Dit is het eerste nummer van het Lira Bulletin in digitale vorm. Het motief achter deze verandering is tweeledig: de wijziging in verschijningsvorm biedt een besparing op de druk- en portokosten en getuigt tegelijk van een bereidheid tot aanpassing aan de digitale wereld.
KEES HOLIERHOEK
voorzitter Stichting Lira
In maart 2011 is aan auteurs die bij Lira aangesloten zijn, in een rondgezonden bericht uiteengezet wat de inhoud is van de samenwerkingsovereenkomst die tussen Lira en het Nederlands Uitgeversverbond (NUV) op het terrein van de digitale rechten is gesloten. De tekst van de overeenkomst was als bijlage bij de betreffende e-mail gevoegd.
In 2009 heeft Lira haar aansluitingscontract vernieuwd. Omdat de technische ontwikkelingen voortschrijden en er veel nieuwe digitale vormen van publicatie ontstaan, was het nodig om het contract aan te passen. In het nieuwe contract is er een aantal nieuwe (digitale) rechten bijgekomen, die auteurs naar keuze kunnen overdragen aan Lira. Auteurs hebben in grote getale positief gereageerd op de invoering van het nieuwe aansluitingscontract: beduidend meer dan 6.000 auteurs hebben ervoor gekozen om digitale rechten aan Lira over te dragen en/of Lira op niet-exclusieve basis terzake een volmacht te verschaffen.
Lira, de Vereniging van Schrijvers en Vertalers (VSenV) en het NUV hebben veel vragen en reacties ontvangen toen het nieuwe aansluitingscontract werd ingevoerd. Met de in maart 2011 rondgezonden e-mail wilde Lira graag de laatste onduidelijkheden die nog kunnen bestaan omtrent de reikwijdte van de overdracht of volmacht van digitale rechten wegnemen.
Uitgevers en auteurs maakten zich vorig jaar zorgen over die reikwijdte, omdat die ook individuele exploitaties van e-books zou kunnen omvatten. Lira hecht er aan te verduidelijken dat zij de overgedragen en bij volmacht verleende digitale rechten uitsluitend zal uitoefenen voor collectieve rechtenverlening. Hierbij moet gedacht worden aan optreden tegen grootschalige inbreuken, zoals bij het Google Book Settlement, maar ook aan digitaliseringsprojecten in de culturele erfgoedsector en bijvoorbeeld de mogelijke invoering van een collectieve regeling voor “uitlening” van e-books. Bij de genoemde activiteiten zal Lira voor in tekstvorm uitgegeven werken de krachten met de hierbij betrokken uitgevers bundelen. Het NUV beveelt haar leden aan om auteurs te stimuleren om zich voor de collectieve rechtenverlening bij Lira aan te sluiten.
Hoe weet u nu of u voor een bepaalde exploitatie zelf afspraken met uw uitgever kunt maken? Uitgangspunt is dat u zelf afspraken kunt maken voor een bepaalde exploitatie, tenzij door Lira in overleg met de betrokken uitgevers gekozen is voor collectieve rechtenverlening. Is dat het geval en valt de betreffende exploitatie uitsluitend onder de niet-exclusieve volmacht van artikel II van het Aansluitingscontract, dan kan Lira collectieve regelingen sluiten, maar u kunt zelf ook individuele afspraken blijven maken. Valt de exploitatie onder de overdracht van artikel III, dan kunt u daarover niet meer zelf afspraken maken en zal het recht exclusief door Lira worden uitgeoefend.
In de bijlage bij de rondgezonden e-mail werden de exploitaties opgesomd die Lira op dit moment collectief uitoefent. Voor alle niet genoemde exploitaties kunt u als auteur zelf afspraken met uw uitgever maken, bijvoorbeeld op basis van de bestaande modelcontracten. Dit geldt ook voor e-books. Door deze samenwerkingsovereenkomst kunt u nooit in de knel komen door afspraken die u met een uitgever en die u met Lira heeft gemaakt.
De Vereniging van Letterkundigen (VvL) van de VSenV en de Groep Algemene Uitgevers (GAU) van het NUV hebben afspraken gemaakt over de rechtenverlening ten aanzien van literaire e-books. De exploitatie van e-books wordt hiermee in goed overleg tussen auteurs en uitgevers gestimuleerd.
Het uitgangspunt bij de gemaakte afspraken is dat de auteur en de vertaler aan de uitgever een exclusieve licentie verlenen om hun werk in e-book vorm te exploiteren tegen een overeen te komen royalty. Deze lopende afspraken tussen GAU en VvL met betrekking tot e-books, neergelegd in de vorm van twee addenda bij de literaire modelcontracten, zijn te vinden op de websites van VvL en NUV: www.vvl.nu en www.nuv.nl.
GAU en VvL zijn in gesprek over aanpassingen van het modelcontract voor de uitgave van oorspronkelijk Nederlandstalig literair werk en het Modelcontract voor de uitgave van een vertaling van een literair werk. Deze gesprekken zijn in een afrondende fase.
GAU en VvL hebben de bestaande e-book-addenda verlengd tot aan het moment dat de nieuwe afspraken bekend kunnen worden gemaakt. Nadat er onderzoek is verricht naar welk percentage als gangbaar moet worden beschouwd adviseren GAU en VvL om voor wat betreft de royaltyregeling in het e-book-addendum voor oorspronkelijk werk met terugwerkende kracht vanaf 1 februari 2011 een percentage van 25% te hanteren, onder de voorwaarde dat een akkoord wordt bereikt over het Modelcontract oorspronkelijk werk.
Met betrekking tot het royaltypercentage voor literaire vertalingen over e-book uitgaven adviseren GAU en VvL - eveneens met terugwerkende kracht per 1 februari 2011 - de percentages te hanteren die als gangbaar kunnen worden beschouwd en die binnenkort na onderzoek bekend zullen worden gemaakt door GAU en VvL, onder de voorwaarde dat overeenstemming wordt bereikt over het Modelcontract voor vertalers.
Wie van mening is dat door Lira bij de leenrechtuitkering fouten zijn gemaakt, kan als aan de klachten op bureauniveau niet tegemoet gekomen wordt, binnen een bepaalde termijn een officiële klacht indienen.
Lira ziet zich genoodzaakt vanaf 2011 de administratiekosten op de uitkering van de leenrechtvergoeding te verhogen van 7,5% naar 10%.
Verdeelorganisaties als Lira zijn voor de bekostiging van hun werkzaamheden op eigen middelen aangewezen. De administratiekosten zullen dan ook volgens enige verdeelsleutel moeten worden omgeslagen over de rechthebbenden voor wie zo'n organisatie incasseert en aan wie ze vervolgens uitbetaalt. Het is – ook internationaal – standaardpraktijk om de bijdrage aan de kosten te berekenen als percentage van de uitkering. In feite komt dit neer op een inhouding van het benodigde bedrag voor administratiekosten van de top van het geïnde bedrag, waarna het netto overgebleven bedrag naar rato aan rechthebbenden wordt uitgekeerd – in overeenstemming met het daartoe vastgestelde en extern goedgekeurde repartitiereglement aangevuld met bestuursbesluiten.
De Stichting Lira heeft geen winstoogmerk en probeert in het belang van rechthebbenden de inhoudingspercentages zo laag mogelijk te houden.
De Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (DBNL) is een website over de Nederlandse literatuur, taal en cultuurgeschiedenis. De website bevat literaire teksten, secundaire literatuur en aanvullende informatie over auteurs zoals biografieën en portretten.
De DBNL is in 1998 opgericht door de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. Ze is begonnen met het digitaliseren en online plaatsen van auteursrechtvrij materiaal (70 jaar na het overlijden van de maker vallen werken toe aan het publieke domein), maar inmiddels ontplooit zij steeds meer initiatieven met auteursrechtelijk beschermde werken.Zo heeft de DBNL aangekondigd dat zij ruim zestig literaire, culturele en wetenschappelijke tijdschriften online ter beschikking wil stellen en is ze met dat project alvast van start gegaan. Daarnaast bevat de basisbibliotheek een selectie van duizend titels uit de Nederlandstalige cultuurgeschiedenis, waaronder ook recente titels. De DBNL beheert ook de website www.onzekinderboeken.org die 7.000 prenten- en kinderboeken uit het Nederlandse taalgebied bevat, óók titels die nog auteursrechtelijk beschermd zijn. Andere projecten waarbij auteursrechtelijk beschermd materiaal wordt gebruikt zijn nog in ontwikkeling.
Voor de projecten waarbij auteursrechtelijk beschermd materiaal wordt gedigitaliseerd en online ter beschikking wordt gesteld is vooraf de schriftelijke toestemming van de rechthebbenden vereist. De DBNL vraagt deze toestemming rechtstreeks om niet aan rechthebbenden. Dit betekent dat rechthebbenden geen vergoeding zullen ontvangen. Lira ontvangt regelmatig vragen van auteurs die zo’n verzoek van de DBNL hebben ontvangen.
Vanzelfsprekend onderschrijven wij het maatschappelijk belang van het ontsluiten van het Nederlandse literaire erfgoed. Lira wil dit soort initiatieven graag ondersteunen op basis van de aan haar overgedragen digitale rechten. Lira zou de initiatieven van de DBNL voor zover het door Lira vertegenwoordigd repertoire betreft, graag willen faciliteren door middel van een collectieve licentie, waartegenover vanzelfsprekend een redelijke vergoeding dient te staan die ten goede komt aan onze achterban.
