editie 48 / september 2016

Een woord van de voorzitter

Ik had al enige tijd het gevoel dat er achter onze rug in de heimelijke duisternis, – anderen zullen zeggen in de openheid van het volle licht – hard gewerkt werd aan nogal drastische veranderingen in het economische bestaan van schrijvers en freelancejournalisten. Nee, ik heb het niet over de Brexit, pijnlijk moment van Angelsaksische verstandsverbijstering, en voor wie het anders ziet: een fraai staaltje van Britse buitenlandse diplomatie. Ik doel op de veranderingen in Europese auteursrechtelijke wetgeving die ervoor hebben gezorgd dat er regelmatig schokgolven door Europa zijn gegaan. Die zijn niet altijd door iedereen opgemerkt, maar ze hebben wel veranderingen teweeggebracht waaraan menig waarnemer nog ernstig moet wennen, ofschoon die wijzigingen in de juridische realiteit soms al tientallen jaren oud zijn.

Een woord van de voorzitter

Hoog niveau van auteursrechtelijke bescherming

Genoemde schokgolven hebben alles te maken met het besluit van de Europese wetgever om ‘originaire makers’ (zoals schrijvers en journalisten en dus geen uitgevers of producenten) een hoog niveau van auteursrechtelijke bescherming toe te kennen. Die toekenning heeft plaatsgevonden in de zogenoemde Europese richtlijnen. Die richtlijnen beogen duidelijk te zijn, maar worden dat pas écht als iemand heeft verteld hoe ze in specifieke omstandigheden moeten worden gelezen. De bevoegdheid tot die uitleg rust in Luxemburg bij het Hof van Justitie aldaar. Uitleg vindt plaats als er door lage en hogere nationale rechters aan het Hof van Justitie in Luxemburg vragen over van kracht geworden richtlijnen worden gesteld in specifieke situaties. Dat Hof verduidelijkt dan wat al die jaren al (sinds de implementatie van de betreffende richtlijn) als juridisch correct en incorrect is aangemerkt.

Centrale lijn in het verlenen van een hoog niveau van auteursrechtelijke bescherming bestaat uit het materieel compenseren van originaire makers, in dit verband auteurs en freelancejournalisten, op het moment dat zij delen van het verbodsrecht dat vanuit de Auteurswet aan hen is toegekend, als gevolg van nationale wettelijke maatregelen zien vervallen. Normaal (maar buitengewoon onpraktisch) zou het zijn als de auteur van een tekst met een kopieerder in overleg zou moeten treden om via onderhandelingen tot de toestemming tot het maken van een kopietje te komen. Dat zou een uiterst omslachtig en onhandig systeem opleveren. Het is gelukkig anders en minder omslachtig geregeld. Het is de wetgever die een deel van het verbodsrecht van de auteur wettelijk beperkt. Tegen sommige exploitatievormen kan de auteur niets ondernemen. Neem de uitleen van zijn boeken door bibliotheken. Daar is de wettelijke aanspraak op een vergoeding voor in de plaats gekomen. Waar de Europese rechters keer op keer op hameren, is dat vervolgens juist die makers een redelijke compensatie voor hun verminderd verbodsrecht dienen te ontvangen.

Richtlijnen, adviezen en arresten

Er bestaan belangrijke verschillen tussen religieuze en juridische teksten, maar wat de richtlijnen betreft verloopt de interpretatie in een vergelijkbaar proces. Je hebt de teksten van de richtlijnen als gegeven op tafel liggen en vervolgens beogen uitspraken van het Hof van Justitie de voorliggende teksten te verduidelijken. Die uitleg is niet onbelangrijk, want ze heeft in samenhang met de richtlijnen kracht van wet. Nationale overheden hebben de plicht de inhoud van de richtlijnen binnen een bepaalde termijn na publicatie op te nemen in hun nationale wetgeving. Doen zij dit niet, dan blijven zij in gebreke en draaien ze op voor de eventuele gevolgen. Dat dit in veel gevallen niet of verregaand onvoldoende is gebeurd en dat onze eigen nationale overheid daarmee nalatig en in gebreke is gebleken, mag één van de opvallendste flaters in onze nationale auteursrechtelijke wetgevingsgeschiedenis genoemd worden. De plegers van die fouten – ik aarzel het op te schrijven, maar het moet dan toch maar – de plegers van die fouten – veelal ambtenaren en organen met een wettelijke adviesfunctie – hebben beduidende schade berokkend aan met name ‘originaire makers’. Want de richtlijnen in kwestie waren bedoeld om juist die makers het hoge niveau van bescherming te geven waarop zij sinds de publicatie van de richtlijnen recht hadden.

De juridische weg

Als Europa heeft beslist, kunnen de nationale overheden slechts volgen en om uitleg vragen wanneer ze iets uit de richtlijn niet begrijpen of niet zeker weten. Een bestuur als van Lira ontmoet de gevolgen van zo’n richtlijn en de uitleg ervan zodra het opkomt voor de belangen van aangesloten en niet-aangesloten auteurs in Nederland. Zo zijn we in een aantal kwesties bezig geweest de rechtbanken en gerechtshoven, in een enkel geval tot aan het Europese Hof in Luxemburg, op te zoeken om de financiële en daarmee maatschappelijke positie van Nederlandse schrijvers en journalisten te verbeteren. Dat de auteurs het daarmee eens waren bleek wel uit de hoge opkomst van belanghebbenden ter rechtszitting. Feit is ook dat als je daarbij niet over het nodige geduld beschikt, je van het procederen zelf niet heel erg gelukkig wordt. Want het duurt lang. En het gaat traag. En je zou het proces wel tien keer zo snel willen doen gaan.

Bestuursleden van Lira die de verschillende gerechtelijke stappen van redelijk nabij kunnen volgen, beleven wellicht iets meer genoegen aan wat zij aan hun ogen voorbij zien trekken, maar bij Lira aangesloten schrijvers en journalisten moeten vaak het idee krijgen dat het maar niet opschiet.

Daar hebben zij voor een groot deel gelijk in. Rechtbankprocedures voltrekken zich nu eenmaal niet met de snelheid van het licht, ook niet met de vitesse van autoraces. Maar we boeken wel degelijk vooruitgang. Over een breed front. We kunnen dat heel concreet merken aan het stijgen van Lira’s inkomsten. Verreweg het grootste deel moet daarvan aan schrijvers en journalisten doorbetaald worden, een klein deel mag Lira gebruiken, onder meer (maar altijd met verstand) voor de hier bedoelde gerechtelijke procedures.

Het is nog te vroeg om met zekerheid te kunnen voorspellen dat Lira’s bruto-inkomsten (en daarmee een deel van de inkomsten van aangesloten schrijvers en journalisten) vergeleken met voorgaande jaren blijvend zullen stijgen. Je weet nooit wanneer de ergste pijn achter de rug is en Lira’s achtereenvolgende penningmeesters waarschuwen dan ook met regelmaat en terecht voor al te groot optimisme. Maar langzaam lijkt het licht toch weer aan te gaan. Inkomsten stijgen. We beginnen er weer bovenop te komen.

