Met recht revolutionair mogen de voorstellen voor een auteurscontractenrecht worden genoemd die het ministerie van Justitie per 1 mei 2010 ter consultatie op tafel heeft gelegd. Wie had kunnen denken dat men vanuit Den Haag zou komen met een voorstel dat het schrijvers en journalisten wettelijk onmogelijk zou maken om gedurende hun leven auteursrechten aan exploitanten van hun werk in eigendom over te dragen?
In plaats daarvan en wellicht nog verrassender: dat schrijvers bij leven uitsluitend nog licenties zouden kunnen verstrekken die -wanneer zij exclusief zijn- elke vijf jaar opgezegd kunnen worden. Om het nog maar niet te hebben over een wettelijke non-usus-bepaling (ontbinding bij geen of onvoldoende exploitatie van het werk), een wettelijk proportionaliteitsartikel (ook wel bestsellerbepaling genoemd waardoor correctie achteraf van de makersvergoeding mogelijk wordt) en een wettelijk recht op een billijke vergoeding voor exclusieve licenties, ook al blijft de vraag open wat die billijke vergoeding precies inhoudt.
Billijk mag een vergoeding in de toekomst in elk geval genoemd worden als de hoogte ervan door de minister van OCW na overleg met Justitie is vastgesteld. Dat kan alleen gebeuren als een vereniging van makers (zoals de VSenV en de NVJ voor schrijvers en journalisten) samen met een exploitant of vereniging van exploitanten (zoals uitgevers) een verzoek tot vaststelling van een billijke vergoeding doet in de vorm van een gezamenlijk gedragen advies over hoe die billijke vergoeding eruit zou moeten zien. Met andere woorden: de VvL/VSenV zou vergoedingen in haar modelcontracten voor de uitgave van literaire boeken en voor literaire vertalingen samen met de Groep Algemene Uitgevers/NUV een stempel van onaantastbaarheid kunnen laten geven door de minister van OCW, waarna kinderboekenschrijvers, toneelauteurs, educatieve auteurs en freelancejournalisten met hún exploitanten zouden kunnen volgen.
Dat scenarioschrijvers er niet echt op vooruitgaan, baart zorg.
Afgewacht moet worden hoeveel er van het voorstel van Justitie onder de ongetwijfeld zware kritiek die komen gaat, overblijft. Ook voorstanders -waartoe ik mijzelf in beginsel reken- kunnen maar beter even voorzichtig zijn met hun oordeel, omdat het buitengewoon lastig is alle consequenties meteen te overzien. Overal wordt er momenteel druk vergaderd om tijdig aan het ministerie van Justitie te kunnen laten weten wat de uiteenlopende groepen belanghebbenden ervan denken. En intussen is iedereen in ieder geval buitengewoon verrast, ongeacht of ze de voorstellen toejuichen of verfoeien.
KEES HOLIERHOEK
voorzitter Stichting Lira
Lira staat ook in het jaar 2011 voor een aantal belangrijke ontwikkelingen. Met uitgevers wordt gezocht naar samenwerkingsvormen die recht doen aan Lira's intentie om ook op het digitale terrein een nuttige rol als collectieve rechtenbeheerder te spelen. Met openbare bibliotheken wordt via de Stichting Leenrecht een oplossing gezocht voor de kwestie van de verlengingen. Zijn verlengde uitleningen een nieuwe openbaarmaking of niet? Met wetenschappelijke bibliotheken worden gesprekken over vergoedingsmodellen gevoerd voor de online-publicatie van de meest verschillende soorten tekstwerken.
De overkomst van Vevam-scenaristen naar Lira kan gerekend worden tot de zaken die onder Lira-audiovisueel vallen. De herschikking binnen Vevam/Sekam die aan deze overkomst ten grondslag ligt, wordt door Lira positief verwelkomd. Een voorzichtige inschatting leert dat het wel eens zou kunnen dat in de laatste vier maanden van 2010 overeenstemming bereikt wordt over zaken die met die overkomst naar Lira samenhangen. Het probleem zit hem in het feit dat Vevam-scenaristen die de overstap naar Lira willen maken, en in veel gevallen al gemaakt hebben, voor een deel een repertoire met zich meebrengen waarvoor Lira tot nu toe nooit geld heeft ontvangen. Geld voor onafhankelijk geproduceerd werk (om het zo maar even kort te noemen) ging immers ter verdere verdeling naar Vevam/Sekam. Als Lira voor dat onafhankelijk geproduceerde repertoire vergoedingen aan overkomende scenarioschrijvers zou moeten uitbetalen, zal dat geld wel bij Lira aanwezig moeten zijn.
Kabelonderhandelingen zijn evenzeer weer dichterbij aan het komen. Per 31-12-2010 loopt het contract met kabelexploitanten af. Eerste bewegingen om tot overeenstemming te komen voor volgende jaren vielen al waar te nemen. Onderhandelingen zijn toevertrouwd aan het Rechtencollectief waarin een aantal collectief beheer-organisaties van rechthebbenden samenwerken. Dat Rechtencollectief behartigt overigens méér aanspraken op vergoedingen dan alleen de aanspraken die voortvloeien uit distributie door de 'oude' kabelmaatschappijen. Ook in hun distributievormen hebben zich allerlei technische variaties gemanifesteerd die om een onderscheiden benadering vragen.
Zoals ook de European Broadcasting Union (EBU) voorziet, valt te verwachten dat cbo's als Lira een belangrijke rol ten gunste van rechthebbende makers gaan spelen in wat ik maar even aanduid als pluriforme audiovisuele ontwikkelingen. Het is een feit dat tv-programma's van uiteenlopende aard op steeds meer manieren de consument bereiken. Individuele regelingen om makers (scenarioschrijvers, regisseurs, acteurs) voor dat diverse gebruik te honoreren worden al gauw ofwel onbillijk ofwel erg ingewikkeld. Onbillijk omdat zo'n individuele regeling in de regel uit een eenmalige afkoop van rechten bestaat, en administratief erg ingewikkeld omdat het gebruik van werken in moderne en komende tijden om een adequate gemeenschappelijke administratie vraagt.
De inschakeling van cbo's zoals Lira lijkt daarom een verstandige keus. Cbo's zoals Lira (voor schrijvers) en Vevam (voor regisseurs) en Norma (voor acteurs) zijn erop ingericht na ontvangst van overeengekomen rechtenvergoedingen de administratieve kant af te handelen, in concreto: vanuit ontvangen lumpsums en andere bedragen uitkeringen doen aan individuele rechthebbenden.
De ontwikkelingen rond Filmotech zijn voor de Nederlandse film hoopgevend te noemen. Lira is vanaf het begin op positieve wijze het gesprek met dit nieuwe kanaal voor distributie via internet aangegaan, zoals ook andere cbo's dat gedaan hebben Concept-contracten die momenteel de ronde doen, onderstrepen inmiddels het serieuze karakter van de samenwerking die producenten met scenarioschrijvers, regisseurs en acteurs in Filmotech zoeken. Na een aanloopperiode vallen voor scenarioschrijvers (en anderen), afhankelijk van het gebruik, geregeld terugkerende betalingen uit deze exploitatievorm te verwachten.
