editie 19 / mei 2006

Een woord van de voorzitter (19)

Het auteursrecht heeft dan wel een duur tot zeventig jaar na de dood van de maker, dat neemt niet weg dat aanspraken op auteursrechtelijke gelden als leenrechtvergoedingen en kabelgelden veel eerder verjaren. Dat is geregeld in reglementen.

Zo is bij het leenrecht in Lira’s reglement van nadere verdeling een termijn van vijf jaar opgenomen. Uit coulance is die regel niet eerder toegepast. Daar komt verandering in, nu we op het punt staan - na vele inspanningen om rechthebbenden te vinden - oude leenrechtjaren af te sluiten. Nakomende claims zullen dan niet meer gehonoreerd worden. Het vrijvallende geld zal vooral bij nieuwe jaren worden gevoegd als nog te verdelen leenrechtgelden.

Bij de kabelrechten is in het recent vernieuwde reglement eveneens een verjaringstermijn van vijf jaar opgenomen. Aanspraken op oude kabelgelden (die van het jaar 2000 en daarvóór) zijn daarmee komen te vervallen.

Ook bij thuiskopiegelden is een termijn van vijf jaar de bedoeling. Bij thuiskopie-audio is dat praktisch al het geval, doordat deze gelden tegelijk met kabelgelden worden verdeeld. Bij thuiskopie-video zou de toepassing van een termijn van vijf jaar op dit moment echter onbillijk kunnen uitpakken, aangezien er daar bij de verdeling van gelden nog steeds met enige jaren achterstand wordt gewerkt. Vorig jaar (2005) is de thuiskopie-video-verdeling over het jaar 2002 ter hand genomen. We lopen dus zo’n drie jaar achter. Die vertraging heeft te maken met de inspanning en de tijd die het vergaren en verrijken van gegevens kost, gegevens die voor de verdeling nodig zijn. Als de verdeelorganisatie zelf achterloopt met een specifieke repartitie, lijkt het niet redelijk de volle verjaringstermijn te handhaven. Overigens zoekt het bestuur van Lira naar wegen om de thuiskopie-video-verdeling structureel te gaan versnellen, want het moet vlugger kunnen.

Bij reprorechtgelden voor algemene boeken die door Lira via het repartitiekanaal van het leenrecht door toevoeging aan de leenrechtgelden worden verdeeld, geldt om praktische redenen de verjaringstermijn van het leenrecht, niet die van het reprorecht. Het lijkt niet zo handig op één berg geld twee verschillende verjaringstermijnen te gaan toepassen. Ook een termijn van vijf jaar dus.

Vijf jaar zou de verjaringstermijn bij Lira moeten worden voor alle repartities. Naar die situatie groeien we nu vrij snel toe. Ik meld het maar vast, dan bent u gewaarschuwd. 

KH



Personalia

 - Sinds 5 december 2005 beschikt Lira over een nieuwe accountmanager, drs. Schelte van Ruiten.

- Ram Katzir en Rutger Fuchs, respectievelijk de cartoonist en de grafisch ontwerper van het LIRA Bulletin, hebben, ter gelegenheid van het 2000-jarig bestaan van de stad Nijmegen, een monument  ontworpen dat de naam “De godenpijler” draagt. Het is geïnspireerd op de brokstukken van een Romeinse erezuil die bij opgravingen zijn gevonden, een zuil die vermoedelijk was opgericht om keizer Tiberius te eren. Hun ontwerp, een acht meter hoge scheve zuil die als zonnewijzer fungeert, is uitgevoerd in brons en steen en voorzien van de commentaren die reizigers in de loop van twee millennia op Nijmegen hebben geleverd. Op de top van de zuil zit een kleine schildpad, het symbool van vrede en geluk, waarvan de schaduw (als de zon schijnt en de zuil dus als zonnewijzer fungeert) langzaam rondkruipt over het plein voor het Nijmeegse museum. Het monument is op 21 december 2005 door premier Balkenende onthuld.

 

Leenrechtrepartitie eind 2005

LIRA heeft in 2005 een netto-bedrag van 4.893.552,67 euro aan leenrechtvergoedingen uitgekeerd. Dat geld werd verdeeld over 13.807 Nederlandse en Vlaamse auteurs. Dat is ruim 100.000 euro meer dan vorig jaar. Het aantal uitleningen waarover het geld verdeeld moest worden, kwam wat lager uit. Dat betekent dat uiteindelijk een in vergelijking met vorig jaar iets verhoogd bedrag per uitlening is uitbetaald.

Om een goed overzicht over de leenrechtrepartitie 2005 te krijgen is het wenselijk alsnog het bedrag van de narepartitie 2005 die naar verwachting in juni 2006 plaats zal vinden, bij het uitgekeerde bedrag op te tellen. Daar moeten we dus nog even op wachten.

Steekproef

De steekproef waarop deze verdeling gebaseerd was, besloeg 80% van alle openbare bibliotheken. Voor een steekproef is dat een zeer hoog aantal, zo hoog dat het nauwelijks meer een ‘steekproef’ genoemd kan worden. Het streven is nog steeds een 100% dekking te bereiken, maar dat wordt bemoeilijkt doordat er aan de zijde van bibliotheken, zij het in steeds geringere mate, nog steeds gebruik gemaakt wordt van automatiseringssystemen die zich niet verdragen met het systeem dat bij de Stichting Leenrecht in gebruik is.

Bedrag per auteur

De uitgekeerde bedragen per auteur liepen uiteen van 1 eurocent tot circa 55.000 euro, waarbij opgemerkt dient te worden dat er veel meer auteurs een gering dan een hoog bedrag ontvingen. Het rekenkundig gemiddeld uitgekeerde bedrag was 333,63 euro.

Buitenlandse ISBN-nummers

In de afgelopen verdelingsronde zijn voor het eerst leenrechtgelden voor uitleningen van boeken met buitenlandse ISBN-nummers uitgekeerd, rechtstreeks van Lira naar de betreffende auteur. Dat betrof bijvoorbeeld auteurs van boeken met een Belgisch ISBN-nummer wier boeken in Nederlandse openbare bibliotheken werden uitgeleend. Hierdoor kon het in een enkel geval gebeuren dat auteurs drie afzonderlijke specificaties ontvingen: één voor Nederlandse ISBN-nummers. één voor buitenlandse ISBN-nummers en één voor boeken zonder bekend ISBN-nummer.

In de volgende narepartitie (waarschijnlijk juni 2006) zullen ook voor buitenlandse ISBN-nummers met Nederlandse en Vlaamse rechthebbenden de vergoedingen voor uitleningen over het afgelopen jaar zoveel mogelijk rechtstreeks uitgekeerd worden. 

Naar aanleiding van deze uitbreiding van de uitkering hebben verschillende auteurs gereageerd met het opgeven van hun buitenlandse werken die in Nederlandse openbare bibliotheken aanwezig zijn. Dat heeft geholpen bij het verbinden van onze uitleengegevens met namen van auteurs.

Gewone buitenlandse betalingen

Daarnaast betaalt Lira al jaren leenrechtgelden aan buitenlandse rechthebbenden langs indirecte weg , dat wil zeggen via buitenlandse zusterorganisaties als bijvoorbeeld Wort (Duitsland) en ALCS (Groot-Brittannië). De omvang van deze betalingen zal mede door een uitbreiding van het aantal geld ontvangende zusterorganisaties in de loop van dit en volgend jaar beduidend toenemen. De omvang van gereserveerd staande gelden zal op die manier naar evenredigheid afnemen.

Geen klachten

Bij de klachtencommissie zijn er met betrekking tot de leenrechtverdeling van eind 2005 geen klachten binnengekomen. Er bestond na afloop van de termijn waarbinnen klachten konden worden ingediend, dan ook geen aanleiding om de leenrechtklachtencommissie bij elkaar te roepen.

De klachtencommissie van LIRA is een bestuurscommissie die het bestuur van LIRA adviseert over de afhandeling van de klacht en eventueel verder te nemen maatregelen. Het bestuur van LIRA neemt naar aanleiding van het uitgebrachte advies een besluit over de klacht. Tegen dit bestuursbesluit is volgens artikel 15e van de Auteurswet beroep mogelijk bij de arrondissementsrechtbank in Den Haag.

Van een klacht is sprake als een auteur bezwaar maakt tegen een aspect van de uitvoering van de leenrechtregeling zoals die door de Stichting Leenrecht is opgedragen aan de Stichting LIRA, dat bezwaar van de auteur door interventie van het LIRA-bureau niet op korte termijn wordt weggenomen en dat bezwaar door de auteur binnen de gestelde termijn van twee maanden na de leenrechtrepartitie schriftelijk is voorgelegd aan de leenrechtklachtencommissie van de Stichting LIRA. 

