectieve beheersorganisaties Lira en Pictoright zeker niet slecht. Ook tijdens deze laatste fase bleef het mogelijk dat partijen alsnog overeenstemming bereiken, al werd die kans steeds kleiner. Vooral nadat een eerdere gespreksronde vastliep op de vrees van de politiek verantwoordelijke Leidse wethouder van cultuur dat het noodgedwongen erkennen van een auteursrechtelijke fout zijn politieke toekomst zou kunnen schaden. Hetgeen in de recent gehouden raadsverkiezingen ook zonder gerechtelijke archiefprocedure toch is gebeurd.
Toen de advocaat van de gemeente Leiden in de rechtszaal aan het woord kwam, bood hij als terloops zijn excuses aan voor de manier waarop het Leidsch Dagblad die ochtend melding van de rechtszaak had gemaakt en verklaarde dat wij -wat hem betrof- zo niet met elkaar omgingen.
Ik heb bij thuiskomst een vluchtige blik in het Leidsch Dagblad geworpen en daarin stond een pagina met oude opgewarmde gegevens en al eerder gepubliceerde foto's waarin ook de oud-directeur van het NIOD, de onvermijdelijke Hans Blom, op zijn gebruikelijke, kortzichtige trompetje blies.
Dat journalisten als die van het Leidsch Dagblad zich ervoor lenen om zo het belang van hun collega-freelancers te negéren, blijft voor mij geheel onbegrijpelijk. Het moet historisch gegroeid zijn dat in journalistieke kringen nauwelijks kennis over het auteursrecht bestaat, terwijl het natuurlijk eigenlijk een zeer ‘auteursrechtelijk vak’ is, zowel wat tekst als wat foto’s betreft. Doordat werknemers in dit land geen auteursrecht hebben, de werkgevers wél, moet de juridische basis van hun werkzaamheden aan de aandacht van menig werknemer-journalist ontsnapt zijn.
KH
De leenrechtcijfers laten de afgelopen jaren een daling zien. Als bibliotheken minder boeken uitlenen, heeft dat natuurlijk gevolgen voor de vergoedingen die de schrijvers van Lira ieder jaar ontvangen. Lira ontvangt dan ook met regelmaat vragen over de terugloop in uitleningen en vergoedingen.
Vanaf 2009 daalden de uitleningen ieder jaar met enkele procenten. Omdat het tarief van de leenrechtvergoeding jaarlijks wordt geïndexeerd voor inflatie, werd dit effect deels gecompenseerd. Vanaf 2012 is echter een versnelling van de daling zichtbaar, in percentages die – afhankelijk van de categorie werken – kunnen oplopen tot 9% of zelfs 10%.
De reden van de versnellende daling van de uitleencijfers is niet eenvoudig en eenduidig te geven. De meest voor de hand liggende verklaring is dat dit (mede) wordt veroorzaakt door de sluiting van bibliotheekvestigingen. In 2010 kwamen de eerste berichten over de door het Rijk aan gemeenten en provincies opgelegde bezuinigingen. Volgens de Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB) kreeg vervolgens 90% van de bibliotheken te maken met gemeentelijke bezuinigingen, en heeft maar liefst 75% vestigingen moeten sluiten. De effecten van de bezuinigingen op het bibliotheekwezen en de sluiting van veel filialen, vinden mogelijk hun weerslag in de uitleencijfers van 2012.
Maar de bezuinigingen en de sluiting van bibliotheekfilialen zijn niet de enige ontwikkelingen in het uitleenlandschap. Ook de toenemende uitleningen van e-books (die niet onder het wettelijk leenrecht vallen), de rol van schoolbibliotheken, commerciële bibliotheken en vrijwilligersbibliotheken kunnen van invloed zijn. Stichting Leenrecht is inmiddels een onderzoek gestart, met als doel om een duidelijk beeld krijgen van de factoren die bijdragen aan de daling van de leenrechtvergoedingen.
SB
Onderhandelen met een opdrachtgever over hergebruik van journalistieke producties? ‘Dat kan niet’, zegt één op de drie freelancers (32 procent). Slechts iets meer dan een kwart (27 procent) maakt afspraken over hergebruik.
De gegevens komen uit een onderzoek dat Pyrrhula, Social Research Network in opdracht van Lira, NVJ, FLA en FF deed naar freelance journalisten, fotografen en schrijvers. De resultaten werden eind vorig jaar gepubliceerd (voor het volledige rapport ‘Freelance Journalisten, Schrijvers en Fotografen’: De gegevens komen uit een onderzoek dat Pyrrhula, Social Research Network in opdracht van Lira, NVJ, FLA en FF deed naar freelance journalisten, fotografen en schrijvers. De resultaten werden eind vorig jaar gepubliceerd.
Zulke cijfers krijgen pas betekenis door de kleuring die de gebruiker er aan geeft. Vanuit het Lira-perspectief lijkt de conclusie mij gerechtvaardigd dat er nog flink aan de weg getimmerd moet worden om de weerbaarheid onder de eigen achterban te verhogen. Als zoveel freelancers klaarblijkelijk de strijd om eigen auteursrechten al opgeven voor die begonnen is, zou je bijna begrip krijgen voor het gemak waarmee media-exploitanten vaak de belangen van makers vergeten. Een op de drie freelancers (30 procent) vindt auteursrechten ‘(helemaal) niet belangrijk’. Ik vraag me af waar die desinteresse uit voortkomt. Dédain voor het slijk der aarde? Dat kan ik mij nauwelijks bij een gemiddeld belastbaar inkomen (in 2012) van nog geen 22.000 euro voorstellen, Gelukkig staat tegenover die weliswaar substantiële groep ongeïnteresseerden een veel grotere groep (65 procent) die is aangesloten bij Lira of Pictoright.