Waar staan we nu?

In de audiovisuele sector hebben we veel te danken aan een wetsartikel dat het wegvallen van de kabelvergoeding heeft opgevangen. Het belangrijkste geschil tussen Lira en Ziggo betreft thans nog de periode van 1 oktober 2012 tot 1 januari 2015. In oktober 2012 hielden de kabelexploitanten namelijk op met betalen. Daarover – althans over de belangrijkste juridische pijler waarop Lira’s claim gebaseerd is – wordt naar verwachting in de tweede helft van 2016 in het hoger beroep dat door Ziggo tegen Lira is aangespannen, arrest gewezen. Afhankelijk van dat arrest wordt er alsnog door de betreffende kabelexploitanten voor die periode betaald of niet. De verwachting is dat hoe de uitkomst ook moge wezen, op dat moment naar het cassatiemiddel zal worden gegrepen. En wie weet wat er daarna nog gebeurt. Maar levensbedreigend is het voor Lira niet meer sinds de overheid door enige wijzigingen in de Auteurswet de scenarioschrijvers (en andere soorten van audiovisuele makers zoals regisseurs) te hulp is gekomen.

In de geschriftensector (boeken, tijdschriften, kranten) bestaat er vooral bij de journalistieke producten een hevige weerstand tegen de collectieve incasso van vergoedingen voor hergebruik van teksten ten gunste van freelancers. Het zal te maken hebben met economische tegenwind en met een cultuur die zich aan de vergoedingsaanspraken van freelancers toch al nooit veel gelegen heeft laten liggen. Dat een journalist zo vaak in dienstverband voor een kranteneigenaar werkte, heeft hem kennelijk van een goed ontwikkeld auteursrechtelijk bewustzijn beroofd. Die lacune wordt in de huidige tijd met driedubbele snelheid en in een pijnlijk bewustwordingsproces alsnog opgevuld, maar het duurt altijd even voor je zoiets gaat merken.

Andere soorten vergoedingen

Andere categorieën zullen er naar verwachting door toedoen van de herstelde thuiskopievergoeding en het herziene reprorecht gematigd op vooruitgaan. Ook mogen er ontwikkelingen in het leenrecht vooral eind van dit jaar en volgend jaar verwacht worden, mede afhankelijk van wat Europa gaat beslissen over de vraag of e-lending onder het leenrecht valt of niet. Tot nu toe is alleen het advies van de advocaat-generaal van het Hof van Justitie gepubliceerd. Het Hof van Justitie in Luxemburg zelf moet nog volgen. Tegelijkertijd staat de Nederlandse overheid voor de belangrijke vraag wat er tegen een stortvloed van mankementen in de registratie van uitleningen gedaan zou moeten worden, nu op bijna iedere straathoek een geïmproviseerd uitleenpunt lijkt te verschijnen en er op allerlei vrijheden die wettelijk alleen voor scholieren waren voorzien, een zich steeds verder uitbreidend beroep wordt gedaan ten koste van de ‘originaire auteur’.

Waar gaan we naartoe?

Alle Europese landen hebben thans te maken met een Europese richtlijn over de collectieve beheersorganisaties zelf. We hebben al heel veel nationale regels, nu komen er nog enige internationale bij. Ook Lira zal zich op een aantal onderdelen aan moeten passen aan Europese voorschriften terzake van collectief beheer.

Dat zal zijn beslag gaan krijgen in een parlementaire behandeling van de gewenste aanpassingen van de bestaande Wet Toezicht. Tot nu toe heeft de Tweede Kamer zijn voorgenomen beraadslagingen vooral opgeschoven in de tijd. Maar dat kan niet blijven duren.

En o ja, Brexit. Als er al ooit een copyright-overeenkomst tussen Groot-Brittannië en de Europese Unie zal komen, dan kan er aan het eind van de uitruil een interessante vraag op tafel komen te liggen: wint het Britse copyright-model de wedstrijd of wint het Franse droit d’auteur-beginsel?  En als dat beslist is, en ik hoop ten voordele van het ‘droit d’auteur’, dan rijst de vraag: wat moeten we doen met dat vreemde ding dat daar nog steeds op tafel ligt? Klinkt er dan een schuldbewuste stem: ‘Bedoelt u soms dat Nederlandse werkgeversauteursrecht?’ En dan hoor ik iemand achter me met een Frans accent mompelen ‘Dat ding had al lang de vuilnisemmer in gemoeten. Alleen in Nederland en Groot-Brittannië kennen ze die onzin van een werkgever die wettelijk het auteursrecht van zijn werknemers toegeworpen krijgt. ’Kan de werkgever het maken?’ heette een mooie publicatie van de toenmalige Stichting Auteursrechtbelangen van -ik schat- een vijftiental jaren terug. Het antwoord is ‘nee.’

KH



De tovenaars van Luxemburg

een reisverslag van Kees Holierhoek zoals gepubliceerd in het verenigingsblad van het Netwerk Scenarioschrijvers/VSenV ter herdenking van een historische bustocht heen en weer naar Luxemburg alwaar de discussie over de grenzen van het leenrecht op internationaal niveau werd voortgezet

De tovenaars van Luxemburg

Terwijl iedereen uit eerbied ging staan, kwamen de vijf tovenaars en een advocaatgeneraal via een kleine achterdeur in een enorme achterwand in hun toga’s de machtig hoge dome binnensloffen. Met zijn zessen overzagen zij een enorme ruimte waarin wij, eenvoudige busreizigers uit Nederland, geheel in het niet dreigden te verdwijnen vergeleken met de twee-, driehonderd studenten die ook weleens wilden zien hoe rijk in Europa de topfuncties in de rechterlijke macht gekleed gaan.

Ik hoorde iemand van de Stichting Leenrecht lachend roepen: ‘En dat komt allemaal door mij!’ Hij wist dat het niet waar was, maar had voor precies 70% gelijk.

Wij schrijven 2016 en wij zijn zojuist binnengekomen in het Hof van Justitie in Luxemburg waar we nog maar net op tijd arriveerden om tussen twee enorme torens dóór het heilige der heiligen te betreden. Vergis je niet: hier tovert men met de tijd zelf. Hier vervangt een gering aantal rechters de ene juridische werkelijkheid door de andere bij handomdraai, en dat zelfs met terugwerkende kracht, en daarom wordt dat alles in de literatuur ook wel het enige nog werkzame retro-mirakel genoemd. Als het moet, gaan ze terug in de tijd door alles en ook werkelijk alles achteruit te duwen.

Ik kan het iedereen aanbevelen: met de bus naar de stad Luxemburg in het land Luxemburg. Door een reis die vaak meer dan vijf uur heen en vijf uur terug kan duren, leer je elkaar heel goed kennen. En dan moet je ook nog terug…

Ik constateerde tot mijn verbazing dat er geen uitgevers en uitgeversvriendjes in de bus zaten. Door een kennelijk strenge ingangscontrole bleef het gezelschap beperkt tot zo’n twintig bestuurders van bibliotheken die graag digitale teksten en tvseries en films uit wilden lenen en ongeveer evenveel vertegenwoordigers van schrijvers die wisten waar hun belangen lagen en verder ongeveer hetzelfde wilden.