Zoals dat elk jaar het geval is, waren er natuurlijk ook eind 2005 een aantal administratieve oneffenheden, maar die betroffen zaken als verandering van adres, wijziging van rekeningnummers, wijziging van aandelen in uitkeringsbedragen, nog niet in de verdeling betrokken boeken en dergelijke meer. In totaal kwamen er 1400 reacties binnen op bijna 14.000 auteurs. Door interventie van het bureau konden dit soort aangelegenheden snel worden opgelost. Mede als gevolg daarvan kwamen er uiteindelijk geen klachten in de hierboven gemelde zin bij de klachtencommissie op tafel.

Auteursrecht op interviews

Soms verschijnen interviews in boekvorm en dat boek kan uitgeleend worden. De vraag is dan: wie kan aanspraak maken op de leengeld-uitkering? Het antwoord heeft direct te maken met het antwoord op de vraag: wie heeft het auteursrecht op die gebundelde interviews? Het antwoord daarop kan, vooral als de geïnterviewde letterlijk geciteerd wordt, uiteenlopen. Soms zijn de aanspraken van de interviewer overduidelijk, soms juist ook die van de geïnterviewde, soms van beiden. 

Op zoek naar een goed te hanteren algemene regel voor dit soort boeken kwamen we terecht bij wat bij uitstek geldt als het Nederlandse handboek voor het auteursrecht, Spoor-Verkade-Visser, Auteursrecht, Deventer: Kluwer, derde druk, 2005: p.99, waar de auteurs schrijven: ‘Als veilige vuistregel ware o.i. uit te gaan van een aan de interviewer en de geïnterviewde gezamenlijk toekomend auteursrecht.’ 

Als algemene regel hanteert Lira in de leenrechtrepartitie dan ook een gelijke verdeling tussen geïnterviewde en geïnterviewden, dus 50/50. 

Zou er tussen partijen over deze standaardverdeling onenigheid ontstaan, dan kan het geschil binnen twee maanden na afloop van de betreffende leenrechtrepartitie voorgelegd worden aan de Lira-klachtencommissie, onder overlegging van het betreffende boek. 

Het gaat dus niet om boeken waarin een interview of een lang citaat voorkomt. Het gaat om boeken die bestaan uit gebundelde interviews.

Boekenprijs 

De hoogte van de leenrechtuitkering wordt berekend op grond van twee factoren: enerzijds het aantal uitleningen in de steekproef en anderzijds de officieel door de uitgever vastgestelde verkoopprijs van het boek die gold op het moment van eerste aanbieding door de uitgever aan de bibliotheken. 

Omdat de leenmarkt als concurrerend met de koopmarkt gezien kan worden, wordt met de introductie van een prijsfactor uitdrukking gegeven aan gederfde economische waarde voor de schrijver. Lezers die het boek al via de bibliotheek hebben geleend zijn immers minder geneigd het werk alsnog aan te schaffen. Door de verkoopprijs te laten meewegen in de bepaling van de hoogte van de leenrechtvergoeding wordt dus voor duurdere boeken een hogere leenrechtvergoeding berekend, omdat de schrijvers van deze boeken in dit perspectief ook meer inkomsten mislopen.

Met andere woorden: om principiële redenen van schade-compensatie is de prijsfactor indertijd in het reglement opgenomen. Tegelijk is om praktische redenen besloten niet elk jaar tot een zeer arbeidsintensieve aanpassing van prijzen over te gaan.

Eventuele latere verhogingen van de verkoopprijs, door de uitgever ingevoerd na het verstrijken van de twee-jarige periode waarbinnen in Nederland een vaste boekenprijs van kracht is, worden in de berekening van de hoogte van de leenrechtuitkering dan ook niet meegenomen.

Pas als er sprake is van een nieuw ISBN-nummer, bijvoorbeeld bij een gewijzigde herdruk van het boek, zal een nieuwe prijs weer een rol spelen in de berekeningen.

Wanneer in een klachtenprocedure de auteur het verzoek doet de tijdelijk aangehouden gemiddelde prijs te vervangen door de prijs bij eerste aanbieding door de uitgever aan de bibliotheek, dan geldt bij gelijkblijvend ISBN-nummer zo veel mogelijk de prijs van de eerste druk, zoals die voorkomt in Brinkmans Catalogus.

Waar de verkoopprijs onbekend is, wordt de gemiddelde prijs van in Nederland verkochte boeken aangehouden, in de repartities 1997 tot en met 2005 steeds afgerond op 25 gulden; na de invoering van de euro werd dat 11,34 euro. Op een totaal aantal boektitels in het GRIS-bestand van 511.490 wordt ten aanzien van zo’n 130.000 titels met deze gemiddelde prijs gewerkt.

Om de gemiddelde prijs enigszins op de hoogte te brengen van de tijd geldt vanaf de leenrechtrepartitie van eind 2006 een gemiddelde boekenprijs van 16,73 euro. Deze prijs bevindt zich tussen de door de GAU (Groep Algemene Uitgevers) gemelde gemiddelde prijs van het algemene boek (e. 15,69) en het gemiddelde van de prijzen zoals die aanwezig zijn in het GRIS-systeem (e. 17,77). Het bestuur heeft het voornemen deze gemiddelde prijs behoudens onvoorziene omstandigheden over vijf jaar weer te herzien. 

NvM/SvR/KH

 

Hoever zijn we met MAX?

In de loop van dit jaar (2006) wordt het nieuwe automatiseringssysteem MAX bij LIRA in gebruik genomen. Dat moet onder andere de hoeveelheid Lira-enveloppen die auteurs soms ontvangen, drastisch gaan beperken. De vraag is: hoever zijn we met MAX?

Bij Reprorecht, één van de andere stichtingen binnen Cedar, het bedrijf waarvan Lira diensten afneemt, is MAX inmiddels ‘live’, dat wil zeggen: in gebruik genomen. Hiermee is de allereerste fase van het automatiseringsproject afgerond. De positieve geluiden van de zijde van de gebruikers stemmen ons hoopvol voor wat betreft de implementatie van MAX binnen LIRA. 

De technologie die ontwikkeld is in de Reprorechtfase, is het startpunt van waaruit -waar nodig- verder maatwerk ingevoerd wordt. Binnen LIRA zijn een aantal key-users aangewezen die de MAX-pilotversie - als ontwikkeld binnen Reprorecht - zeer nauwgezet zullen testen om er achter te komen op welke gebieden de functionaliteiten een nadere aanpassing behoeven. Deze ‘ sleutel-gebruikers ’ zijn medewerkers met heel veel stichtingspecifieke kennis en geroutineerde administrateurs. Samen met deze eerste gebruikersgroep, de werkgroep en de accountmanagers wordt gezocht naar een harmonisatie van de administratieve werkzaamheden tussen de verschillende stichtingen en - waar mogelijk- wordt er gewerkt aan generieke processen om de synergetische kracht van één gemeenschappelijke automatisering zo veel mogelijk te benutten. 

SvR

 

Betaaltelevisie: Online-verspreiding

Nu een breedbandverbinding inmiddels gemeengoed is geworden en nagenoeg elk huishouden lijkt te beschikken over een snelle pc, hebben een aantal zenders de tijd rijp gevonden om te starten met betaaltelevisie via internet. ‘Pay-per-view’ en ‘television on demand’ zijn al enige tijd gevleugelde woorden in medialand. Ze hebben uiteindelijk gestalte gekregen op www.talpa.tv in de functionaliteit van ‘programma gemist’ en op www.rtl.nl/films/rtlvideo.

Op deze internetadressen zijn voor de som van zo’n anderhalve euro per aflevering, dag en nacht Nederlandse dramaseries te downloaden als ‘Van Speijk’, ‘Intensive Care’ of ‘Flodder.’

Wij feliciteren natuurlijk de omroepen met deze nieuwe exploitatievorm. Wij vinden het ook belangrijk dat Nederlandse dramaseries in ruime zin gepromoot en breed in de markt gezet worden. Maar wij hechten er ook veel waarde aan dat de schrijvers van deze series evenredig meedelen in de opbrengsten van deze nieuw aangeboorde markt. 

De internetmarkt is erg actueel. Het is eenvoudig te voorspellen dat de tv-zenders in de toekomst de pay-per-view technologie gaan proberen toe te passen op veel meer producties dan de bovengenoemde dramaseries. Het succes van www.uitzendinggemist.nl laat zien dat hier absoluut een markt voor is. 

