editie 30 / december 2009

Leenrechtrepartitie eind 2009

De verdeling van leenrechtgelden eind 2009 betreft een relatief hoog bedrag. Op verzoek van de Stichting Leenrecht gaan de verdeelorganisaties van Leenrecht, dus ook Lira, over tot vervroegde uitbetaling van leenrechtgelden. Heel kort gezegd: de claimtermijn -ook wel de verjaringstermijn genoemd- blijft op vijf jaar staan, maar de verdeeltermijn gaat naar drie jaar. daarbij wordt er geteld vanaf het moment dat de gelden door de Stichting Leenrecht van de openbare bibliotheken zijn ontvangen. In de praktijk worden in datzelfde jaar de leenrechtgelden door de Stichting Leenrecht aan Lira voor uitbetaling overgemaakt en -nog steeds in datzelfde jaar- in een eerste voorlopige verdelingsronde door Lira onder de meeste rechthebbende schrijvers verdeeld.

Schrijvers en vertalers kunnen dus nog tot vijf jaar na incasso door de Stichting Leenrecht leen­rechtvergoe­dingen bij Lira claimen, maar Lira zelf is voortaan gehouden alle leenrechtgelden binnen drie jaar na bedoelde incasso te distribueren.

Claimtermijn en verdeeltermijn

Tot nu toe hield Lira een termijn aan van vijf jaar na incasso door de Stichting Leenrecht. Binnen die vijf jaar konden claims op leenrechtgelden worden ingediend en bij akkoordbevinding geho­no­reerd. Dat blijft onveranderd het geval.

Veranderd is de verdeeltermijn: de termijn waarbinnen door Lira leenrechtgelden onder rechtheb­bende schrijvers, vertalers en bewerkers worden verdeeld. Gevolg gevend aan het verzoek van de Stichting Leenrecht heeft het Lira-bestuur besloten die verdeeltermijn te bekorten van uiterlijk vijf tot uiterlijk drie jaar. Dat was een niet zo moeilijk besluit, omdat het meren­deel van de leenrechtgelden ook nu al royaal binnen die termijn aan rechthebbenden wordt uitbetaald. En dat had weer veel te maken met de steeds groeiende opbouw van een betrouwbare databank met gege­vens die voor de verdeling noodzakelijk zijn. Ofschoon zo'n databank altijd aanvulling en wijziging behoeft, nadert de opbouw zijn voltooiing. Daardoor is het Lira mogelijk steeds meer geld te verdelen in de eerste verdelingsronde. Dat is de gebruikelijke eerste verdeling die elk jaar uiterlijk in december plaats­vindt, slechts enkele maanden nadat de Stichting Leenrecht de gelden van de openbare biblio­the­ken heeft geïncasseerd.

Gevolgen nieuwe verdeeltermijn

Als gevolg van de nieuwe verdeeltermijn zal eind 2009 in de eerste voorlopige verdeelronde niet alleen het leenrechtjaar 2009, betrekking hebbend op uitleningen zoals ze voorkomen in de steekproef over de termijn van 1 juli 2008 tot 31 juni 2009, tot uitkering gebracht worden, en niet alleen -zoals gebruikelijk- wat er nog resteert van het leenrechtjaar 2004, maar ook wat er nog voor verdeling overgebleven is van de jaren 2005 en 2006. Zodat er in het jaar 2010 overgestapt zal zijn op een driejarige verdeeltermijn: een termijn die dus drie jaar in het verleden teruggaat vanaf het jaar dat Stichting Leenrecht de betreffende gelden van de openbare bibliotheken heeft ontvangen.

KH

 

Leenrecht-klachtenregeling

Wie van mening is dat door Lira bij de leenrechtuitkering fouten zijn gemaakt, kan als aan de klachten op bureauniveau niet tegemoet gekomen wordt, binnen een bepaalde termijn een officiële klacht indienen.

Klachten over de leenrechtuitkeringen van de Stichting Lira, dienen schriftelijk binnen 2 maanden na de leenrechtrepartitie waarop de klacht betrekking heeft, beargumenteerd gemeld te worden aan het bestuur van de Stichting Lira. Het bestuur van de Stichting Lira is gerechtigd klachten die na 2 maanden binnenkomen, niet meer in behandeling te nemen. De klachten zullen worden behandeld door het bestuur van de Stichting Lira dat hiertoe een advies­commissie in het leven roept.

Bepalingen

Over een en ander zijn in artikel 23 van het Leenrecht-reglement van nadere verdeling van de Stichting Lira een viertal bepalingen opgenomen.

Artikel 23:

1. Klachten die betrekking hebben op Leenrechtuitkeringen van de stichting Lira, dienen schriftelijk binnen twee maanden na de Leenrechtuitkering waarop de klacht betrekking heeft, beargumenteerd gemeld te worden aan het bestuur van de stichting Lira.

2. Het bestuur van de stichting Lira is gerechtigd klachten die later dan de in het vorige lid bepaalde termijn binnenkomen, niet meer in behandeling te nemen.

3. De klachten zullen worden behandeld door het bestuur van de stichting LIRA, dat hiertoe een adviescommissie kan samenstellen.

4. De stichting LIRA kan besluiten een onafhankelijke arbitragecommissie in te stellen en/of een klachtenreglement vast te stellen.

KH

 

Grote digitaliseringsprojecten (2)

Digitaliseren en vervolgens onsite- en online beschikbaar stellen van teksten is aan de orde van de dag. Het lijkt een niet te stuiten fenomeen. Rechthebbenden kunnen zich er maar beter goed op voorbereiden om niet verrast en vervolgens overweldigd te worden.