Nog wat cijfers: 38 procent van de journalistieke freelancers schat de eigen vaardigheden als onderhandelaar in als 'matig' of zelfs ‘slecht’. Slecht vijf procent beschouwt zichzelf als een goede onderhandelaar. FLA en NVJ bieden beide trainingen om de ondernemersvaardigheden van hun leden bij te spijkeren. Dat lijkt geen overbodige luxe.
Het onderzoek beperkte zich tot freelancers jonger dan 65 jaar. Gegeven die beperking, is de gemiddelde leeftijd van journalistieke freelancers verrassend hoog: 47 jaar (geboren in 1966). Hij/zij is iets vaker een hij dan een zij. Ruim 80 procent van de freelancers heeft een HBO-opleiding of hoger.
Tien jaar geleden werd een onderzoek gepubliceerd naar de positie van schrijvende freelancers. Dat rapport kreeg destijds als titel ‘Een ongewis bestaan’. Dat had ook de titel van dit rapport kunnen zijn. De orderportefeuille is iets beter gevuld dan in 2004, maar de concurrentie is sterk toegenomen. En de tarieven zijn in die tien jaar, rekening houdend met de inflatie, zo’n twintig procent gedaald, bij fotografen zelfs nog meer.
850 Respondenten vulden de lange vragenlijst in, voldoende om een betrouwbaar beeld te geven van de positie van freelancers op de arbeidsmarkt en van hun toekomstverwachtingen. Wat dat laatste betreft zijn de meeste freelancers gematigd optimistisch. Alleen een enkeling zegt een volledige baan in loondienst te ambiëren (5 procent), bijna de helft (43 procent) is freelancer uit overtuiging, en bijna allen (96 procent) denken over een jaar nog het hoofd boven water te kunnen houden. In combinatie met andere cijfers uit het onderzoek, zegt dat iets over het doorzettings- en uithoudingsvermogen van journalistieke freelancers. Zij werken gemiddeld ruim 37 uur per week, waarvan ze er maar 22,5 betaald krijgen. Alleen een kleine groep zet iets opzij voor de oude dag (12 procent), twee van de drie freelancers hebben geen arbeidsongeschiktheidsverzekering, bijna de helft (44 procent) is om rond te kunnen komen afhankelijk van zijn of haar partner.
Gevraagd naar de toekomst vreest bijna een derde (30 procent) van de geënquêteerde freelancers dat hun omzet zal dalen. Een iets grotere groep (39 procent) denkt dat de auteursrechtelijke inkomsten zullen dalen. Ruim twee van de drie freelancers (71 procent) vinden dat er collectieve vergoedingen moeten komen voor het online gebruik van hun werk.
KS
Op een regenachtige woensdagmiddag eind mei stroomde de grote zaal van debatcentrum De Balie vol met freelance journalisten. Zij gaven gehoor aan een uitnodiging van LIRA, de NVJ en de FLA voor een bijeenkomst over digitalisering, rechtenbeheer en vergoedingen voor het digita-le hergebruik van hun werk. Er werd gesproken over nieuwe initiatieven als Blendle en eLinea en er was aandacht voor de rechtszaak die Lira en Pictoright hebben aangespannen tegen Erfgoed Leiden en Omstreken (voorheen Regionaal Archief Leiden). Daarnaast werden de ontwikkelin-gen bij Thuiskopie en Reprorecht behandeld.
Vera van Buitenen, juriste van Lira, gaf de aanwezige journalisten een spoedcursus auteursrecht: “Het auteursrecht is het uitsluitende recht van de maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst om dit openbaar te maken en te verveelvoudigen, behoudens de beperkingen bij de wet gesteld. Het uitgangspunt is dus dat voorafgaande toestemming van de maker is vereist. Het auteursrecht is een verbodsrecht dat toekomt aan de maker.”
Wie dat verbodsrecht in deze nieuwe tijd uit wil oefenen omdat zijn of haar werk zonder vergoeding wordt doorgeplaatst op het net, kan niet altijd op dankbaarheid van de opdrachtgever rekenen. Journalist en Lira-bestuurslid Tijs van der Boomen vertelde over correspondent Minka Nijhuis die van haar opdrachtgever Trouw te horen kreeg dat ze geen extra geld zou krijgen voor publicatie van haar artikelen op Blendle. Als het haar niet aanstond, zouden de opdrachten in de toekomst naar iemand anders gaan.
Lira wil freelance journalisten dit soort beledigende confrontaties besparen en collectief optreden voor hun belangen. Zo probeert Lira ervoor te zorgen dat zij fatsoenlijke vergoedingen ontvangen uit de Thuiskopie-regeling, waar een nieuwe categorie geschriften is gecreëerd en uit Reprorecht, waar gewerkt wordt aan een collectieve vergoeding voor het maken van digitale kopieën door het midden- en kleinbedrijf.