Tot nog toe was het uitsluitend aan God en enkele beruchte dictators gegeven de geschiedenis met terugwerkende kracht naar eigen inzicht alsnog gestalte te geven. Recent was ik tot de ontdekking gekomen dat vanuit het Europees Hof van Justitie in Luxemburg al vele keren aan de tijd geknutseld was. Niet iedereen was dat opgevallen. Ging er een jaar zonder geknutsel voorbij, dan schrok menigeen zich alsnog wild als er met terugwerkende kracht toch weer een nieuwe aanvullende interpretatie van een onderdeel van een Europese Richtlijn werd gepubliceerd.

Wij, busreizigers, waren op pad gegaan vanwege het leenrecht. De vraag was: valt e-lending (digitale uitleen) onder de wettelijke regels van het leenrecht of niet? Als het daarbij zou blijven, dan viel het nogal mee, maar bij sommige andere exploitatievormen doemden werkelijk revolutionaire vergezichten op. Het werd opeens een zaak van uiterste urgentie om te zien waar die Europese wondermacht was gevestigd en of dat wel helemaal legaal was gebeurd.

Want nog iets anders: uitspraken van het Hof hadden de onmiskenbare neiging ongunstig voor uitgevers en producenten uit te vallen, zo gauw er sprake was van een overheidsingrijpen ter beknotting van de wettelijke bevoegdheden van de maker(s). De compensatie van daardoor gederfde inkomsten zou – zo riepen de Luxemburgse tovenaars in koor – dan ook alleen bij de makers terecht moeten komen. Niet bij exploitanten, dus niet bij uitgevers en producenten.

Kortom, op de terugweg in de bus heerste overwegend een positieve stemming die gemeten kon worden aan de kracht waarmee vertegenwoordigers van schrijvers liederen aan begonnen te heffen en op stopplaatsen aan de snelheid waarmee er naar de toiletten werd gerend.

Eerst nu het advies van de advocaatgeneraal lezen. En dan zullen we het gaan merken.

KH



Berekening leenrechttarief per uitlening

Blijkens enkele reacties van leengeldontvangers was niet iedereen zich ervan bewust dat de uitkering van leenrechtgelden tot stand komt op grond van twee soorten gegevens: (1) het aantal uitleningen in de steekproef alsook (2) de officiële verkoopprijs van het uitgeleende werk. Dat is al heel lang zo. Omdat de leenmarkt als concurrerend met de koopmarkt gezien kan worden, wordt met deze formule uitdrukking gegeven aan gederfde economische waarde voor de schrijver. Lezers die het boek al via de bibliotheek hebben geleend, zijn immers minder geneigd het werk alsnog te kopen. Door de verkoopprijs mee te laten wegen in de bepaling van de hoogte van de leenrechtvergoeding wordt dus voor duurdere boeken een hogere leenrechtvergoeding berekend, omdat de schrijvers van deze boeken bij uitleen ook meer inkomsten mislopen.

Berekening leenrechttarief per uitlening

Bij een databestand van grote omvang (het gaat hier om honderdduizenden titels) is honderd procent juistheid in de praktijk onhaalbaar. Van sommige boeken wordt door de dataleverancier geen prijs doorgegeven. Dat geldt meer voor oude werken dan voor nieuwe werken, want de aanleverkwaliteit is de afgelopen jaren sterk gestegen. Voor die boeken waarvan de prijs onbekend is, hebben wij de afgelopen tien jaar een gemiddelde boekprijs van € 16,73 gehanteerd. Voor boeken van voor 2006 is die gemiddelde boekprijs vastgesteld op € 11,34.

Uiteraard kunnen auteurs ons ook helpen de repartities zo rechtvaardig mogelijk te laten verlopen door data zo compleet mogelijk aan te leveren. Geef daarom bij opgave van werken gedetailleerd alle beschikbare gegevens op en controleer op de specificatie via de portal of alles op de juiste manier verwerkt is.

Boeken met bekende prijzen

Bij de boeken waarvan de prijs wel bekend is, geldt de prijs van het jaar van eerste verschijnen. Hier wordt pas van afgeweken op het moment dat een eventuele nieuwe uitgave ook vergezeld gaat van een nieuw ISBN-nummer. Logischerwijs zal dit ook gaan gelden voor de boeken waarbij we een gemiddelde boekenprijs hanteren. De gemiddelde boekprijs voor een individueel boek, wordt dus maar éénmaal geïndexeerd, namelijk aan de hand van de gemiddelde boekenprijs in het eerste jaar van uitgave.

Deze regeling voorkomt discussies over prijs met de individuele auteur, maar heeft wel als nadeel dat de gehanteerde prijs niet meer representatief is voor gederfde economische waarde. Een boek dat aangekocht wordt door een bibliotheek voor 11 euro, heeft een vrij lange uitleen-levensloop. Als in de winkel al enige tijd een nieuwe (en duurdere) uitgave ligt, wordt nog steeds de oudere uitgave geleend door een lezer, die vervolgens niet het nieuwere boek koopt (derving van inkomsten voor de schrijver). Vergoeding voor die derving vindt echter plaats op basis van de achterhaalde boekprijs.

Daarnaast gaat niet persé elke nieuwe uitgave vergezeld van een nieuw ISBN-nummer. Dus ook al koopt de bibliotheek de nieuwe – duurdere – uitgave aan, en wel zonder nieuw ISBN, dan zal vergoeding plaatsvinden op basis van de oude prijs.

KH



Recente en komende rechtspraak

Lira's rechtszaak tegen de kabelexploitanten

In augustus 2014 stelde de Amsterdamse rechter Lira grotendeels in het gelijk in het geschil met de kabelmaatschappijen UPC, Ziggo en Delta/Zeelandnet. Ze werden veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding in verband met gemiste kabelinkomsten. De kabelaars en de koepel Rodap hebben tegen dit vonnis (het kabelvonnis) hoger beroep aangetekend, en ook door Lira is vervolgens op onderdelen appel ingesteld. Inmiddels worden de kabelvergoedingen op basis van het PAM-Rodap-Convenant sinds 1 januari 2015 weer (deels) betaald. Voor de vergoedingen die nu nog ontbreken (o.a. voor de periode vanaf 1 oktober 2012), zal verder moeten worden geprocedeerd om tot vaststelling van de door Lira geleden schade te komen (schadestaatprocedure).

De uitspraak in hoger beroep – partijen zijn gehoord, de uitslag is alweer enkele malen aangekondigd en uitgesteld – mag redelijkheidshalve nog in de loop van 2016 verwacht worden. De vraag die ons bezig houdt, is: waarom is de uitslag alweer een keer uitgesteld?