Het Portal Audiovisuele Makers, afgekort PAM, probeert met opdrachtgevers en exploitanten van audiovisuele werken tot een veelomvattende regeling te komen die wezenlijk de oude regelingen van het Honorarium College van de Publieke Omroep zou moeten gaan vervangen en tegelijk rekening houdt met de veelheid aan manieren waarop audiovisuele werken tegenwoordig geëxploiteerd worden.
Het doel is tweeledig. PAM wil bevorderen dat er billijke opdrachthonoraria afgesproken worden die rechtstreeks aan scenarioschrijvers, regisseurs en acteurs worden uitbetaald. En wat de rechtenvergoedingen betreft, wil PAM via één loket rechtenvergoedingen voor dezelfde scenarioschrijvers, regisseurs en acteurs gaan incasseren. Deze rechtenvergoedingen zouden per kwartaal of halfjaar of jaarlijks in de vorm van beredeneerde en geverifieerde lumpsums door exploitanten (omroepen etc.) worden voldaan en vervolgens door de drie betreffende cbo's (Lira, Vevam en Norma) onder individuele rechthebbenden naar gelang hun prestaties en rechten worden verdeeld.
Lira heeft journalisten als Lira-aangeslotenen welkom geheten, toen de activiteiten van de Stichting Nieuwswaarde begin 2009 door de Stichting Lira werden overgenomen. Het ligt in de lijn der verwachting dat die aansluiting geformaliseerd gaat worden in een journalistiek aansluitingscontract. Naar het zich laat aanzien zou het met een vrij lichte aanpassing mogelijk moeten zijn om tot een contract te komen waarmee journalisten zich bij Lira aan kunnen sluiten. Daardoor zouden zowel de journalist als Lira sterker komen te staan in tijden waarin tal van ingrijpende veranderingen aan de orde van de dag zijn.
Op die manier zou het mogelijk zijn een grote mate van overeenstemming te bewaren tussen journalistieke- en niet-journalistieke aansluitcontracten van Lira, ook wat betreft de collectieve rol die Lira thans al vervult bij -bijvoorbeeld- digitaliseringsprojecten als het grote krantenproject bij de Koninklijke Bibliotheek en wat daar allemaal nog op gaat volgen.
Het zou prettig zijn als de campagne voor de journalistieke aansluitingscontracten gevoerd zou kunnen worden in het vierde kwartaal van 2010, zodat we per 1 januari 2011 een goed overzicht hebben namens welke freelancejournalisten Lira op kan treden.
In Lira-digitaal staat de samenwerkingsovereenkomst centraal die tussen Lira en het NUV tot stand kwam op 22 februari 2010 en die op 8 juli 2010 door beide partijen in Amsterdam-ZuidOost is ondertekend. De daarin vastgelegde intenties zijn duidelijk. Zo zal Lira zich beperken tot collectieve digitale exploitaties en niet interfereren met wat de auteur en de uitgever onderling in een één-op-één relatie in de geest van de samenwerkingsovereenkomst individueel afspreken.
Duidelijk is tegelijk dat niet alle betrokkenen bij e-books ten aanzien van wenselijke exploitatievormen identiek denken. Er zijn auteurs die graag zien dat uitgevers hun boeken tegelijk met de papieren editie als e-book op de markt brengen, als er maar een aanvaardbaar royalty-percentage wordt overeengekomen. Andere auteurs willen dat hun e-book-edities niet eerder dan een jaar na de papieren edities te koop worden aangeboden, en uitsluitend onder strenge DRM-voorwaarden. Daartegenover staan auteurs die graag zelf de exploitatie van hun e-books ter hand zouden willen nemen. En zo zijn er ook nog anderen die helemaal geen e-book-exploitatie wensen, omdat de kans op lekkage, toch altijd al aanwezig, zelfs als er alleen een papieren editie bestaat, daarmee zou worden vergroot.
Aan de overzijde, onder uitgevers, treft men soortgelijke variaties aan in het denken over e-books, variaties die overduidelijk maken dat onzekerheid over de toekomst momenteel nog troef is en de meest geëigende exploitatievormen vast nog niet allemaal gevonden zijn en waarschijnlijk in de naaste en verre toekomst nog ontwikkeld moeten worden.
Maar hoe die toekomst er ook uit ziet: het lijkt verstandig dat Lira zich voorbereidt op functies op het collectieve terrein, ook digitaal. Want daar lijken cbo=s voor gemaakt: de helpende hand bieden bij het exploiteren van heel veel werken van heel veel auteurs en journalisten, zodat rechthebbenden krijgen waar ze recht op hebben.
Van openbare bibliotheken valt in dit verband te verwachten dat zij, gesteund door de publieke opinie en het parlement, voor zich een rol op zullen eisen in de online-toegankelijkheid van teksten en afbeeldingen. Naar hun aard zullen bibliotheken collectieve regelingen wensen, en op medewerking aan deugdelijke collectieve regelingen is Lira naar háár aard gericht en ingericht.
Met de Koninklijke Bibliotheek lijkt een contract over het grote krantenproject (van de 17e eeuw tot 1995) in zicht. Dat zal een contract zijn dat vooral vanuit principieel gezichtspunt belangrijk genoemd mag worden. Zeker zo=n anderhalf jaar heeft het onderhandelingsproces geduurd. Vanuit Lira=s gezichtspunt is daarbij gekeken naar het digitaliseren van krantenpagina=s (verveelvoudigen) en het vervolgens onsite- en online beschikbaarstellen (openbaar maken) van kranten tot 1995, en van daaruit naar de vergoedingsregeling die bij deze twee auteursrechtelijk relevante handelingen zou passen. Naast de Koninklijke Bibliotheek als verveelvoudigende en openbaar makende instelling zijn er aan de andere kant van het contract nog twee partijen bij betrokken: Lira voor de auteurs van het tekstmateriaal en Pictoright voor rechthebbenden op foto=s en illustraties.
Voor zover het auteursrecht nog van toepassing is zullen de meeste kranten voor het grootste deel geschreven zijn door journalisten-werknemers. Voor hen kan Lira niet optreden, omdat in Nederland in zo'n dienstverband de werkgever aangemerkt wordt als de auteursrechtelijke maker, met alle rechten, aan dat makerschap verbonden. Met andere woorden: Nederland kent een werkgeversauteursrecht. Maar freelancejournalisten hebben als niet-werknemer een eigen auteursrecht. Voor freelance journalisten is dan ook in het KB-contract een vergoeding bedongen. Zodra een en ander zal zijn afgerond, zal Lira bekend maken hoe de uitbetaling in zijn werk zal gaan.
Begin volgend jaar valt de volledige ingebruikneming bij Lira te verwachten van het Meldpunt digitalisering waar digitaliserende instellingen in de sfeer van het culturele erfgoed voor onsite- en online-gebruik van werken licenties kunnen verkrijgen. De organisatie die zich meldt, kan rekenen op deskundige hulp bij het in kaart brengen van de licenties die men voor een legale gebruiksvorm nodig heeft. Vervolgens schakelt het meldpunt, indien nodig, verschillende collectieve beheersorganisaties zoals Lira (voor tekst) en Pictoright (voor foto=s en illustraties) in om tot afspraken te komen. De andere kant van de medaille is natuurlijk dat illegaal gebruik van teksten en foto=s niet langer met de mantel der liefde zal worden bedekt.