Vanaf het begin hebben wij dan ook te kennen gegeven het bezwaarlijk te vinden dat de DBNL toestemming om niet aan rechthebbenden vraagt voor werken waarop nog auteursrecht rust. Lira staat op het standpunt dat redelijkerwijs voor het (her)gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal een passende vergoeding hoort te worden betaald. Dit wringt des te meer omdat de DBNL wordt gefinancierd met overheidssteun. Naar Lira’s mening is het nauwelijks toelaatbaar dat subsidiegelden uitsluitend worden aangewend voor het technische deel van dit soort digitaliseringsprojecten (het scannen en digitaliseren van de werken zelf) en dat er daarbij geen geld wordt gereserveerd voor de rechthebbenden wier werk online wordt gezet.
Auteurs die aan de DBNL ‘gratis toestemming’ verlenen, ondermijnen hiermee de positie van medeauteurs die wél de vergoeding wensen waarop zij recht hebben. Bovendien verwachten andere (digitaliserende) partijen deze toestemming dan ook gratis te ontvangen en kalft het maatschappelijk draagvlak af. Een ontwikkeling die niet in het belang van auteurs is en tot waardevermindering of zelfs waardevernietiging van tekst kan leiden.
De praktijk wijst uit dat bij dit soort grootschalige projecten toestemmingen op individueel niveau niet of nauwelijks realiseerbaar zijn. Daarom is nu juist het systeem van het collectief beheer hiervoor bij uitstek geschikt. Met een collectieve licentie kan de DBNL zich veel tijd en inspanning (en dus geld) besparen die zij nu investeert in de individuele benadering van rechthebbenden.
Zowel bij Lira als bij de beroepsorganisatie Vereniging van Letterkundigen hebben zich auteurs gemeld wier werk op de site van de DBNL was geplaatst zonder dat zij daarvoor toestemming hadden gegeven. Niet voor álle auteursrechtelijk beschermde werken op de website is dus daadwerkelijk toestemming van rechthebbenden verkregen. Dat is niet verwonderlijk gezien het inmiddels aanzienlijke repertoire dat te vinden is op dbnl.nl.
De DBNL en Lira hebben in de afgelopen jaren regelmatig gesprekken gevoerd, waarbij de DBNL aangaf op zoek te zijn naar een businessmodel waarmee een vergoedingensysteem voor de rechthebbenden zou worden opgezet. Tot onze teleurstelling heeft dit tot op heden niet tot resultaten geleid. Lira beraadt zich daarom nu op een manier om de grootschalige digitalisering van de DBNL voor alle betrokken partijen eenvoudig mogelijk te maken, zonder dat daarbij de rechten van auteurs met voeten worden getreden of hun op oneigenlijke gronden een redelijke vergoeding voor het gebruik van hun werk wordt onthouden.
Daarbij proberen wij in goed overleg met het Nederlands Uitgeversverbond (NUV) te komen tot een breed gedragen regeling, waarbij Lira collectief kan optreden op basis van de aan ons overgedragen digitale rechten en niet-exclusieve last-en-volmachten. Voor veel oudere boeken die niet meer commercieel verkrijgbaar zijn, geldt immers dat de digitale rechten op die werken vaak door auteurs aan Lira zijn overgedragen. Veel van de rechten op die boeken zijn niet bij de uitgevers terecht gekomen. Ook voor zeer recent werk zijn door duizenden auteurs de digitale rechten overgedragen aan Lira. Daarmee ligt een rol voor Lira om collectief op te treden voor de hand. Vorig jaar hebben wij nu juist over zo’n collectieve rol voor Lira afspraken gemaakt met het NUV in een samenwerkingsovereenkomst.
De Vereniging van Letterkundigen, die ook al jarenlang met de DBNL over dit heikele onderwerp in gesprek is en voor wie de opstelling van de DBNL ook onbegrijpelijk is, deelt het standpunt van Lira dat - nu de DBNL steeds verder verwijderd raakt van het publieke domein - een collectieve regeling met daaraan gekoppeld een passende vergoeding voor de rechthebbenden gewenst is.
SB/HV
Recent is Ximon.nl, de website om Nederlandse films, documentaires en televisiedrama’s te kijken, gelanceerd. De nieuwe online videoservice biedt een omvangrijke catalogus film en tv in hoge kwaliteit aan via internet.
Ximon.nl gaat van start met ruim 500 uur aan video. De collectie omvat historische werken die terug gaan tot begin vorige eeuw, van Majoor Frans (1916) en Dorp aan de Rivier (1958) tot hedendaagse succesfilms als Zwartboek (2006) en Kan Door Huid Heen (2009). Met titels als Alleman (1963) en Carmen Meets Borat (2008) komen ook de liefhebbers van documentaires bij de video-website aan hun trekken.De gehele catalogus is op ieder gewenst moment, tegen betaling, te bekijken via www.ximon.nl. Om een film te kijken bij Ximon betaal je voor het overgrote deel van de catalogus tussen de €0,99 en €3,50. Alleen de meest recente titels, die net uit de bioscoop komen, kosten €4,95. Je kunt de film na betaling 48 uur onbeperkt kijken.
Naast het bekende 'pay-per-view' model biedt Ximon als eerste de mogelijkheid om zogenoemde collecties te huren. Een collectie is een digitale filmbox waarmee je tegen een korting (die kan oplopen tot 50%) een verzameling films of een tv-serie kunt huren. Onder de ruim 40 collecties die bij Ximon al verkrijgbaar zijn, bevinden zich bijvoorbeeld de Jaren ’70 Collectie en de Gouden Film Collectie.
De Nederlandse film- en televisiemakers spelen een prominente rol binnen het platform. Ximon creëert voor zo veel mogelijk makers en acteurs een eigen pagina. Op deze gepersonaliseerde pagina zijn alle producties waar deze persoon bij betrokken is geweest eenvoudig terug te vinden.
Ximon.nl is een initiatief van EYE Film Instituut Nederland, het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid en de Nederlandse Vereniging van Speelfilmproducenten. Het initiatief komt voort uit het nationale digitaliseringproject Beelden voor de Toekomst. Het streven is om in de komende vijf jaar het overgrote deel van alle Nederlandse film-, televisiedrama- en documentaireproducties beschikbaar te maken via Ximon.
Lira is actief bij dit initiatief betrokken. Samen met andere collectieve beheersorganisaties heeft Lira gedurende enkele jaren deelgenomen aan het gecompliceerde contractuele overleg waarbij ook regisseurs, acteurs, muziekcomponisten, producenten etc. waren betrokken, met de bedoeling om vergoedingen vast te stellen en die na incasso langs collectieve weg onder rechthebbenden te verdelen.
In 2008 heeft Lira de website www.liratheaterteksten.nl gelanceerd. Via deze site kunnen toneelschrijvers hun teksten aanbieden. Lira heeft bij deze webdienst altijd voor ogen gehad om naast de toneelteksten ook de bijbehorende opvoeringslicenties aan te gaan bieden. Op die manier zouden (amateur)toneelgezelschappen gemakkelijk toegang hebben tot digitale theaterteksten en meteen ook de benodigde toestemming voor de opvoeringen kunnen regelen via één loket.
Voor Lira zou zo’n vorm van dienstverlening nieuw zijn. Wij hebben veel ervaring met zogenaamde ‘secundaire’ exploitaties, waarbij werken van auteurs die wij vertegenwoordigen worden hergebruikt en waarvoor – veelal collectief – door Lira vergoedingen worden geïncasseerd en verdeeld. Te denken valt hierbij aan het leenrecht, de thuiskopie- en reprorechtregeling en de kabeluitkeringen.Om te onderzoeken of wij deze uitbreiding van onze dienstverlening, die individueel van aard zou zijn en waarbij Lira meer als agent zou optreden, op efficiënte wijze zouden kunnen invoeren hebben wij advies gevraagd aan bureau Scompany. Dit is een adviesbureau van en door derdejaars studenten, dat vanuit de Hogeschool Utrecht (HU) werkt voor externe opdrachtgevers. De studiegroep van Scompany heeft in januari 2011 een adviesrapport aan Lira gepresenteerd.
Scompany heeft de theaterauteurs die teksten aanbieden via theaterteksten.nl ondervraagd. Daarnaast hebben zij ook tientallen toneelgezelschappen geënquêteerd. Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat er zowel bij de auteurs als bij de opvoerende gezelschappen behoefte bestaat aan een platform waar opvoeringslicenties eenvoudig en snel geregeld kunnen worden. Tegelijkertijd bleek dat de meningen over de concrete invulling en afhandeling daarvan nogal uiteen liepen. De auteurs gaven aan dat zij vertrouwen stelden in Lira als organiserende partner.
Op ons verzoek heeft Scompany ook een inschatting gemaakt van de kosten die hiermee gemoeid zouden zijn en de baten die ertegen over zouden staan. Uit die analyse kwam naar voren dat het niet of nauwelijks mogelijk zou zijn om deze exploitatie kostendekkend uit te voeren.
Wij hebben daarom besloten om niet over te gaan tot het licentiëren van opvoeringsrechten.
In het verlengde van de beslissing om opvoeringsrechten niet te licentiëren rees de vraag of wij de website zoals die nu bestaat, in stand wilden houden, aangezien theaterteksten.nl voor Lira een verliesgevende exploitatie is. Wij hebben tot onze spijt moeten concluderen dat het verstandig is om te stoppen met de webdienst in haar huidige vorm.