Anders dan je van een omroepmoloch zou mogen verwachten, is de online-exploitatie echter vaak niet goed geregeld. De huidige contracten laten in voorkomende gevallen alle ruimte voor een collectieve regeling voor de schrijvers. Online-exploitatie is vaak schimmig afgedekt in de contracten met de vage term ‘alle mogelijke exploitatievormen’ of wordt zelfs in het geheel niet genoemd. Exploitatie via internet valt ook uitdrukkelijk buiten de scenario-raamovereenkomst (SRO) die het Netwerk Scenarioschrijvers met ondersteuning van LIRA bij de publieke omroepen gesloten heeft. 

LIRA vind het erg belangrijk om snel op deze ontwikkeling in te springen en de positie van auteurs in deze kwestie te verdedigen. Wij willen graag met de omroepen om de tafel gaan zitten om voor de scenaristen een collectieve regeling te bedingen. Samen met het Netwerk Scenarioschrijvers hebben wij daartoe een actieplan ingezet dat tweeledig werkt: enerzijds hebben wij alle leden van het Netwerk via een gezamenlijke mailing met LIRA nogmaals benaderd om ons te machtigen voor online-exploitatie. Immers, hoe breder ons mandaat hoe sterker onze positie in de onderhandeling. Anderzijds willen wij een bewustwordingstraject op gang brengen om in de onderhandelingen over de opdrachtvoorwaarden met de omroepen, rechten als online-exploitatie voor te behouden door de ‘LIRA-clausule’ op te nemen in het contract. 

Dit laatste is, naar het gevoel van sommige auteurs, soms een heikel punt. Vooral beginnende scenaristen zijn vaak erg voorzichtig om de goede relatie met de opdrachtgever niet te schaden en helaas is de routine ontstaan dat in veel gevallen de opdrachtgevers  dicteren hoe het contract er uit moet komen te zien. Mocht u als LIRA-aangeslotene ondersteuning wensen in deze contractuele onderhandelingen, dan kunt u terecht bij het Contractenbureau. Heeft u meer algemene vragen over contractbepalingen of juridische kwesties die voortvloeien uit uw schrijverschap, dan kunt u uiteraard altijd voor advies terecht bij het LIRA-bureau.

Wij zien samen met het Netwerk Scenarioschrijvers met veel vertrouwen de toekomstige onderhandelingen tegemoet en hopen u binnenkort te berichten over het positieve verloop ervan.

SvR

 

Oproep van het P.C. Boutensfonds

Het P.C. Boutensfonds, dat professionele schrijvers en vertalers wil helpen een oudedagsvoorziening op te bouwen, kan dankzij het Sociaal Fonds van de Stichting Lira een beperkt aantal nieuwe cliƫnten van dienst zijn.

Het P.C. Boutensfonds wordt bestuurd door vertegenwoordigers van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers (VSenV) en van de Stichting Lira, geadministreerd door het bureau van de VSenV, gefinancierd door het Sociaal Fonds van de Stichting Lira en werkt al jaren samen met de pensioenverzekeraar Kunst & Cultuur in Den Haag. 

De financiële ondersteuning van het P.C. Boutensfonds richt zich op zelfstandig werkzame auteurs (schrijvers en vertalers) met een fiscale ondernemersstatus die in fiscale zin een pensioentekort hebben en graag vanaf hun 65e jaar een (bescheiden) aanvulling op hun AOW zouden ontvangen. 

Om precies te zijn: de Boutensfonds-ondersteuning beloopt 35% van de premielasten of de koopsom met een maximum per individu van 1.050 euro per jaar. Van de maandpremie of koopsom-per-jaar moet door de deelnemer zelf 65% opgebracht worden.

Momenteel maken bijna zestig schrijvers en vertalers gebruik van de beperkte mogelijkheden van het P.C. Boutensfonds. Die mogelijkheden bestaan uit een  lijfrenteverzekering tegen betaling van een maandelijks premie tot het 65e jaar die voor ongeveer een derde deel door het P.C. Boutensfonds wordt gesubsidieerd, naast een tweede mogelijkheid om jaarlijks met eenzelfde ondersteuning van datzelfde P.C. Boutensfonds via een koopsom een lijfrenteverzekering op te bouwen. 

Wegens gebrek aan financiële middelen was de toegang tot de maandpremieverzekeringen al een aantal jaren geblokkeerd en stond alleen de koopsomoptie nog open. Inmiddels heeft het bestuur van het P.C.Boutensfonds besloten om met ingang van 1 januari 2007 de mogelijkheden tot toetreding te vergroten met toepassing van de hierna volgende voorwaarden.

Voorwaarden

Het P.C. Boutensfonds richt zich op professionele schrijvers en vertalers die tenminste een jaar lid van de VSenV zijn of tenminste een jaar aangesloten bij de Stichting LIRA. Die aansluiting bij Lira moet tot stand gekomen zijn via een zogenoemd aansluitingscontract waarin de auteur bepaalde rechten, zoals kabelrechten, aan de Stichting LIRA in beheer heeft toevertrouwd. Auteurs kunnen ook bij Lira aangesloten zijn via de uitgeefovereenkomst die zij met hun uitgever hebben gesloten, waarvan hun uitgever dan wel bij LIRA melding moet hebben gemaakt.

Het hoofdberoep van de cliënten dient schrijver of vertaler te zijn. Zij behoren tot de groep van professionele auteurs met een ondernemerstatus, dus fiscaal gezien: beoefenaren van een vrij beroep die door de fiscus gelijkgesteld worden met ondernemers en die uit dien hoofde hun financiële resultaten jaarlijks elektronisch via een W-aangifte (afkorting voor winstaangifte) aan de belastingdienst melden. Zij moeten te zijner tijd hun ondernemersstatus kunnen aantonen, bij voorkeur door een kopie van de zogenoemde Aangiftebrief van de belastingdienst of bij gebreke daarvan door een Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) of een bewijs van gelijk niveau. 

Zij zijn niet in het bezit van een andere eigen toereikende pensioenverzekering, dus in termen van de geldende belastingwetgeving: het moet gaan om personen met een aantoonbaar pensioentekort die tegelijk voldoen aan de daarbij geldende minimum-bruto-inkomengrens. Recent was die door de fiscus gestelde minimumgrens nog 11.000 euro per jaar. Deze voorwaarde garandeert meteen - zolang als de fiscus een dergelijke pensioentekortregeling kent - de gehele of gedeeltelijke aftrekbaarheid van de gehele premie, zowel het deel dat de auteur zelf betaalt als het deel dat door het P.C. Boutensfonds erbij wordt gelegd.

Ondersteunde auteurs verdienen een belastbaar verzamelinkomen (box 1, box 2 en box 3 bij elkaar) dat beneden de jaarlijks door het bestuur van het P.C. Boutensfonds vastgestelde norm blijft. Voor het jaar  2007 ligt die norm op 37.000 euro. Deze norm wordt geregeld verhoogd.

Aanvragers van eenmalige koopsompolissen zijn niet ouder dan 65 jaar; voor langlopende premieverzekeringen geldt een grens van niet ouder dan 55 jaar.

Wat iemand van Kunst & Cultuur gaat ontvangen als hij 65 jaar wordt, hangt vooral af van de verrichte stortingen. Ondersteuning door het P.C. Boutensfonds wordt verleend tot een uitkering van maximaal 6.000 euro per jaar bovenop de AOW. Iedereen is natuurlijk vrij om zelf extra stortingen voor een hogere uitkering te verrichten.

Nieuwe toetreders tot de P.C. Boutensfondsregeling verklaren zich akkoord met een geregeld terugkerende administratieve controle van de zijde van het P.C. Boutensfonds waarbij het gaat om de vraag of een deelnemer nog voldoet aan de voorwaarden. Wordt geen medewerking aan deze controle verleend of voldoet de deelnemer niet langer aan de voorwaarden, dan kan het bestuur besluiten de financiële ondersteuning van de deelnemer geheel of gedeeltelijk stop te zetten.

Vooraanmelding

Om de omvang van de belangstelling te peilen heeft het bestuur van het P.C. Boutensfonds besloten tot een vooraanmeldings-procedure. Wie zich in deze procedure aanmeldt, heeft serieuze belangstelling, maar bindt zich nog nergens aan. En omgekeerd: ook het P.C. Boutensfonds gaat via deze procedure nog geen enkele verplichting jegens belangstellenden aan. Toelating is afhankelijk van de toeloop.

Vooraanmelding door belangstellenden dient te geschieden vóór 31 mei 2006, en wel schriftelijk aan het bureau van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers, Van Deysselhuis, De Lairessestraat 125, 1075 HH Amsterdam, of via een e-mailbericht aan bureau@vsenv.nl.