Commerciële exploitatie

Die voorbereiding kan het best beginnen door zich te realiseren dat niet iedere digita­lisering en verdere terbeschikkingstelling hetzelfde is. Een belangrijk verschil betreft de vraag of een en ander een commercieel of een niet-commercieel doel heeft. In commerciële projecten geldt als ideaal een vergoedingsregeling van 50% van het netto-resultaat, zoals in een schikking van de LiteROM-zaak indertijd werd overeengekomen. De andere helft was toen voor de digitale uitgever die vergeten was aan rechthebbenden vooraf om toestemming te vragen.

Waar zoiets moeilijk uit te rekenen valt of op andere bezwaren stuit, kan deze netto-regeling benaderd worden door een bruto-regeling, zoals dat ook bij de verkoop van papieren boeken het geval is waar een historisch gebruikelijke norm van in eerste instantie 10% van de bruto-ver­koop­prijs excl. BTW met -naar gelang er meer boeken verkocht worden- een hoger percentage, uiteindelijk geacht wordt te leiden tot een gelijk netto-resultaat tussen auteur en uitgever voor wat de exploitatie van dit ene boek betreft.

Google

In de USA heeft Google met Amerikaanse auteurs en uitgevers overeenstemming bereikt over digitalisering en online-terbeschikkingstelling van boeken. Er loopt een bezwarenprocedure waardoor die overeenstemming nog niet bepalend is geworden. Maar beide partijen lijken tevreden over de overeenstemming.

In de Google-settlement gaat het echter over iets anders dan wat op het ogenblik in Nederland plaats vindt: onderhandelingen tussen bibliotheken, archieven en musea enerzijds en anderzijds organisaties van rechtheb­benden over vele en soms heel grote digitaliseringsprojecten.

Google is een commerciële partij, uitgevers zijn dat ook, en misschien weten auteurs het niet altijd van zichzelf, maar zij zijn dat ook. Bibliotheken daarentegen beschouwen zichzelf als niet-commercieel.

Het valt aan te nemen dat de Google-deal tussen commerciële partners ook zijn invloed op Europa hebben zal. Niet dat noodzakelijkerwijs een gelijkluidende kopie van die overeenkomst ook voor Nederland zal gaan gelden. Wél dat er van die overeenstemming invloed op soortgelijke Nederlandse afspraken uit zal gaan.

Niet-commerciële exploitatie

Zoals gezegd: anders maar verwant is het overleg in Nederland tussen vertegenwoordigers van bibliotheken, verenigd in FOBID, en vertegenwoordigers van collectieve beheersorganisaties van rechthebbenden, zoals Lira (voor schrijvers, vertalers en journalisten) en Pictoright (voor fotografen en illustratoren).

Dat overleg speelt zich op twee niveaus af: op het niveau van concrete projecten zoals bijvoor­beeld het kranten-digitaliseringsproject van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag en op een hoger algemener niveau waarop geprobeerd wordt om tot afspraken te komen die op het concrete niveau kunnen worden toegepast. Dat gebeurt in de Commissie Digiti8e.

Vergoeding

Tot nu toe is de meeste aandacht uitgegaan naar wat er in de cultureel erfgoed-sfeer door wetenschappelijke bibliotheken, musea en archiefinstellingen gewenst wordt en wat daar aan de kant van de rechthebbenden als wenselijke regeling inclusief vergoeding tegenover wordt gesteld. In deze problematiek zijn vorderingen gemaakt, maar overeenstemming is er nog niet bereikt.

Het lijkt erop dat er in het digitaliserings- en terbeschikkingstellingproces twee belangrijke auteursrechtelijk relevante handelingen plaatsvinden. In zijn oervorm bestaat het proces uit de volgende onderdelen:

(a) digitalisering: het maken van een digitale verveelvoudiging van een origineel in de collectie (daarvoor is in de regel toestemming vereist en daarmee kan deze handeling in beginsel als vergoedingsplichtig beschouwd worden);

(b) terbeschikkingstelling van gedigitaliseerd werk >door middel van daarvoor bestemde terminals in de gebouwen van die instellingen aan individuele leden van het publiek voor onderzoek of privé-studie= (citaat uit artikel 15h uit de Auteurswet Aw en de conclusie dat dit wettelijk is toegestaan ingevolge dit artikel 15h Aw)

(c) terbeschikkingstelling van gedigitaliseerd werk via een besloten netwerk in en buiten de gebouwen van die instelling aan geselecteerde afnemers (dit is een vorm van openbaarmaking, daarvoor is toestemming vereist en daarmee is deze handeling in beginsel vergoedingsplichtig)

(d) terbeschikkingstelling van gedigitaliseerd werk via een open netwerk in en buiten de gebouwen van die instelling aan iedereen (ook voor deze verdergaande openbaarmaking is toestemming vereist en daarmee is deze handeling eveneens in beginsel vergoedingsplichtig).

Vandaar dat rechthebbenden aanvankelijk tot de vaststelling zijn gekomen dat onafhankelijk van de hoogte van de vergoeding in beginsel twee soorten vergoedingen verschuldigd zouden kunnen zijn:

- een digitaliserings- of verveelvoudigingsvergoeding die kan variëren naar het aantal pagina=s en de omvang per pagina van het te digitaliseren werk

- en een terbeschikkingstellings- of openbaarmakingsvergoeding die varieert naar de hoogte van de investering en/of de exploitatiekosten van het project, zoals dat bij grote exploitaties van auteursrechtelijk beschermde werken (denk aan de uitleen van boeken door openbare bibliotheken) het geval is.