Tot slot valt op digitaal terrein te wijzen op de Google Settlement, een schikking die inmiddels is herzien en in zijn werking beperkt. Voor een beschrijving van de actuele stand van zaken: zie p. [Rutger, svp hier paginanummer noteren].
Het jaar 2011 wordt voor Lira een cruciaal jaar. Maar dat hebben we over elk jaar in de geschiedenis van Lira al opgemerkt. Blijft een feit dat die geschiedenis in de loop van het komende jaar 2011 een periode van 25 jaar zal overbruggen. Lira werd immers in 1986 opgericht. Ik hoop van harte dat het voor bestuur, directie, medewerkers en vooral voor rechthebbenden een mooi jubileum wordt.
KH
In de loop van vorig jaar heeft de Stichting Lira haar aangeslotenen verschillende keren bericht over de Google Book Settlement (ook wel: schikkingsvoorstel). Lira krijgt regelmatig vragen van auteurs over de voortgang in dit schikkingsvoorstel. Ook op de jaarvergadering van eind mei 2010 kwam dit onderwerp ter sprake en daarom volgt hieronder een korte weergave van de stand van zaken.
Lira zet zich in om voor auteurs in collectief verband redelijke vergoedingen te bedingen voor diverse vormen van (her)gebruik van hun werken. In 2009 heeft Lira haar aansluitingscontract aangepast met het oog op de voortschrijdende digitalisering en de nieuwe vormen van collectieve exploitatie die dit met zich meebrengt. Het Google-digitaliseringsproject is bij uitstek een voorbeeld van zo'n nieuwe exploitatie. In het nieuwe aansluitingscontract heeft Lira dan ook de mogelijkheid opgenomen om namens haar aangesloten auteurs op te treden als onderhandelingspartner bij grootschalige digitaliseringsprojecten. Bijna 6.000 auteurs hebben inmiddels dit contract getekend en Lira daarmee gemachtigd om namens hen op te treden jegens Google.
Vanzelfsprekend juicht Lira het toe dat werken in bibliotheken, archieven en musea worden ontsloten en dat hiermee het werk van auteurs gemakkelijk kan worden gevonden. Maar Google heeft met het scannen van zo'n 12 miljoen boeken op grote schaal inbreuk gepleegd op het auteursrecht van Nederlandse auteurs door hun werken zonder voorafgaande toestemming in te scannen. Het (op 13 november 2009 herziene) Google-schikkingsvoorstel heeft onder meer tot doel om voor deze inbreuken een compensatieregeling te treffen door het uitkeren van schadevergoedingen. Daarnaast is het schikkingsvoorstel bedoeld om afspraken te maken voor de toekomst. Het schikkingsvoorstel is echter nog niet definitief, het zal eerst goedgekeurd moeten worden door de rechtbank te New York. Hoewel de verwachting aanvankelijk was dat in het voorjaar van 2010 het oordeel van de rechter in New York over het schikkingsvoorstel zou worden uitgesproken, is eind juli 2010 de uitspraak nog niet geweest en het is niet duidelijk wanneer de uitspraak volgt. Natuurlijk brengt Lira u, onder andere via haar website, op de hoogte als er nieuwe ontwikkelingen zijn.
Lira heeft onderscheid gemaakt tussen het verleden (het incasseren van de schadevergoedingen voor werken die vóór 5 mei 2009 zijn gedigitaliseerd) en de toekomst.
Voor het verleden heeft Lira besloten om namens de aangeslotenen die de digitale rechten bij Lira in beheer hebben gegeven, deel te nemen aan de schikking. Dit betekent dat Lira als de schikking wordt goedgekeurd namens deze auteurs bij Google verzoeken zal indienen tot uitkering van de schadevergoedingen voor werken die zonder toestemming zijn gedigitaliseerd. Auteurs die hun digitale rechten niet aan Lira hebben overgedragen, kunnen zelf een claim indienen voor deze vergoedingen. Voor hulp hierbij heeft Lira een stappenplan op haar website geplaatst.
Het schikkingsvoorstel behelst voor de toekomst een systematiek waarbij een werk dat door Google als 'out of print' wordt bestempeld, automatisch getoond mag worden aan gebruikers in de Verenigde Staten. Rechthebbenden die het niet eens zijn met dit gebruik van hun werk, kunnen dit vervolgens bij Google achteraf dus aangeven. Lira vindt dit bezwaarlijk, omdat Google eigenlijk eerst toestemming zou moeten vragen voordat werken zouden mogen worden getoond. Nu is het in deze opzet steeds aan de rechthebbenden zelf om actie te ondernemen, waarbij zij voortdurend in de gaten moeten houden of hun werk door Google wordt getoond. Lira zal daarom Google verzoeken als de schikking wordt goedgekeurd om alle door Lira vertegenwoordigde werken te laten verwijderen, tenzij de betreffende auteurs aan Lira te kennen hebben gegeven geen bezwaar te hebben tegen opname van hun werk door Google. Overigens: wanneer een auteur Google toestemming verleent om zijn werk te tonen, dan zal Google 63% van de opbrengsten aan de rechthebbenden betalen.
Lira heeft nog wel een aantal vragen en bezwaren ten aanzien van het schikkingsvoorstel en de herziene versie daarvan. Om te beginnen is niet duidelijk welke werken nu vóór 5 mei 2009 gedigitaliseerd zijn. Google heeft nooit een volledige en definitieve lijst met werken vrijgegeven. Ook is inmiddels gebleken dat Google onder het schikkingsvoorstel ook nog boeken zal tonen die na 5 mei 2009 zijn ingescand. Voor deze categorie boeken zijn echter geen schadevergoedingen beschikbaar.
Het herziene schikkingsvoorstel van 13 november 2009 heeft de definitie van boeken ingeperkt: het moet gaan om werken die zijn gepubliceerd in de Verenigde Staten, Canada, Groot Brittannië of Australië of om boeken (van Europese uitgevers) die zijn geregistreerd bij de Copyright Office in de Verenigde Staten. Wie dit moet vaststellen, of het gaat om het land van eerste publicatie, wat te doen met vertalingen: er zijn nog veel vragen onbeantwoord. Met de nieuwe definitie zullen veel boeken van Lira aangeslotenen buiten het schikkingsvoorstel vallen. Maar wat gebeurt er nu met boeken die wel onder de oorspronkelijke schikking vielen, maar niet meer onder de gewijzigde versie? En welke boeken zijn dit eigenlijk? Lira heeft bovengenoemde bezwaren per brief ingediend bij de rechtbank in New York op 26 januari 2010.