Met het bovenstaande verbonden is Lira’s besluit om, samen met VEVAM en NORMA, wegens niet-betalen over te gaan tot een dagvaarding in kort geding bij de Amsterdamse rechtbank tegen een aantal kabelexploitanten. Begin 2016 vond de zitting plaats en inmiddels is er een uitslag die geen van beide partijen voor de volle 100% tevreden stelde. De kortgedingrechter oordeelde dat zij op grond van haar bevoegdheden geen mogelijkheid zag om de kabelaars tot onvoorwaardelijke betaling te dwingen, maar gaf LIRA c.s. in haar overwegingen wel op een aantal cruciale punten gelijk.

 

VOB-Leenrecht

De Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB) is een procedure tegen de Stichting Leenrecht begonnen, niet uit vijandigheid jegens wat de Stichting Leenrecht doet, maar juist uit sympathie voor het soort van uitleningen waarvoor Stichting Leenrecht ooit is opgericht. Onmiddellijk na deze dagvaarding zijn de Stichting Lira en het Nederlands Uitgeversverbond (NUV) daaropvolgend 'tussengekomen' zoals dat heet. Dat wil zeggen dat ze volop als belanghebbende partijen in de procedure meedoen, zij het in tegengestelde kampen.

De bedoeling van de advocaat van de VOB is duidelijk: hij wil op zo kort mogelijke termijn via zogenoemde prejudiciële vragen ten gunste van de bibliotheken de toestemming op Europees niveau afdwingen om ebooks onder de werking van de leenrechtexceptie uit te mogen lenen. Bibliotheken immers zouden het liefst zien dat ze ebooks als gewone boeken zouden mogen uitlenen, wellicht met bijvoorbeeld een window (een termijn na verschijnen waarin het werk niet uitgeleend mag worden) of met een relevant tariefverschil tussen papieren en digitale uitleen dat dan – net als nu – in de Stichting Onderhandelingen Leenvergoedingen (StOL) door betrokken partijen (bibliotheken, auteurs, uitgevers) zou moeten worden overeengekomen of bij onenigheid door de onafhankelijke voorzitter vastgesteld.

Gewone papieren boeken vallen zoals bekend al lang onder het gewone leenrecht. Dat wil zeggen: een auteur kan zich niet met een beroep op de Auteurswet verzetten tegen de uitlening van zijn boek door openbare bibliotheken. Afrekening van het verschuldigde leengeld onder auteurs en uitgevers vindt plaats op grond van tarieven die via de paritair samengestelde, in de Auteurswet beschreven Stichting Onderhandelingen Leenvergoedingen (StOL) uiteindelijk door Stichting Leenrecht bij de bibliotheek worden geïncasseerd en voor het grootste deel door Lira aan rechthebbenden uitbetaald.

Genoemde gerechtelijke procedure zou zich volgens de VOB moeten blijven beperken tot het repertoire dat in de traditionele bibliotheek het meest wordt uitgeleend. Boeken dus, maar dan in digitale vorm.

De Stichting Leenrecht stelt zich passief maar tot medewerking bereid op. Het bestuur van deze uit schrijvers en uitgevers bestaande eigenrechtorganisatie is bereid om zodra over de digitale uitleen in de StOL overeenstemming zou bestaan, de incasso en primaire repartitie van de vergoedingen op zich te nemen, zoals dat ook nu al vele jaren bij de uitleen van gewone (lees: papieren) geschriften gebeurt.

Uitgevers daarentegen lijken problemen te hebben met een onbeperkte bevoegdheid van bibliotheken om tot uitleen van gedigitaliseerde geschriften over te gaan, bevreesd als zij wellicht zijn dat deze ontwikkeling hun commerciële verkoopmarkt ernstig zal verstoren.

Onder auteurs zal een belangrijke rol in de pro- of contra-houding gespeeld worden door het antwoord op de vraag welk nieuw wettelijk uitleensysteem het beste effect op hun financiën heeft. Zij zullen nuchter kijken naar de opbrengsten en de hevigheid waarmee de prijs van het traditionele boek en daaruit voortvloeiende royalty's door de nieuwe uitleenvormen zouden kunnen worden bedreigd.

De Haagse rechtbank heeft in de zomer van 2014 een comparitie van partijen gehouden waarna kort daarop een eerste uitspraak volgde waarin de rechters meedeelden prejudiciële vragen aan het Europese Hof van Justitie te hebben voorgelegd. Daardoor is het antwoord op de vraag 'vallen uitleningen van ebooks onder het leenrecht?' een Europees probleem geworden.

Het lijkt erop dat het niet zolang meer zal duren tot er op Europees niveau een uitspraak op de gestelde vragen zal komen. Inmiddels ligt er een advies op tafel van de advocaat-generaal bij het Luxemburgse Hof van Justitie dat voor de auteurs gunstig uitviel, in die zin dat de advocaat-generaal van mening was dat een hoog beschermingsniveau voor originaire makers ook op dit terrein wenselijk was en dat de auteurs gecompenseerd moesten worden voor de eventueel door de nationale wetgever afgedwongen beperkingen van het verbodsrecht. Uitgevers leken minder tevreden.

Het wachten is op hoe het Hof van Justitie oordeelt over het advies van de advocaat-generaal. Meestal – in 80% van de gevallen – wordt zo’n advies door het Hof overgenomen.

KH



Verslag pleidooi hoger beroep in procedure kabelvergoedingen

Op maandag 25 april 2016 vond bij het Amsterdamse Gerechtshof het pleidooi plaats in de procedure tussen Lira en de kabelbedrijven ZIGGO en Zeelandnet over de betaling van kabelgelden voor de door Lira vertegenwoordigde schrijvers.

Verslag pleidooi hoger beroep in procedure kabelvergoedingen

Voorgeschiedenis

Nadat de kabelbedrijven in oktober 2012 hun betalingen ten behoeve van de Lira auteurs gestaakt hadden, was Lira genoodzaakt de kabelbedrijven voor de rechter te dagen om de kabelgelden alsnog te kunnen incasseren. RODAP, het samenwerkingsverband van Nederlandse producenten, omroepen en televisie-distributeurs heeft zich in deze procedure aan de kant van de kabelbedrijven gevoegd.

De Amsterdamse rechtbank oordeelde bij vonnis van 27 augustus 2014 dat de kabelbedrijven inbreuk maakten op de door Lira beheerde auteursrechten van schrijvers, door zonder toestemming van Lira televisieprogramma's en films aan hun abonnees aan te bieden. De kabelbedrijven moesten alsnog een regeling treffen met Lira voor hun activiteiten, en werden ook veroordeeld tot (nader te bepalen) vergoeding van de schade over de periode dat niets geregeld was.

Als gevolg van dit vonnis is per 1 december 2014 een tijdelijke regeling tot stand gekomen tussen Lira en de betreffende kabelbedrijven en werd vanaf dat moment weer (een voorschot op) kabelvergoeding betaald ten behoeve van de schrijvers. Met ingang van 1 januari 2015 betalen de distributeurs vergoedingen voor filmmakers op grond van een Convenant tussen Lira, VEVAM en Norma enerzijds en RODAP anderzijds.