In elk geval dient u te vermelden: uw naam, of u man of vrouw bent (voor lijfrenteverzekeringen een relevant onderscheid), uw adres, uw geboortejaar, of u lid bent van de VSenV en/of aangesloten bij Lira (dus via een aansluitingscontract), en of u belangstelling hebt voor een langlopende premieverzekering (met betalingen per maand in beginsel tot u 65 jaar wordt) of voor een eenmalige koopsompolis. Tot slot zouden we graag van u vernemen hoeveel geld u per jaar zelf denkt te kunnen besteden aan deze oudedagsvoorziening, dus zonder meetelling van de bijdrage van het P.C. Boutensfonds.

Het lijkt verstandig u alleen aan te melden als u de indruk hebt dat u aan de voorwaarden voldoet en ook daadwerkelijk in staat bent geld opzij te leggen voor een oudedagsvoorziening. 

In de tweede ronde, via een informatiebrief en een aanmeldingsformulier, komen dan vragen aan de orde welke uitkering u precies voor later op het oog hebt, wat dat voor ondersteuning van het P.C. Boutensfonds met zich mee zou brengen en wat u zelf op tafel zou moeten leggen.

Kees Holierhoek,
secretaris P.C. Boutensfonds

 

Hoe kom ik als auteur aan hulp en advies?

- Voor zaken die Lira, de repartities en het aansluitingscontract tussen een auteur en Lira betreffen: neem contact op met de Stichting Lira, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp; bezoekadres: Siriusdreef 22-28, Hoofddorp; tel: 023-799 78 06; e-mail: lira@cedar.nl

- Voor gewone adviezen over contracten en dergelijke: word lid van één van de drie afdelingen van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers, De Lairessestraat 125, 1075 HH Amsterdam, tel: 020-6240803, e-mail: bureau@vsenv.nl. Die drie afdelingen zijn: de Vereniging van Letterkundigen voor literaire, toneel- en verwante auteurs, het Netwerk Scenarioschrijvers voor schrijvers van tv-drama en filmscenario’s, en de FreeLancers Associatie (FLA) voor freelance-journalisten, en stel vragen aan de medewerkers van deze drie afdelingen van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers (VSenV).

- Voor juridische adviezen en hulp in professionele geschillen met uitgevers, andere producenten en andere gebruikers van iemands werk, bijvoorbeeld wanneer een contract niet wordt nageleefd of wanneer inbreuk wordt gepleegd op iemands auteursrechten: zorg voor aansluiting bij de Stichting Lira door het ondertekenen van een aansluitingscontract of word lid van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers of nog beter: doe allebei en stuur bij een conflict een schriftelijk verzoek om financiële ondersteuning (met relevante stukken zoals het contract en relevante correspondentie) naar het bestuur van de Stichting Rechtshulp Auteurs, p/a Bureau van de VSenV, De Lairessestraat 125, 1075 HH Amsterdam, tel: 020-6240803, e-mail: rechtshulp@vsenv.nl. 

Het kernbegrip in dit alles is ‘professioneel geschil’, dat wil zeggen: een conflict als auteur (en niet in een andere hoedanigheid) met een wederpartij. Rechtshulp geeft geen adviezen over het sluiten van contracten, dat is werk voor de beroepsverenigingen. Het ondersteunt ook geen geschillen die al heel oud zijn, of geschillen waarbij de auteur zelf al een advocaat heeft betrokken, of geschillen die niet of slechts heel indirect met het auteurschap te maken hebben.

Het bestuur van de Stichting Rechtshulp Auteurs vergadert maandelijks om de aanvragen aan de hand van een reglement te beoordelen. Bij een positief besluit wordt de aanvrager doorverwezen naar een aantal advocaten, met wie de stichting langdurig relaties onderhoudt. In dat geval wordt de eerste 1000 euro (inclusief BTW) aan advocaatkosten voor 100% door de stichting vergoed. Bij kosten boven de 1000 euro wordt een eigen bijdrage van 5% over het meerdere gevraagd. In de regel zullen de kosten van eenvoudige adviezen van een advocaat niet hoger dan 1.000 euro zijn; in dat geval zijn zij dus voor de cliënt gratis. Blijkt de zaak wat ingewikkelder en stijgen de kosten bijvoorbeeld door de noodzaak van een gerechtelijke procedure tot meer dan 1000 euro, dan treedt de 5%-eigen-bijdrageregeling in werking.

Lira-aangeslotenen kennen boven de 1000 euro daarnaast een eigen risico van 225 euro dat echter kan komen te vervallen, indien zij lid worden van de VSenV. Als uit een juridische actie een opbrengst voortvloeit van meer dan 4500 euro, dan geldt tot slot een terugbetalingsregeling van 10% van dat meerdere tot maximaal de bijdrage die door Rechtshulp is geleverd.

- Bent u scenarioschrijver of toneelschrijver en wilt u dat de onderhandelingen over al uw contracten gedaan worden door een deskundig onderhandelaar: word dan als scenarioschrijver lid van het Netwerk Scenarioschrijvers (een afdeling van de VSenV) of als toneelschrijver van de Vereniging van Letterkundigen en/of zorg voor aansluiting bij Lira door een aansluitingscontract te ondertekenen, en meldt u vervolgens bij het Contractenbureau, Postbus 15530,  1001 NA Amsterdam; bezoekadres: (recent gewijzigd) Keizersgracht 604, Amsterdam, tel: 020-530 55 05; e-mail: office@contractenbureau.nl. De twee advocaten die voor het Contractenbureau werkzaam zijn, voeren namens u de individuele onderhandelingen met producenten, omroepen en toneelgezelschappen tegen (voor u als aangeslotene) een vergoeding van 5% van de waarde van de overeenkomst die zij tot stand weten te brengen en 2% van eventuele nakomende inkomsten op het contract. 

KH

 

Rechtshulp in de praktijk

De Stichting Rechtshulp Auteurs is een samenwerkingsverband van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers en de Stichting LIRA.

Doel is de 'financiële ondersteuning ten behoeve van juridische adviezen alsmede ten behoeve van gerechtelijke procedures en buitengerechtelijke acties in geschillen op het terrein van de beroepsuitoefening van schrijvers en literaire vertalers, en bij uitbreiding, 'de inschakeling van deskundige boekhoudkundige assistentie als er ernstige twijfel is gerezen aan de correctheid van een afrekening in het kader van een contract waarin financiële controle is voorzien’ (reglement, art. 1).

Aanvragers moeten lid van de VSenV of aangeslotene bij LIRA zijn, in bepaalde gevallen langer dan een jaar. Details hierover zijn te vinden in het reglement van de SRA, dat u onder meer kunt downloaden van de VSenV-website www.schrijversenvertalers.nl. Aansluiting bij LIRA, daarover bestaat wel eens een misverstand, is overigens een actieve handeling. Wie bijvoorbeeld alleen maar leengeld via LIRA ontvangt, is als zodanig niet automatisch aangesloten. Alle informatie over LIRA is te vinden op www.cedar.nl/lira

Het bestuur van de SRA neemt genoemd terrein van de beroepsuitoefening van schrijvers en literaire vertalers betrekkelijk ruim. Om een recent voorbeeld te geven: een auteur werd geconfronteerd met een terugvordering van in vele jaren ontvangen WAO-uitkeringen. De vraag daarbij luidde of zijn auteursrechtelijke inkomsten uit eerdere werkzaamheden met de WAO-uitkering moesten worden verrekend, en vooral of dit ook gold als vertegenwoordigers van de uitvoerende instantie hem kennelijk verkeerd hadden geadviseerd. Uiteindelijk kreeg de auteur van de rechter gelijk, nadat hij eerder in het ongelijk was gesteld.

Ook klopt een enkele keer een auteur aan die is aangeklaagd wegens de inhoud van zijn werk, en die zich met hulp van de SRA beter hoopt te kunnen verweren.

Maar meestal betreffen de problemen van auteurs of vertalers een geschil met een uitgever of producent, en ook steeds vaker met de makers of beheerders van websites die zonder toestemming teksten elektronisch hergebruiken.

Inbreuken op het auteursrecht zijn over het algemeen zonneklaar en worden met hulp van de SRA meestal wel tot een bevredigende oplossing gebracht. Hetzelfde geldt voor conflicten over de naleving van standaard- en modelcontracten. Juridisch is het dan voor een auteur meestal niet zo moeilijk om zijn recht te halen, maar het probleem zijn de kosten, en daarmee kan de SRA hem nu juist helpen.