Sinds deze uitgangspunten op tafel zijn gelegd zijn de gesprekken daadwerkelijk op gang gekomen. In een open gedachtewisseling is vervolgens geprobeerd voor de vergoeding van beide relevante momenten tot een eenvoudig te hanteren sleutel te komen, bijvoorbeeld één percentage van de productiekosten als onterugvorderbaar maar verrekenbaar voorschot, gevolgd door een jaarlijkse vergoeding die in hoogte onder meer afhankelijk is van het commerciële of niet-commerciële karakter.

In het verschiet liggen nog voortgaande discussies over de wijze waarop projecten centraal dienen te worden aangemeld (het meldpunt digitalisering), de vrijwaring die door de collectieve beheersorganisaties moet worden verleend, de verdeling van ontvangen vergoedingen en de beroep- en bezwaarprocedure bij de Commissie Digiti8e.

Het alternatief voor dit alles is dat digitaliserende instellingen zelf op zoek gaan naar de benodigde licenties en met rechthebbenden individuele onderhandelingen beginnen. Gek genoeg stoppen ze daarbij vaak veel geld in het salaris van de persoon of de personen die de rechthebbenden opsporen om vervolgens aan de rechthebbenden een verbluffend onnozel voorstel te doen: of ze in willen stemmen met de gratis terbeschikkingstelling van het betreffende gedigitaliseerde werk. Ik kan me niet voorstellen dat zoiets zonder een gevoel van schaamte kan worden gedaan, maar veel hangt natuurlijk af van de omstandigheden.

De Auteurswet voorziet in een buitengewoon genereuze wettelijke afwikkeling van het auteursrecht. Als de maker 70 jaar dood is, kan iedereen geheel gratis en naar eigen willekeur gebruik maken van een met bloed, zweet en tranen (of op veel vrolijker wijze) gecreëerd werk. Voor sommigen is die gift aan de gemeenschap kennelijk niet genoeg. Zij willen de eigendom vanaf de geboorte.

Het standpunt van rechthebbenden-vertegenwoordigers in de gesprekken met FOBID moge duidelijk zijn: zij zouden graag tegen redelijke voorwaarden dit soort projecten mogelijk maken. Een eerste contract terzake is vrijwel afgerond. Als het goed is, gaan er nog honderden volgen.

KH  

 

Besluiten en mededelingen van het Lira-bestuur

Lira en de Google-schikking

In de Verenigde Staten hebben Google en vertegenwoordigers van Amerikaanse auteurs en uitgevers in de vorm van een voorlopige, want nog door de rechter goed te keuren schikking overeenstemming bereikt over door Google zonder toestemming gedigitaliseerde en ter beschikking gestelde (gedeelten van) auteursrechtelijk beschermde boeken. Tegelijk is over­eenstemming bereikt over in de toekomst mét toestemming van rechthebbenden te digitaliseren en via internet ter beschikking te stellen (gedeelten van) boeken.

Het komt er heel kort gezegd op neer dat er vergoedingsafspraken zijn gemaakt voor wat er in het verleden zonder toestemming is gebeurd en voor wat er in de toekomst mét toestemming gaat gebeuren.

Het Lira-bestuur heeft in maart 2009 besloten contact op te nemen met Google om te bezien in hoeverre ook rechten van auteurs van in Nederland verschenen boeken in het geding zijn. De eerste resultaten van dat contact met Google wijzen op enkele duizenden Nederlandse boeken die onder de schikking zouden vallen. Daarop zijn betrokken auteurs door Lira ingelicht.

Nadere informatie, uit de VS afkomstig, heeft het Lira-bestuur wel eens aan het twijfelen gebracht over ingenomen standpunten, maar uiteindelijk zou Lira graag zowel voor het verleden als voor gebruik in de toekomst namens auteurs van in Nederland verschenen boeken optreden om gelden van Google te incasseren en door te betalen, bij voorkeur -indien mogelijk- in samenwerking met Nederlandse uitgevers.

Mede door het regelmatig verleende uitstel waardoor de procedure in de VS ernstig wordt vertraagd, staan momenteel ook bij Lira de Google-activiteiten op een laag pitje. Maar dat zal vast niet lang duren.

Voor het overige zij verwezen naar van Lira afkomstige brieven aan auteurs en publicaties op Lira's website: www.lira.nl.

KH

 

Lira Scenarioprijs 2009

Op donderdag 10 september vond in het West‑Indisch Huis te Amsterdam de uitreiking plaats van de Lira Scenarioprijs 2009. Deze tweejaarlijkse 'eigen' prijs van de Stichting Lira, bekostigd uit het Lirafonds, werd voor de negende maal uitgereikt, ditmaal in het genre satire.

Kandidaten voor de Lira Scenarioprijs waren dit jaar scenarioschrijvers van satirisch televisiedrama, vertoond door de Nederlandse publieke en commerciële omroepen in de periode van 2005 tot en met 2008.

De jury bestond uit Hedy d'Ancona, oud minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur (voorzitter), Jean Pierre Geelen, televisiecriticus bij de Volkskrant, Walter van der Kooi, publicist en televisierecensent van De Groene Amsterdammer en Peter Römer, televisieproducent/regisseur en scenarioschrijver.

Eerdere winnaars van de Lira Scenarioprijs waren Wim T. Schippers, Arthur Japin, Ger Beukenkamp, Tamara Bos, Maria Goos, Mieke de Jong, het duo Alma Popeyus en Hein Schütz en Frank Ketelaar.