Het wachten is op de uitspraak van de rechter in New York. Pas als er duidelijkheid is over de schikking, kan Lira haar aangeslotenen verder informeren. Ondertussen heeft Lira periodiek overleg met het Nederlands Uitgeversverbond (NUV), om samen op te treden namens de Nederlandse rechthebbenden: auteurs én uitgevers. Ook in internationaal verband treedt Lira in gezamenlijkheid op met haar zusterorganisaties en met de International Federation of Reproduction Rights Organisations IFRRO. Natuurlijk is Lira graag bereid om, mocht Google in de toekomst ook in Europa boeken online voor publiek toegankelijk te maken, hierover met Google te onderhandelen. Maar dan wel met respect voor de rechthebbenden en tegen een redelijke vergoeding. Nederlandse auteurs mogen immers niet de dupe worden van het verdienmodel van een internetreus.
Een artikel over Lira en Google is verschenen in het AMI-nummer van maart/april 2010.
Hanneke Verschuur
accountmanager Lira
Josefine Straesser
juridische zaken Stichting Lira
Van PAM, het Platform van Audiovisuele makers, een samenwerkingsverband van Lira (scenarioschrijvers), Vevam (regisseurs) en Norma (acteurs) is enige tijd terug de volgende verklaring verschenen over de vraag hoe makers van tv-series, films enzovoort het probleem van de enorme groei in distributieplatforms willen benaderen:
De digitale revolutie heeft het medialandschap onherroepelijk veranderd. Waar het programma aanbod vroeger verliep via afgebakende zenders, op vastgestelde tijdstippen, voor specifieke platforms en binnen specifieke territoria, heeft het internet hand in hand met de opkomst van mobiele netwerken de meeste grenzen geslecht. Kijkers kunnen nu in principe altijd, overal, via alle platforms over alle programma's beschikken.Deze ontwikkeling juichen wij als makers toe en willen we stimuleren. Wij maken onze programma's immers om ons publiek te bereiken.
De huidige praktijk van het omgaan met auteursrechten in de audiovisuele media lijkt echter niet aan te sluiten bij alle nieuwe mogelijkheden. Individuele contractering schiet te kort wanneer werken deel uitmaken van een veel groter (wereld)repertoire.
Net als indertijd bij de introductie van kabeltelevisie en verspreiding van programma's via de satelliet, zijn er nieuwe auteursrechterlijke kaders nodig om volop gebruik te kunnen maken van de nieuwe mogelijkheden.
In de audiovisuele hoek hebben acteurs, scenaristen en regisseurs zich verenigd om met een goede oplossing te komen. Een alternatief dat én toegang tot werken vergroot, innovatie mogelijk maakt, burgers niet criminaliseert, archieven ontsluit én zelfstandige makers garantie op een billijke vergoeding verschaft.
Dat alternatief ligt ons inziens in goed, transparant collectief beheer van rechten door makers zelf onder wettelijk geregeld toezicht en waarbij de culturele en maatschappelijke rol van auteursrechten centraal staat (extended collective licensing).
De rechtenorganisaties van regisseurs, scenaristen en schrijvers en acteurs hebben zich daarom verenigd om een portal te bieden die nieuw, online gebruik van audiovisuele media mogelijk maakt PAM (Portal Audiovisuele Makers).
Het idee van uitgebreid, verplicht collectief beheer is usance in de Scandinavische landen bepaald geen achterblijvers op het gebied van internetgebruik, moderne media en innovatie- en wordt nu ook onderschreven door de EBU (de organisatie van Europese Publieke omroepen). Zie http://www.ebu.ch/registration/policy2010/images/EBU%20POLICY%20Paper_EN_FINAL.pdf.
Namens Portal Audiovisuele Makers:
- Robert Alberdingk Thijm (Netwerk Scenarioschrijvers)
- mw. Ike Bertels (Dutch Directors Guild)
- Gijs Scholten van Aschat (ACT)
- secretariaat: mw. Anne Zeegers
De jaarlijkse vergadering van aangeslotenen van Stichting Lira vond plaats op zaterdag 29 mei 2010, en wel voor de vijfde keer op rij in De Industrieele Groote Club in Amsterdam.
Na registratie van de binnenkomende aangeslotenen heette Lira=s voorzitter Kees Holierhoek iedereen van harte welkom. Hij noemde daarbij ook de journalisten die sinds vorig jaar vanuit Stichting Nieuwswaarde bij Lira zijn gekomen. Lira streeft ernaar alle tekstmakers te vertegenwoordigen. De scenaristen die tot voor kort nog onder Vevam vielen, hopen we over enige tijd ook bij Lira welkom te heten, voor zover ze al niet bij Lira aangesloten zijn.De voorzitter stelde de aanwezige bestuursleden voor: Maria Genova, Tijs van den Boomen, secretaris Robert Alberdingk Thijm en penningmeester Rien Verhoef. En verder werden de nieuwe directeur van Cedar, Hein van Leeuwen, en de nieuwe accountmanager van Lira, Hanneke Verschuur, kort geïntroduceerd. Vanwege het voortijdig terugtreden van bestuurslid Saskia Noort wordt naar een opvolger gezocht. Suggesties zijn welkom, maar haast is niet geboden, aldus de voorzitter. Tsead Bruinja is afwezig in verband met de begrafenis van de voormalige ' Dichter des Vaderlands ', Driek van Wissen.
Tijdens de jaarvergadering werden Tsead Bruinja's herbenoeming en die van Rien Verhoef bij afwezigheid van tegenkandidaten bij algemene stemmen een feit.
De voorzitter nam aan de hand van het Jaarverslag 2009 het gevoerde beleid en de financiële uitkomsten door. 2009 was het jaar van de grote aansluitingscontracten-actie. Natuurlijk leverde het nieuwe aansluitingscontract ook enige ophef en rumoer op, maar met zo'n 8.000 ondertekend teruggestuurde contracten mag die actie een groot succes genoemd worden.
Lira moet zich blijven richten op waar zij goed in is: het beheren van collectieve rechten, zoals het leenrecht en de kabelgelden. Stichting Leenrecht is bezig met openbare bibliotheken na te gaan of een verlenging een nieuwe uitleen is. De uitslag daarvan kan voor de leenvergoeding van belang zijn. Per 1 januari 2011 is daarnaast het huidige kabelcontract afgelopen en dienen er dus tijdig nieuwe onderhandelingen plaats te vinden.
Secretaris van Lira Robert Alberdingk Thijm legde in het kort uit dat ook scenarioschrijvers die lid waren van Vevam maar de vereniging hebben moeten verlaten, omdat Vevam een regisseursorganisatie is geworden, zich bij Lira als aangeslotenen kunnen melden. Dat zal dan zijn voor het bestaande bekende repertoire: met geld van de publieke omroep gefinancierd tv-drama etc.. De door hem genoemde 'fop-scenaristen' van allerlei spelprogramma's horen niet bij Lira thuis. Vevam zal zich voortaan richten op regisseurs. Producenten kunnen terecht bij Sekam. En scenaristen dus bij Lira, maar geen scenaristen die in werkelijkheid producent zijn.