Natuurlijk trekken wij niet zomaar de stekker uit een initiatief waarover de betrokken toneelauteurs vanaf het begin enthousiast zijn geweest. Lira zoekt daarom eerst naar een goede thuishaven voor theaterteksten.nl. Momenteel zijn wij in gesprek met het Theater Instituut Nederland (TIN). Zij hebben in een eerste reactie aangegeven geïnteresseerd te zijn om te verkennen of zij de site willen overnemen, dan wel bepaalde functionaliteiten. Het TIN is bezig met de digitalisering van hun mediatheek en daarnaast werken zij al enige tijd aan een digitale theaterencyclopedie. Voor het TIN als sectorinstituut, informatiecentrum en erfgoedinstelling zou de website mogelijk goed aansluiten bij hun doelstellingen. Het TIN oriënteert zich de komende maanden op de mogelijke overname van de website. Wij houden u op de hoogte van de ontwikkelingen.
HV
Lira nodigt freelance journalisten uit om opgave te doen van hun journalistieke werkzaamheden in 2010.
Voor artikelen die zijn verschenen in Nederlandse kranten en publiekstijdschriften is een reprorechtrecht- en/of een leenrechtvergoeding beschikbaar. Freelance journalisten kunnen hun artikelen die zijn gepubliceerd in 2010 opgeven via het opgavenformulier periodieken. Ook voor de jaren 2008 en 2009 kan dit jaar nog opgave worden gedaan.
Voor de journalistieke bijdragen die zijn geschreven voor radio- en televisieprogramma’s uitgezonden in 2010 is een thuiskopievergoeding beschikbaar. Hiervoor kan opgave worden gedaan via het opgavenformulier radio en televisie. Ook hiervoor geldt dat wij nog claims accepteren voor de jaren 2008 en 2009.
Sinds 2009, toen Stichting Nieuwswaarde samenging met Stichting Lira, verzorgt Lira de journalistieke thuiskopie uitkeringen. Lira heeft besloten om vanaf dit jaar de thuiskopie repartities van Lira en van wat voorheen Nieuwswaarde heette, gezamenlijk uit te voeren. Elders in dit Bulletin is een uitgebreide toelichting hierop te vinden.
De uitkeringen zullen in het laatste kwartaal van dit jaar plaatsvinden. Om een tijdige uitkering te kunnen garanderen, dienen uw gegevens uiterlijk op 16 september 2011 bij ons binnen te zijn.
Behalve voor kranten en publiekstijdschriften is er ook een reprorechtvergoeding beschikbaar voor publicaties in vak-, wetenschappelijke en educatieve boeken en tijdschriften over het jaar 2009. Lira voert deze verdeling uit als beheerder van het Auteursfonds Reprorecht. Meer over de voorwaarden en achtergronden vindt u elders in dit Bulletin. Voor het Auteursfonds sluit de opgaventermijn 1 juli 2011.
Alle opgavenformulieren en voorwaarden vindt u op onze website www.lira.nl, waar ook meer informatie te vinden is over de verschillende geldstromen en uitkeringen. Wij zien uw claims graag tegemoet.
Volgens de Auteurswet mogen consumenten van auteursrechtelijk beschermd materiaal zoals films, televisieseries, documentaires, hoorspelen en muziek een kopie maken voor privégebruik. Daartegenover staat dat er dan wel een redelijke vergoeding voor de rechthebbenden moet worden betaald. Deze vergoedingen worden betaald door fabrikanten en importeurs van blanco dragers zoals CDs en DVDs en geïncasseerd door Stichting De Thuiskopie.
Via Stichting De Thuiskopie ontvangt Lira het deel dat bestemd is voor de schrijvers, vertalers en ondertitelaars en Lira keert dit jaarlijks uit. Voor repertoire dat is uitgezonden op de radio is er de Thuiskopie Audio-repartitie en voor programma’s uitgezonden op televisie de Thuiskopie Video-repartitie. Op deze geldstroom hield Lira de afgelopen jaren 7,5% in voor sociale en culturele doelen, de zogeheten ‘socu-inhouding’. Dit was lager dan de 10% socu-inhouding bij de kabel- en leenrechtrepartities, omdat tot vorig jaar Stichting De Thuiskopie zelf in een eerder stadium al een inhouding deed voor piraterijbestrijding. Tot 2008 bestond er bovendien ook een Thuiskopiefonds waarvoor veel geld werd ingehouden, maar dit fonds is inmiddels opgeheven. Ook voor piraterijbestrijding wordt geen geld meer ingehouden door Stichting De Thuiskopie. Met het oog hierop heeft Lira dan ook besloten om de socu-inhoudingen bij de thuiskopierepartities te verhogen van 7,5% naar 10%, in lijn met de inhoudingen bij de andere belangrijke geldstromen. Daarmee is de inhouding overigens nog altijd ruim onder het door het College van Toezicht Auteursrecht gewenste maximum van 15% en ook in lijn met de internationaal gangbare socu-inhoudingen.
Ook Stichting Nieuwswaarde ontving – tot zij in januari 2009 samenging met Lira – een deel van de thuiskopievergoedingen om te verdelen onder freelance journalisten en programmamakers die werken hebben geschreven voor radio en televisie die vervolgens ook zijn uitgezonden. Net als Lira verdeelde Nieuwswaarde die geldstroom jaarlijks door middel van een Audio-repartitie en een Video-repartitie.
Lira heeft besloten om vanaf dit jaar de thuiskopierepartities van Lira en van v/h Nieuwswaarde gezamenlijk uit te voeren. Hiermee besparen wij tijd en dus geld omdat we efficiënter kunnen werken. Bovendien gelden dan dezelfde grondslagen en inhoudingen voor alle auteurs.
Voor freelance journalisten betekent een en ander dat bij hun uitkeringen voortaan, net als bij die van de niet-journalistieke auteurs, 10% wordt ingehouden voor sociale en culturele doelen en 10% ter dekking van de administratiekosten (waarna uitsluitend over deze administratiekosten 19% BTW wordt berekend).
Voor niet-journalisten betekent dit dat hun uitkeringen voortaan, net als bij de freelance journalisten, worden berekend over het aantal uitgezonden minuten op radio en televisie. Voor de Audio-repartitie was dit al zo, maar ook voor de Video-repartitie zal Lira voortaan het aantal uitzendminuten als uitgangspunt nemen in plaats van de ‘opnamepunten’ die wij voorheen als grondslag gebruikten. Hiermee kunnen wij een besparing realiseren op de door Lira aan te kopen brongegevens en stroomlijnen wij onze bedrijfsvoering.
Auteursrechtelijk beschermd materiaal wordt door consumenten uit verschillende bronnen op CD en DVD gezet. Vanzelfsprekend worden veel films, documentaires en series opgenomen van radio en televisie. Maar er wordt ook een aanzienlijk deel van internet gedownload (vaker niet dan wel uit legaal aanbod) en er worden ook kopieën gebrand van gekochte, geleende of gehuurde CDs en DVDs.
Al bij de invoering van het thuiskopiestelsel in 1991 is door de politiek besloten dat het niet wenselijk is om achter de voordeur bij de consumenten te kijken en dat uit privacyoverwegingen dus niet wordt geregistreerd wat het exacte consumentengebruik is. Wel wordt periodiek onderzoek gedaan naar consumentengedrag. Daaruit is naar voren gekomen dat nieuwsuitzendingen, sportwedstrijden en sport- en spelprogramma’s niet of nauwelijks worden opgenomen op CD of DVD. Dat is ook logisch gezien de ontwikkelingen van de laatste jaren, waarbij via platforms als ‘uitzending gemist’ programma’s voor consumenten op ieder gewenst moment kunnen worden teruggekeken. Voor deze vorm van hergebruik ontvangt Lira overigens geen vergoedingen. Lira is, samen met onze zusterorganisaties Vevam (voor regisseurs) en Norma (voor acteurs), in gesprek met omroepen over de vergoedingen die in onze opinie zouden moeten worden afgedragen aan de makers voor dit soort gebruik van werken. Gezien de onderzoeksresultaten heeft Lira besloten om voortaan geen thuiskopievergoedingen meer uit te keren voor nieuwsuitzendingen, sport- en spelprogramma’s en sportwedstrijden.
Voor uw geschreven werk dat is uitgezonden op radio en televisie (ook op regionale zenders, waarvoor 10% van het minutagebedrag beschikbaar is en op digitale themakanalen, waarvoor 5% van het minutagebedrag wordt uitgekeerd) kunt u nu opgave doen. Lira keert uit voor de oorspronkelijke uitzendingen en voor maximaal één herhaling per jaar. Alle rechthebbenden die bij Lira Nieuwswaarde bekend zijn hebben inmiddels een uitnodiging ontvangen om hun claims in te dienen en wij zien uw opgaven graag tegemoet.
HV
In oktober van dit jaar (2011) zal Lira 25 jaar bestaan. Ter gelegenheid hiervan besloot het Lira-bestuur om Kees Holierhoek, mede-oprichter en voorzitter sinds het eerste uur, te eren met de gouden Lira-speld. Deze speld, een ontwerp van edelsmid Elsbeth Baarslag, werd eerder uitgereikt aan de oud-bestuursleden Nelleke van Maaren en Willem Capteyn, en aan onze in 2009 overleden oud-directeur André Beemsterboer.
Om Kees het hele jubileumjaar in staat te stellen zijn onderscheiding als ‘Soldaat van Lira’ met trots te dragen, werd de speld hem uitgereikt tijdens een etentje na afloop van Lira’s Nieuwjaarsborrel, traditioneel samen met de Vereniging van Schrijvers en Vertalers gehouden in sociëteit Arti et Amicitiae te Amsterdam op 13 februari.
Bij de uitreiking werd een lofrede met onderstaand lofdicht uitgesproken door Jan Boerstoel, voorzitter van de VSenV en oud-bestuurslid van Lira.