De jury had drie programma's genomineerd toevallig of niet alle uitgezonden door de

VPRO:

Toren C, geschreven door Maike Meijer en Margôt Ros

Draadstaal, geschreven door Dennis van de Ven, Jeroen van Koningsbrugge en Nico Dijkshoorn

Klein Holland, geschreven door Karen van Holst Pellekaan, Martin van Waardenberg en Johan Timmers

Voorafgaand aan de uitreiking werd traditioneel de Lira lezing gehouden, dit jaar door cabaretier Micha Wertheim, die onder de titel Satire in het tijdperk van manische reproduceerbaarheid met een analytisch spervuur het thema satire op de korrel nam.

Eerder op de middag hadden Frank Houtappels (Camping het Vrije Schaep) en Job Gosschalk een masterclass scenarioschrijven gegeven.

Draadstaal

Dennis van de Ven (1973) is schrijver, acteur, regisseur en televisiemaker. Op televisie was en is hij te zien in Kannibalen (BNN, 2006), Grenzeloos (NOX, 2007) en Draadstaal (VPRO, 2007 heden). Met Jeroen van Koningsbrugge vormt hij het muzikale cabaretduo Jurk!. Ook schreef hij columns voor de Spits!

Jeroen van Koningsbrugge (1973) is acteur, presentator, cabaretier en zanger. Hij is bekend als lid van de improvisatiegroep De Lama's en als teamcaptain in het tv programma Ik hou van Holland (RTL 4). Daarnaast is hij zanger in de rockband ZEUS, wat hij als zijn ware passie beschouwt.

Van de Ven en Van Koningsbrugge zijn al jaren bevriend en werken geregeld samen, voor en achter de schermen. Zo bedachten ze Nieuw Dier (Talpa, 2006), een sketchprogramma dat weleens als de voorloper van Draadstaal wordt beschouwd.

Nico Dijkshoorn (1960) is columnist, dichter en schrijver. Hij schreef onder meer teksten voor Café de Wereld en de satirische nieuwsquiz Dit was het nieuws. Hij is wekelijks te gast in De Wereld Draait Door, waarin hij actuele gedichten schrijft en deze direct voordraagt.

Klein Holland


 Regisseur en schrijver Johan Timmers (1961) maakte diverse VPRO series, waaronder Kleine Pauze, Nieuwe Ouders en Klein Holland (1 en 2). Hij schreef en regisseerde stukken voor het Nationaal Toneel en het RO Theater en voltooide onlangs de opnamen van zijn speelfilmdebuut, Vreemd Bloed, een film naar een scenario van Maria Goos over drie generaties uit een slagersfamilie.

De veelzijdige Martin van Waardenberg (1956) vormde in de jaren tachtig en negentig een cabaretduo met Wilfried de Jong en maakte toen furore met zes unieke theaterprogramma's waarin fysieke en agressieve humor de boventoon voerde. Nadien ontpopte Van Waardenberg zich vooral tot acteur   de Majoor in de serie en film Loenatik, de boze Buurman Baasje in Sesamstraat   en schrijver, onder meer voor het Rotterdamse jeugdtheater Hofplein en de VPRO serie Klein Holland.

Karen van Holst Pellekaan (1955) begon haar acteercarrière met een rol in de bekende VPRO  jeugdtelevisieserie De Freules. Daarna volgden onder meer rollen in Het Zakmes (1992), Unit 13 (1996) en Klein Holland (2006). Ook speelde ze in films als Lang Leve de Koningin (1995) en Loenatik (2002). Als scenarioschrijver schreef ze scenario's voor onder meer de telefilm De Avondboot, de televisiefilm Zwijnen en de VPRO series Kleine Pauze, Nieuwe Ouders, Loenatik en Klein Holland.

Toren C

Maike Meijer (1967) ontving in 1993 als meest belovende student van de toneelacademie

Maastricht de Henriette Hustinxprijs. Ze speelde en schreef onder meer bij de Paarden­ka­the­draal, Carver, het Nationaal Toneel en de Theatercompagnie. Ze presenteerde het televisieprogramma Living Stone (VARA) en had een rol in de serie Luifel en Luifel. Ook maakte ze deel uit van Radio Bergeijk (VPRO).

Margôt Ros (1965) studeerde aan de Academie voor Kleinkunst in Amsterdam. In 2001 won ze de Colombina voor haar rol in Onder Mannen bij het NNT. Daar ook maakte ze de zeer succesvolle voorstelling Onder Vrouwen, samen met Bodil de la Parra en Wimmie Wilhelm. Bij Orkater maakte ze onder meer de voorstellingen Slangenvel en Ik. Ook maakte ze cabaret met Erik van Muiswinkel en speelde ze in Radio Bergeijk.

Tot winnaar van de LIRA scenarioprijs 2009 koos de jury Toren C, dat 'vernieuwend, geestig, knap van taal, schaamteloos, onbarmhartig en in zijn beeldende kracht uitgesproken des televisies ' werd genoemd.

Toren C vertelt over een bedrijvencomplex waarin zich een privékliniek, een sauna, een Japans restaurant en op de dertiende verdieping een manege bevinden. Er werken mensen die elkaar niet hebben uitgezocht. Zoals op elke werkvloer leidt dat tot spanningen en pijnlijke situaties. In sketchvorm passeren scènes en types die, extreem en absurdistisch, veel over menselijk tekort, machtsstrijd en  misbruik, arrogantie, modieuze flauwekul duidelijk maken.

