editie 9 / december 2002

Het Syndicaat

U zult er langzamerhand aan gewend zijn dat ik in elke aflevering van het LIRA Bulletin een vorm van literaire bedrijvigheid onder uw aandacht wil brengen waaraan het LIRA Fonds zijn (en in oorsprong uw) culturele subsidiegeld uitgeeft. Ik doe dat om enigszins de achtergronden te schetsen van de adviezen die de Adviescommissie uitbrengt aan het LIRA-bestuur. In het algemeen worden die door het bestuur ook overgenomen. Natuurlijk kunt u in elk jaarverslag van het Fonds - voor LIRA-aangeslotenen altijd aan te vragen bij het bureau - een lijst aantreffen van toegekende subsidies, maar zo'n droge opsomming van namen en bedragen maakt een wat zielloze indruk. En ik wil die namen en cijfers graag wat leven inblazen.

 

Een deel van de subsidie-aanvragen op toneelgebied die wij ontvangen, betreft kinder- of jongerentheater. Er bestaan in Nederland tientallen toneelgroepen en -groepjes die zich met jeugd- en kindertheater bezighouden. Sommige daarvan richtten zich uitsluitend op scholen, andere meer op het reguliere jeugdtoneelcircuit. Dit wordt in veel gevallen op één hoop gegooid, maar het zal duidelijk zijn dat er een aanzienlijk verschil is tussen toneel voor vier- en voor veertienjarigen. De kwaliteit van de teksten en producties varieert van erbarmelijk slecht tot briljant - maar dat zal niemand verbazen, want dat geldt nu eenmaal voor alle literaire uitingen. Het spreekt vanzelf dat het LIRA Fonds juist kwalitatief goed werk wil stimuleren en daarom een nogal rigoureuze schifting in de vloed van aanvragen moet toepassen. Als voorbeeld van een groep die kwalitatief aan de weg timmert en daarom al jaren regelmatig (vrij bescheiden, want alleen voor het auteurshonorarium bestemde) subsidies van het LIRA Fonds ontvangt, heb ik Het Syndicaat gekozen. Bovendien heeft deze groep met hun voorstelling Alles (geschreven door Esther Gerritsen) onlangs de CJP-podiumprijs 2002 mogen ontvangen en dat is natuurlijk  een felicitatie waard.

 

Het Syndicaat maakt toneel voor een jong publiek vanaf 14 jaar - niet voor kinderen dus, maar voor jongeren - en speelt gewoonlijk in het Rozentheater aan de Rozengracht in Amsterdam (het vroegere Mickerytheater, voor de ouderen onder ons). De artistieke leiding bestaat uit Niek van der Horst en Danielle Wagenaar, de zakelijke leiding heeft Coby de Vos. De groep geeft voor  reguliere stukken bij voorkeur schrijfopdrachten aan jonge auteurs met een zekere ervaring, Esther Gerritsen en Oscar van Woensel bij voorbeeld. Ook Rob de Graaf schrijft met enige regelmaat voor Het Syndicaat. Het gemiddelde aantal `normale' voorstellingen van een stuk is 45 opvoeringen,  en daarnaast worden, vooral in België, ook schoolvoorstellingen verzorgd. De teksten worden in eigen beheer gepubliceerd en zijn tijdens voorstellingen te koop of per e-mail te bestellen. (info@hetsyndicaat.com)

 

Daarnaast wil Het Syndicaat nieuw toneelschrijftalent stimuleren, enerzijds door het organiseren voor workshops voor jonge auteurs en middelbare scholieren, anderzijds door per jaar aan twee jonge auteurs een schrijfopdracht te geven. Zelf noemen ze dat `tekstexperimenten'. Niet alleen voor de jonge schrijvers, ook voor de groep zelf is dat een experiment. Bij de eerste `experimenten' was de opdracht een kort stuk over `familiebanden' te schrijven. Het resultaat waren Sorry van Sanne Vogel en Groot Geluk van Martijn de Rijk. Beide stukken zijn het afgelopen seizoen opgevoerd en maakten zoveel indruk dat ze onlangs in het Nestheaterfestival `Breakin' Walls' opnieuw te zien waren. Sanne Vogel is 18 jaar en moet een natuurtalent zijn, want Sorry is niet eens haar eerste stuk. Hiervoor heeft ze al Feestbeest geschreven - ook door Het Syndicaat opgevoerd - dat binnenkort opnieuw tijdens een festival in Brussel te zien is. Sorry is een kort, hard en persiflerend stuk over twee gruwelijke zoons die hun moeder verwijten dat ze niet lijkt op de sexy moeders van soaps en reclame. Ook Martijn de Rijk, de vierentwintigjarige auteur van Groot Geluk, heeft twee broers gekozen die in hun doorzonwoning tot elkaar veroordeeld zijn, omdat een van beiden aan een rolstoel is gekluisterd en de ander hem niet in de steek kan laten. Beide stukken mogen een interessant resultaat van een doordacht stimuleringsprogramma worden genoemd. In het kader van deze `experimenten'  krijgen, als aardige bijkomstigheid, ook beginnende vormgevers de kans voor het eerst een echt toneeldecor te maken.

 

De twee reguliere nieuwe stukken die Het Syndicaat dit toneelseizoen brengt zijn de biel van Rob de Graaf, een voorstelling onder regie van Danielle Wagenaar die eind oktober in première gaat, over twee broers die een eigen taal hebben en het huis liever niet willen verlaten omdat de buitenwereld `de biel' is.  En in februari komt Speedrun van de jonge Schotse actrice en schrijfster Isabelle Wright, in een vertaling van Oscar van Woensel. Volgens de aankondiging `een swingende voorstelling met veel vaart, een poëtische tekst, hedendaagse dramatiek en dans, een voorstelling over mensen met grote verlangens'. Allebei voorstellingen die we met belangstelling tegemoet zien.

 

Het LIRA Fonds is niet alleen geïnteresseerd in de boeiende reguliere producties van Het Syndicaat - die sinds 2001 grotendeels door OC&W en de gemeente Amsterdam structureel worden gesubsidieerd - maar ook in hun stimuleringsprogramma voor jong talent. Werkelijk talent op toneelschrijfgebied is dun gezaaid en verdient, als het zich voordoet, een kans op opvoering en belangstelling. En wij vertrouwen die taak graag toe aan Het Syndicaat.

 

NVM