De juriste van Lira zou eigenlijk ook in Leiden haar betoog moeten houden. Daar is sinds 2006 het Erfgoed Leiden en Omstreken (voorheen RAL) online, waarop veel werk te vinden is van freelance journalisten, waarvoor niet wordt betaald. Lira bood een collectieve regeling aan voor het plaatsen van dit werk, maar het Leidse archief weigert een dergelijke regeling te aanvaarden en vindt de Auteurswet maar achterhaald. Advocaat Dylan Griffiths kruist namens Lira al enkele tijd de degenen met de Leidenaren. Hij bracht op amusante wijze het lange traject aan onderhandelingen in kaart, een traject dat niet onderdoet voor de vredesbesprekingen over Oekraïne.
Van der Boomen en zijn collegasprekers riepen allemaal de aanwezigen op tot het ondertekenen van artikel III op het Lira aansluitingscontract, waarmee de auteur ook zijn of haar aanvullende rechten aan Lira overdraagt. Lira kan daarmee namens de freelance journalisten onderhandelen, zodat zij geen droog brood hoeven te eten en er wellicht nog wat overblijft voor een paraplu in deze woelige tijden.
TB
Sinds 1 januari 2013 is het thuiskopiestelsel uitgebreid via een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB), waardoor de regeling naast de blanco dragers nu ook betrekking heeft op computers, tablets, smartphones, audio/videospelers en harddiscrecorders.
Het nieuwe thuiskopiesysteem is inmiddels volledig geïmplementeerd en er is door Stichting de Thuiskopie over 2013 volgens de nieuwe thuiskopieregeling geïncasseerd.
De afgelopen jaren heeft Lira slechts een gedeelte van de voor haar bestemde incasso van Stichting de Thuiskopie ontvangen. De jarenlange bevriezing van de thuiskopieregeling (2007-2012) deed de incasso dramatisch dalen. Inmiddels is de bevriezing door de regering onrechtmatig gebleken. Met het oog op de lopende rechtszaken ziet Stichting de Thuiskopie zich nog steeds genoodzaakt om een gedeelte van de uitkeringen tijdelijk op te schorten. Alle verdeelorganisaties, dus ook Lira, hebben daarom slechts een gedeelte van de incasso over het verleden ontvangen.
Onlangs heeft het Europese Hof bepaald dat het downloaden uit een illegale bron niet onder de thuiskopieregeling valt. Het standpunt van de Nederlandse regering was dat het kopiëren uit illegale bron was toegestaan, maar het Europees Hof heeft nu geoordeeld dat de thuiskopieregeling alleen betrekking mag hebben op privékopieën uit legale bronnen.
Op basis van dit oordeel heeft staatssecretaris Teeven aan de Stichting Onderhandelingen Thuiskopievergoedingen (SONT) gevraagd te adviseren over mogelijke wijzigingen in de huidige thuiskopieregeling. Dit advies wordt na de zomer verwacht.
De door Lira uit te betalen thuiskopievergoedingen in 2014 (over uitzendingen in 2013) liggen mogelijk wederom op een laag niveau.
SB
Op grond van de Auteurswet heeft de maker van een werk een verveelvoudigingsrecht. Dit recht is essentieel voor de maker om controle te houden op zijn creaties en om te verzekeren dat hij een billijke vergoeding voor gebruik van zijn werk ontvangt.
Door de opkomst van opnamemateriaal medio 20e eeuw werd het voor consumenten erg gemakkelijk om kopieën te maken, en daardoor lastiger om dit gebruik te controleren. Deze ontwikkeling heeft diverse deskundigen aan het denken gezet, waardoor uiteindelijk de huidige thuiskopieregeling is ontstaan. De regeling maakt het voor consumenten mogelijk kopieën te maken van werken voor eigen gebruik, zonder dat zij voorafgaande toestemming van de maker nodig hebben. De regeling is zo ingericht dat importeurs en fabrikanten heffingen moeten afdragen voor dragers waarmee kopieën gemaakt kunnen worden.
Fabrikanten en importeurs pleiten regelmatig en met luide stem voor afschaffing van de thuiskopieheffing. Zij vinden de heffing te hoog en ervaren het als een belemmering dat de thuiskopieregeling verschilt per Europees land.
Lira is voorstander van de thuiskopieregeling en zet graag nog eens de voordelen op een rij:
Harmonisatie van de regeling binnen Europa zou overigens wat Lira betreft een gewenste verbetering zijn om de regeling optimaal te laten functioneren. Daarvoor pleiten wij dan, gezamenlijk in Europa via onze belangenorganisatie The Society of Audiovisual Authors (SAA).
DV
Sinds Lira's jaarvergadering van 1 juni 2013 maken de volgende personen deel uit van het Lira-bestuur:
Kees Holierhoek, onafhankelijke zetel, voorzitter
Tijs van den Boomen, zetel van de FLA/VSenV, vice-voorzitter
Robert Alberdingk Thijm, zetel van het Netwerk Scenarioschrijvers/VSenV. secretaris
Willem Asman, onafhankelijke zetel, penningmeester
Mw. Sophie Kassies, zetel van de VSenV, lid
Tsead Bruinja, zetel van de VvL/VSenV, lid
Kees Schaepman, zetel van de NVJ, lid
Als waarneemster worden de vergaderingen bijgewoond door vertaalster mw. Manon Smits wier benoeming op bindende voordracht van de VSenV/VvL wordt beoogd tijdens de jaarvergadering van juni 2015.