In haar rapport zegt de jury onder meer over Toren C: 'De productie moet het uiteraard van taal hebben, maar is tegelijk uitgesproken beeldend. Kijken is minstens zo belangrijk als luisteren. Toren C onderscheidt zich het meest van de andere genomineerden door een uitgesproken vrouwelijk perspectief. De maaksters en hun personages gooien de vrouwelijkheid er met geweld in, van lijf tot vals gedrag. Met illusies over de vrouw als betere menssoort maken ze korte metten.'

De winnaars, die hun geluk over hun nominatie al niet op konden, ontvingen samen 15.000 euro en straalden na het feestdiner 's avonds laat nog na bij Pauw en Witteman.

Ga voor alle informatie, inclusief het integrale juryrapport en de Lira lezing van Micha Wertheim, naar www.lirascenarioprijs.nl.

RV



Dag van het scenario 2009

Op 25 september, tijdens het Nederlands Film Festival te Utrecht, vond onder het motto 'De wijde wereld ‑ de scenarioschrijver en het buitenland' de Dag van het Scenario plaats. In een reeks korte voordrachten kregen de scenarioschrijvers onder de circa 150 aanwezigen te horen wat zij zelf aan het succes van hun films in het buitenland kunnen bijdragen en wat ze vooral wel en niet moeten doen om hun werk de grens over te helpen.

In de ochtenduren organiseerde Het Schrijfpaleis in samenwerking met het Nederlands Film Festival opnieuw een 'Schrijfpaleis DeLuxe', ditmaal met als thema de 'auteursfilm': onder leiding van vaste presentator Moniek Kramer speelden gerenommeerde acteurs scènes uit toekomstige speelfilmprojecten, dit jaar met een nadruk op artistieke filmplannen. Met Het Schrijfpaleis probeert het Netwerk Scenarioschrijvers talentvolle scenaristen een podium te bieden.

's Middags hield de Britse scenarioschrijver en regisseur Gareth Jones zijn Nederlandse collega's voor dat in het buitenland alleen behoefte is aan specifieke genres van films en dat hun thuismarkt juist de voorkeur geeft aan films die minder geschikt zijn voor het buitenland. Ate de Jong, commercieel intendant bij het Filmfonds, sloot zich hierbij aan maak kwaliteitsfilms in een duidelijk gekozen genre.

De jonge filmmakers Bart Juttman en Jan Willem van Ewijk beschreven onorthodoxer en avontuurlijker manieren om 'naar het buitenland te gaan'.

Claudia Lansberger, directeur van Holland Film, schetste de inspanningen die zoal worden verricht om de Nederlandse film te exporteren. Willem Capteyn pleitte voor een subsidiepot om Nederlandse films op dvd te ondertitelen en daarmee hun introductie in het buitenland te vergemakkelijken, een pleidooi waarvoor het Lira Fonds is gezwicht. Ben Verbong gaf per videoboodschap tal van nuttige tips om te slagen op de Duitse markt en had ook nog een waarschuwing: Duitsers hebben wel gevoel voor humor, maar niet voor ironie.

Na de voordrachten volgde de bekendmaking en uitreiking van de Zilveren Krulstaart, de prijs voor het beste scenario televisiedrama 2008/2009. Deze 'peer prize', ter beschikking gesteld door het Netwerk Scenarioschrijvers, geniet groot prestige onder vakgenoten en ging dit jaar naar het schrijversteam van de succesvolle en populaire serie Gooische vrouwen, bestaande uit Frank Houtappels, Joan Nederlof, Lex Passchier en Anita Voorham. Als 2e eindigde in de verkiezing 't Vrije Schaep (Frank Houtappels), als 3e Den Helder (Maartje Pompe van Meerdervoort). Ger Beukenkamp, de winnaar van vorig jaar, overhandigde de prijs aan Brigitte Baake, vriendin van Frank Houtappels, die de Zilveren Krulstaart voor het hele schrijfteam in ontvangst nam. Houtappels reageerde door de telefoon: 'Wat leuk! Dit is de Prijs der Prijzen, een prijs van al onze collega's!'

De Zilveren Krulstaart is een prijs voor scenarioschrijvers die jaarlijks op de Dag van het Scenario wordt uitgereikt. Het aanwezige vakpubliek kiest in de loop van de Dag uit een shortlist van tien genomineerde scenario's, gekozen door de leden van het Netwerk Scenarioschrijvers uit al het televisiedrama van het voorgaande seizoen. Winnaars in eerdere jaren waren Robert Alberdingk Thijm met de scenario's van De Daltons (2001), de dramaserie Dunya & Desie (2003) en Waltz (2007), Maria Goos met het scenario van Cloaca (2004), het schrijversduo Alma Popeyus/Hein Schütz met het scenario van De enclave (2002), Frank Ketelaar met de scenario's van De band (2005) en Vuurzee (2006) en Ger Beukenkamp met De prins en het meisje (2008).