Hij constateerde dat de omroepen steeds vaker alle rechten willen hebben, zodat ze met een 'schoon (zogenaamd rechtenvrij) product' van de maker kunnen doen en laten wat ze willen zonder voor nieuwe exploitaties een bijkomende vergoeding aan de makers verschuldigd te zijn. Om dit ongunstige tij te keren bundelen steeds meer beroepsverenigingen en auteursrechtelijke organisaties hun krachten. Het alternatief dat zij vormen, kortweg PAM genoemd, biedt via één loket een redelijk alternatief.
Penningmeester Rien Verhoef behandelde vervolgens de financiële uitkomsten van het gevoerde beleid. 2009 was in zoverre een opmerkelijk jaar dat daarin een recordbedrag werd uitgekeerd: bijna 18 miljoen euro. Als gevolg daarvan stegen Lira's inkomsten. Het blijft een vreemd verschijnsel: geld verdienen aan het uitkeren van geld. Maar dat is wel wat er bij Lira gebeurt.
De hoge uitkeringen hadden ondermeer te maken met een extra inspanning op het terrein van de leenrechtgelden en andere acties om gelden bij rechthebbenden te krijgen. Ook het feit dat eind 2009 voor het eerst onder verantwoordelijkheid van Lira een uitkering voor journalisten plaats vond droeg aan het record bij.
Aan de lastenkant droegen de kosten van huisvesting, personele kosten, de toename van papierkosten voor mailings zoals contracten en berichtgeving over het opgaan van Nieuwswaarde in Lira bij aan een stijging van de kosten. Ook een toename van de oplage van het Lira Bulletin en een weinig succesvolle aankoop op automatiseringsniveau (de online-inbreukspeurder) zorgden voor een stijging van de uitgaven. Verder moesten er belangrijke juridische kosten worden gemaakt in verband met het nieuwe aansluitingscontract.
Vanuit de zaal werd een vraag gesteld over de toename van inhoudingen en of Lira eigenlijk niet terug moest naar de vroeger gebruikelijke aftopping waardoor iedere rechthebbende nooit meer dan (toen )10.000 gulden zou ontvangen. Dat zou echter onvoldoende rekening houden met de juridische basis van het nieuwe auteursrechtelijke leenrecht en tegelijk de verdelingsystematiek van het aantal uitleningen, de boekprijs enz. nogal fundamenteel op de helling zetten. Indertijd is ervoor gekozen om genres die minder vaak uitgeleend worden, zoals dichtbundels, langs andere wegen voor hun geringe leenrechtbaten te compenseren. Zoals via subsidies van het Lira Fonds bijvoorbeeld, waardoor Nederland een mooi toegerust literair circuit heeft waarbinnen dichters hun werk voordragen.
Ook werd er vanuit de vergadering gevraagd naar de stand van zaken rond het Belgisch leenrecht. Daar valt al een aantal jaren nauwelijks nieuws over te melden en mocht het tot een uitkering komen, dan moet men er zich niet teveel van voorstellen. De uitkering zal bijna te verwaarlozen laag zijn. In het najaar zal er wel weer nieuws zijn over Google. Maar ook daar past sinds de herziening van het schikkingsvoorstel een getemperde verwachting.
Aan het slot van de jaarvergadering wordt onder applaus het gevoerde beleid van Lira en het Lira Fonds goedgekeurd.
Rond half zes nam Elly Speet plaats achter het katheder om te vertellen over Creatieven Verenigd: Platform Makers. Naar aanleiding van allerlei ondeugdelijke contracten en andere voor makers ongunstige ontwikkelingen rijpte eind vorig jaar het idee om de krachten te bundelen in een Platform Makers. Speerpunten van het Platform zijn het versterken van de positie van rechthebbende makers en het bedingen van een wettelijke mogelijkheid tot het maken van prijsafspraken. Maar ook zaken die niet meteen om geld draaien zoals imago-verbetering van het auteursrecht, innovatie en ontplooiing staan op het programma.
De tweede spreker Erwin Angad Gaur vertelde vervolgens over het tot nu bereikte resultaat, zoals de aanpassing van het auteursrechtpassage in het verkiezingsprogramma van GroenLinks. Deze partij pleitte voor een 10-jarig auteursrecht na openbaarmaking (thans is het tot 70 jaar na de dood van de maker). Vanuit diverse organisaties werd hierover een gezamenlijke open brief in de Volkskrant gepubliceerd. De partij heeft vrij snel daarna het voorstel aangepast.
Winst is ook dat inmiddels de pers het Platform Makers weet te vinden. Het zou ook graag sturing geven aan het denken op het auteursrechtelijke niveau: de deelname aan het 'download debat' is daar een concrete invulling van. Erwin waagde zich ook aan een stemadvies, afgaande op de standpunten van politieke partijen over het auteursrecht en de kenniseconomie. Er is eigenlijk geen enkele partij meer echt auteursvriendelijk. Men redeneert voornamelijk vanuit de consument die je niet lastig zou moeten vallen met al die belastende heffingen.
Bij de meeste partijen heerst ook een anti auteursrecht stemming. Daarin zit wel een tegenstrijdigheid. Enerzijds wordt er door de meeste partijen gepleit voor het bevorderen van de kenniseconomie, met volwaardige, goede informatie op internet. Maar aan de auteurs van deze kennis wordt vervolgens niet veel geboden. Het moet allemaal gratis en vrij toegankelijk zijn. En het mag de privacy van de burger ook niet aantasten, zodat de inbreukpleger bijna ongrijpbaar dreigt te worden. De partijen die dan toch onder alle mitsen en maren nog het meest opkomen voor de maker/auteur zijn volgens de spreker GroenLinks en D66.
Rond tien voor zes sloot voorzitter Kees Holierhoek de bijeenkomst. Mochten de aangeslotenen nog vragen hebben, dan kon men die onder het genot van een hapje en drankje stellen aan bestuurders en aanwezige bureaumedewerkers, te herkennen aan de naambadge.
Na de vergadering werd het tijd voor een borrel en aansluitend het buffet, van chef kok Hoffmeister en zijn team. In de ambiance van de buste van de jeugdige prinses Juliana, schilderijen van Louis Apol, Theo de Bock en de in 2009 herstelde Hengeloosche trijp (het velours-achtige behang) kon men van de dis genieten. Met het bord op schoot of aan tafel in de Groote Zaal, de Dameszaal of de Damzaal. Mocht Lira voor de zesde keer ook in 2011 hier neerstrijken, dan zijn de travertin vloeren gepolijst, de karpetten geshamponeerd en de vloeren zorgvuldig in de was gezet - zo laat het Clubjournaal van juni 2010 ons weten.
Onder het gepingel van één van de aangeslotenen op de piano verdwenen de gasten de schemering en de regen in.
Martin van Dam
Tijdens de rondvraag van Lira's laatste vergadering van aangeslotenen, op 29 mei te Amsterdam, stelde een aanwezige een vraag die lange tijd niet meer aan de orde was geweest. Tot 1996, het jaar waarin Lira zich in opdracht van de Stichting Leenrecht met de jaarlijkse verdeling van het leengeld ging belasten, konden rechthebbenden jaarlijks een maximaal bedrag van 10.000 gulden ontvangen. Bedragen boven dat plafond werden 'afgetopt'. Het gevolg hiervan was onder meer dat de lagere bedragen kunstmatig werden opgehoogd. Waarom was Lira destijds eigenlijk van die aftopping afgestapt? En zou het geen goed idee zijn deze weer in te voeren?