KH
Wie in zijn arbeidscontract heeft staan dat het schrijven van auteursrechtelijk beschermde werken tot zijn overeengekomen werkzaamheden behoort, verliest als werknemer het auteursrecht op die werken aan zijn werkgever, tenzij hij alsnog anders met zijn werkgever overeenkomt. Is hij naast zijn dienstverband aangesloten bij Lira, dan is hij contractueel verplicht een uitzondering in zijn arbeidscontract op te laten nemen.
Lira-aansluitingscontract, artikel 7, lid 4, getiteld de aangesloten auteur en het dienstverband. zegt met zoveel woorden dat 'De Auteur die een arbeidsovereenkomst aangaat waarbij de arbeid in dienst van de werkgever erin bestaat Werken in de zin van deze [aansluit]overeenkomst te maken, is verplicht bij wege van afwijkend beding als voorzien in artikel 7 Auteurswet 1912 overeen te komen dat hij zelf als maker van die Werken wordt aangemerkt.'
KH
Sinds Lira's jaarvergadering van 1 juni 2013 maken de volgende personen deel uit van het Lira-bestuur:
Kees Holierhoek, onafhankelijke zetel, voorzitter
Tijs van den Boomen, zetel van de FLA/VSenV, vice-voorzitter
Robert Alberdingk Thijm, zetel van het Netwerk Scenarioschrijvers/VSenV. secretaris
Willem Asman, onafhankelijke zetel, penningmeester
Mw. Sophie Kassies, zetel van de VSenV, lid
Tsead Bruinja, zetel van de VvL/VSenV, lid
Kees Schaepman, zetel van de NVJ, lid
Als waarneemster worden de vergaderingen bijgewoond door vertaalster mw. Manon Smits wier benoeming op bindende voordracht van de VSenV/VvL wordt beoogd tijdens de jaarvergadering van juni 2015.
KH
Wie in zijn arbeidscontract heeft staan dat het schrijven van auteursrechtelijk beschermde werken tot zijn overeengekomen werkzaamheden behoort, verliest als werknemer het auteursrecht op die werken aan zijn werkgever, tenzij hij alsnog anders met zijn werkgever overeenkomt. Is hij naast zijn dienstverband aangesloten bij Lira, dan is hij contractueel verplicht een uitzondering in zijn arbeidscontract op te laten nemen.
Lira-aansluitingscontract, artikel 7, lid 4, getiteld de aangesloten auteur en het dienstverband. zegt met zoveel woorden dat 'De Auteur die een arbeidsovereenkomst aangaat waarbij de arbeid in dienst van de werkgever erin bestaat Werken in de zin van deze [aansluit]overeenkomst te maken, is verplicht bij wege van afwijkend beding als voorzien in artikel 7 Auteurswet 1912 overeen te komen dat hij zelf als maker van die Werken wordt aangemerkt.'
KH
De jaarlijkse vergadering van stemgerechtigde aangeslotenen van Stichting Lira vond plaats op 7 juni 2014 in De Balie te Amsterdam. Net als ieder jaar werd het door Lira gevoerde en te voeren beleid uitvoerig toegelicht door het bestuur en kregen de aanwezige aangeslotenen ruimte om vragen te stellen en een oordeel te vellen. U kunt de notulen van het officiële gedeelte van de jaarvergadering nalezen op onze website .
Na afloop werden diverse presentaties verzorgd. Janne Rijkers van de Vereniging van Letterkundigen (VvL) besprak de ontwikkelingen op het gebied van e-books. Diverse literaire uitgevers hebben plannen om streamingdiensten voor e-books te gaan aanbieden. Het verdienmodel is nog onbekend. De consument betaalt waarschijnlijk via een abonnement, maar welk aandeel de auteur daarvan krijgt, is onduidelijk. Aan de ene kant biedt streaming kansen om illegaal aanbod tegen te gaan, maar voor de VvL is het hoofdbelang een fatsoenlijke vergoeding voor de auteurs. De VvL zit regelmatig om tafel met de betrokken partijen.
Arjen Polman van Stichting Leenrecht nam het stokje over van Janne. Hij gaf een toelichting op de Leenrechtregeling. Het aantal uitleningen door bibliotheken is op zijn retour, van 145 miljoen boeken in 1999 naar 85 miljoen boeken in 2012. Dit betekent ook een dalende incasso. De afgelopen 6 jaar is die over de hele linie met maar liefst € 2,5 miljoen gedaald, mede door de bezuinigingen en de komst van commerciële en schoolbibliotheken.
Momenteel is de wettelijke leenrechtregeling niet van toepassing op e-books. Bibliotheken sluiten licenties met uitgeverijen om de uitlening van een e-book mogelijk te maken. Voor 5.000 titels is dat al gebeurd. De Vereniging Openbare Bibliotheken (VOB) wenst echter dat de uitlening van e-books onder de bestaande leenrechtregeling wordt gebracht en heeft daartoe een principiële rechtszaak aangespannen tegen Stichting Leenrecht. De zitting vond plaats op 27 mei 2014. De schrijvers (Lira), de illustratoren (Pictoright) en de uitgeverijen (NUV) zijn ‘tussengekomen’ in de procedure. Lira en Pictoright stellen zich op het standpunt dat e-books onder de leenrechtregeling zouden moeten vallen, omdat dit voor de auteurs een betere garantie biedt op een passende vergoeding per uitlening. Uitgevers houden de exploitatie van e-books liever in eigen beheer.
Genoemde procedure heeft prejudiciële vragen opgeleverd voor het Europese Hof van Justitie. Je zou kunnen zeggen dat daarmee een Europees besluit wordt afgedwongen.