Waar gaat het om?

ZIGGO c.s. en RODAP konden zich niet vinden in het oordeel van de Amsterdamse rechtbank dat Lira bevoegd is om namens de bij haar aangesloten auteurs kabelrechten uit te oefenen, en hebben hiertegen hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam. De achterstallige kabelvergoedingen over de periode oktober 2012 - december 2014 weigeren zij intussen te betalen. De makers van wie in deze periode werken zijn uitgezonden, wachten dus nog altijd op hun vergoedingen en zijn daarbij mede afhankelijk van de beoordeling van het Gerechtshof op het punt van de rechtenuitoefening door Lira.

Daarnaast is van belang dat de nieuwe regeling met RODAP beperkt is tot vergoedingen voor scenarioschrijvers, en niet voorziet in vergoedingen voor andere makers, die van oudsher ook door Lira vertegenwoordigd worden (zoals bijvoorbeeld schrijvers van verfilmde boeken, cabaretiers, vertalers en radiomakers). Sinds de kabelbedrijven in 2012 stopten met betalen, heeft Lira voor deze groepen auteurs dus geen vergoedingen meer kunnen incasseren en verdelen.

Tussentijdse uitspraak

Tijdens de zitting stelden de rechters een aantal gerichte vragen aan partijen. RODAP kreeg onder meer de vraag voorgelegd of het wegvallen van de kabelvergoedingen in 2012 in enige vorm gecompenseerd was in de rechtenvergoedingen die schrijvers via producenten ontvangen. Het antwoord van de advocaat van RODAP luidde ontkennend, volgens hem waren deze vergoedingen altijd al onderdeel van het bedrag dat een scenarioschrijver van de producent ontvangt voor het schrijven van het scenario.

De advocaten van Lira hebben tijdens de zitting nog eens benadrukt dat het er Lira (uiteraard) niet om te doen is om kabeldoorgifte te blokkeren. Haar enige doel is te verzekeren dat de kabelvergoedingen voor de schrijvers worden veiliggesteld. Zij hebben daar recht op, hebben zich juist om die reden aangesloten bij Lira en rekenen dan ook op die vergoedingen. Lira heeft hierover altijd in redelijkheid afspraken met de kabelexploitanten willen maken, en is daartoe nog altijd bereid.

Ook het Hof gaf aan dat het goed zou zijn als partijen onderling tot overeenstemming zouden komen. Daartoe stelde de Voorzitter voor om de zaak op te splitsen, en nu eerst een tussentijdse uitspraak te doen over de principiële vraag of Lira bevoegd is om kabelrechten namens scenarioschrijvers uit te oefenen (welke vraag dus eerder al door de rechtbank bevestigend werd beantwoord). Aan de hand van die beoordeling zouden partijen dan kunnen proberen om alsnog in goed overleg binnen enkele maanden tot een oplossing te komen. Mocht dit onverhoopt niet lukken, dan zal het Hof zich alsnog buigen over de overige geschilpunten en zal er verder geprocedeerd moeten worden.

Zowel Lira als ZIGGO en RODAP gaven aan deze invalshoek van het Hof te waarderen en lieten weten bereid te zijn tot het voorgestelde overleg na het aangekondigde tussen-arrest van het Hof, waarvoor het Hof de streefdatum van 7 juni 2016 aanhield, inmiddels uitgesteld tot in september 2016.

JD



Mededelingen van het Lira-bestuur

Samenstelling van het bestuur

Sinds Lira's jaarvergadering van 6 juni 2016 maken de volgende personen deel uit van het Lira-bestuur:

Kees Holierhoek, onafhankelijke zetel, voorzitter
Kees Schaepman, zetel van de NVJ, vicevoorzitter
Robert Alberdingk Thijm, zetel van het Netwerk Scenarioschrijvers/VSenV, secretaris
Rien Verhoef, onafhankelijke zetel, penningmeester
Mw. Sophie Kassies, zetel van de VvL/VSenV, lid
Mw. Manon Smits, zetel van de VvL/VSenV, lid
Tsead Bruinja, zetel van de VvL/VSenV, lid
Atte Roskam, zetel van de VvEA/VSenV, lid

KH

 

Terugkeer penningmeester

De voormalige penningmeester van Lira en het Lira Fonds Rien Verhoef die vele jaren de gelden van Lira beheerde en enkele jaren terug aftrad, is in het bestuur van Lira teruggekeerd om de plaats in te nemen van Willem Asman die te kennen had gegeven dat hij wilde terugtreden.

Het bestuur heeft Willem Asmans vertrek met begrip betreurd en de vervanging door Rien Verhoef hartelijk verwelkomd.

KH



– Samenstelling van het bestuur

Sinds Lira's jaarvergadering van 6 juni 2016 maken de volgende personen deel uit van het Lira-bestuur:

Kees Holierhoek, onafhankelijke zetel, voorzitter
Kees Schaepman, zetel van de NVJ, vicevoorzitter
Robert Alberdingk Thijm, zetel van het Netwerk Scenarioschrijvers/VSenV, secretaris
Rien Verhoef, onafhankelijke zetel, penningmeester
Mw. Sophie Kassies, zetel van de VvL/VSenV, lid
Mw. Manon Smits, zetel van de VvL/VSenV, lid
Tsead Bruinja, zetel van de VvL/VSenV, lid
Atte Roskam, zetel van de VvEA/VSenV, lid

KH



– Terugkeer penningmeester

De voormalige penningmeester van Lira en het Lira Fonds Rien Verhoef die vele jaren de gelden van Lira beheerde en enkele jaren terug aftrad, is in het bestuur van Lira teruggekeerd om de plaats in te nemen van Willem Asman die te kennen had gegeven dat hij wilde terugtreden.

Het bestuur heeft Willem Asmans vertrek met begrip betreurd en de vervanging door Rien Verhoef hartelijk verwelkomd.

KH



Vergadering van aangeslotenen 2016

Op zaterdag 18 juni vond Lira’s jaarlijkse vergadering van aangeslotenen plaats in De Balie in Amsterdam. Tijdens de jaarvergadering gaven de bestuursleden van Lira een toelichting op het jaarverslag 2015, het gevoerde beleid van 2015 en de aandachtspunten voor het beleid in 2016 en verder. Voor de aanwezige aangeslotenen de gelegenheid om vragen te stellen en hun oordeel over het gevoerde beleid te vellen. De notulen van deze bijeenkomst vindt u op de website van Lira. Daar vindt u ook het jaarverslag terug.

De cijfers

Lira heeft aan de kant van de incasso het beste resultaat sinds jaren behaald. Dit kwam mede door enkele incidentele repartities vanuit met name de thuiskopiegelden. Hierdoor kon het exploitatieresultaat beperkt worden tot een negatief bedrag van € 241.000,-. Dit was een beter resultaat dan voorzien. In de begroting van 2016 wordt echter nog altijd rekening gehouden met hoge juridische kosten, aangezien aan de incassokant niets vanzelf komt.