Een van de beginselen van het leenrecht is dat schrijvers en vertalers een compensatie toekomt als de exemplaren die openbare bibliotheken van hun werk aanschaffen, meermaals worden uitgeleend. Bij elke uitlening worden als het ware royalty's gederfd en deze derving wordt door de leenvergoeding goedgemaakt.
Lira is van oordeel dat er auteursrechtelijk geen goede reden is om de ene uitlening anders te behandelen dan de andere. Daarom wordt bijvoorbeeld geen weging naar genre toegepast en telt elke uitlening mee. De enige correctiefactor vloeit voort uit de prijs van het uitgeleende werk: de royaltyderving per uitlening is bij een duur boek hoger dan bij een goedkoop en dus is het vergoede bedrag per uitlening gekoppeld aan de winkelprijs van het uitgeleende boek.
Op bescheiden schaal doet Lira overigens nog wel aan 'sociale herverdeling': 'grootverdieners ' dragen meer bij aan de ingehouden SoCu gelden (bestemd voor sociale en culturele doeleinden), terwijl de bestemming daarvan veelal gelijkmatiger over de rechthebbenden wordt verspreid. Maar verder vindt Lira het niet op haar weg liggen de progressieve werking van ons belastingstelsel nog eens extra te versterken.
RV
Tijdens Lira's jaarvergadering, gehouden op 29 mei 2010, benoemde de vergadering van aangeslotenen voor een volgende periode van drie jaar Rien Verhoef en Tsead Bruinja tot leden van Lira's bestuur.
Op 8 juli 2010 vond ten kantore van het Nederlands Uitgeversverbond in Amsterdam de ondertekening plaats van het Convenant dat al eerder, op 22 februari 2010, tussen het NUV en Lira tot stand kwam over de samenwerking die uitgevers en Lira nastreven ten aanzien van de exploitatie en het beheer van digitale rechten op uitgegeven werken.
Sinds 2008 is voor de rechthebbenden onder de Leenrecht geschriftenregeling (de ontvangers van leengeld) een zogeheten bagatellenregeling van kracht. Deze houdt in dat pas vanaf een saldo aan toegewezen gelden van i 5, of hoger, daadwerkelijk aan de rechthebbenden wordt uitgekeerd.
Voor rechthebbenden die minder dan i 5, krijgen toegewezen, wordt over een periode van maximaal 5 jaren elk jaar het totaalsaldo bekeken en zodra het cumulatieve saldo de i 5, overschrijdt, wordt dit bedrag uitgekeerd. Na 5 jaar krijgen alle rechthebbenden alsnog hun tegoed uitgekeerd, ongeacht of ze wel of niet de ondergrens van i 5, hebben gehaald.
De bagatellenregeling is destijds ingevoerd om te besparen op de portokosten die ook de uitkering van kleine bedragen met zich meebracht. Bovendien hadden ook Lira's rechthebbenden zelf in de loop der jaren geregeld te kennen gegeven de minutieuze werkwijze met soms hogere porti dan uitkeringen als verspillend te ervaren.
Maar ook al scheelt de bagatellenregeling in de verzendkosten, ze betekent wel een aanzienlijke administratieve belasting. Niettemin heeft Lira besloten de regeling vooralsnog te handhaven.
Wel bestaat de hoop op termijn weer gewoon 'zuiver' te kunnen gaan uitkeren en ook de kleinste bedragen weer aan rechthebbenden toe te rekenen. Het wachten is hierbij op de voltooiing van Lira's digitale platform ('Mijn Lira'): zodra specificaties digitaal kunnen worden verzonden, zijn kleine bedragen geen relatief hoge kostenpost meer.
RV
Het was een zomerse dinsdagavond in Amsterdam. Er leek geen vuiltje aan de lucht. Twee potige bewakers en een detectiepoort stonden de rij bezoekers van The Power of Plots op te wachten voor de Melkweg.
Die bewakers bleken niet voor de veiligheid, maar voor de sfeer ingehuurd, want de avond zou gaan over het spannende boek en voor deze bezoeker vooral om de uitreiking van de door het Lira Fonds medegesponsorde Gouden Strop, een prijs vernoemd naar het boek De gouden strop van Joop van den Brink, de veelgeprezen aartsvader van de Nederlandse thriller.De Gouden Strop is de prijs voor de beste Nederlandstalige misdaadroman van het jaar. Uit een lijst van 87 boeken stelde de jury onder leiding van Koos Postema een shortlist samen van vijf spannende boeken: René Appel met Van twee kanten (Anthos), Hans Declercq met Hoe zwart is de duivel? (Van Halewyck), Bram Dehouck met De minzame moordenaar (Van Halewyck), Lieneke Dijkzeul met De geur van regen (Anthos) en Carla de Jong met Serpent (Archipel). De winnaar mocht zich verheugen op een sculptuur van kunstenares Marianne van den Heuvel en een cheque ter waarde van i 10.000.
De grote zaal van de Melkweg, waarin ik normaal bands zie optreden en verschraald bier drink uit plastic bekers, stroomde vol met familie en aanhang van de schrijvers, maar vooral ook met liefhebbers van thrillers, die door presentatrice Isolde Hallensleben toegesproken werden in een komisch Neder Zweeds met veel ö's en ë's, vanwege de extra aandacht voor Scandinavische thrillers.
De Gouden Strop ging naar De minzame moordenaar van de Vlaming Bram Dehouck, die nog geen kwartier eerder uit handen van Marion Pauw, winnaar van De Gouden Strop 2009, de Schaduwprijs voor het beste debuut overhandigd had gekregen. Marion Pauw prees vooral Dehoucks stilistische vermogens, terwijl juryvoorzitter Koos Postema zijn bewondering uitte voor de verrassende opzet en de compactheid van de inmiddels dubbelbekroonde roman.
Dehouck bewees het ijskoude gevoel voor humor te bezitten van een rechercheur uit een Britse krimi, toen hij de plagerige vragen van presentatrice Hallensleben louter beantwoordde met een karig 'ja' en 'nee'. Zijn debuut De minzame moordenaar is niet minder kil. Het is een briljant bloederig boek over een politieagent die wegpiraten naar het hiernamaals stuurt, met veel sneren naar de ongemakken van de moderne tijd.
Met het boek in mijn tas liep ik door het detectiepoortje, groette de bewakers en keek net iets argwanender naar mijn medeweggebruikers op de fiets naar huis.
TB
Een van de hoogtepunten van Poetry International dit jaar was de voordracht van de Rotterdamse burgemeester Aboutaleb, die op overtuigende wijze een koranvers uit het hoofd voordroeg en toegaf tijdens zijn jeugd ooit dichter te hebben willen worden. Hij vervolgde zijn bekentenis met een eigen vertaling van de Arabische dichter Adonis, een lange tekst die goed klonk, maar waarbij je zo nu en dan even wegdroomde.