Na de presentaties vond er onder leiding van moderator Jasper Henderson een vraaggesprek plaats met auteurs Janny van der Molen, Jan Baeke en Willem Asman. Het panel was van mening dat digitalisering kansen biedt om boeken op nieuwe manieren te exploiteren. Aan de andere kant moet daar wel een eerlijke vergoeding voor de auteur tegenover staan, het is immers zijn broodwinning. Willem Asman sloot af met de conclusie van de dag: “Gelukkig hebben we Lira dat zich hard maakt voor de vergoedingen van auteurs en veel werk uit handen neemt”.
DV
Begin november zullen freelancejournalisten die lid zijn van de FreeLancers Associatie (FLA) en de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) een brief krijgen van de FLA, de NVJ en Lira waarin aansluiting bij Lira wordt aanbevolen.
De rechten (en dus de vergoedingen) van freelance journalisten staan onder druk. Artikelen worden digitaal (her)gebruikt door bijvoorbeeld platforms als Blendle en door archiefinstellingen, zonder dat daar een vergoeding voor de freelance journalist tegenover staat. Tegelijkertijd proberen steeds meer uitgevers contractueel een rechtenoverdracht af te dwingen. Het is daarom belangrijk dat schrijvers hun digitale rechten bij Lira onderbrengen.
Als u ooit vergoedingen hebt ontvangen van Lira, betekent dat niet dat u bent aangesloten. Bent u voornemens om u aan te sluiten bij Lira, dan kunt u een aansluitingscontract opvragen door te bellen naar (023) 870 0202, te mailen naar lira@cedar.nl of door uw gegevens achter te laten op onze website.
Twijfelt u of u al aangesloten bent en of u de digitale rechten onder artikel III aan Lira heeft overgedragen, dan kunt u met uw relatienummer en wachtwoord op onze portal onder ‘Uw overeenkomsten met Lira’ controleren of u bent aangesloten en of u uw digitale rechten hebt overgedragen door te klikken op “overeenkomsten”.
DV
In de rest van het jaar 2014 staan de volgende (na)repartities op het programma (maar niet noodzakelijk in onderstaande volgorde):
Repartitieplanning
Het voorlopige schema van de (na)repartities is:
Omschrijving (na)repartitie |
Periode van uitkering |
Auteursfonds 2012 |
4e kwartaal |
Kabel TV 2008-2012 |
4e kwartaal |
Kabel TV 2013 |
4e kwartaal |
Kabel Radio 2011-2012 |
4e kwartaal |
Kabel Radio 2013 |
4e kwartaal |
Thuiskopie Video 2008-2012 |
4e kwartaal |
Thuiskopie Audio 2013 |
4e kwartaal |
Thuiskopie Video 2013 |
4e kwartaal |
Leenrecht Geschriften 2014 |
4e kwartaal |
Leenrecht Luisterboeken 2014 |
4e kwartaal |
Leenrecht Multimedia 2014 |
4e kwartaal |
Journalistieke gelden 2013 |
4e kwartaal |
LiteROM 2008-2013 |
4e kwartaal |
Voor zaken die Lira, de repartities en het aansluitingscontract tussen een auteur en Lira betreffen: neem contact op met de Stichting Lira, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp; bezoekadres: Kruisweg 793-795, 2132 NG Hoofddorp; tel: 023 870 0202; e-mail: lira@cedar.nl; website: www.lira.nl.
Voor gewone adviezen over contracten en dergelijke: word lid van één van de afdelingen van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers, De Lairessestraat 125, 1075 HH Amsterdam, tel: 020 624 0803, e-mail: bureau@vsenv.nl. Literaire, toneel- en verwante auteurs zijn welkom bij de afdeling Vereniging van Letterkundigen (www.vvl.nu), schrijvers van tv-drama en filmscenario's zijn welkom bij het Netwerk Scenarioschrijvers (www.netwerkscenario.nl).
Of word als freelance-journalist lid van de FreeLancers Associatie (FLA) voor freelance-journalisten, afdeling van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers (VSenV) (www.fla.nl), of – naar keuze – van de Sectie freelance van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ), Johannes Vermeerstraat 22, Amsterdam, telefoon: 020 676 6771; www.nvj.nl.
Voor juridische adviezen en hulp in professionele geschillen met uitgevers, omroepen, andere producenten en andere gebruikers van iemands werk, bijvoorbeeld wanneer een contract niet wordt nageleefd of wanneer inbreuk wordt gepleegd op iemands auteursrechten: zorg voor aansluiting bij de Stichting Lira door het ondertekenen van een aansluitingscontract of word lid van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers (VSenV) of word lid van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) of word lid van de Vereniging van Educatieve Auteurs (VvEA).
Leden van de NVJ doen een beroep voor rechtskundige bijstand op de juridische dienst van de NVJ. Leden van de VSenV, leden van de VvEA en aangeslotenen van Lira die geen lid zijn van de NVJ, sturen bij een conflict een schriftelijk verzoek om financiële ondersteuning (met relevante stukken zoals het contract en relevante correspondentie) naar het bestuur van de Stichting Rechtshulp Auteurs, p/a Bureau van de VSenV, De Lairessestraat 125, 1075 HH Amsterdam, tel: 020 624 0803, e-mail:rechtshulp@vsenv.nl.