Ingewikkelder wordt het als afspraken in een andere vorm zijn gegoten. Er is immers grote contractvrijheid in Nederland. Zolang u niet afspreekt iemand om te leggen, kunt u zowat alles overeenkomen - en vervolgens ook afdwingen. (Alleen moet er wel iets af te dwingen zíjn, desnoods vastgelegd op een A4-tje.) Wie met een uitgever afspreekt dat hij geen royalty's krijgt, kan daar later wel spijt van hebben of verontwaardigd of zelfs woedend over zijn, maar de kans dat een rechter in de gemaakte afspraak zal willen ingrijpen is beperkt. (Beperkt, niet nihil, want bij bepaalde vormen van wurgcontracten biedt het Nederlands recht de mogelijkheid aperte onbillijkheden aan te vechten.) En er zijn weliswaar voorbeelden van uitgevers die onverplicht een gebaar maakten, maar het is niet raadzaam daarop te speculeren.

In algemene zin zijn in dit verband twee opmerkingen te maken:

- Uitgevers en producenten (of in het algemeen: exploitanten van auteursrechtelijk beschermd materiaal) hebben verplichtingen krachtens de auteurswet, zoals bijvoorbeeld een ordentelijke naamsvermelding, ongeacht of daarover met zoveel woorden in een contract wordt gerept. Daarbij is het uiteraard niet van belang of het werk door een andere uitgever of producent wordt heruitgegeven of hergebruikt - ook deze exploitant kan zich niet aan algemene auteursrechtelijke bepalingen onttrekken. Blijft hij in gebreke, dan ontstaat een recht op genoegdoening, bijvoorbeeld in de vorm van rectificatie en schadevergoeding. Ook dat recht moet een auteur of vertaler dan wel willen afdwingen, maar áls hij dit wil en het lukt hem niet zelfstandig, kan hij een beroep op de SRA doen.

- Uitgevers die aangesloten zijn bij de Literaire Uitgeversgroep (LUG) van de Groep Algemene Uitgevers (GAU) van het Nederlands Uitgeversverbond (NUV) hebben met de Vereniging van Letterkundigen (VvL), een afdeling van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers (VSenV), de afspraak het zogeheten ‘Modelcontract voor de uitgave van een (vertaling van een) literair werk’ te hanteren. Auteurs en vertalers doen er goed aan weigerachtige LUG_leden te melden bij de VvL, die dan als organisatie in contact kan treden met haar contractpartij en er zelfs op aan kan dringen dat reeds gesloten contracten alsnog worden aangepast. Maar auteurs en vertalers moeten wel beseffen dat ze ook zelf hun rug en knieën dienen recht te houden. Als de individuele leden van een organisatie al te vaak met minder genoegen nemen, wordt het voor de organisatie uiteindelijk onmogelijk het volle pond te eisen. Contractbepalingen kunnen - desnoods met hulp van de SRA - te allen tijde worden afgedwongen, maar afspraken die niet gemaakt zijn, bijvoorbeeld omdat geen Modelcontract is afgesloten, zijn ook niet af te dwingen.

Laat niemand dus denken dat iets wat hij in een onderhandelingsfase niet durft voor te stellen of te eisen, later langs een omweg misschien nog wel is binnen te halen. Ga ervan uit dat uw beroepsvereniging u (zo nodig met behulp van de SRA) kan bijstaan derden tot nakoming van hun afspraken met u te bewegen, maar niet met terugwerkende kracht de overeengekomen voorwaarden kan verbeteren. De essentie is dat u hulp kunt krijgen om uw recht te halen, maar dat u wel zelf moet zorgen dat er ook recht te halen vált.

En tot slot: afspraak is weliswaar afspraak, maar als uw afspraken niet op schrift staan, is de naleving veelal een stuk moeilijker af te dwingen. Zorg dus dat uw opdrachtgevers de gemaakte afspraken schriftelijk bevestigen, of stuur zelf een briefje of e-mail waarin u ze samenvat en zonder tegenbericht als in deze vorm gemaakt beschouwt. Zelfs als u gezamenlijk besluit pas in een later stadium een definitief contract op te stellen, kan het geen kwaad dit gezamenlijke voornemen schriftelijk vast te leggen.

RV

 

Lira Fonds-aanvragen in 2006

  Wat is Lira?

De Stichting Literaire Rechten Auteurs (Lira) int en verdeelt voor schrijvers, vertalers en journalisten bestemde kabelgelden, thuiskopievergoedingen, leenrechtgelden, reprorechtgelden en enkele andere soorten auteursrechtelijke gelden.

Met uitzondering van gelden voor journalistieke werken wordt op een beperkt deel van deze gelden naast een inhouding voor administratiekosten niet meer dan 10% ingehouden ten behoeve van sociale en culturele doeleinden, zogeheten socu-gelden.

Wat is de Stichting Lira Fonds?

De Stichting Lira Fonds beheert de ingehouden gelden die bestemd zijn voor sociale en culturele doelein­den.

Uit de sociale gelden worden kosten bestreden die verbonden zijn met ondersteunde organisaties die struc­tu­reel of incidenteel algemene of specifieke belangen van schrijvers en vertalers en hun beroepsuitoefening behartigen. Aanvragers zijn organisaties of instellingen -geen privé-personen- die aan belangenbeharti­ging doen of een daarmee verbonden taak vervullen. Over aanvragen wordt door het bestuur van het Lira Fonds besloten.

Culturele gelden worden door het bestuur van het Lira Fonds verdeeld in de vorm van bijdragen aan activiteiten onder meer op het gebied van literatuur, theater en in een enkel geval audiovisuele producties op het literaire terrein. Het bestuur wordt daarin bijgestaan door een Adviescommissie bestaande uit vier externe deskundigen en twee leden van het Lira Fonds-bestuur.

De Adviescommissie vergadert eenmaal per twee maanden en brengt advies uit over de binnen­gekomen culturele aanvragen aan het bestuur van het Lira Fonds. Uitgebrachte adviezen worden in de regel conform het advies door het bestuur van het Lira Fonds bekrachtigd en daarmee tot besluiten gemaakt.

Zie voor het actuele beleid de website van het Lira Fonds: www.lira.nl/lirafonds.

Wat zijn de doelstellingen van de culturele tak van het Lira Fonds?

In het algemeen gesproken: het stimuleren van het tot stand komen en uitdragen van Nederlands literair, literair-dramatisch en muziekdramatisch werk en daarop gebaseerde producties van velerlei aard. Bijzon­dere aandacht gaat uit naar projecten die moeilijk binnen de voorwaarden van de bestaande overheidsfondsen zijn in te passen. Het belangrijkste criterium voor subsidiëring is kwaliteit.

Wie kunnen waarvoor subsidie aanvragen?

In het algemeen kunnen alleen rechtspersonen (verenigingen, stichtingen en soortgelijke ver­ban­­den) subsidie aanvragen uit de culturele gelden, geen individuele personen. De subsidies zijn veelal bestemd als bij­drage aan professionele auteursvergoedingen, zoals auteurshonoraria voor literaire manifes­taties, schrijfopdrachten, toneelvertalingen e.d. ten behoeve van incidentele projecten. Zij worden alleen gegeven ter dekking van een tekort op de begroting. Niet gehono­reerd worden aanvragen voor debutanten, amateurproducties en culturele vormingspro­jecten. Grote toneelgezelschappen worden geacht te putten uit hun eigen schrijversbudget.

Subsidies worden verleend in de vorm van een garantiesubsidie waarop eventueel een voorschot mogelijk is.

Hoe een culturele subsidie aan te vragen?

Aanvragen dienen uiterlijk 3 weken voor de vergaderingen van de Adviescommissie in achtvoud te worden ingediend bij het bureau van de Stichting Lira Fonds en voorzien te zijn van het per 1 januari 2007 ingevoerde nieuwe aanvraagformulier, een beschrijving van het project met -indien aanwezig- graag een tekst of tekstfragment, een duidelijke begroting en cv=s van de auteurs voor wie geld wordt gevraagd. Indien het om een theaterproject gaat, verwacht de adviescommissie dat de naam en het adres van de auteur op het aanvraagformulier zijn ingevuld, zodat ook hij/zij geïnformeerd kan worden. Nadere informatie over een en ander is te vinden op www.lira.nl/lirafonds.

KH

 

Lira Fonds-Beleid

 

Toneelopdrachten

Met ingang van 1 januari 2005 zijn nieuwe regels van kracht geworden voor het aanvragen bij het Lira Fonds van subsidies ten behoeve van schrijfopdrachten bij het toneel. In de loop van 2007 zullen deze regels worden aangepast.