 

Ter gelegenheid van het 15 jarig bestaan van de organisator van de Dag van het Scenario, het Netwerk Scenarioschrijvers, werd dit jaar voor het eerst ook een Gouden Krulstaart voor Bijzondere Verdiensten uitgereikt, en wel aan scenarioschrijver Kees Holierhoek (Soldaat van Oranje), die 'als geen ander zoveel heeft gedaan en doet   indachtig de woorden van Lodewijk van Deyssel, oprichter van de Vereniging van Letterkundigen "ter behartiging der materieele belangen van de letterkundigen".' Dankzij zijn inspanningen, onder meer als oprichter en voorzitter van de Stichting Lira, is het voor scenarioschrijvers in Nederland mogelijk om hun beroep op professionele wijze inhoud, vorm en betekenis te geven. Of zoals Doreen Boonekamp, scheidend directeur van het Nederlands Film Festival en later in de week zelf onderscheiden met een Gouden Kalf voor de Cultuur, het in haar lofrede uitdrukte: 'Jij hebt jouw pen neergelegd om anderen te laten schrijven jouw bloed is onze inkt.'

De Dag van het Scenario wordt jaarlijks georganiseerd door het Netwerk Scenarioschrijvers tijdens het Nederlands Film Festival in Utrecht.

RV

 

Jan Hanlo-prijzen 2009

Pleidooi voor populisme is de beste essaybundel van de afgelopen twee jaar, op 16 september ontving schrijver David van Reybrouck hiervoor de Jan Hanlo Essayprijs Groot 2009. Het kleine broertje van de tweejaarlijkse essayprijs ging naar Arjen van Veelen, voor zijn ongepubliceerde essay Suum cuique.

 'Het kwam me eerlijk gezegd niet zo slecht uit dat ik meteen na verschijning voor 
drie maanden onderzoek naar Congo moest verkassen. De aanvallen van Elsbeth 
Etty and the likes of them bleken toch relatief toen ik in het rebellengebied van 
Nkunda omringd was met kindsoldaten die met grimmige blik hun bazooka's op mij 
richtten.' Met deze woorden nam David van Reybrouck op 16 september de Jan 
Hanlo Essayprijs Groot in ontvangst. 
 
Van Reybroucks tachtig pagina's tellende pamflet Pleidooi voor populisme is 
verkozen tot de beste essaybundel die in de jaren 2007 en 2008 is verschenen. 
Volgens juryvoorzitter Maarten Asscher steekt hij niet alleen boven de andere 
pamfletten uit, 'maar ook boven de omvangrijkere essayistische boeken die werden 
ingezonden.' 
 
Van Reybrouck imponeerde de jury vooral 'door de compacte, heldere en goed beargumenteerde stijl waarmee hij pleit voor niet minder, maar voor beter populisme. Zijn onderwerp is actueel, maatschappelijk relevant en tegelijk van alle tijden, zoals ook zijn vergelijking met de opkomst van het socialisme aan het eind van de negentiende eeuw illustreert. De benadering van Van Reybrouck houdt perfect het midden tussen een politieke verhandeling en een letterkundig essay, 
waarbij de kwaliteiten van beide genres worden gecombineerd.'
 
Het essay leidt in Nederland een kommervol bestaan. Om meer aandacht en respect voor dit genre te bewerkstelligen werd in 1999, dertig jaar na de dood van dichter Jan Hanlo, een naar hem vernoemde essayprijs ingesteld. De prijs werd bekostigd uit de royalty's op Hanlo's werk, het initiatief kwam van BarBara Hanlo, 'achternicht van' en Jan Hanlo‑biograaf Hans Renders. 
 
In 2001 werd Lira medesponsor en sindsdien worden twee prijzen toegekend: de Jan Hanlo Essayprijs Klein voor een ongepubliceerd essay (e. 1.500) en de Jan Hanlo Essayprijs Groot voor een essaybundel, gepubliceerd in de twee voorafgaande jaren (e. 7.000). 
 
De benarde omstandigheden waaronder essayschrijvers nog steeds hun werk 
moeten doen, werden op de avond van de prijsuitreiking in De Balie te Amsterdam 
treffend verwoord door Marita Mathijsen, die de openingslezing voor haar rekening 
nam. 
 
De zwaar verkouden Mathijsen ‑ 'Ik sta stijf van de paracetamol, neusspray 
en strepsils ' ‑ nam het publiek mee naar een denkbeeldige marktplaats.nl waar alle 
schrijvers van Nederland zich opnieuw moeten aanbieden aan uitgevers. De meeste 
essayisten zullen na 28 dagen ‑ de gangbare termijn op marktplaats ‑ geen enkel bod 
hebben ontvangen. Daarna knipte zij Nelleke Noordervliet in tweeën: op de literaire 
Noordervliet  zou volgens Mathijsen flink geboden worden, maar de essayistische 
Noordervliet zou als winkeldochter achterblijven. En Mieke van de Wal hoefde ze 
niet eens door te knippen, die zou sowieso verloren zijn op de markt.
 
Nieuwe financiële vergezichten wist Mathijsen niet te schetsen ‑ haar betoog ging 
vooral over stijl en over wat wetenschappers van essayisten zouden kunnen leren ‑ 
maar misschien kan Arjen van Veelen, de winnaar van de Jan Hanlo Essayprijs Klein, 
daar wel aan bijdragen. Hij ziet mogelijkheden om het essay commerciëler te maken, 
maar bleef op de vraag van gastheer Hans Goedkoop hoe dat te bereiken vooralsnog 
vaag: 'Aansluiten bij onderwerpen die leven. En een iets frivolere aanpak, wat 
minder erudiet.' Hij beloofde er nog op terug te komen.
 
In ieder geval geeft zijn essay aanleiding om nieuwsgierig uit te kijken naar 
zijn ideeën. Het thema voor de kleine essayprijs luidde dit jaar 'O Nederlandse taal', 
een dichtregel van Hanlo, en dat was voor Van Veelen aanleiding om een essay te 
schrijven om zich te verdiepen in de tattoo‑cultuur, 'want daar wordt tenslotte lang 
nagedacht voor je iets opschrijft.' Tot zijn eigen verbazing ontdekt hij dat juist het 
Latijn populair is voor het beschrijven van de eigen huid.
 