Het kernbegrip voor aanvragen bij Rechtshulp Auteurs is 'professioneel geschil', dat wil zeggen: een conflict als auteur (en niet in een andere hoedanigheid) met een wederpartij. Rechtshulp geeft geen adviezen over het sluiten van contracten, dat is het werkterrein van de beroepsverenigingen. Rechtshulp ondersteunt ook geen geschillen die al heel oud zijn, of geschillen waarbij de auteur zelf al een advocaat heeft betrokken, of geschillen die niet of slechts heel indirect met het auteurschap te maken hebben.
Het bestuur van de Stichting Rechtshulp Auteurs vergadert maandelijks om de aanvragen aan de hand van een reglement te beoordelen. Bij een positief besluit wordt de aanvrager doorverwezen naar een aantal advocaten, met wie de stichting langdurig relaties onderhoudt. In dat geval wordt maximaal de eerste 1000 euro (plus de BTW) aan advocaatkosten voor 100% door de stichting vergoed. Indien Rechtshulp besluit na het advies verdere acties te ondersteunen, wordt bij kosten boven de eerste 1000 euro een eigen bijdrage van 5% over het meerdere gevraagd. In de regel zullen de kosten van eenvoudige adviezen van een advocaat niet hoger dan 1000 euro zijn; in dat geval zijn zij dus voor de cliënt gratis. Blijkt de zaak wat ingewikkelder en stijgen de kosten tot meer dan 1000 euro (bijvoorbeeld door de noodzaak van een gerechtelijke procedure), dan treedt bij voortgezette steun de 5%-eigen-bijdrageregeling in werking, gerekend over de advocaatkosten.
Lira-aangeslotenen kennen boven de eerste 1000 euro daarnaast een eigen risico van 250 euro dat echter kan komen te vervallen, indien zij lid worden van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers (VSenV) of van de Vereniging van Educatieve Auteurs (VvEA).
Tot slot: als uit een juridische actie een opbrengst voortvloeit van meer dan 4500 euro, dan geldt een terugbetalingsregeling van 10% van dat meerdere tot maximaal de bijdrage die door Rechtshulp voor advies en procedure is betaald.
Bent u scenarioschrijver of toneelschrijver en wilt u dat de onderhandelingen over al uw contracten gedaan worden door een deskundig onderhandelaar: word dan als scenarioschrijver lid van het Netwerk Scenarioschrijvers (een afdeling van de VSenV) of als toneelschrijver van de Vereniging van Letterkundigen en/of zorg voor aansluiting bij Lira door een aansluitingscontract te ondertekenen, en meldt u vervolgens bij het Contractenbureau, Postbus 15530, 1001 NA Amsterdam; bezoekadres: Keizersgracht 604, Amsterdam, tel: 020-530 55 05; e-mail: office@contractenbureau.nl. De twee advocaten die voor het Contractenbureau werkzaam zijn, voeren namens u overeenkomstig uw wensen de individuele onderhandelingen met producenten, omroepen en toneelgezelschappen tegen (voor u als aangeslotene bij het Contractenbureau) een vergoeding van 7% van de waarde van de overeenkomst die zij tot stand weten te brengen en 2% van eventuele nakomende inkomsten op het contract.
KH
Het Lira Fonds kent voor de culturele aanvragen een adviescommissie die de culturele aanvragen bij het Fonds beoordeelt. Zij bestaat uit vier externe deskundigen en twee leden van het Lira Fonds-bestuur, Er wordt zes keer per jaar vergaderd, en wel in de regel op de eerste donderdag van elke even maand. In 2014 komt de adviescommissie nog bijeen op 20 november. In het jaar 2015 wordt er waarschijnlijk vergaderd op 5 februari, 16 april, 25 juni, 17 september en 26 november 2015. Mocht een vergadering op de geplande dag geen doorgang kunnen vinden, dan wordt in de regel alsnog een aantal dagen later vergaderd.
Aanvragen
Aanvragen dienen uiterlijk drie weken voor de betreffende vergadering ten kantore van Lira in Hoofddorp te zijn ontvangen, in achtvoud, met een ingevuld aanvraagformulier, een beschrijving van het project, een duidelijke begroting en cv's van betrokken auteurs. Het zij nog maar eens met nadruk gezegd: omdat het Lira Fonds veelal auteurshonoraria financieel ondersteunt, dienen deze op de begroting met naam en bedrag gespecificeerd voor te komen. Anders ontbreekt een subsidiabele post en pakt het besluit vrijwel zeker negatief uit. Nadere informatie over een en ander is te vinden op www.lira.nl/lirafonds en telefonisch te verkrijgen bij Bart Schomaker die het secretariaat over het Fonds voert: telefoon 023-799 78 07 of per e-mail: bart.schomaker@cedar.nl.
KH
Naast bezuinigingen op sociale doelen moet het Lira Fonds ook op culturele doelen ernstig bezuinigen. Vorig jaar kon het Lira Fonds de klap van het weggevallen van de kabelgelden per 1 oktober 2012 nog opvangen, maar vanaf 2014 lukt dat niet meer en moeten we fors bezuinigen. De weigering van de kabelmaatschappijen om te betalen, heeft zich zal zich hard doen voelen, harder dan we in november 2013 al aankondigden. Met het behalen van de overwinning bij de Amsterdamse rechtbank is alle leed nog niet geleden, al blijven we hopen op een spoedige wending.
Het bestuur van Lira/Lira Fonds heeft inmiddels besluiten genomen over hoeveel er precies moet worden bezuinigd op de sociale doelen en de prijzen die we ondersteunen, en ook oor de culturele bestedingen zijn de grote lijnen inmiddels duidelijk.