Vanaf 1 januari 2005 stelt het Lira Fonds aan de hoogte van het schrijfhonorarium financiële minimumvoorwaarden. Als aan die financiële minimumvoorwaarden is voldaan, betaalt het Lira Fonds bij een positief besluit over de subsidieaanvraag 2/3 deel van het schrijfhonorarium, onder de voorwaarde dat de opdrachtgever zelf uit eigen middelen of anderszins 1/3 deel betaalt.

Het Lira Fonds maakt er geen geheim van dat het de bedoeling van deze maatregel is om de schrijfvergoeding voor toneelauteurs op een wat hoger en redelijker niveau te brengen, zonder de verhoging alleen ten laste van de opdrachtgever te laten komen.

Het Lira Fonds verstrekt alleen schrijfsubsidies, indien de aanvrager aan de toneelschrijver op zijn minst de relevante minimumtarieven betaalt. Is het aan de toneelschrijver geboden honorarium hoger dan genoemde minimumtarieven, dan kán het Lira Fonds besluiten een hogere bijdrage te betalen dan uit het minimumtarief zou volgen, maar nooit meer dan 2/3 deel van het totale honorarium.

Bij oorspronkelijke toneelstukken gaat het Lira Fonds uit van de volgende minimumtarieven:

- tot en met een speelduur van 30 minuten: e. 3.405

- van 30 tot en met 60 minuten: e. 5.670

- langer dan 60 minuten: e. 7.940

Ten aanzien van schrijfopdrachten voor toneelbewerkingen en toneelvertalingen worden door het Lira Fonds de zojuist aangeduide minimumtarieven voor toneelschrijfopdrachten voor oorspronkelijke stukken gehanteerd verminderd met 40%.

Bij bewerkingen en vertalingen, dus toneelstukken naar een bestaande tekst, gelden op grond daarvan de volgende minima: 

- tot en met een speelduur van 30 minuten: e. 2.043

- van 30 tot en met 60 minuten e. 3.402

- langer dan 60 minuten: e. 4.764

In bijzondere gevallen kan het Lira Fonds van deze uitgangspunten afwijken als er naar zijn oordeel een goede aanleiding toe bestaat.

Toneelvertalingenfonds

Het Lira Fonds beschikt in het toneelvertalingenfonds over een heel klein sub-fonds dat bedoeld is om in incidentele gevallen de Nederlandse auteur van een oorspronkelijk Nederlandstalig toneelstuk te helpen zijn/haar stuk in het buitenland te plaatsen.

Het toneelvertalingenfonds ondersteunt het plaatsingsproces, een plaatsingsproces bij concreet gebleken belangstelling, direct verbonden met een recente voorstelling en gericht op de auteur die benaderd wordt met het verzoek een vertaling te leveren. Vanwege het belang van de auteur zet het Lira Fonds in zulk soort gevallen de regel opzij dat subsidieaanvragen alleen door rechtspersonen ingediend kunnen worden, niet door individuen. Het is dus de auteur van het opgevoerde toneelstuk die het verzoek dient te doen.

Het toneelvertalingenfonds is veel te gering van omvang om ten aanzien van alle ooit met succes gespeelde Nederlandse toneelteksten één of meer vertalingen  te helpen vervaardigen. Vanwege deze beperking staat het vertalingenfonds alleen ter beschikking van toneelauteurs in heel specifieke omstandigheden. Er moet sprake zijn van een Nederlandse toneeltekst van een Nederlandse professionele auteur en voorstellingen van die tekst dienen door een professioneel gezelschap nog ten tonele te worden gebracht op het moment dat de aanvraag wordt ingediend. De aanleiding tot de aanvraag dient dan ook te liggen in het aantoonbare feit dat er naar aanleiding van de voorstellingen concrete buitenlandse belangstelling voor opvoeringen in een andere taal bestaat.

De bijdrage van in de regel 2250 euro wordt ter beschikking gesteld niet in de vorm van een gewone subsidie, maar in de vorm van een zo veel mogelijk terug te betalen voorschot. Het ter beschikking te stellen bedrag is uitsluitend bedoeld als bijdrage aan het opdrachthonorarium voor de vertaler, niet voor zijn eventuele reis-, verblijf- en overige kosten. Het wordt in twee gelijke delen ter beschikking gesteld, de eerste helft na terugzending van een door twee partijen, de auteur van het oorspronkelijke Nederlandse toneelstuk en de vertaler voor akkoord getekend exemplaar van de brief van het LIRA Fonds waarin de voorwaarden en afspraken zijn vastgelegd; de tweede helft na toezending aan het bureau van het LIRA Fonds van de tekst van een volledige vertaling in een vreemde taal.

Voorwaarde voor uitbetaling is dat het vertaalproject doorgang vindt in de vorm zoals in de aanvraag beschreven en in een juridische situatie waarin de auteursrechten op het stuk exclusief bij de auteur van het stuk berusten en de rechten op de vertaling bij de vertaler.

Het bij wijze van voorschot door Lira beschikbaar gestelde bedrag dient zo veel mogelijk uit het auteursdeel van de eventuele recette of eventuele andere inkomsten die een direct gevolg zijn van de opvoering van het vertaalde stuk zoals minimumvergoedingen per voorstelling, te worden terugbetaald. Dat gebeurt door steeds 1/3 deel van de daadwerkelijk door de Nederlandse auteur ontvangen recette of minimumvergoedingen aan te wenden ter aflossing van het van het LIRA Fonds ontvangen voorschot. 

Het bureau van het LIRA Fonds verwacht een eerste aflossingsoverzicht uiterlijk één jaar na de beoogde buitenlandse première. Mocht op deze manier niet het hele voorschot terugbetaald kunnen worden, dan kan het bestuur van het LIRA Fonds besluiten het voorschot twee jaar na de beoogde buitenlandse première alsnog het karakter van een subsidie te geven, uitsluitend indien het bureau van van het Lira Fonds de beschikking heeft gekregen over een tevreden stellend financieel overzicht betreffende de resultaten van die twee jaar sinds de première.

Nadere formulering van beleid

Sinds enige tijd wordt binnen het Lira Fonds geprobeerd het in de loop der jaren gegroeide beleid te expliciteren en nader onder woorden te brengen, zo veel mogelijk aan de hand van de feitelijke besluitvorming. Het initiatief hiertoe is genomen door de adviescommissie. Als deze commissie zich kan vinden in een tekst waarin het beleid nader wordt geformuleerd, zal die tekst ter goedkeuring voorgelegd worden aan het bestuur van het Lira Fonds. Vooral voor zover uitvoering van het nader geformuleerde beleid verschillen met het verleden met zich mee zal brengen, zal hierover in het Lira Bulletin informatie worden verschaft.

Nadere informatie

Globale nadere informatie over alle aangelegenheden van het Lira Fonds is te vinden op www.lira.nl/lirafonds en telefonisch te verkrijgen bij Lira-medewerker Bart Schomaker die het secretariaat over het Lira Fonds voert: telefoon 023-799 78 07 of per e-mail: bart.schomaker@cedar.nl.

KH

 

Woutertje Pietertje Prijs voor Harrie Geelen en Imme Dros

Op 2 maart hebben Imme Dros en Harrie Geelen samen de 19de Woutertje Pieterse Prijs gekregen voor hun kinderboek Bijna jarig. De tekst is van Dros, de tekeningen zijn van Geelen.

Bijna jarig is een boek voor jonge kinderen, maar het gaat over een thema dat eeuwig is in de wereldliteratuur – schuldgevoel. En het doet er niet toe of dat schuldgevoel terecht of niet terecht is, het blijft schuldgevoel. Ook kleuters kampen ermee en verwijten zichzelf van alles. In dit geval gaat het om een klein meisje dat op een plat dak klimt om “ver te kijken” en bij toeval door het zolderraampje het cadeau voor haar aanstaande verjaardag in de afgesloten zolderkamer ziet staan. Het is een prachtig boek geworden. In de woorden van de jury: “Een prentenboek met tekeningen die ieder voor zich een schilderij zijn, die veel te raden geven en tegelijk het schuldgevoel van het kind in kwestie prachtig zichtbaar maken. Met een sobere tekst die begrip toont voor het kind dat zichzelf een verwijt maakt en overtuigt door de combinatie van muzikaliteit en vertelkracht.” Beter kan het eigenlijk niet worden gezegd. Een aardig detail is dat Imme Dros na de prijsuitreiking vertelde dat het verhaal autobiografisch was.