Volgens de jury schrijft Van Veelen op een verfrissend onbevangen manier 
'over de invloed van internet, e‑mail en sms op het hedendaagse taalgebruik. Zonder 
dergelijke vernieuwingen, zoals zo vaak gebeurt, als fout, dom en ongrammaticaal 
weg te zetten, weet hij de lezer juist mee te nemen in zijn enthousiasme voor de 
verrijkingen die de internetcultuur in het Nederlands teweeg kan brengen.' [tvdb] 
 
Het volledige juryrapport en andere informatie over de Jan Hanlo Essayprijzen is te vinden 
op: www.essayprijs.nl. 

TvdB
 
 

Berichten en adviezen van het bureau

Audioboeken

In het leenrechtverhaal over geschriften worden naast het gedrukte boek nog onderscheiden het luisterboek en de Daisy ROM. Daisy ROM's zijn gesproken boeken voor visueel gehandicapten. De Stichting Leenrecht incasseert per categorie een leenrechtvergoeding en betaalt deze door aan de Stichting Lira.

Tot dit jaar werd de leenrechtvergoeding voor luisterboeken en Daisy ROM's toegevoegd aan de leenrechtvergoeding voor Geschriften. Achtergrond daarvan was dat de luisterboeken in aantallen nog vrijwel te verwaarlozen waren en dat de openbare bibliotheken de Daisy ROM's over het algemeen onder hetzelfde ISB nummer en tegen hetzelfde tarief als het gedrukte boek uitleenden. Voor rechthebbenden maakte het dus geen verschil of hun titels in de ene of de andere vorm werden uitgeleend.

Met ingang van dit jaar is besloten deze vergoedingen te gaan splitsen. Dit vloeit deels voort uit de noodzaak het luisterboek apart te behandelen: hierbij zijn immers meer rechthebbenden ook uitvoerende   betrokken dan bij het gedrukte of gesproken boek. Daarnaast groeit met de verdere opkomst van het luisterboek het belang dat bibliotheken een helder onderscheid tussen luisterboeken en gesproken boeken maken. Voortaan zullen in plaats van 1 repartitie 3 repartities worden verricht.

Een technische hindernis hierbij is dat de Stichting Lira op grond van de tot dusver aange­leverde gegevens een werkenbestand heeft opgebouwd waarin alles in één categorie is vastgelegd: luisterboeken en Daisy ROM's worden niet of nauwelijks als zodanig aangemerkt en onderscheiden. Daarmee is het praktisch bijzonder lastig om luisterboeken en Daisy ROM's die zijn opgenomen in de productclassificatie Geschriften te identificeren en naar hun eigen productclassificatie te verplaatsen.

Zodra hetzelfde ISBN voor meerdere producten wordt gebruikt (dus zowel luisterboek als Daisy ROM) hapert de registratie en de juiste koppeling van uitleningen. Rechthebbenden kunnen zelf een bijdrage leveren door te controleren of hun ISB nummers inderdaad dubbel zijn gebruikt en hun bevindingen aan Lira te melden. De verwerking in het systeem kan dan overigens nog wel even duren.

Bij wijze van proef heb ik mijn eigen werk bekeken. Volgens de opgave van Dedicon is van 30 van mijn vertalingen in de bibliotheken een gesproken versie aanwezig zonder uitzondering onder hetzelfde ISB nummer als het gedrukte boek. Van één vertaling bestaat een luisterboek onder een eigen ISBN.

RV

 

Personalia

Directiefunctie Cedar BV

Vanaf 1 augustus 2009 is mw. Marianne de Gier van Berenschot voor drie dagen per week als interim-manager van Cedar BV aangesteld.

Vanaf ongeveer diezelfde datum is via Berenschot Werving en Selectie te Utrecht een sollici­tatieprocedure gestart voor de definitieve vervulling van de directeursfunctie. Inmiddels heeft de selectiecommissie, bestaande uit bestuursleden van de aandeelhoudersstichting Cedar, met vier kandidaten gesprekken gevoerd. Als alles gaat zoals gepland, is op het moment dat dit Lira Bulletin verschijnt, begin december, een benoeming in aankomst of een feit.

KH

 

Gezocht: leenrechthebbende schrijvers en vertalers (of hun erven)

Allereerst willen de medewerkers van Stichting Lira u, de lezers van het Lira Bulletin, weer hartelijk bedanken voor de vele reacties op de vorige rubriek 'GEZOCHT'. Erg fijn dat u elke keer de moeite neemt om te reageren. Door uw tips hebben wij weer een groot aantal gezochte auteurs en vertalers (of hun erven) uit de lijst van Bulletin 30 kunnen opsporen, waardoor Lira deze rechthebbenden weer kan verblijden met een beduidend bedrag aan leenrechtvergoeding, variƫrend van enkele honderden tot duizend euro of meer.

Wij blijven actief op zoek naar adressen van auteurs en vertalers, bewerkers en samenstellers (of hun erven) wier titels worden uitgeleend door de Nederlandse openbare bibliotheken. We hebben hiertoe o.a. contacten gelegd met uitgeverijen: wij vragen ze onze aanmeldingsformulieren te verspreiden en zij helpen ons ook vaak aan de juiste adressen. Maar wanneer het om personen gaat die in de jaren tachtig of negentig geschreven of vertaald hebben, zijn de adresgegevens daar vaak niet meer te achterhalen en daarom roepen wij dan ook graag weer de hulp van u als lezer in.