Voor toneelschrijfopdrachten en literaire manifestaties was in 2014 anderhalve ton minder beschikbaar, en in 2015 loopt dat op tot ruim twee ton. In samenspraak met de adviescommissie heeft het Lira Fonds-bestuur besloten om de bijdragen voor toneelschrijfopdrachten te maximeren tot twee/derde deel van het adviestarief. Daarnaast wordt er een maximum gesteld aan het aantal toekenningen: voor een schrijver kan maar eenmaal per jaar subsidie worden verleend.
Ook voor literaire optredens vergoedt het Lira Fonds zolang de financiële beperkingen voortduren nog maar twee/derde van de honoraria, de rest moet het festival zelf financieren. Kleine festivals zijn van deze regeling uitgezonderd: zij kunnen wel het volledige honorarium aanvragen. De grens ligt bij vijf optredende auteurs en/of een totaal festivalbudget van 20.000 euro.
Is dan alles kommer en kwel? Nee natuurlijk. Er gloort hoop dat we de inhouding van socugelden op termijn kunnen hervatten om het Lira Fonds weer op peil te brengen. De vraag is vooral hoe lang het gaat duren voor het zover is.
TvdB
De Stichting Literaire Rechten Auteurs (Lira) int en verdeelt voor auteurs en journalisten bestemde kabelgelden, thuiskopievergoedingen, leenrechtgelden, reprorechtgelden en andere soorten auteursrechtelijke gelden.
Met uitzondering van voorlopig nog gelden voor journalistieke werken wordt in de regel op deze gelden, naast een inhouding voor administratiekosten, niet meer dan 10% ingehouden ten behoeve van sociale en culturele doeleinden, zogeheten socu-gelden.
Afhankelijk van het moment waarop ook op uitkeringen voor journalistieke werken een inhouding plaats gaat vinden voor sociale en culturele doelen, wordt ernaar gestreefd ook voor de journalistieke aangeslotenen mogelijkheden te creëren om via het Lira Fonds gebruik te maken van aantrekkelijke collectieve voorzieningen.
De Stichting Lira Fonds beheert en besteedt de ingehouden gelden die bestemd zijn voor sociale en culturele doeleinden.
Uit de sociale gelden worden kosten bestreden die verbonden zijn met ondersteunde organisaties die structureel of incidenteel algemene of specifieke belangen van schrijvers en vertalers en hun beroepsuitoefening behartigen. Aanvragers zijn organisaties of instellingen – geen privé-personen – die aan belangenbehartiging doen of een duidelijk daarmee verbonden taak vervullen. Over zogeheten sociale aanvragen wordt door het bestuur van het Lira Fonds besloten.
Culturele gelden worden door het bestuur van het Lira Fonds verdeeld in de vorm van bijdragen aan activiteiten onder meer op het gebied van literatuur, theater en in een enkel geval audiovisuele producties op het literaire terrein. Het bestuur wordt daarin bijgestaan door een Adviescommissie bestaande uit vier externe deskundigen en twee leden van het Lira Fonds-bestuur.
Sinds kort bestaat er op beperkte schaal voor producenten ook een mogelijkheid financiële ondersteuning te verkrijgen voor het in een vreemde taal ondertitelen van hoogwaardig Nederlands tv-drama waarmee vervolgens promotie wordt bedreven om het werk in het buitenland bekend te maken.
De Adviescommissie vergadert eenmaal per twee maanden en brengt advies uit over de binnengekomen culturele aanvragen aan het bestuur van het Lira Fonds. Uitgebrachte adviezen worden in de regel conform het advies door het bestuur van het Lira Fonds bekrachtigd en daarmee tot besluiten gemaakt.
Zie voor het actuele beleid de website van het Lira Fonds: www.lira.nl/lirafonds.
In het algemeen gesproken: het stimuleren van het tot stand komen en uitdragen van Nederlands literair, literair-dramatisch en muziekdramatisch werk en daarop gebaseerde producties van velerlei aard. Bijzondere aandacht gaat uit naar projecten die moeilijk binnen de voorwaarden van de bestaande overheidsfondsen zijn in te passen. Het belangrijkste criterium voor subsidiëring is kwaliteit.
In het algemeen kunnen alleen rechtspersonen (verenigingen, stichtingen en soortgelijke verbanden) subsidie aanvragen uit de culturele gelden, geen individuele personen. De subsidies zijn veelal bestemd als bijdrage aan professionele auteursvergoedingen, zoals auteurshonoraria voor literaire manifestaties, schrijfopdrachten, toneelvertalingen e.d. ten behoeve van incidentele projecten. Zij worden alleen gegeven ter dekking van een tekort op de begroting. Niet gehonoreerd worden aanvragen voor debutanten, amateurproducties en culturele vormingsprojecten. Grote toneelgezelschappen worden geacht te putten uit hun eigen schrijversbudget.
Subsidies worden verleend in de vorm van een garantiesubsidie waarop eventueel een voorschot mogelijk is.