Na 2013 - waarin het Lira Fonds een verlies van meer dan 9 ton heeft geleden - heeft het Fonds zich voortvarend hersteld. In 2015 werd er een positief resultaat van € 457.000,- behaald, waardoor in 2016 de algemene reserve weer op peil lijkt te komen.

Ontwikkelingen 2015 en verder

In het audiovisuele veld zijn er in 2015 meerdere rechtszaken geweest en is er een convenant met Rodap (producenten, omroepen en kabelexploitanten) gesloten. Door een intensieve lobby voor de nieuwe wet Auteurscontractenrecht en onderhandelingen over een vergoedingsafspraak, die in een convenant is vastgelegd, is de kabelincasso vanaf 2015 na een kort geding weer op gang gekomen.
In de hoger beroep zaak van Rodap en Ziggo tegen Lira over de kabelincasso over het laatste kwartaal 2012 t/m 2014 wordt medio 2016 een tussenarrest verwacht.

In 2015 daalde de leenrechtincasso nog altijd gestaag. Stichting Leenrecht verrichtte een marktverkenning naar de oorzaken van deze terugloop. Door bezuinigingen zijn veel bibliotheekfilialen gesloten en er zijn veel kinder- en jeugdboeken ondergebracht bij scholen. Daarnaast zijn er veel alternatieve bibliotheekvormen opgekomen die geen leenrechtvergoeding afdragen. Het Ministerie van OC&W gaat in 2016 onderzoek doen naar de oorzaak van de dalende uitleningen.

Bij vergoedingsafspraken tussen uitgevers en bibliotheken voor het uitlenen van e-books zijn geen auteursorganisaties betrokken. Dit is één van de redenen dat Lira ervoor pleit om ebooks onder het leenrecht te laten vallen.
In de procedure e-lending onder het leenrecht heeft de Advocaat Generaal van het Hof van Justitie in Luxemburg in juni 2016 advies uitgebracht. Naar zijn mening is er voor het leenrecht geen verschil tussen een digitaal en een papieren boek waardoor het uitlenen van ebooks onder het leenrecht zou kunnen worden gebracht. De conclusie van het Hof van Justitie wordt later dit jaar verwacht.

Eind november 2015 is er door het Hof van Justitie in Luxemburg ook uitspraak gedaan in de HP-Reprobel zaak. Die uitspraak, in combinatie met de nieuwe digitale component in de reprorecht regeling, leidde er toe dat Lira met de uitgevers en Pictoright (auteursrechtorganisatie voor visuele makers) in gesprek is gegaan over een nieuwe toekomstbestendige reprorechtregeling. Er wordt gezocht naar manieren om de nieuwe mogelijkheden te verenigen met een goede regeling voor auteurs. De gesprekken zijn nog gaande.

Freelance journalisten zijn gemiddeld vrij hoog opgeleid, maar de minst betaalde beroepsgroep in Nederland. De tarieven staan nog altijd onder druk en de krantenuitgevers dwingen freelance journalisten via contracten hun auteursrechten weg te geven.
Door journalisten wordt er op een meerdere fronten strijd geleverd, bijvoorbeeld over Blendle. De journalisten in vaste dienst tonen zich niet altijd solidair met freelance collega’s.

Concluderend lijkt de tijd gekomen om in de naaste toekomst Lira’s frequente bezoek aan de rechtbank te verminderen. Er komt een moment dat onderhandelende partijen zonder hulp van anderen met elkaar een deal moeten sluiten. Om de rechtbank op enige afstand te houden is er een alternatief middel: een bindend advies. Zo’n bindend advies is er begin 2016 voor Reprorecht gekomen. Drie hooggeleerde heren bogen zich op verzoek van Lira (auteurs) en het NUV (uitgevers), ondersteund door Stichting Reprorecht, over de verdeelsystematiek en de verdeelsleutel ten aanzien van een nieuwe Bedrijfsregeling. Het was een bijzondere samenloop van omstandigheden dat het bindend adviestraject samen viel met belangrijke ontwikkelingen op auteursrechtelijk terrein. Door toedoen van het Europese Hof in Luxemburg, zal de vergoeding voor het wettelijk verbodsrecht niet meer aan uitgevers uitgevoerd worden. Ook op het gebied van leenrecht heeft dit mogelijk gevolgen.

Bestuur

Tijdens de jaarvergadering nam Willem Asman – na drie jaar penningmeesterschap - afscheid van het Lira bestuur. Hij heeft financieel leiding gegeven aan de moeilijkste periode van het dertig jarig bestaan van Lira waarvoor het Lira bestuur hem zeer erkentelijk is.

Rien Verhoef is door de vergadering van stemgerechtigde aangeslotenen op niet-bindende voordracht van het bestuur benoemd om Willem Asman op te volgen. Rien Verhoef keert terug om het Lira bestuur een ruimere gelegenheid te geven een definitieve opvolger voor Willem Asman te vinden.

Tsead Bruinja is – op bindende voordracht van de VSenV - voor een periode van drie jaar door de vergadering van aangeslotenen herbenoemd.

Inhoudelijk randprogramma

Onder leiding van Lira-bestuurslid Tsead Bruinja vonden er drie presentaties plaats over culturele en sociale projecten die gesteund zijn door het Lira Fonds.
Zo vertelde Bas Kwakman, directeur van de Stichting Poetry International, hoe de subsidie van het Lira Fonds gebruikt wordt door het Poetry International Festival op het gebied van vertalingen en vertaalprojecten. Jose Vriens van het Valentijngenootschap, dat met steun van het Lira Fonds de jaarlijkse Valentijnprijs voor het beste romantische boek uitreikt, deed uit de doeken wat het genootschap betekent voor de schrijfsters van het romantische genre en hun lezers. En tot slot vertelde toneelschrijfster Heleen Verburg over haar werk met en voor jongeren van Theaterwerkplaats NEST aan het stuk Higher Selfie, dat in 2015 subsidie van het Lira Fonds ontving.



Agenda

In 2016 staan de volgende (na)repartities op het programma: 

 

Omschrijving (na)repartitie Periode van uitkering
Repartitie Auteursfonds 2014 3e kwartaal
Narepartitie LiteROM 2010-2015 4e kwartaal
Repartitie Kabel TV 2015 (2e helft)  4e kwartaal
Repartitie Thuiskopie Video 2015 4e kwartaal
Repartities Leenrecht 2016 4e kwartaal
Repartitie Journalistieke gelden 2015 4e kwartaal

 

 

 

 

 

 

 

 

TvH



Lirafonds: Socugelden

De Stichting Literaire Rechten Auteurs (Lira) int en verdeelt voor auteurs en journalisten bestemde kabelgelden, thuiskopievergoedingen, leenrechtgelden, reprorechtgelden en andere soorten auteursrechtelijke gelden.

In de regel wordt op deze uit te keren gelden, naast een inhouding voor administratiekosten, niet meer dan 10% ingehouden ten behoeve van sociale en culturele doeleinden, ook wel aangeduid als zogeheten ‘socugelden’. Dat is in omvang één/derde minder dan de 15% die door het College van Toezicht Auteursrecht (CvTA) wordt toegestaan.