Holierhoek Kees, waar dat niet allemaal voor staat:
voor pakkend proza, haast meteen bekróónd begonnen,
voor deugend drama, ook al prijzen mee gewonnen,
voor fraaie films… Kortom, voor Schrijver van Formaat.
Maar voor het betere bestuurswerk evenzeer,
want hoeveel clubjes heeft die man niet voorgezeten,
rekken vol broeken voor de goede zaak versleten,
ook wel met trouw en zuinig penningenbeheer
en soms zelfs met een inbreng als voorbeeldig lid…
De Goliath van het auteursrecht! Zo, die zit!
Jan Boerstoel
- Voor zaken die Lira, de repartities en het aansluitingscontract tussen een auteur en Lira betreffen: neem contact op met de Stichting Lira, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp; bezoekadres: Siriusdreef 22-28, Hoofddorp; tel: 023-799 78 06; e-mail: lira@cedar.nl; website: www.lira.nl.
- Voor gewone adviezen over contracten en dergelijke: word lid van één van de afdelingen van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers, De Lairessestraat 125, 1075 HH Amsterdam, tel: 020-6240803, e-mail: bureau@vsenv.nl. Literaire, toneel- en verwante auteurs zijn welkom bij de afdeling Vereniging van Letterkundigen (www.vvl.nu), schrijvers van tv-drama en filmscenario=s zijn welkom bij het Netwerk Scenarioschrijvers (www.netwerkscenario.nl).
Of word als freelance-journalist lid van de FreeLancers Associatie (FLA) voor freelance-journalisten, afdeling van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers (VSenV) (www.fla.nl), of naar keuze van de Sectie freelance van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ), Johannes Vermeerstraat 22, Amsterdam, telefoon: 020-6766771; www.nvj.nl.
- Voor juridische adviezen en hulp in professionele geschillen met uitgevers, omroepen, andere producenten en andere gebruikers van iemands werk, bijvoorbeeld wanneer een contract niet wordt nageleefd of wanneer inbreuk wordt gepleegd op iemands auteursrechten: zorg voor aansluiting bij de Stichting Lira door het ondertekenen van een aansluitingscontract of word lid van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers (VSenV) of word lid van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ).
Leden van de NVJ doen een beroep voor rechtskundige bijstand op de juridische dienst van de NVJ. Leden van de VSenV en aangeslotenen van Lira die geen lid zijn van de NVJ, sturen bij een conflict een schriftelijk verzoek om financiële ondersteuning (met relevante stukken zoals het contract en relevante correspondentie) naar het bestuur van de Stichting Rechtshulp Auteurs, p/a Bureau van de VSenV, De Lairessestraat 125, 1075 HH Amsterdam, tel: 020-6240803, e-mail: rechtshulp@vsenv.nl.
Het kernbegrip voor aanvragen bij Rechtshulp Auteurs is 'professioneel geschil', dat wil zeggen: een conflict als auteur (en niet in een andere hoedanigheid) met een wederpartij. Rechtshulp geeft geen adviezen over het sluiten van contracten, dat is het werkterrein van de beroepsverenigingen. Rechtshulp ondersteunt ook geen geschillen die al heel oud zijn, of geschillen waarbij de auteur zelf al een advocaat heeft betrokken, of geschillen die niet of slechts heel indirect met het auteurschap te maken hebben.
Het bestuur van de Stichting Rechtshulp Auteurs vergadert maandelijks om de aanvragen aan de hand van een reglement te beoordelen. Bij een positief besluit wordt de aanvrager doorverwezen naar een aantal advocaten, met wie de stichting langdurig relaties onderhoudt. In dat geval wordt maximaal de eerste 1000 euro (plus de BTW) aan advocaatkosten voor 100% door de stichting vergoed. Indien Rechtshulp besluit na het advies verdere acties te ondersteunen, wordt bij kosten boven de eerste 1000 euro een eigen bijdrage van 5% over het meerdere gevraagd. In de regel zullen de kosten van eenvoudige adviezen van een advocaat niet hoger dan 1000 euro zijn; in dat geval zijn zij dus voor de cliënt gratis. Blijkt de zaak wat ingewikkelder en stijgen de kosten tot meer dan 1000 euro (bijvoorbeeld door de noodzaak van een gerechtelijke procedure), dan treedt bij voortgezette steun de 5%-eigen-bijdrageregeling in werking.
Lira-aangeslotenen kennen boven de eerste 1000 euro daarnaast een eigen risico van 250 euro dat echter kan komen te vervallen, indien zij lid worden van de VSenV.
Tot slot: als uit een juridische actie een opbrengst voortvloeit van meer dan 4500 euro, dan geldt een terugbetalingsregeling van 10% van dat meerdere tot maximaal de bijdrage die door Rechtshulp is betaald.
- Bent u scenarioschrijver of toneelschrijver en wilt u dat de onderhandelingen over al uw contracten gedaan worden door een deskundig onderhandelaar: word dan als scenarioschrijver lid van het Netwerk Scenarioschrijvers (een afdeling van de VSenV) of als toneelschrijver van de Vereniging van Letterkundigen en/of zorg voor aansluiting bij Lira door een aansluitingscontract te ondertekenen, en meldt u vervolgens bij het Contractenbureau, Postbus 15530, 1001 NA Amsterdam; bezoekadres: Keizersgracht 604, Amsterdam, tel: 020-530 55 05; e-mail: office@contractenbureau.nl. De twee advocaten die voor het Contractenbureau werkzaam zijn, voeren namens u overeenkomstig uw wensen de individuele onderhandelingen met producenten, omroepen en toneelgezelschappen tegen (voor u als aangeslotene bij het Contractenbureau) een vergoeding van 7% van de waarde van de overeenkomst die zij tot stand weten te brengen en 2% van eventuele nakomende inkomsten op het contract.
KH
De Stichting Literaire Rechten Auteurs (Lira) int en verdeelt voor schrijvers, vertalers en journalisten bestemde kabelgelden, thuiskopievergoedingen, leenrechtgelden, reprorechtgelden en andere soorten auteursrechtelijke gelden.
Met uitzondering van gelden voor journalistieke werken wordt op een beperkt deel van deze gelden, naast een inhouding voor administratiekosten, niet meer dan 10% ingehouden ten behoeve van sociale en culturele doeleinden, zogeheten socu-gelden.
De Stichting Lira Fonds beheert de ingehouden gelden die bestemd zijn voor sociale en culturele doeleinden.
Uit de sociale gelden worden kosten bestreden die verbonden zijn met ondersteunde organisaties die structureel of incidenteel algemene of specifieke belangen van schrijvers en vertalers en hun beroepsuitoefening behartigen. Aanvragers zijn organisaties of instellingen -geen privé-personen- die aan belangenbehartiging doen of een duidelijk daarmee verbonden taak vervullen. Over zogeheten sociale aanvragen wordt door het bestuur van het Lira Fonds besloten.
Culturele gelden worden door het bestuur van het Lira Fonds verdeeld in de vorm van bijdragen aan activiteiten onder meer op het gebied van literatuur, theater en in een enkel geval audiovisuele producties op het literaire terrein. Het bestuur wordt daarin bijgestaan door een Adviescommissie bestaande uit vier externe deskundigen en twee leden van het Lira Fonds-bestuur.
De Adviescommissie vergadert eenmaal per twee maanden en brengt advies uit over de binnengekomen culturele aanvragen aan het bestuur van het Lira Fonds. Uitgebrachte adviezen worden in de regel conform het advies door het bestuur van het Lira Fonds bekrachtigd en daarmee tot besluiten gemaakt.
Zie voor het actuele beleid de website van het Lira Fonds: www.lira.nl/lirafonds.
In het algemeen gesproken: het stimuleren van het tot stand komen en uitdragen van Nederlands literair, literair-dramatisch en muziekdramatisch werk en daarop gebaseerde producties van velerlei aard. Bijzondere aandacht gaat uit naar projecten die moeilijk binnen de voorwaarden van de bestaande overheidsfondsen zijn in te passen. Het belangrijkste criterium voor subsidiëring is kwaliteit.
In het algemeen kunnen alleen rechtspersonen (verenigingen, stichtingen en soortgelijke verbanden) subsidie aanvragen uit de culturele gelden, geen individuele personen. De subsidies zijn veelal bestemd als bijdrage aan professionele auteursvergoedingen, zoals auteurshonoraria voor literaire manifestaties, schrijfopdrachten, toneelvertalingen e.d. ten behoeve van incidentele projecten. Zij worden alleen gegeven ter dekking van een tekort op de begroting. Niet gehonoreerd worden aanvragen voor debutanten, amateurproducties en culturele vormingsprojecten. Grote toneelgezelschappen worden geacht te putten uit hun eigen schrijversbudget.
Subsidies worden verleend in de vorm van een garantiesubsidie waarop eventueel een voorschot mogelijk is.
Aanvragen dienen uiterlijk 3 weken voor de vergaderingen van de Adviescommissie in achtvoud te worden ingediend bij het bureau van de Stichting Lira Fonds en voorzien te zijn van het per 1 januari 2007 ingevoerde nieuwe aanvraagformulier, een beschrijving van het project met -indien aanwezig- graag een tekst of tekstfragment, een duidelijke begroting en cv=s van de auteurs voor wie geld wordt gevraagd. Indien het om een theaterproject gaat, verwacht de adviescommissie dat de naam en het adres van de auteur op het aanvraagformulier zijn ingevuld, zodat ook hij/zij geïnformeerd kan worden. Nadere informatie over een en ander is te vinden op www.lira.nl/lirafonds.
