editie 7 / mei 2002

Het Lita fonds

Wellicht zal het u vervelen, maar ik wil nog eens terugkomen op het lira Fonds. Dit naar aanleiding van enkele brieven die de klachtencommissie bereikten en waaruit blijkt dat niet alle auteursrechthebbenden duidelijk is wat de bestaansreden van het lira Fonds is en wat het exact doet.

Sinds de wijziging van de Auteurswet eind 1995 is de vroegere leenvergoeding omgezet in een auteursrechtelijke regeling die aan bepaalde voorwaarden dient te voldoen. Een van die voorwaarden is dat de repartitieorganisatie – lira in dit geval – in opdracht van de Stichting Leenrecht een bepaald percentage tot een maximum van 15% van het voor verdeling beschikbare bedrag dient in te houden ten behoeve van collectieve sociale en culturele doeleinden.

lira houdt dus verplicht bedragen in ten behoeve van deze doeleinden: naast een inhouding van 9% van het totale bedrag aan kabelrechten, op het ogenblik ook 7% van het totale bedrag aan leenrecht. Het ingehouden bedrag wordt vervolgens in tweeën gesplitst: de helft is voor sociale doelen, de andere helft voor culturele doelen bestemd.

Op welke wijze worden deze gelden nu besteed? De voornaamste sociale doelen zijn:

de Stichting Rechtshulp Auteurs, die onder bepaalde voorwaarden rechtsbijstand verleent aan auteurs in professionele geschillen

een jaarlijkse bijdrage aan de Vereniging van Schrijvers en Vertalers en haar afdelingen (vvl, Netwerk Scenarioschrijvers en fla) ten behoeve van bijzondere activiteiten

enige (bijdragen aan) prijzen, zoals de lira Prijs voor scenario’s, de Woutertje Pieterse Prijs voor kinderboeken, de Jan Hanlo Essayprijzen en de Gouden Strop voor detectiveromans

een reeks kleinere bijdragen aan o.m. het pen Emergency Fund (Stichting Schrijvers in Nood), de jaarlijkse Vertaaldagen in Nijmegen t.b.v. literaire vertalers, de Stichting Dramasticht en verschillende conferenties (jeugdboekenschrijvers bijvoorbeeld).

Voor de besteding van de gelden ten behoeve van culturele doelen bestaat al sinds 1991 de stichting lira Fonds. Het bestuur van het lira Fonds is identiek aan het bestuur van de Stichting lira, maar wordt bijgestaan door de Adviescommissie die het bestuur adviseert inzake de ontvangen subsidieverzoeken. Deze adviescommissie bestaat uit vier externe deskundigen (tegenwoordig Kester Freriks, Barber van de Pol, Suzanne van Lohuizen, Victor Schiferli) en twee lira- bestuursleden (Nicolaas
Matsier, Nelleke van Maaren). De Adviescommissie vergadert vier maal per jaar en behandelt jaarlijks tegen de 200 subsidieverzoeken, die natuurlijk niet allemaal gehonoreerd kunnen worden. Geselecteerd wordt op kwaliteit en oorspronkelijkheid. Daarnaast streeft het Fonds ernaar jonge auteurs te stimuleren. Tegenwoordig wordt bekendheid aan het Fonds gegeven door middel van een jaarlijkse advertentie in verschillende bladen en regelmatige publicaties in het lira Bulletin.

De gelden die uit het leenrecht afkomstig zijn, worden aangewend voor specifiek literaire projecten. U moet dan denken aan poëzie- en andere literaire manifestaties, bijzondere projecten, een enkele keer een bijzondere publicatie. Het geld dat uit andere bronnen afkomstig is – kabelrechten, thuiskopie – wordt besteed aan dramatische projecten, waarbij uitsluitend die kosten worden gesubsidieerd die direct betrekking hebben op auteurs (auteurshonorarium of vertaalkosten bijvoorbeeld). Het Fonds tracht te vermijden dat lira hierbij als enige subsidiënt optreedt, tenzij het een heel beperkte aanvraag – zeg een paar honderd gulden – betreft.

Een volledig overzicht van verstrekte subsidies kunt u altijd vinden in het jaarverslag van het lira Fonds, dat – zolang de voorraad strekt – voor aangeslotenen is op te vragen bij het bureau. Hetzelfde geldt voor het daaraan voorafgaande jaarverslag van de Stichting lira, waarin u de subsidies aan sociale doelen zult aantreffen.

NVM