Beide prijswinnaars, ruim veertig jaar getrouwd, hebben ieder voor zich al een reeks onderscheidingen op hun naam staan. Harrie Geelen (1939) is schrijver, schilder en filmmaker en begon eind jaren tachtig de boeken van zijn vrouw te illustreren. In de jaren negentig kreeg hij verschillende Zilveren Griffels en Gouden en Zilveren Penselen, o.m voor zijn tekeningen in Het beertje Pippeloentje van Annie M.G. Schmidt in 1995. Imme Dros heeft maar liefst 12 keer een Zilveren Griffel gekregen, de laatste keer in 2004 voor Het mooiste boek van de wereld. Haar liefde voor de klassieke oudheid kreeg vorm in haar immens populaire vertaling van de Odysseia, en met haar bewerkingen van de Ilias en de Odysseis maakte ze Homerus ook toegankelijk voor jonge lezers. Het is de tweede keer dat Imme Dros de Woutertje Pieterse Prijs krijgt, in 1988 werd dezelfde prijs – toen nog de Libris Woutertje Pieterse Prijs genaamd – haar toegekend voor Annetje Lie in het holst van de nacht.

Bij de bekendmaking en uitreiking van de prijs, in De Balie in Amsterdam, werd steeds nadrukkelijk de naam van Harrie Geelen als eerste genoemd, bij wijze van protest tegen het feit dat op de omslag van het boek de naam Harrie Geelen in een kleiner lettercorps staat gedrukt dan die van Imme Dros, terwijl de jury hun bijdragen volkomen gelijkwaardig acht.

Die prijsuitreiking was, als elk jaar, weer een feest op zich. In rap tempo hoorde het talrijke publiek eerst de geestige, maar serieuze lezing van Bart Moeyaert, Het voorbeeld van Madonna, die ging over aandacht, over de eeuwige vraag waarom kinder- en jeugdliteratuur in de publiciteit een ondergeschoven kindje is en blijft. (De volgende dag in bekorte vorm in de Volkskrant gepubliceerd). Daarna las juryvoorzitter Jan Terlouw het korte en krachtige juryrapport voor, waarin de prijswinnaars werden bekend gemaakt, maar ook de boeken van Ed Franck, Hou van mij, en van Margriet Heymans, Diep in het bos van Nergena, lof werd toegezwaaid. Dit laatste boek werd geklopt “met honderdsten van seconden”, aldus het juryrapport. Een interview met de prijswinnaars door bestuursvoorzitter Marja Käss, waarbij Harrie Geelen een geprojecteerde proeve van zijn tekenkunst gaf die hemzelf allerminst beviel, en Imme meldde dat ze heel blij was dat Harrie zulke mooie tekeningen maakte, “anders had ik hem steeds moeten passeren”.

En tot slot, als elk jaar, weer een nieuwe uitvoering van het Rooverslied. Dat is, zoals u weet, het hilarische dichtexperiment van Woutertje in Multatuli’s Woutertje Pieterse, als hij van meester Pennewip de opdracht krijgt een gedicht op ‘de deugd’ te vervaardigen. “Met mijn zwaard/ Op het paard / en mijn helm op het hoofd / Er op in! En de vijand de schedel gekloofd, / En vooruit! / Op de weg / Langs de heg, / Met een houw en een stoot / De dragonders verjaagd, en de markgraaf gedood /… Enzovoort. Dit kunstwerk wordt elk jaar tijdens de uitreiking van de prijs op een andere manier uitgevoerd. Dit jaar was het door de oorspronkelijk Portugese fadozanger Fernando Lameirinhas op muziek gezet en werd door hem (natuurlijk met gitaar) gezongen. Overigens kunt u alle onderdelen van de prijsuitreiking zien en horen op de website van de Woutertje Pieterse Prijs: www.woutertjepieterseprijs.nl 

De jury bestond, naast Jan Terlouw, uit Johan Dockx, art-director van De Standaard, Joke Linders, docent jeugdliteratuur, criticus en biograaf, en Doeschka Meijsing, schrijver. De prijs (e. 15.000) wordt sinds 1998 volledig gefinancierd door LIRA. En gezien de kwaliteit van de prijswinnaars kan LIRA daar trots op zijn.

NVM

 

Mededelingen van het Lira-bestuur

- Vorig jaar is geprobeerd met een mailing onder 2500 auteurs nieuwe aangeslotenen te werven. Die actie had een opmerkelijk succes: bijna 500 auteurs hebben zich via de ondertekening van een aansluitingscontract bij Lira aangesloten.

Desondanks blijft er een hardnekkig misverstand bestaan. Auteurs die van Lira geld ontvangen, denken dat ze aangesloten zijn. Dat is niet het geval. Voor aansluiting bij Lira en de voordelen die dat met zich meebrengt zoals toegang tot Rechtshulp Auteurs en het P.C.Boutensfonds, moet een aansluitingscontract getekend worden.

 

- Als pilotproject voor internetlicenties heeft Lira het voornemen in de loop van 2006 met het aanbieden van gedichten op internet te starten, gebruikmakend van de mogelijkheden die het nieuwe Max-programma biedt. Het is vooral de bedoeling de markt te verkennen en van opgedane ervaringen te leren. Individuele via internet aan te bieden licenties vormen een belangrijke mogelijkheid tot uitbreiding van Lira’s werkterrein.

 

- Het ligt in de bedoeling in de loop van 2006 onder aangeslotenen en cliënten van Lira een tevredenheidsonderzoek te houden. Daarin zal waarschijnlijk tevens een opiniepeiling opgenomen zijn over een eventueel in te voeren bagatellen- of minimumregeling.

 

- De Thuiskopie-heffing op data-cd’s levert Lira-rechthebbenden geld op dat in een bepaalde verhouding tussen audio en video zal moeten worden verdeeld. De besluitvorming op dit punt is afgerond. Te verwachten valt dat de komende paar jaar in versneld tempo thuiskopie-audio- en thuiskopie-video-gelden in verdeling zullen worden gebracht. 

 

- Om de in de loop der jaren sterk toegenomen druk op het Sociaal Fonds iets te verlichten zijn de kosten van de vier literaire en audiovisuele prijzen die door Lira ondersteund worden, met terugwerkende kracht tot 1 januari 2005 overgeheveld naar het Lira Fonds. Dat is mede gebeurd om de bijdrage uit het Sociaal Fonds aan het P.C. Boutensfonds te kunnen verhogen, zodat meer auteurs hun oudedagsvoorziening via het P.C. Boutensfonds zullen kunnen verbeteren. 

Naar verwachting zal er per jaar circa 600.000 euro in elk van de beide genoemde fondsen om blijven gaan, in totaal 1,2 miljoen euro per jaar.
 

KH

 

Berichten en adviezen van het bureau

- Wijzigingen in toekomstige manier van uitbetalen

Met ingang van 2006 jaar zal de betalingssystematiek van de StichtingLira enkele wijzigingen ondergaan. Deze wijzigingen hangen samen met de ontwikkelingen in het internationale betalingsverkeer en met het nieuwe automatiseringsprogramma dat Lira in de loop van 2006 in gebruik zal nemen.

Voor het uitkeren van vergoedingen zal Lira in het vervolg - en in elk geval vanaf 1 januari 2006 - over het Sofi-nummer van rechthebbenden dienen te beschikken. Op termijn - mogelijk vanaf 2007 - zal niet meer worden uitgekeerd aan de hand van de huidige bankgegevens, maar met behulp van dezelfde IBAN-codes die nu al in gebruik zijn in het internationale betalingsverkeer. In de loop van 2006 zal Lira, zoals gemeld, een nieuw computerprogramma in gebruik nemen, dat ook ruimte biedt voor de opslag van deze Sofi- en IBAN-gegevens. In verband met de ingebruikname van het nieuwe programma zal het Lira-bureau in het voorjaar van 2006 alle rechthebbenden een schriftelijke opgave doen van hun bij LIRA geregistreerde persoons- en bankgegevens, met het uitdrukkelijke verzoek Lira hun Sofi-nummer en IBAN-code te verstrekken. De narepartitie-leenrechtvergoedingen zal in 2006 nog volgens de oude formule plaatsvinden.

RV

- LIRA en het buitenland

LIRA keert niet alleen uit aan Nederlandse auteurs, maar ook aan buitenlandse auteurs wier werk in Nederland geëxploiteerd wordt. Zo krijgt bijvoorbeeld bij een uitlening van een vertaald werk, de schrijver van het originele werk 30% van de leenrechtvergoeding. Met de buitenlandse zusterorganisaties van de belangrijkste taalgebieden hebben wij goede relaties. Op veel terreinen  zijn we wederkerigheidscontracten overeengekomen. Wij kunnen bijvoorbeeld innen voor Nederlandse producties die op de Duitse televisie uitgezonden worden, maar incasseren ook geld voor in het Engels vertaalde Nederlandse werken die in Britse bibliotheken uitgeleend worden.