Sociale en culturele aanvragen

De Stichting Lirafonds beheert en verdeelt de ingehouden gelden die bestemd zijn voor sociale en culturele doelein­den. Het bestuur is identiek aan het Lira-bestuur. 

Uit de sociale gelden worden kosten bestreden die verbonden zijn met ondersteunde organisaties die struc­tu­reel of incidenteel algemene of specifieke belangen van schrijvers, vertalers, scenarioschrijvers en journalisten in hun beroepsuitoefening behartigen. Aanvragers zijn organisaties of instellingen – geen privépersonen – die aan belangenbeharti­ging doen of een duidelijk daarmee verbonden taak vervullen.

Over zogeheten sociale aanvragen wordt rechtstreeks door het bestuur van het Lirafonds besloten.

Culturele aanvragen dienen gericht te worden aan de adviescommissie van het Lirafondsbestuur. Die commissie bestaat in de regel uit drie externe deskundigen en twee leden van het Lirafondsbestuur. Er wordt in de regel vijf keer per jaar vergaderd. In het jaar 2016 wordt er nog vergaderd op donderdag 22 september 2016 en donderdag 1 december 2016. Mocht een vergadering op de geplande dag geen doorgang kunnen vinden, dan wordt in de regel alsnog een aantal dagen later vergaderd.

Aanvragen dienen uiterlijk drie weken voor de betreffende vergadering van de adviescommissie ten kantore van Lira in Hoofddorp te zijn ontvangen, in zesvoud, met een ingevuld aanvraagformulier, een beschrijving van het project, een duidelijke begroting en cv's van betrokken auteurs.

Het zij hier nog maar eens met nadruk gezegd: omdat het Lirafonds bij de culturele aanvragen veelal auteurshonoraria financieel ondersteunt, dienen deze op de begroting met naam en bedrag gespecificeerd voor te komen. Anders ontbreekt een subsidiabele post en pakt de aanvraag vrijwel zeker negatief uit.

Wie kunnen voor culturele bestemmingen subsidie aanvragen?

Ook al zijn de culturele gelden uiteindelijk veelal bestemd voor individuele personen. in het algemeen kunnen alleen rechtspersonen (verenigingen, stichtingen en soortgelijke ver­ban­­den) subsidie aanvragen uit de culturele gelden, geen individuele personen. De subsidies zijn veelal bestemd als bij­drage aan professionele auteursvergoedingen, zoals auteurshonoraria voor literaire manifes­taties, schrijfopdrachten, toneelvertalingen e.d. ten behoeve van incidentele projecten. Zij worden alleen gegeven ter dekking van een tekort op de begroting. Niet gehono­reerd worden aanvragen voor debutanten, amateur­producties en culturele vormingspro­jecten. Grote toneelgezelschappen worden geacht te putten uit hun eigen schrijversbudget.

Subsidies worden verleend in de vorm van een garantiesubsidie waarop eventueel een voorschot mogelijk is.

Nadere informatie over een en ander is te vinden op www.lira.nl/lirafonds en telefonisch te verkrijgen bij Bart Schomaker die het secretariaat over het Fonds voert: telefoon 023 870 0203 of per e-mail: bart.schomaker@cedar.nl.

KH



Vertaler, trek je eigen plan!
Over de Vertaalslag 2016

Op zeven maart 2016 vond in de Amsterdamse Tolhuistuin de jaarlijkse Vertaalslag plaats, een avond georganiseerd door de VvL en de SLAA, mede gesubsidieerd door het Lirafonds. Als thema was gekozen voor "De vertaler als inspirator en initiator". Het werd een avond over klassieke muziek, de liefde (betaald en onbetaald), de hel en de hemel.

Why are Artists Poor?

Hans Abbing, econoom en beeldend kunstenaar, kwam als eerste aan het woord. Op basis van zijn studie 'Why Are Artists Poor?’' was hem verzocht een antwoord te geven op de vraag of "de ondernemende vertaler gedoemd zou zijn een financiële krabbelaar te blijven". Zijn antwoord klonk bevestigend. Als de vertaler er financieel op vooruit wilde gaan, moest hij volgens Abbing in actie komen richting uitgevers of het prestige van het vak op zien te vijzelen. Als voorzet vergeleek Abbing vertalers met de solist in de klassieke muziek; die muzikant maakt ook gebruik van bestaand materiaal, maar wordt gewaardeerd als scheppend kunstenaar (en daar ook naar beloond).

Kiki Coumans

Toen vertaalster Kiki Coumans als student Franse literaire teksten las, vroeg ze zich af hoe die zouden klinken in het Nederlands. Ze wilde zich na haar studie vol passie wijden aan het ontsluiten van onbekende meesterwerken, maar kwam al gauw tot de conclusie dat grote uitgeverijen niet zitten te springen om vertalers met eigen ideeën. Coumans vertelde hoe ze de eerste jaren rond moest komen van opdrachten, maar dat ze uiteindelijk onderdak had gevonden voor haar lievelingsboeken bij kleinere uitgeverijen als Voetnoot en Uitgeverij Vleugels. Ze sloot haar verhaal af door te reageren op de bijdrage van Hans Abbing. "Van elke beroepsgroep kun je wat leren," beweerde de vertaalster gevat, waarna ze een actie aanhaalde van Amsterdamse prostituees die in de jaren tachtig een sticker op de ramen van hun peeskamers plakten met de tekst: "Onder de 75 gulden moet je het niet doen."

Jan Rot

Zanger en componist Jan Rot vond zijn roeping als vertaler via een omweg. Hij begon zijn carrière door zelf liedjes te schrijven. Die liedjes dienden naar eigen zeggen voornamelijk als een open sollicitatie voor de liefde van zijn leven. Bij de eerste try-out van zijn programma had hij haar echter al gevonden. In principe kon zijn lier aan de wilgen. Zijn inspiratiebron was opgedroogd, of liever gezegd: overgelopen. Om toch aan nieuw materiaal te komen besloot Rot zich te richten op het vertalen van popklassiekers, maar daar viel weinig aan te verdienen. Via BUMA vloeide het grootste deel van de royalty's terug naar de auteur van het origineel. Vandaar dat Rot koos voor liedteksten uit de klassieke muziek waarvan de auteursrechten al waren verstreken. Zijn Nederlandse Mattheuspassie wordt inmiddels regelmatig uitgevoerd en zijn cd's met liederen van Schubert waren zelfs te vinden bij het Kruidvat.

Vertaalengel en Vertaalduivel

De Vertaalslag wordt traditioneel afgesloten met de uitreiking van de De Vertaalengel en de Vertaalduivel. NRC-recensent Marco Kamphuis kreeg dit jaar beide toebedeeld. De jury kende De Vertaalduivel toe aan Kamphuis wegens diens slecht onderbouwde kritiek op een Proustvertaling van Martin de Haan en Rokus Hofstede. De engel kreeg hij voor het publiekelijk erkennen van diezelfde fouten. “De weg naar boven en naar beneden zijn één en dezelfde,” zei Kamphuis en haalde daarbij de Griekse filosoof Herakleitos aan in de vertaling van Paul Claes. Beide toekenningen vond hij eigenlijk te veel eer.