De herinnering aan Aboutalebs begeesterde optreden moet het in mijn geheugen opnemen tegen het gefilmde interview met de oude Poolse dichteres Wislawa Szymborska, die ons, met in de ene hand een sigaret en in de andere een stevige borrel, deelgenoot maakte van een droom.Szymborska droomde dat ze in een zaal naar een jongensportret van Rembrandt zat te kijken en dat ze dat schilderij stiekem onder een lange jas stopte om er vervolgens mee vandoor te gaan. De pretoogjes in combinatie met haar leeftijd, sigaret en borrel waren onvergetelijk.
De dichters die lijfelijk aanwezig waren in Rotterdam waren op verschillende manieren inspirerend. Zo was er dit jaar veel ruimte voor experimentele associatieve poëzie uit uiteenlopende landen als Zuid Korea, Japan en Litouwen die mijn ogen opende voor nieuwe technische mogelijkheden en maakte het levensverhaal en de poëzie van de vervolgde Afghaanse dichter Kamran Mir Hazar grote indruk, met name een gedicht over het schrijven van een computervirus achter een diesel slurpende laptop, waarmee Hazar aangaf hoe men in zijn thuisland tegen hem aankeek. Even vroeg ik me af of mijn eigen werk wel viraal genoeg was.
Tijdens de avond over poëzie op het scherm konden de toeschouwers onder andere genieten van een van de straffen die dichter Mustafa Stitou voor zichzelf in gedachten had, mocht er een god bestaan, namelijk het opeten van zijn eigen ontlasting. Jan Pieter van der Laar maakte er een stop motion animatie van met uitgeknipte papieren figuren. Wie wil zien hoe dat eruit ziet, kijkt op www.digidicht.nl.
Veel mooie beelden, inspiratie en moed dus op Poetry en vooral veel prachtige regels, zoals die van de Zuid Koreaanse Kim Hyesoon:
Er zit een andere jij in jou
Die jij in jou trekt jou stevig binnen in je lichaam en zo rollen jouw vingertoppen naar binnen...
...De ik in mij herinnert zich dat kaas wordt gemaakt van melk en meteen maak ik mij er druk over welke koe in een koe die melk naar buiten liet spuiten...
Of van de Ierse dichter Thomas Thomas McCarthy, die een prozagedicht voordroeg, waarin een soldaat aan het einde van WO II bij een interneringskamp voor politieke gevangenen aankomt:
... er is geen overwinning hier, en niets voor een gewoon soldaat. / Dit gevangenenkamp zeilt door de geschiedenis als de vissersboot uit het neutrale Helvick, ontglippend bij maanlicht.
Volgend jaar is er weer een Poetry. Tot dan moet u het doen met de bloemlezing die werd uitgebracht ter ere van het festival en de gefilmde voordrachten van de dichters die te gast waren, nog altijd te zien op www.poetryinternational.org.
TB
Op 10 en 11 december 2010 vinden in Utrecht de twaalfde Literaire Vertaaldagen plaats. Thema van de vrijdagse symposiumdag is dit jaar 'De vertaler als dichter: over poëzievertalen'. Het onderwerp wordt belicht door vijf sprekers 2 poëzievertalers, 1 dichter/vertaler, 1 dichter op het scherm en 1 dichter en voormalig uitgever van poëzie. De sprekers zullen worden afgewisseld door entr'actes, waarbij telkens 2 poëzievertalers hun vertaling van hetzelfde gedicht zullen presenteren en toelichten. Daarna zal een evaluerend tafelgesprek met alle sprekers en 'entr'acteurs ' plaatsvinden en krijgt het publiek gelegenheid met hen van gedachten te wisselen. De dag zal worden besloten met de uitreiking van de vertaalprijzen van het Nederlands Letterenfonds.
Op zaterdag worden traditiegetrouw vertaalworkshops gehouden. Naast de gebruikelijke workshops (Frans Nederlands, Duits Nederlands, Engels Nederlands, Italiaans Nederlands, Spaans Nederlands en Nederlands Frans, Nederlands Duits en Nederlands Engels) worden dit jaar 'bijzondere' workshops poëzievertalen Frans Nederlands, Duits Nederlands, Engels Nederlands en Nederlands Engels georganiseerd.
Programma en inschrijfformulieren worden begin september gepubliceerd op de websites van het Vertalershuis Amsterdam (www.vertalershuis.nl), het Nederlands Letterenfonds (www.fondsvoordeletteren.nl), het Vlaams Fonds voor de Letteren (www.fondsvoordeletteren.be) en het Expertisecentrum Literair Vertalen (www.literairvertalen.org).
De Literaire Vertaaldagen zijn in de eerste plaats bedoeld voor hen die werkzaam zijn als literair vertaler of die bezig zijn van het literair vertalen hun beroep te maken. De Literaire Vertaaldagen worden financieel mogelijk gemaakt door de Stichting LIRA, het Nederlands Letterenfonds/Vertalershuis Amsterdam, het Vlaams Fonds voor de Letteren, de Vereniging van Schrijvers en Vertalers en de Nederlandse Taalunie. De praktische organisatie is in handen van het Vertalershuis Amsterdam.
RV
In het voorjaar van 2010 heeft Lira aan alle bij ons aangesloten journalisten en aan de leden van de Nederlandse Vereniging voor Journalisten (NVJ) en de FreeLancersAssociatie (FLA) een opgavenformulier gestuurd. Bent u journalist, geen werknemer-journalist maar freelance-journalist, en wilt u opgave doen over de jaren 2007, 2008 en 2009? Dat kan nog tot 15 september 2010. Heeft u geen formulier ontvangen, dan kunt u dit alsnog vinden op www.lira.nl/formulieren.
De uitkeringen zullen plaatsvinden aan het einde van dit jaar. Wij zien uw opgaven graag tegemoet.
HV
Lira keert verschillende geldstromen uit die wij van Stichting Leenrecht ontvangen. Veruit de belangrijkste en grootste bedragen betreffen hierbij de categorie geschriften, die door Lira jaarlijks worden verdeeld over de auteurs op basis van uitleengegevens die wij via Stichting Leenrecht ontvangen van openbare bibliotheken. Een klein gedeelte van de uitleenvergoedingen is bedoeld voor een specifiek repertoire, namelijk cassettebandjes en cd's met cabaretvoorstellingen, opera's/operettes en hoorspelen. Maar helaas zijn de gegevens over de uitleningen hiervan door de bibliotheken nooit apart geregistreerd. Omdat bij gebrek aan gegevens over de werken, de titels, de rechthebbenden en de uitleningen het voor Lira onmogelijk is om titelspecifiek uit te keren, hebben wij gezocht naar alternatieven. De registratie van de betreffende werken en de bijbehorende makers blijkt op geen enkele manier eenvoudig te realiseren. Daarbij komt dat de geldstroom voor deze categorie klein is en ook nog eens een sterk dalende lijn vertoont (immers, cassettebandjes en cd's zijn inmiddels grotendeels vervangen door andere, nieuwe dragers). Het bestuur heeft daarom besloten om uit overwegingen van doelmatigheid en effectiviteit deze geldstroom toe te voegen aan de repartities van kabel en van thuiskopie. Immers, cabaretvoorstellingen, hoorspelen en opera's/operettes worden niet alleen uitgeleend door bibliotheken maar natuurlijk ook uitgezonden via de televisie en de radio en ook opgenomen op cd's en dvd's. En voor die uitzendingen en opnames heeft Lira via de kabel en thuiskopieuitkeringen wél de beschikking over gegevens van de rechthebbenden. Op die manier kan Lira alsnog bewerkstelligen dat de uitleenvergoedingen bij de juiste doelgroep terecht komen zonder dat hier onevenredig hoge kosten voor moeten worden gemaakt.