De vergaderingen van de adviescommissie worden in de regel steeds op de eerste donderdag van de even maanden gehouden. In het jaar 2011 komt de adviescommissie volgens dit schema bij elkaar op de nog resterende donderdagen 9 juni, 4 augustus (of later), 6 oktober en 1 december.
Mocht een vergadering geen doorgang kunnen vinden, dan wordt alsnog iets later vergaderd.
KH
U kunt weer opgave doen voor het Auteursfonds Reprorecht
Sinds 2010 beheert Stichting Lira het Auteursfonds Reprorecht. Naast bestedingen aan collectieve doelen worden uit dit fonds ook vergoedingen betaald aan auteurs en journalisten die publiceren in vak- en wetenschappelijke boeken of tijdschriften en/of educatieve geschriften.
Is werk van u in bovengenoemde categorieën gepubliceerd in 2009? Of was uw werk al eerder gepubliceerd maar heeft u in 2009 over dat werk royalties ontvangen? Dan kunt u tot 1 juli 2011 een claim indienen voor een uitkering uit het Auteursfonds Reprorecht. Het opgavenformulier vindt u op onze website www.lira.nl.
Er zijn wel enkele voorwaarden om in aanmerking te komen voor een uitkering via het Auteursfonds. De belangrijkste voorwaarde is dat u de reprorechtvergoeding niet al via uw uitgever ontvangt.
Stichting Reprorecht incasseert de reprorechtvergoedingen (voor het maken van fotokopieën uit boeken en tijdschriften zonder voorafgaande toestemming van de rechthebbenden) en keert deze jaarlijks uit aan uitgevers. De uitgevers zijn op hun beurt wettelijk verplicht om minstens de helft door te betalen aan de auteurs.
Maar sommige uitgevers doen niet mee aan de repartitie van Stichting Reprorecht. Ook kan het voorkomen dat een uitgever in overleg met Stichting Reprorecht het auteursdeel van zijn reprorechtvergoeding terugstort omdat hij niet in staat is correct door te betalen aan zijn auteurs. In dat soort gevallen dreigen de auteurs hun vergoeding mis te lopen en juist daarom is het Auteursfonds opgericht. Twijfelt u of u een reprorechtvergoeding van uw uitgever krijgt? Op www.lira.nl kunt u de lijst vinden met uitgevers die deelnamen aan de laatste uitkeringsronde door Stichting Reprorecht. Alleen wanneer uw uitgever daar niet tussen staat kunt u opgave doen bij Stichting Lira. Wij zien uw opgaven graag tegemoet.
HV
voor het jaar 2012: aanmelden voor 15 september 2011, inschrijving voor 1 oktober 2011. Het P.C. Boutensfonds, bestuurd door vertegenwoordigers van de VSenV en de Stichting Lira, stelt zich tot doel professionele schrijvers en vertalers aan een oudedagsvoorziening te helpen.
Het P.C. Boutensfonds kent twee voorzieningen: (1) een langlopende lijfrenteverzekering tegen betaling van een maandelijkse premie en (2) een per jaar te kiezen koopsomregeling. (Voor de eerste regeling geldt een tijdelijke stop, die mogelijk dit najaar weer zal zijn opgeheven.)De kosten van beide regelingen worden voor ruim een derde deel door het P.C. Boutensfonds gesubsidieerd: 35% van de maandpremielasten of de koopsomstorting, met een maximum van 1.050 euro per jaar. De deelnemer moet dus nog altijd 65% van de lasten zelf opbrengen, al wordt dit meestal verzacht door het fiscale regime dat op lijfrentepremies van toepassing is. De belasting betaalt als het ware ook een gedeelte mee.
Omdat het P.C. Boutensfonds beseft dat deze regeling niet meer is dan een eerste stap op weg naar een oudedagsvoorziening, staat het de deelnemers uiteraard vrij meer te storten dan het bedrag dat wordt gesubsidieerd en zo een hogere lijfrente op te bouwen.
Wie aan de voorwaarden voldoet, kan kiezen tussen de discipline van een jarenlange maandelijkse premiebetaling of de vrijheid van af en toe een koopsomstorting. Een combinatie van beide is ook mogelijk, zij het dat de jaarlijkse PCB-subsidie per persoon nooit meer dan 1.050 euro bedraagt.
Het P.C. Boutensfonds richt zich op schrijvers en vertalers die tenminste een jaar lid van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers zijn of tenminste een jaar zijn aangesloten bij de Stichting Lira. Aansluiting bij Lira komt tot stand via een zogenoemd aansluitingscontract waarin de auteur – al dan niet via de uitgever – bepaalde rechten zoals kabelrechten aan de Stichting Lira in beheer toevertrouwt.
Het hoofdberoep van de deelnemer moet schrijver of vertaler zijn – hij/zij behoort tot de groep van professionele auteurs met een ondernemersstatus. Fiscaal gezien gaat het dus om beoefenaren van een vrij beroep die door de fiscus worden gelijkgesteld met ondernemers en die hun financiële resultaten jaarlijks via een winstaangifte aan de belastingdienst melden. Zij moeten deze ondernemersstatus tegenover het P.C. Boutensfonds kunnen aantonen, bij voorkeur door een Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) of een bewijs van gelijk niveau, ter beoordeling van het bestuur van het P.C. Boutensfonds.
Cliënten van het P.C. Boutensfonds hebben geen andere toereikende pensioenverzekering, dus in termen van de geldende belastingwetgeving: het gaat om personen met een aantoonbaar pensioentekort die tegelijk voldoen aan de daarbij geldende minimum-bruto-inkomensgrens. Deze voorwaarde garandeert meteen – zolang de fiscus een dergelijke pensioentekortregeling en daarmee samenhangende aftrekregeling kent – de gehele of gedeeltelijke aftrekbaarheid van de betaalde premie.
Deelnemers verdienen anderzijds een belastbaar verzamelinkomen dat beneden de jaarlijks door het bestuur van het P.C. Boutensfonds vastgestelde norm blijft. Voor de toekenning van subsidie in het jaar 2012 wordt als norm het verzamelinkomen in het jaar 2010 gebruikt. Het plafond lag in dat jaar op een belastbaar verzamelinkomen van maximaal 40.000 euro.
Aanvragers van steun bij het storten van een koopsompremie zijn niet ouder dan 65 jaar; voor langlopende maandpremieverzekeringen geldt een grens van niet ouder dan 55 jaar.
Zij zijn bereid samen met het subsidiegeld van het P.C. Boutensfonds in totaal een bedrag van minimaal 100 euro per maand voor hun maandpremieregeling (dus zelf € 65,--) of minimaal 1000 euro op jaarbasis voor hun koopsomstorting (dus zelf € 650,--) opzij te leggen.
Deelnemers kunnen kiezen tussen een zogenoemd beleggingsproduct met resultaatdeling of een garantieproduct met de zekerheid van een jaarlijks rendement van 3,25% op het kapitaal dat ze opbouwen. In het eerste geval kunnen ze zowel winst als verlies maken op het kapitaal dat ze uiteindelijk voor hun lijfrente-uitkering opbouwen. In het tweede geval groeit de inleg veilig, maar is het rendement bescheiden. De verzekeraar is Paerel Leven, de administratie van de verzekering wordt gedaan door Kunst en Cultuur Pensioen en Verzekering.
Deelnemers hebben vanaf hun 65e jaar levenslang recht op een aanvullende oudedagsuitkering, bovenop de AOW. De hoogte is afhankelijk van het uiteindelijke kapitaal dat het (beleggings)resultaat is van de ingelegde gelden. Indicatieve voorbeeldberekeningen zijn zelf te maken op de website van Kunst en Cultuur Pensioen en Verzekering (www.kcextrapensioen.nl).
Het is een bescheiden en met nogal wat voorwaarden omringde mogelijkheid om iets voor de oude dag te doen, maar ook met zijn bescheiden doelstelling is en blijft het een kostbaar plan, kostbaar voor de schrijver en vertaler die toch het grootste deel van de lasten zelf zal moeten opbrengen, kostbaar ook voor het P.C. Boutensfonds.
Als u als nieuweling tot de maandpremieregeling wilt toetreden of komend jaar van de koopsomregeling gebruik wilt maken, dient u zich voor 15 september 2011 schriftelijk of per e-mail te melden bij Stichting P.C. Boutensfonds, p/a het Bureau van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers, De Lairessestraat 125, 1075 HH Amsterdam, telefoon 020-624 08 03, e-mailadres: boutens@vsenv.nl.
U ontvangt na 15 september het geactualiseerde aanbod, tegelijk met formulieren waarmee u zich voor 1 oktober 2011 in kunt schrijven. Uw inschrijving wordt definitief zodra het bestuur van het P.C. Boutensfonds het financiële groene licht kan geven. Dit zal in de regel het geval zijn voor 1 december. In december zult u hiervan dan bericht ontvangen, waarna de regeling van uw keuze per 1 januari van het nieuwe jaar, in dit geval dus per 1-1-2012 ingaat.
De realisering van dit aanbod is afhankelijk van de financiële mogelijkheden waarover het P.C. Boutensfonds beschikt. Die mogelijkheden hangen samen met de omvang van de vraag van de zijde van belangstellenden, de eigen financiële ruimte en de hoeveelheid extra geld die de Stichting Lirafonds ter beschikking kan stellen. Ofschoon het bestuur alles zal doen wat in zijn vermogen ligt om aan de vraag te voldoen, kan er geen garantie worden gegeven dat vooraanmelding en inschrijving zullen leiden tot toetreding tot een van beide regelingen.