Lira keert met terugwerkende kracht (tot inmiddels drie jaar terug) uit, vaak ook nog voor (populaire) titels uit de jaren tachtig. Veel uitgeleende genres zijn o.a. kinderboeken, kasteel  en doktersromans, misdaadromans, hobbyboeken, kookboeken, stripboeken.

Er staat wederom een groot bedrag   variërend van enkele honderden euro's tot duizend euro of meer  aan leenrechtvergoeding gereserveerd voor de gezochte rechthebbenden in bijgaande lijst. Dus kent u het adres van een of meer van deze Nederlandse of Vlaamse auteurs of vertalers (of hun erven), of heeft u een tip hierover, mailt, schrijft of belt u Lira dan a.u.b.:

e-mail: lira@cedar.nl; telefoonnummer 023 7997806

Oude adressen zijn ook welkom, want hiermee kunnen wij dan weer verder speuren bij gemeentearchieven en het centraal bureau voor genealogie.

Zegt het voort! Kent u mensen die weliswaar niet in bijgaande lijst staan, maar wier werk wel wordt uitgeleend door de Nederlandse openbare bibliotheken, dan kunnen zij Lira mailen (lira@cedar.nl), schrijven of bellen, of onze site bezoeken (www.lira.nl) voor een aanmeldingsformulier.

Wij hopen weer van u te horen: alvast bedankt voor uw medewerking.

OVDT & KV

Gezocht:

 

van Aken, Andreas (A.R.A.)Blokhuis, Jeroen
de Bruin, G.R.
Crijns, Jan
Daane, Jannie
Draaijer, Erik
Elias, Guido
Franquin, André
Fransse, André
Gielissen, Petra
Gilson, François
Goslinga, Cornelis Ch.
de Graaff, Henk
Groeneveldt, Trudy
de Groot, Robert (Bob)
Hendriks, John
Hermans, Henk
Hermans de Roos, A.E.
Hommes, Els
de Jager, Jantien
de Jong Biggs, P.
van Kessel, Elisabeth
Kessels Brandt, Loek
Keus, C.
Klaassen, Sandra
van Klinken, Jaap
Koopmans, Petra
Koreman, Cor
Leblanc, Anne
Liefrink, Jos
Martin, Hans
Mendelson Wolsak, L.
Mens, Jan
Metzmeyer, Catherine
Mönch, Diederik
van Rapenburgh, Daphne
De Roey, Johan
van Schoten, Johan
van Slangenburg, Henk
Staal, Louise
Stam, Henk
Steinmetz, Peter
van Till, Hannie
Tromp, H.
Tromp Palmer, P.
Visser, Daniël
de Vries, Hans
van Westerop, Claartje
van Wijk, Johan
de Witte. K.
Witteveen, Willem

 

 

Bestuur en bureau van de stichting Lira

De Stichting Lira, opgericht op 23 oktober 1986, beheert als auteursrechtorganisatie op collectieve wijze auteursrechten en op het auteursrecht gebaseerde vergoedingsaanspraken van schrijvers, vertalers en journalisten die door hen individueel niet, of slechts met de grootst denkbare moeite, te gelde kunnen worden gemaakt.

 Postadres

Stichting Lira
Postbus 3060
2130 KB Hoofddorp

 

Bezoekadres

Siriusdreef 22-28
2132 WT Hoofddorp

Telefoon: 023 799 7806
Fax: 023 799 7700
E-mail: lira@cedar.nl
Website: www.lira.nl

 

Bankrekeningnummers

ING: 65 98 04 972
ING: 50 01 51
 

Kamer van Koophandel

41205902
 

Bestuur Stichting Lira

Kees Holierhoek, voorzitter
Tijs van den Boomen, vice-voorzitter
Robert Alberdingk Thijm, secretaris
Rien Verhoef, penningmeester
Maria Genova, lid
Saskia Noort, lid
Tsead Bruinja, lid
 

Bureau Stichting Lira (Cedar BV)

directeur: 
interim Marianne de Gier

accountmanager:
Tim de Jong

beleidsmedewerker: 
Peggy de Jonge

secretariaat:
Sonja Bemer
Cabriëlla Vinke

commercieel-administratief cluster: 
Charlene de Feyter, teamleider 
Marianne Bovet 
Petra Daansen 
Martin van Dam 
Talitha van Hattem
Nienke Hendriks
Mariska Kolman
Rabia Lala
Vanessa van der Ploeg
Calvin Tran
Odile van der Tweel 
Kim Veenstra

 

Colofon

 Dit is een uitgave van de Stichting Lira,

Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp

Telefoon: 023 - 799 78 06

Fax: 023 - 799 77 00

E-mail: lira@cedar.nl

Website: www.lira.nl
Website toneel: www.liratheaterteksten.nl
Website jaarverslag: www.lira.nl/Over-Lira/Jaarverslag

Redactie: Tsead Bruinja
Rien Verhoef Kees Holierhoek (eindredactie)

Tekstbijdragen:
Vanessa van der Ploeg
Josefine Straesser
Odile van der Tweel
Hanneke Verschuur
Martin van Dam

Illustraties:
Gabriel Kousbroek

Ontwerp:
Rutger Fuchs, Amsterdam

Fotografie:   
Christien Boeles
Taco Anema  
    

Druk:
Drukkerij W.C. den Ouden, Amsterdam

Oplage: 18.500 exemplaren