HV
“Leenrechtgeld? Wat leuk! Maar, hoe wist u dat ik hier werkte?”
Zomaar een vraag van een rechthebbende die door de medewerkers van Stichting Lira gevonden werd. Tegenwoordig kunnen we vaak veel van mensen te weten komen met de hulp van het internet. Via LinkedIn, uw eigen blogpagina of wellicht via de website van de plaatselijke tennisclub: uw leven is soms transparanter dan u denkt.
Het zal u waarschijnlijk niet verbazen dat wij hier dan ook graag gebruik van maken bij onze zoektocht naar adressen van auteurs, vertalers, bewerkers en samenstellers (of hun erven) wier titels worden uitgeleend door de Nederlandse openbare bibliotheken.
Regelmatig is via internet een e-mailadres te achterhalen, heeft iemand een eigen website of valt er een werkgever te vinden. Zo kunnen we iemand, al dan niet via een omweg, op het bestaan van Stichting Lira wijzen.
Helaas zijn er echter nog vele rechthebbenden bij wie een zoektocht op het internet weinig soelaas biedt, en waar het boek dat zij geschreven of vertaald hebben, de enige leidraad blijft waar wij op af kunnen gaan.
Uitgevers zijn gelukkig vaak bereid adressen die bij hen bekend zijn, door te geven, en zij worden dan ook regelmatig door ons geraadpleegd. Zij hebben echter niet altijd gegevens van de gezochte personen meer, of de adressen zijn niet meer accuraat.
Wij roepen daarom graag uw hulp in. Niet alleen schriftelijk via dit Bulletin, maar sinds kort sturen wij onze ‘gezocht’ lijst ook digitaal via Twitter de wereld in. Wij hopen daardoor nog meer rechthebbenden te kunnen bereiken. Wilt u ons hierbij helpen? Volgt u ons dan op www.twitter.com/lirazoekt en zegt het voort!
Lira keert met terugwerkende kracht de leenrechtvergoeding uit, vaak ook nog voor (populaire) titels uit de jaren tachtig. Veel uitgeleende genres zijn o.a. kinderboeken, kasteel- en doktersromans, misdaadromans, hobbyboeken, kookboeken en stripboeken.
Er staat reeds een bedrag gereserveerd voor de gezochte rechthebbenden in bijgaande lijst. Dus kent u het adres van een of meer van deze Nederlandse of Vlaamse auteurs of vertalers (of hun erven), of heeft u een tip hierover, mailt, schrijft of belt u Lira dan a.u.b.:
e-mail lira@cedar.nl; telefoonnummer 023 799 7806
Ook als u mensen kent die niet op bijgaande lijst staan, maar wier werk wel in de Nederlandse openbare bibliotheken uitgeleend wordt, nodigen wij hen van harte uit contact met ons op te nemen via ons emailadres of telefoonnummer, of alvast een kijkje te nemen op onze website: www.lira.nl.
Wij hopen weer van u te horen. Alvast hartelijk bedankt voor uw medewerking. Aktas, Adnan Albert, Henk Ardenne, Claudia van Bishop, Ana Bouter, A. de Brinkman, Cornelia Brinkman, Lia Bruggen, Albert Cassy, Christine Coerwinkel, Henri F.M. Dagevos, Tessa Doché, Charles Dongen, Ingrid van Ellegeeer, Jill Exloo, Paul Fleischeuer, Anita Flier, A. van der Gerner, Pim Griffioen, Henk Groot, Ingrid de Haarlem, Caroline van Hut, Anna Elizabeth Keijer‑Hartog, Sacha Keizer, Ellen Koning‑Stapel, Hanne Vibeke de Koolhaas, Carola Kroon‑Bakker, C. Ludolph‑van Everdingen, Hendrina Maria Anna Luijendijk, Elisabeth Marez Oyens‑Schilt, Olga de Moeyersoon, Petra Muller, Mardi Nap, Jos Neuman, Gwen Notenboom, Hans Oppen, Levinus Petrus van Reuser, J.D.M. Rienstra, Kees Rutgers, Edzina A. Schouwen, Frederique van Sjobbema, D.J.W. Smook, Anneke Steenbergen, Ben Stoop‑Timmermans, Annemiek Tonino‑Smolders, Maggy Veeken, Henriette van der
Gezocht:
De Stichting Lira, opgericht op 23 oktober 1986, beheert als auteursrechtorganisatie op collectieve wijze auteursrechten en op het auteursrecht gebaseerde vergoedingsaanspraken van schrijvers, vertalers en journalisten die door hen individueel niet, of slechts met de grootst denkbare moeite, te gelde kunnen worden gemaakt.
PostadresStichting Lira
Postbus 3060
2130 KB Hoofddorp
Siriusdreef 22-28
2132 WT Hoofddorp
Telefoon: 023 799 7806
Fax: 023 799 7700
E-mail: lira@cedar.nl
Website: www.lira.nl
ING: 65 98 04 972
ING: 50 01 51
41205902
Kees Holierhoek, voorzitter
Tijs van den Boomen, vice-voorzitter
Robert Alberdingk Thijm, secretaris
Rien Verhoef, penningmeester
Maria Genova, lid
Tsead Bruinja, lid
directeur:
Hein van Leeuwen
accountmanager:
Hanneke Verschuur
beleidsmedewerker:
Saskia Bakker
Sebastiaan Goed
secretariaat:
Sonja Bemer
Cabriëlla Vinke
commercieel-administratief cluster:
Charlene de Feyter, teamleider
Marianne Bovet
Petra Daansen
Martin van Dam
Talitha van Hattem
Mariska Kolman
Hicran Maaskant
Vanessa van der Ploeg
Bart Schomaker
Odile van der Tweel
Kim Veenstra
Dit is een uitgave van de Stichting Lira,
Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp
Telefoon: 023 - 799 78 06
Fax: 023 - 799 77 00
E-mail: lira@cedar.nl
Website: www.lira.nl
Website toneel: www.liratheaterteksten.nl
Website jaarverslag: www.lira.nl/Over-Lira/Jaarverslag
Redactie: Tsead Bruinja
Rien Verhoef Kees Holierhoek (eindredactie)
Tekstbijdragen:
Vanessa van der Ploeg
Josefine Straesser
Odile van der Tweel
Hanneke Verschuur
Martin van Dam
Illustraties:
Gabriel Kousbroek
Ontwerp:
Rutger Fuchs, Amsterdam
Druk:
Drukkerij W.C. den Ouden, Amsterdam
Oplage: 18.500 exemplaren