RV
De taal was de winnaar op de feestelijke middag rondom de Woutertje Pieterse Prijs, de taal en schrijver Benny Lindelauf, die zijn jeugdboek De hemel van Heivisj (Querido) bekroond zag met een oorkonde en € 15.000.
De taal was mede winnaar omdat Lindelauf ons kennis liet maken met het Limburgs, ook gebruikt in de roman, dat schitterend klinkt als het gezongen wordt. Begeleid door Liselore Strijdhorst op accordeon zong Lindelauf over ‘De Maas in de Wintjer’en over Jessy (‘ich mis dich, kom thoes’). Wie het nog eens wil beluisteren kan terecht op de site van de Woutertje Pieterse Prijs.De jury, Karel Berkhout, Frank Groothof, Kees ’t Hart, Suzanne Hertogs en Annemie Leysen, prees het boek als volgt: ‘een magistrale ode aan de vertelkunst... Het koestert je genereus in een warm familienest, het betovert je onweerstaanbaar met zijn magische, haast mythologische sfeer, het maakt je veel wijzer in een stuk vaderlandse geschiedenis, het neemt je mee naar het hoofd en het hart van een opgroeiend meisje, én het laat je rondstruinen op de weggetjes en straten van een provinciaal stadje en in de huizen van de bizarre bewoners.’ Het boek is niet alleen meerstemming maar behelst ook meerdere genres. ‘Een streekroman, een familiesaga, een oorlogsverhaal, een coming-of-age-boek, een magisch-realistische roman, ’ noemde voorzitter Groothof De hemel van Heivisj.
Door de muziek en het juryrapport was ik dubbel overtuigd om het boek te gaan lezen. Het verhaal over Fing, een jong meisje uit een arm Limburgs gezin dat graag lerares wil worden, maar door armoede en de trots van haar oma, van school moet en vervolgens als betaald vriendinnetje dient voor het gevluchte Joodse meisje Liesl, is schitterend geschreven en inderdaad magisch.
Begeeft u zich dus ook naar de boekhandel en reis af naar Sljambams Sahara, het huis De Negen Open Armen en de wereld van Fing en het paard Heivisj. U doet uzelf en uw kinderen er een groot plezier mee.
Op de website www.woutertjepieterseprijs.nl vindt u de lezing van Lisa Kuitert, o.a. over het e-book, de voordracht van het juryrapport door Frank Groothof, het optreden van Benny Lindelauf en het 'Rooverslied' uitgevoerd door Fay Lovsky.
TB
Op 10 en 11 december 2010 vonden in Utrecht de twaalfde Literaire Vertaaldagen plaats, met als thema ditmaal ‘De vertaler als dichter’. Op het vrijdagse symposium spraken twee poëzievertalers, een dichter-vertaler en een dichter-op-het-scherm, afgewisseld door entr’actes waarin telkens twee poëzievertalers hun vertaling van hetzelfde gedicht presenteerden en toelichtten.
De Vlaamse vertaler Patrick Lateur schetste onder de titel ‘Homeros nabij? Een Iliasvertaling’ waarom hij zich aan de vertaling van de Ilias had gewaagd. Daarbij ging hij vooral in op de formele aspecten van zijn vertaling in vijfvoetige jamben, in plaats van de hexameters die Homeros gebruikte. Met de Griekse versvorm krijgt de Nederlandse vertaling volgens Lateur iets archeologisch, terwijl het jambische ritme het dichtst bij onze natuurlijke gesproken taal ligt.Doordat collega Paul Vincent onverwacht afwezig was, moest de Australische vertaler David Colmer de eerste entr’acte alleen verzorgen. Hij had het rijmende gedicht ‘De danser’ van Martinus Nijhoff vertaald in halfrijm, ‘omdat de lelijkheid van een slecht rijm veel meer indruk maakt dan de schoonheid van een mooi rijm én omdat een knap rijm niet in staat is een slechte regel goed te maken.
Tweede spreker was de Vlaamse dichter en vertaler Jan Mysjkin, die inging op de problemen bij de publicatie van Nederlandstalige poëzie in het Frans: de markt voor poëzie is klein en die voor vertaalde poëzie al helemaal. Maar omdat zijn poëzievertalingen nu eenmaal het gevolg zijn van een neurose die hem dwingt iedere dag een gedicht te vertalen, gaat hij onverdroten door.
De tweede entr’acte werd verzorgd door Ira Wilhelm en Ard Posthuma, die beiden het gedicht ‘Verhuizen’ van de Vlaamse dichter Peter Theunynck in het Duits hadden vertaald.
Rozalie Hirs ging als derde spreker in op de diverse vertalingen van ‘Stamboom’, haar poëzieproject op het scherm. Omdat zij behalve dichter ook componist is, heeft ze van haar gedicht ook een eigen, fascinerende elektronische muziekvertaling gemaakt, die ze tot besluit van haar lezing liet horen.
Als derde entr’acte traden Maarten Elzinga en Koen Stassijns op, die beiden ‘The Widower’ van Gerard Manley Hopkins hadden vertaald. Ook hier werd het beoogde doel van de entr’actes ten volle bereikt: het woest moeilijke gedicht resulteerde in twee verschillende, woest knappe vertalingen.
Onder leiding van Victor Schiferli praatten de sprekers en entr’acteurs nog na over wat er in de loop van de dag te berde was gebracht, waarna het aan dichter-vertaler Anneke Brassinga was om als ‘uitsmijter’ te fungeren. Zij betoogde aan de hand van een kleine vertelling van Walter Benjamin, ‘De kous’, dat een goed gedicht een gedicht is waarin de poëtische vorm zijn eigen inhoud met zich meebrengt. De vertaler belandt in een immens samenspel van klanken en betekenissen, ritmische patronen en echo’s. Alles wat op papier zo stil lag, begint te schuiven en te verspringen. Als voorbeelden citeerde Anneke Brassinga haar vertaling van het gedicht ‘Ode to a Haggis’ (‘Ode aan orgaanpens’) en de Duitse vertaling, door Ira Wilhelm, van haar eigen gedicht ‘Ik heb het rood van ’t Joodse Bruidje lief’. Zij prees de vertaling van Ira Wilhelm, die maar tot één conclusie kon leiden: ‘een dichter mag diep dankbaar zijn als ze wordt vertaald en dan ook nog op zo’n zorgzame, vindingrijke manier. Het verzoent haar met haar eigen werk.’
De bijdragen van Patrick Lateur, David Colmer, Ira Wilhelm, Ard Posthuma, Rozalie Hirs, Maarten Elzinga, Koen Stassijns en Anneke Brassinga zijn te lezen op www.vertalershuis.nl.
Tot besluit van de symposiumdag werden de prijzen van het Nederlands Letterenfonds voor de vertaler als cultureel bemiddelaar uitgereikt aan Mariolein Sabarte Belacortu (fictie Spaans-Nederlands), Hans Driessen (non-fictie Duits-Nederlands) en Diego Puls (fictie Nederlands-Spaans).
Op zaterdag werd traditiegetrouw een dertiental workshops gehouden, met als ‘speciale workshops’ poëzie vertalen Frans-Nederlands, Duits-Nederlands, Engels-Nederlands en Nederlands-Engels.
Het aantal inschrijvingen voor de symposiumdag op vrijdag bedroeg 248, dat voor de workshopdag op zaterdag 169.
De Literaire Vertaaldagen werden naast het Lirafonds gesteund door het Nederlands Letterenfonds, het Vlaams Fonds voor de Letteren, de Nederlandse Taalunie en de Vereniging van Schrijvers en Vertalers. De praktische organisatie was als gebruikelijk in handen van het Vertalershuis Amsterdam.
RV
Op 7 maart organiseerde de Werkgroep Vertalers van de Vereniging van Letterkundigen de 3e Vertaalslag, ditmaal in samenwerking met de SLAA (Stichting Literaire Activiteiten Amsterdam). Thema was de vertaling van dialoog en spreektaal. Onder leiding van Jasper Henderson belichtten enkele sprekers het onderwerp uit verschillende invalshoeken.
Frances Sanders, actrice en regisseur, docent aan de toneelschool van Amsterdam en drijvende kracht achter Theater het Amsterdamse Bos, betrok samen met acteur Ingejan Ligthart Schenk maar meteen de dwarse stelling ‘Spreektaal bestaat niet’.Bartho Kriek, vertaler van onder meer Isaac Bashevis Singer maar ook ervaren ondertitelaar, besprak zijn weergave van het ‘black English’ uit het zuiden van de Verenigde Staten in zijn recente vertaling van The Sound and the Fury (Het geluid en de drift) van William Faulkner.
Annelies Jorna, voor haar gehele vertaaloeuvre in 2005 bekroond met de Martinus Nijhoff Prijs, ging onder het motto ‘SHIT-EN-TERING! Of liever iets anders...?’ in op de spreektaal in de jeugdliteratuur: hoe actueel kun, wil en moet je zijn, want weinig raakt zo snel gedateerd als swingende jongerentaal.
Als laatste spreker illustreerde Ewoud Sanders, taalhistoricus en columnist van onder meer NRC Handelsblad en Onze Taal, met voorbeelden uit zijn rijke praktijk dat ‘Vertalen écht een kunst is’.
Tot slot van de Vertaalslag werden de Vertaalengel en Vertaalduivel uitgereikt. De Vertaalengel is een wisseltrofee die jaarlijks wordt uitgereikt aan een persoon – een niet-vertaler – of een instantie die zich verdienstelijk heeft gemaakt voor het vertaalvak, bijvoorbeeld door op te komen voor de belangen van vertalers, de aandacht voor het vertalen te bevorderen of een bijdrage te leveren aan de verbetering van de kwaliteit van het vertalen.