Tussen de verschillende internationale organisaties wordt intensief samengewerkt. Veel gegevens worden uitgewisseld om Nederlandse rechthebbenden in het buitenland (en vice versa) te identificeren. Het is echter erg lastig om volledig inzicht te krijgen in exact welke boeken in welke taal vertaald worden, in welke bibliotheken ze opgenomen worden of bijvoorbeeld welke Nederlandse televisieseries naar welke landen verkocht worden,  laat staan hoe vaak ze daar precies uitgezonden worden. 

Mocht u dus weten dat bijvoorbeeld een serie waaraan u heeft meegewerkt, verkocht wordt aan een Duitse omroep, of wordt u door uw uitgever benaderd voor een vertaling in het Italiaans, meldt ons dit dan. Hiermee maakt u het voor ons makkelijker om de u toekomende vergoeding te incasseren.

-Leenrecht uit Groot-Brittannië: ook voor erven!

Nederlandse auteurs van wie boeken in het Engels zijn vertaald, boeken die in Groot-Brittannië door de openbare bibliotheken worden uitgeleend, kunnen zich op grond van de Britse leenrechtregeling via Lira bij de Britse zusterorganisatie PLR (Public Lending Right) inschrijven. De Britse leenrechtregeling heeft een beperkte werking. 

In tegenstelling tot wat ons eerder door Britse zegslieden is meegedeeld blijken er voor erfgenamen van Nederlandse auteurs toch mogelijkheden te bestaan voor het Britse leenrecht in aanmerking te komen. 

Feit blijft dat alleen boeken die na aanmelding bij PLR geregistreerd staan, een Britse

leenrechtvergoeding kunnen krijgen. Eenmaal geregistreerde titels blijven geregistreerd staan. Nieuw verschenen titels moeten steeds even worden aangemeld. De jaarlijkse einddatum voor

aanmeldingen bij PLR is 30 juni. Meldt u zich dus bijtijds bij Lira aan voor het verkrijgen van een aanmeldingsformulier.

 

- Mechanische Reproductierechten

Schrijvers, bewerkers en vertalers worden geregeld geconfronteerd met publicaties van hun werk in een vorm waarvoor de auteur aan de oorspronkelijke opdrachtgever geen toestemming heeft gegeven. Met name vertalers van tekenfilmseries die hun vertalingen maken ten behoeve van nasynchronisaties, zien hun werk veelvuldig tot hun eigen verrassing in de winkels liggen. 

Deze inbreuken op het auteursrecht betreffen vaak het mechanisch reproductierecht: het vastleggen van werken op allerlei informatiedragers. Denk in dit verband aan de video- of dvd-uitgave van televisieseries en toneel- en cabaretvoorstellingen.Voor het maken en te koop aanbieden van vastleggingen als hier bedoeld is expliciete toestemming vereist van de auteur. Aan het geven van die toestemming kan de schrijver of vertaler de voorwaarde van een passende vergoeding verbinden. Lira maakt ten aanzien van deze toestemming voor aangesloten auteurs die hun mechanisch reproductierecht aan Lira hebben toevertrouwd, afspraken met gebruikers en keert geïncasseerde gelden vervolgens individueel aan de auteur uit. 

 

Het aandeel aan Lira-repertoire op de video of dvd wordt berekend aan de hand van de totale tijdsduur van de video- of dvd-productie, dus met aftrek van bijvoorbeeld het muziekrepertoire waarvoor aan Stemra betaald dient te worden. Dat percentage van de totale tijdsduur  wordt vermenigvuldig met de bruto-opbrengsten en daarvan wordt 7,25% genomen. Onder bruto-opbrengsten wordt in dit verband verstaan: de feitelijke opbrengsten zonder BTW zoals die door de detailhandel worden ontvangen, ook wel aangeduid met ppd, dat wil zeggen: price per distributor. Anders geformuleerd: Lira rekent voor het Lira-repertoire op een video of dvd pro rata temporis (naar gelang de tijd) 7,25% van de bruto-opbrengsten zoals die door de distributeur/detailhandel ontvangen worden. Neemt het werk van een auteur de helft van de tijd in, dan wordt het percentage 7,25, gedeeld door 2, is 3,625% van de verkoopopbrengsten van de informatiedrager.
 

KH

 

Gezocht: leenrechthebbende schrijvers en vertalers (of hun erven)

 Allereerst willen de medewerkers van Stichting LIRA u, de lezers van het LIRA Bulletin, weer hartelijk bedanken voor de vele reacties op de vorige rubriek ‘GEZOCHT’. Fantastisch dat u elke keer de moeite neemt om te reageren: daardoor hebben wij inmiddels al 23 van de 55 gezochte auteurs en vertalers (of hun erven) uit de lijst van Bulletin 20 weten op te sporen en zal LIRA hen binnenkort kunnen verblijden met een beduidend bedrag aan leenrechtvergoeding. 

Wij blijven actief op zoek naar adressen van auteurs en vertalers, bewerkers en samenstellers (of hun erven) wier titels worden uitgeleend door de Nederlandse openbare bibliotheken. We hebben o.a. contacten gelegd met uitgeverijen: zij verspreiden onze aanmeldingsformulieren en helpen ons vaak aan de juiste adressen, maar wanneer het om personen gaat die in de jaren tachtig of negentig geschreven of vertaald hebben, zijn de adresgegevens daar vaak niet meer te achterhalen en daarom roepen wij dan ook graag weer de hulp van u als lezer in. 

Lira keert met terugwerkende kracht (in het jaar 2007 nog vanaf het jaar 2002) uit, vaak ook nog voor (populaire) titels uit de jaren tachtig. Veel uitgeleende genres zijn o.a. kinderboeken, kasteel- en doktersromans, misdaadromans, hobbyboeken, kookboeken, stripboeken. 

Er staat vaak nog een groot bedrag (duizend euro of meer) aan leenrechtvergoeding gereserveerd voor de gezochte rechthebbenden in bijgaande lijst, dus kent u het adres van een of meer van deze Nederlandse of Vlaamse auteurs of vertalers (of hun erven), of heeft u een tip hierover, mailt, schrijft of belt u LIRA dan a.u.b.:

Odile.van.der.Tweel@Cedar.nl,  telefoonnummer 023-7997024

Oude adressen zijn ook welkom, want hiermee kunnen wij dan weer verder speuren bij de gemeentearchieven.

Zegt het voort, Kent u mensen die weliswaar niet in onderstaande lijst staan, maar wier werk wel wordt uitgeleend door de Nederlandse openbare bibliotheken, dan kunnen zij LIRA mailen (lira@cedar.nl) schrijven of bellen, of onze site bezoeken (www.lira.nl) voor een aanmeldingsformulier.

 

Bestuur en bureau van de stichting Lira

De Stichting Lira. opgericht op 23 oktober 1986, beheert als auteursrechtorganisatie op collectieve wijze auteursrechten en op het auteursrecht gebaseerde vergoedingsaanspraken van schrijvers en vertalers die door hen individueel niet, of slechts met de grootst denkbare moeite, te gelde kunnen worden gemaakt.

 

Postadres:

Stichting Lira
Postbus 3060
2130 KB Hoofddorp

Bezoekadres:
Siriusdreef 22-28
2132 WT Hoofddorp

Telefoon: 023 - 799 78 06
Fax: 023 - 799 77 00
E-mail: lira@cedar.nl
Website: www.cedar.nl

Bankrekeningnummers:
ABN: 54 64 92 665
Postbank: 50 01 51

Bestuur Stichting LIRA:
Kees Holierhoek, voorzitter
Willem Capteyn, vice-voorzitter
Nelleke van Maaren, secretaris
Rien Verhoef, penningmeester
Marjan Berk, lid
Tijs van den Boomen, lid

Bureau Stichting LIRA:

directeur:
André Beemsterboer

accountmanager:
Schelte van Ruiten

secretariaat:
Hester Fidder
Jolanda Overkleeft

commercieel-administratief medewerker:
Marianne Bovet
Martin van Dam
Nancy den Dekker
Mariska Kolman
Tamara Meert
Scott Rollins
Bart Schomaker
Odile van der Tweel

informatiebeheerder:
Jeroen van den Bergh

 

Colofon

Dit is een uitgave van de Stichting LIRA

Postbus 3060
2130 KB Hoofddorp

Telefoon:
023 - 799 78 06

Fax:
023 - 799 77 00

E-mail:.   
lira@cedar.nl

Website:

www.lira.nl

Redactie:

Nelleke van Maaren

Schelte van Ruiten

Kees Holierhoek (eindredactie)
 

Tekstbijdragen: Rien Verhoef

Illustraties: Ram Katzir

Ontwerp: Rutger Fuchs, Amsterdam