editie 8 / september 2002

Vertaaltijdschrift Filter vernieuwd

Het tijdschrift Filter bestaat ruim acht jaar. Het heeft zich in de loop van die jaren ontwikkeld van een publicatie die in eerste instantie was bedoeld voor mensen die zich op wetenschappelijk vlak met vertalen bezighouden - de vertaalwetenschappers aan de verschillende universiteiten - tot een blad dat zich richt tot een veel bredere doelgroep. Iedereen die zelf vertaalt, belangstelling heeft voor vertalen, vertaalopvattingen, vertaalproblemen of geïnteresseerd is in de sociale aspecten van het literaire vertaalbedrijf, kon er de laatste jaren interessante artikelen in vinden, vaak in een boeiende, toegankelijke stijl geschreven. Ook kwamen geleidelijk aan steeds meer vertalers zelf aan het woord, over hun eigen werk of dat van anderen. Kortom, het blad groeide geleidelijk aan uit tot een volwassen publicatie, maar het bleef het aanzien houden van een aardig clubblad.

 

De overgang naar een andere uitgever leek het juiste moment om ook het uiterlijk van het blad aan te passen aan de bredere inhoud en er een echt tijdschrift van te maken. Het eerste nummer van het vernieuwde Filter werd op 8 april j.l. in de Utrechtse universiteit met enige feestelijkheid aangeboden aan Aad Nuis, de vroegere staatssecretaris van Cultuur die de letteren altijd een goed hart heeft toegedragen. Het LIRA Fonds heeft een substantiële financiële bijdrage geleverd aan Filter in de nieuwe vormgeving.

 

Het eerste dat opvalt is dat het blad van een `tijdschrift voor `vertalen & vertaalwetenschap' een `tijdschrift over vertalen' is geworden, volgens de nieuwe ondertitel. En dat strookt  met de ontwikkeling die in de loop der jaren in het blad heeft plaatsgevonden. Dit eerste nieuwe nummer bevat onder meer een artikel van Matthijs Bakker, De vertaler als butler, waarin hij de vertaalopvattingen van Kristien Hemmerechts onder de loep neemt. Hemmerechts  vindt dat de vertaler zich moet conformeren aan het bestaande Nederlands, het zogenaamde `gladstrijken' van de oorspronkelijke tekst, terwijl Bakker een lans breekt voor inventiever vertalen, inclusief de hobbels en kuilen die in de oorspronkelijke tekst te vinden zijn.

Verder een aantal bijdragen van vertalers (o.m. Barber van de Pol en Jan Pieter van der Sterre) over vertalingen uit het jaar 2001 die zij het meest interessant vonden of in elk geval graag nog van commentaar willen voorzien. En Hans van Pinxteren pareert in Mag je als vertaler bijsturen de kritiek - die zoals hij zegt `als een visgraat in mijn keel is blijven steken' - dat hij in zijn vertaling van Balzacs La cousine Bette veel te vrij te werk is gegaan en dat de lezer niet Balzac, maar Hans van Pinxteren leest. Ook is er een doortimmerd stuk van Ilse Logie over cultuurgebonden citaten in het werk van Manuel Puig, met name citaten die aan de Argentijnse tangocultuur zijn ontleend en zich uiterst moeilijk laten omzetten in een taal die deze cultuur niet kent.

 

Het is kortom een boeiend en heel leesbaar nummer geworden dat veel belooft voor de toekomst van het vernieuwde Filter. Terwijl ik dit schrijf, valt het tweede nummer overigens al op de mat en zie ik in de gauwigheid dat het een hommage is aan de vertaler Hugo Claus en  dat het een onbekende vertaling uit de literaire nalatenschap van Ida Gerhardt bevat. Plus, voor de computerfreaks onder ons,  een artikel over het vertaalprogramma Tovertaal, dat door Martin de Haan werd uitgeprobeerd

 

Filter wordt uitgegeven door Uitgeverij Vantilt, Dommer van Poldersveldtweg 14, 6521 ND Nijmegen. Een jaarabonnement kost 27 euro.

 

NVM