De Vertaalengel 2011 ging naar het VPRO-programma ‘Dode Dichters Almanak’ van Hans Keller (productie Ine Waltuch). ‘Dode Dichters Almanak’ brengt poëzie uit alle werelddelen in vertaling op tv en laat filmopnamen zien van Nederlandse en buitenlandse dode dichters die het mooiste voorlezen uit eigen werk, de juweeltjes van de wereldliteratuur.
De jury, bestaande uit Marijke Emeis, Mariolein Sabarte Belacortu, Jo Radersma en Milou Halbesma, overwoog onder meer: ‘De programma’s zijn zo mooi en liefdevol gemaakt dat ze gedurende de hele avond eindeloos herhaald zouden moeten worden; ze zijn zo tijdloos dat ze steeds weer gezien en getoond kunnen worden – de ware kracht van elk goed kunstwerk. Deze Vertaalengel is een Hoera voor het kleinste programma met de grootste volharding.’
De Vertaalduivel – volgens de jury een ‘vrolijk, positief, bemoedigend duiveltje’ – werd toegekend aan de presentatoren van het TROS-radioprogramma ‘Nieuwsshow’, met name aan Mieke van der Weij en Peter de Bie. De jury hoopte dat het vriendelijke duiveltje hen zal aansporen hun recensenten ‘te verzoeken voortaan bij de bespreking van elk vertaald boek, in één adem, de naam van de vertaler te noemen – alsof het de gewoonste zaak van de wereld is, want dat is het.’Vorige laureaten waren Maarten Huijgen, Maarten Asscher en Jo Radersma (Vertaalengel) en Charlotte Mutsaers en de Turing Foundation (Vertaalduivel).
Meer informatie over engel en duivel is te vinden op http://www.vvl.nu/content/73/48/vertaalengel-en-duivel.html, waar ook het juryrapport te downloaden is.
RV
Vrijdag 4 februari verzamelden honderdtwintig schrijvers, vertalers en journalisten zich in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam om zich te laven aan nieuwe businessmodellen en aansporingen tot zelfpromotie.
Twee van de zes sprekers uit het ochtendprogramma brachten de boodschap dat een ondernemer zich moet wijden aan zelfpromotie erg letterlijk over het voetlicht. In ADHD-tempo vuurden Patrick van der Pijl en Oscar Kneppers hun verhaal op de zaal af. Vooral bij de eerste kon ik me niet aan de indruk van een piramidespel onttrekken.
Minder spectaculair was het betoog dat Wouter Poot van PriceWaterhouseCoopers hield, maar de boodschap was duidelijk: de uitgaven voor Entertainment & Media – dat is de branche waaronder wij vallen – blijven stijgen en de consument wordt daarin steeds sturender: ‘zij vragen, wij draaien’. Kranten en uitgeverijen zullen het daarbij steeds moeilijker krijgen.
Zelf ondernemen dus, betoogde ook Anouk Binkhuysen van QBF, een bedrijf dat zich toelegt op de begeleiding en promotie van schrijvers. Niet op royaltybasis, maar als een gezamenlijk onderneming van schrijver en QBF. Waarbij de schrijver de helft van de winst krijgt, maar helaas ook de helft van de investeringen moet betalen. Wat kost dat, wilde de zaal weten. Reken op zo’n 20.000 euro.
Hoe je geld kunt verdienen, legde de Vlaamse consultant Philippe de Ridder uit. Op zijn site boardofinnovation.com kun je een gratis programma downloaden waarmee je verdienmodellen letterlijk in kaart kunt brengen. Voor de gemiddelde schrijver wellicht wat hoog gegrepen, maar het helpt je wel om te bepalen wanneer het zinvol is een deel van je werk gratis weg te geven en hoe je dan toch geld kunt verdienen.
Gratis weggeven was ook het centrale thema van de laatste spreker, Ayman van Bregt van het online platform Pytch. Durf te delen, durf je te verwonderen luidde zijn oproep. Zie bit.ly/fq74Fs voor een kort verslag van de zes ochtendsessies.
’s Middags waren er workshops. Wijbrand Schaap van het Cultureel Persbureau hield – ondanks of dankzij een opkomende griep – een gloedvol betoog. Een greep uit zijn tips: een website heeft vooral een passieve archieffunctie, gebruik sociale media om contact met je lezers te onderhouden en daarbij is Facebook effectiever dan Twitter en LinkedIn. Duiding en onafhankelijke journalistiek hebben de toekomst, maar zorg in de startfase wel voor een partner met geld. Want alhoewel zijn persbureau steeds beter gaat lopen kan hij nog niet zonder het inkomen van zijn vrouw.
De tweede workshop die ik volgde was van Bert Vegelien, uitgever van e-books. Ook hier een praktisch, nuchter verhaal. Reken je niet rijk als je zelf digitaal wilt uitgeven: een e-book maken kost geld en levert niet veel op. In de winkel van Apple is de prijs maximaal 4,99 euro en bovendien moet je ook nog een flink deel gratis weggeven om aandacht te trekken.
Na een dag vol adviezen om stampei te maken, jezelf te verkopen, nieuwe kanalen te zoeken en rechtstreeks te communiceren met je lezers en vervolgens ook nog een afsluitende netwerkborrel had ik nog maar aan één ding behoefte: stilte.
TvdB
De adviescommissie van het Lira Fonds die de culturele aanvragen bij het Fonds beoordeelt en die bestaat uit vier externe deskundigen en twee leden van het Lira Fonds-bestuur, vergadert zes keer per jaar, en wel in de regel op de eerste donderdag van elke even maand. In het jaar 2011 wordt er volgens dit schema vergaderd op de resterende donderdagen 9 juni, 4 augustus (of vanwege de vakantie enige tijd later), 6 oktober en 1 december.
Mocht een vergadering op de geplande dag geen doorgang kunnen vinden, dan wordt alsnog een aantal dagen later vergaderd.
Aanvragen dienen uiterlijk drie weken voor de betreffende vergadering ten kantore van Lira in Hoofddorp te zijn ontvangen, in achtvoud, met een ingevuld aanvraagformulier, een beschrijving van het project, een duidelijke begroting en cv=s van betrokken auteurs. Het zij nog maar eens met nadruk gezegd: omdat het Lira Fonds veelal auteurshonoraria financieel ondersteunt, dienen deze op de begroting met naam en bedrag gespecificeerd voor te komen. Anders ontbreekt een subsidiabele post en pakt het besluit vrijwel zeker negatief uit. Nadere informatie over een en ander is te vinden op www.lira.nl/lirafonds en telefonisch te verkrijgen bij Bart Schomaker die het secretariaat over het Fonds voert: telefoon 023-799 78 07 of per e-mail: bart.schomaker@cedar.nl.
KH
Lira’s jaarvergadering, te houden op dezelfde dag als de jaarvergaderingen van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers en haar drie afdelingen , Vereniging van Letterkundigen, Netwerk Scenarioschrijvers en FreelancersAssociatie, staat gepland voor zaterdagmiddag 28 mei 2011 op de zevende verdieping van de Openbare Bibliotheek Amsterdam, ook wel bekend staand als ‘de OBA’, aan de Oosterdokskade in Amsterdam. Uitnodigingen worden rondgestuurd.
KH
De Stichting Lira ontwikkelt een webportal. Daarmee hopen wij enerzijds belangrijke besparingen te kunnen realiseren en anderzijds een gemakkelijke en laagdrempelige communicatie met onze achterban mogelijk te maken.
Lira verstuurt jaarlijks vele duizenden repartitiefacturen, controlespecificaties, opgavenformulieren, brieven en uitnodigingen. Tot nu toe deden wij dat veelal op papier. Daarmee zijn vanzelfsprekend aanzienlijke druk- en verzendkosten gemoeid. Door onze relaties in de gelegenheid te stellen om hun gegevens online in te kunnen zien en ieder gewenst moment te kunnen wijzigen kunnen wij deze kosten voor een belangrijk deel terugbrengen. Dat is natuurlijk in het belang van alle rechthebbenden waaraan Lira uitkeert.
Met een webportal kan Lira snel en gemakkelijk met haar relaties communiceren. Het bulletin, dat nu al in elektronische vorm wordt verspreid, is dan online in te zien. Net als repartitieoverzichten, werkenlijsten en jaarverslagen. Natuurlijk zorgen wij ervoor dat persoonlijke en financiële gegevens goed beveiligd worden.
Naar verwachting zal in de tweede helft van 2011 het webportal worden ingevoerd. Vanzelfsprekend wordt u nader geïnformeerd zodra het zover is. U ontvangt dan een persoonlijke inlogcode waarmee u vanaf onze website www.lira.nl kunt inloggen.
In 2005 werd Google aangeklaagd door Amerikaanse organisaties van auteurs en uitgevers voor het scannen en online zetten van ruim 12 miljoen boeken zonder dat daar de vereiste toestemming van rechthebbenden voor was verkregen en zonder dat er een vergoeding voor was betaald.
Eind 2008 kwamen de partijen een voorlopig schikkingsvoorstel (Google Book Settlement) overeen. Dit voorstel werd in november 2009 aangepast en ter goedkeuring aan de rechtbank in New York voorgelegd. Het schikkingsvoorstel bevatte afspraken over reeds gedigitaliseerde boeken, maar ook afspraken voor de toekomst voor bepaald gebruik van boeken door Google. Lira heeft haar bezwaren tegen het Google Book Settlement in een brief van 26 januari 2010 kenbaar gemaakt aan de rechtbank in New York. In het Lira Bulletin van september 2010 hebben wij onze achterban hierover uitgebreid geïnformeerd.