Aanvragen dienen uiterlijk 3 weken voor de vergaderingen van de Adviescommissie in achtvoud te worden ingediend bij het bureau van de Stichting Lira Fonds en voorzien te zijn van het per 1 januari 2007 ingevoerde nieuwe aanvraagformulier, een beschrijving van het project met – indien aanwezig – graag een tekst of tekstfragment, een duidelijke begroting en cv's van de auteurs voor wie geld wordt gevraagd. Indien het om een theaterproject gaat, verwacht de adviescommissie dat de naam en het adres van de auteur op het aanvraagformulier zijn ingevuld, zodat ook hij/zij geïnformeerd kan worden. Nadere informatie over een en ander is te vinden op www.lira.nl/lirafonds.
De vergaderingen van de adviescommissie worden in de regel steeds op de eerste donderdag van de even maanden gehouden. In het jaar 2014 komt de adviescommissie nog bij elkaar op 20 november. In 2015 wordt er waarschijnlijk vergaderd op 5 februari, 16 april, 25 juni, 17 september en 26 november. Zie de website van het Lira Fonds voor de officiële data.
Mocht een vergadering geen doorgang kunnen vinden, dan wordt alsnog iets later vergaderd.
Door elders in dit nummer uiteengezette problemen met de kabelgelden die onverwacht na bijna 30 jaar door kabelexploitanten niet meer aan Lira worden betaald, zijn Lira's mogelijkheden om socu-gelden toe te kennen en uit te betalen – naar wij aannemen: tijdelijk – nogal beperkt.
KH
Afgelopen voorjaar heeft Lira Nieuwswaarde de bij haar bekende freelance journalisten uitgenodigd om via Lira’s webportal online opgave te doen van hun journalistieke werkzaamheden in 2013.
Als freelance journalist komen uw gepubliceerde artikelen in Nederlandse kranten en vak- en publiekstijdschriften in aanmerking voor een reprorecht- en/of een leenrechtvergoeding.
Opgaven die vóór 1 oktober 2014 via Lira’s webportal binnenkomen, zullen worden verwerkt voor de uitkering over 2013 die in het laatste kwartaal van dit jaar staat gepland. Later binnengekomen opgaven (zogenoemde naclaims) zullen worden verwerkt in de narepartitie die in 2015 zal plaatsvinden. Voor de narepartitie reserveert Lira Nieuwswaarde 20% van het budget van de oorspronkelijke beschikbare vergoedingen.
In het geval het totaalbedrag aan naclaims hoger uitvalt dan het bedrag dat is gereserveerd voor de narepartitie wordt het uit te keren percentage naar beneden bijgesteld. Lira Nieuwswaarde kan immers niet meer geld uitkeren, dan is ontvangen. Het loont daarom om tijdig opgave te doen.
U kunt uw artikelen die zijn gepubliceerd in 2013 opgeven via onze portal, die te bereiken is via www.lira.nl. Op de portal vindt u tevens een uitgebreide handleiding. Als u nog geen opgave heeft gedaan over de jaren 2011 en/of 2012, kunt u dit ook alsnog doen.
SB
De Stichting Lira, opgericht op 23 oktober 1986, beheert als auteursrechtorganisatie op collectieve wijze auteursrechten en op het auteursrecht gebaseerde vergoedingsaanspraken van schrijvers, vertalers en journalisten die door hen individueel niet, of slechts met de grootst denkbare moeite, te gelde kunnen worden gemaakt.
Stichting Lira
Postbus 3060
2130 KB Hoofddorp
Holland Office Center
gebouw 5, 1e etage
Kruisweg 793-795
2132 NG Hoofddorp
Telefoon: 023 870 02 02
Fax: 023 870 02 10
E-mail: lira@cedar.nl
Website: www.lira.nl
NL49 INGB 0659 8049 72
41205902
Kees Holierhoek, voorzitter
Tijs van den Boomen, vice-voorzitter
Robert Alberdingk Thijm, secretaris
Willem Asman, penningmeester
Sophie Kassies, lid
Tsead Bruinja, lid
Kees Schaepman, lid
directeur:
Hein van Leeuwen
accountmanager:
Hanneke Verschuur
beleidsmedewerkers:
Saskia Bakker
Dion Voeten
secretariaat:
Sonja Bemer
Cabriëlla Vinke
commercieel-administratief cluster:
Talitha van Hattem, teamleider
Marianne Bovet
Petra Daansen
Martin van Dam
Mariska Kolman
Hicran Maaskant
Bart Schomaker
Kim Timmers-Veenstra
Het Lira Bulletin is een uitgave van de Stichting Lira en wordt sinds nummer 34 (mei 2011) digitaal verspreid onder aangeslotenen en relaties van de Stichting Lira, ook onder de ontvangers van een leenvergoeding, waarvan de verdeling jaarlijks door Lira wordt uitgevoerd in opdracht van de Stichting Leenrecht. Wie dit Bulletin ontvangt, is daarmee niet automatisch bij Lira aangesloten. Aansluiting komt pas tot stand via een handtekening op een zogenoemd aansluitingscontract waarin de auteur bepaalde rechten zoals kabelrechten aan de Stichting Lira in beheer toevertrouwt. Aansluiting bij Lira is kosteloos.
Postbus 3060
2130 KB Hoofddorp
Telefoon: 023 870 02 02
Fax: 023 870 02 10
E-mail: lira@cedar.nl
Website: www.lira.nl
Website toneel: www.liratheaterteksten.nl
Sophie Kassies
Hanneke Verschuur
Tsead Bruinja
Kees Schaepman
Kees Holierhoek (eindredactie)
Saskia Bakker
Tijs van den Boomen
Dion Voeten
Gabriel Kousbroek
Rutger Fuchs, Amsterdam
4net interactive, Maarn