Volgens rechter Chin kunnen veel van de bezwaren worden weggenomen door in plaats van een “opt-out” regeling een “opt-in” regeling aan de rechthebbenden aan te bieden. Hij dringt er bij de partijen op aan om dit te overwegen. Lira juicht toe dat de rechter tot deze conclusie is gekomen en dat nu is vastgesteld dat het auteursrecht door iedereen – dus óók door Google – gerespecteerd dient te worden. Vanzelfsprekend is het nut van een gemakkelijk toegankelijke wereldwijde digitale bibliotheek duidelijk, maar het schikkingsvoorstel ging te ver. Het goedkeuren van het schikkingsvoorstel zou het op grote schaal kopiëren en online beschikbaar stellen van auteursrechtelijk beschermde werken zonder de wettelijk vereiste toestemming belonen. Iets waar Lira zich namens alle auteurs die hun rechten aan ons hebben toevertrouwd fel tegen zal blijven verzetten. Lira was ten tijde van de uitspraak bezig met de voorbereidingen om de scans bij de bibliotheken (ldcs: Library Digital Copies) te laten verwijderen. Volgens het schikkingsvoorstel mocht Google aan elke deelnemende bibliotheek een digitale kopie geven van alle boeken die in de collectie van deze bibliotheek voorkwamen. Door de Amerikaanse ‘fair use’ bepalingen zijn de mogelijkheden van deze bibliotheken om zonder vergoeding auteursrechtelijk beschermde werken te gebruiken veel uitgebreider dan onder de Nederlandse Auteurswet is toegestaan. Voor Lira was dat onacceptabel en daarom hadden wij besloten om deze ldcs te laten verwijderen. Nu het schikkingsvoorstel is afgekeurd en daarmee alle deadlines zijn komen te vervallen zal Lira de verdere ontwikkelingen afwachten.
Zomaar een vraag van een rechthebbende die door de medewerkers van Stichting Lira gevonden werd. Tegenwoordig kunnen we vaak veel van mensen te weten komen met de hulp van het internet. Via LinkedIn, uw eigen blogpagina of wellicht via de website van de plaatselijke tennisclub: uw leven is soms transparanter dan u denkt.
Het zal u waarschijnlijk niet verbazen dat wij hier dan ook graag gebruik van maken bij onze zoektocht naar adressen van auteurs, vertalers, bewerkers en samenstellers (of hun erven) wier titels worden uitgeleend door de Nederlandse openbare bibliotheken.
Regelmatig is via internet een e-mailadres te achterhalen, heeft iemand een eigen website of valt er een werkgever te vinden. Zo kunnen we iemand, al dan niet via een omweg, op het bestaan van Stichting Lira wijzen.
Helaas zijn er echter nog vele rechthebbenden bij wie een zoektocht op het internet weinig soelaas biedt, en waar het boek dat zij geschreven of vertaald hebben, de enige leidraad blijft waar wij op af kunnen gaan.
Uitgevers zijn gelukkig vaak bereid adressen die bij hen bekend zijn, door te geven, en zij worden dan ook regelmatig door ons geraadpleegd. Zij hebben echter niet altijd gegevens van de gezochte personen meer, of de adressen zijn niet meer accuraat.
Wij roepen daarom graag uw hulp in. Niet alleen schriftelijk via dit Bulletin, maar sinds kort sturen wij onze ‘gezocht’ lijst ook digitaal via Twitter de wereld in. Wij hopen daardoor nog meer rechthebbenden te kunnen bereiken. Wilt u ons hierbij helpen? Volgt u ons dan op www.twitter.com/lirazoekt en zegt het voort!
Lira keert met terugwerkende kracht de leenrechtvergoeding uit, vaak ook nog voor (populaire) titels uit de jaren tachtig. Veel uitgeleende genres zijn o.a. kinderboeken, kasteel- en doktersromans, misdaadromans, hobbyboeken, kookboeken en stripboeken.
Er staat reeds een bedrag gereserveerd voor de gezochte rechthebbenden in bijgaande lijst. Dus kent u het adres van een of meer van deze Nederlandse of Vlaamse auteurs of vertalers (of hun erven), of heeft u een tip hierover, mailt, schrijft of belt u Lira dan a.u.b.: e-mail lira@cedar.nl; telefoonnummer 023 799 7806.
Ook als u mensen kent die niet op bijgaande lijst staan, maar wier werk wel in de Nederlandse openbare bibliotheken uitgeleend wordt, nodigen wij hen van harte uit contact met ons op te nemen via ons emailadres of telefoonnummer, of alvast een kijkje te nemen op onze website: www.lira.nl.
Wij hopen weer van u te horen. Alvast hartelijk bedankt voor uw medewerking.
OvdT/VvdP
Baronian, Joseph Lous
Beemster, Tjitske
Berga, Mare
Bloemink, Frederik Hendrik Nicolaas
Bloemink-Lugten, J.M.
Bos, Heleen
Brefeld, J.
Bronkhorst, Hans
Buitenzorg, Henk
Crezee, Ineke
Daams, Merian
Elejabarrieta, Carmen
Franke, Tamara
Franse, André
Gondrexon-Ives Browne, A.
Gorter-Keyser, Jeanette Elisabeth
Greef, Linda de
Groeneweg, Bert
Groot, Klaas de
Henze, Ingrid
Innekel, Daan
Jansonius, A.
Langeler, Arno
Loopstra, J.
Made, Christine van der
Martin, Patrick
Meerzicht, Andreas
Miravane, W.K.
Nes-Uilkens, Gerarda Eveline van
Offers, Wilma
Reitsma, Huguette
Schuyt, Co
Soons, Mandy
Spaans, Jaap
Swevels, Eline
Velden, Jeannette van der
Vermeyden, Paula
Vesters, Jan
Vries, Marieke de
Wisselink, H.J.
Heeft uw naam ook ooit in het Lira Bulletin gestaan? Bent u ook een van de auteurs of vertalers die wij ooit zochten? Of misschien de erfgenaam van een van de gezochte auteurs of vertalers?
Wij zouden graag uw verhaal horen: wat was bijvoorbeeld uw eerste reactie, toen u hoorde dat u gezocht werd en hoorde dat u voor een leenrechtvergoeding in aanmerking kwam? Wie heeft Lira attent gemaakt op uw adres?
Waar heeft de oproep in het Lira Bulletin toe geleid? Tot hernieuwde kennismakingen met de tipgever(s)? Tot onverwachte of hernieuwde waardering voor uw werk, verre reizen, leuke anekdotes of iets anders?
Laat u het ons a.u.b. weten. Wellicht publiceren wij uw verhaal in het volgende Lira Bulletin.
OvdT/VvdP
De Stichting Lira, opgericht op 23 oktober 1986, beheert als auteursrechtorganisatie op collectieve wijze auteursrechten en op het auteursrecht gebaseerde vergoedingsaanspraken van schrijvers, vertalers en journalisten die door hen individueel niet, of slechts met de grootst denkbare moeite, te gelde kunnen worden gemaakt.
Postadres:
Stichting Lira
Postbus 3060
2130 KB Hoofddorp
Bezoekadres:
Siriusdreef 22-28
2132 WT Hoofddorp
Telefoon: 023 - 799 78 06
Fax: 023 - 799 77 00
E-mail: lira@cedar.nl
Website: www.lira.nl
Bankrekeningnummers:
ING: 65 98 04 972
Postbank: 50 01 51
Kamer van Koophandel:
41205902
Bestuur Stichting Lira:
Kees Holierhoek, voorzitter
Tijs van den Boomen, vice-voorzitter
Robert Alberdingk Thijm, secretaris
Rien Verhoef, penningmeester
Maria Genova, lid
Tsead Bruinja, lid
Bureau Stichting Lira (Cedar BV):
directeur:
Hein van Leeuwen
accountmanager:
Hanneke Verschuur
beleidsmedewerker:
Saskia Bakker
secretariaat:
Sonja Bemer
Cabriëlla Vinke
commercieel-administratief cluster:
Charlene de Feyter, teamleider
Marianne Bovet
Petra Daansen
Martin van Dam
Ana Lourenco Godinho
Mariska Griekspoor
Talitha van Hattem
Mariska Kolman
Vanessa van der Ploeg
Bart Schomaker
Odile van der Tweel
Kim Veenstra
Het Lira Bulletin is een uitgave van de Stichting Lira en wordt sinds nummer 34 (mei 2011) digitaal verspreid onder relaties van de Stichting Lira, ook onder de ontvangers van een leenvergoeding, waarvan de verdeling jaarlijks door Lira wordt uitgevoerd in opdracht van de Stichting Leenrecht. Wie dit Bulletin digitaal ontvangt, is daarmee niet automatisch bij Lira aangesloten. Aansluiting komt pas tot stand via een zogenoemd aansluitingscontract waarin de auteur bepaalde rechten zoals kabelrechten aan de Stichting Lira in beheer toevertrouwt. Aansluiting bij Lira is kosteloos.
Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp
Telefoon: 023 - 799 78 06
Fax: 023 - 799 77 00
E-mail: lira@cedar.nl
Website: www.lira.nl
Website toneel: www.liratheaterteksten.nl
Hanneke Verschuur
Tsead Bruinja
Rien Verhoef
Kees Holierhoek (eindredactie)
Saskia Bakker
Tijs van den Boomen
Vanessa van der Ploeg
Odile van der Tweel
Gabriel Kousbroek
Maartje Strijbis
Rutger Fuchs, Amsterdam