Het was een lange en inspirerende avond in de Tolhuistuin. Op het pontje over het IJ overwoog ik nog even of ik om zou fietsen langs Het Concertgebouw of de Wallen.

TB



Vooraankondiging Literaire Vertaaldagen 2016

Op vrijdag 9 december en zaterdag 10 december vinden te Amsterdam de achttiende Literaire Vertaaldagen plaats. Thema van het symposium op vrijdag is ‘De vertaler als schrijver’. Er is een school die stelt dat vertalers per definitie schrijvers zijn, omdat ze van ‘iets’ ‘iets anders’ maken. Er is ook een school die stelt dat vertalers per definitie ambachtslieden zijn, omdat ze ‘iets anders’ van ‘iets bestaands’ maken. Maar bij veel vertalers staat het schrijverschap buiten kijf, omdat ze zelf ook boeken schrijven, omdat ze schrijven over vertalingen van henzelf of die van anderen of omdat ze uit een taal met een zodanig andere structuur vertalen dat schrijverschap vanzelf een vereiste wordt.

Vooraankondiging Literaire Vertaaldagen 2016

Wie spreken er?

Anneke Brassinga (schrijver, dichter en vertaler Engels-Nederlands en Frans-Nederlands, winnaar PC Hooftprijs 2015), Bartho Kriek (schrijver en vertaler Engels-Nederlands, winnaar Letterenfonds Vertaalprijs 2011), Mark Leenhouts (vertaler Chinees-Nederlands, winnaar Letterenfonds Vertaalprijs 2012), Barber van de Pol (schrijver en vertaler Spaans-Nederlands en Engels-Nederlands, winnaar Martinus Nijhoffprijs 1975) en Els Snick (vertaler Duits-Nederlands en literatuurwetenschapper, gepromoveerd op Joseph Roth) zullen elk op hun beurt hun licht over het thema laten schijnen. Daarnaast zal Cees Koster (docent Vertaalwetenschap en Vertalen Engels aan de Universiteit Utrecht) ingaan op de ‘herscheppende’ vertaalarbeid van Pé Hawinkels (1942-1977), over wie hij op het ogenblik een biografie schrijft.

Zaterdag

Op de zaterdag worden naast de gebruikelijke vertaalworkshops (Frans-Nederlands, Duits-Nederlands, Engels-Nederlands, Italiaans-Nederlands, Spaans-Nederlands en Nederlands-Frans, Nederlands-Duits en Nederlands-Engels) twee ‘bijzondere’ workshops gehouden, een vertaalworkshop ‘Scandinavisch’ onder leiding van Paula Stevens en een workshop ‘Gebruik van vertaaltools’ onder leiding van Huub Stegeman. 

Inschrijven

Programma en inschrijfformulieren worden medio september 2016 gepubliceerd op de websites van het Vertalershuis Amsterdam, het Nederlands Letterenfonds, het Vlaams Fonds voor de Letteren, de Vereniging van Letterkundigen en het Expertisecentrum Literair Vertalen.

De Literaire Vertaaldagen zijn in de eerste plaats bedoeld voor hen die als literair vertaler werkzaam zijn of die bezig zijn van het literair vertalen hun beroep te maken. De dagen worden financieel mogelijk gemaakt door het Lirafonds, het Nederlands Letterenfonds, het Vlaams Fonds voor de Letteren, de Vereniging van Letterkundigen en het Expertisecentrum Literair Vertalen. De praktische organisatie is in handen van het Vertalershuis Amsterdam.

Locaties:

RV



Valentijnfestival 2016

Het Valentijngenootschap, genootschap van auteurs van romantische boeken, een van de meest gelezen en door bibliotheken uitgeleende genres, organiseerde dit jaar voor de tweede maal het Valentijnfestival.

Het genootschap had duidelijk haar talent voor gezelligheid volop ingezet voor de editie van 2016. Op een steenworp afstand van Station Ermelo was het zalencentrum rond de gereformeerde kerk omgetoverd tot een feestelijke markt. Rond creatieve workshops, tafels met handgemaakte speelgoedbeesten, snuisterijen en sieraden, een beauty centre waar je een instant make over kon ondergaan en een romantische portretfotograaf gonsde het van activiteit. Lezers, schrijvers en uitgevers van het romantische genre waren uit het hele land toegestroomd, zelfs al was de grote verrassing van het feest geen verrassing meer… Het belangrijkste onderdeel van het feest is immers de uitreiking van de Valentijnprijs aan de schrijfster van het beste romantische boek, en wie dat dit jaar is geworden, was de voorgaande avond al bekendgemaakt in Tijd voor Max. Die publiciteit hadden het genootschap en de vijf genomineerden begrijpelijkerwijs niet aan zich voorbij kunnen laten gaan.

Genomineerden en winnares

Het ging er daarom niet minder opgewekt aan toe in Ermelo. Nadat velen zich hadden gewaagd aan het decoreren van chocoladeharten en het tekenen van Zentangles presenteerde Marjan van den Berg, vorig jaar winnares van de prijs, het programma rond de uitreiking. In tweetallen interviewde zij de genomineerden: Johanna A. van Archem met De trein van 12.10 en José Vriens met Drijfzand, Elly Koster met Blind vertrouwen en Reina Crispijn met Dochter van de sterren en Sandra Berg met Voorbij de duisternis tezamen met wildcard winnares Suzanne Peters met Gebroken glas.

Reina Crispijn werd gemoedelijk uitgelachen om de verbazing die van haar gezicht te lezen was geweest toen ze, tijdens de uitzending van Tijd voor Max, te horen kreeg dat zij de winnares van 2016 was geworden. Reina gaf toe dat ze volkomen overvallen was en het eenvoudigweg niet kon geloven. ‘Pas toen ik thuis aankwam en de grote glimlach op het gezicht van mijn zoon zag, besefte ik dat het echt waar was!’

Tussen de interviews door trok een vrolijke stoet optredens – gedichten, muziek, een conférence – aan het publiek voorbij. Tot slot was de eer aan Eppo van Nispen, directeur van de CPNB, om aan Reina Crispijn de elegante Valentijntrofee uit te reiken. Hij deed dat echter niet dan nadat hij eerst iemand anders in het zonnetje had gezet: Gerda van Wageningen, de initiatiefneemster, stuwende kracht en scheidend voorzitster van het Valentijngenootschap. Hij schonk haar, ‘vrouw van mijn hart’, een hartvormige Valentijnsballon die zij, stralend als altijd, in ontvangst nam.

SK



Hoe kom ik aan hulp en advies?

Hoe kom ik aan hulp en advies?

Voor zaken die Lira, de repartities en het aansluitingscontract tussen een auteur en Lira betreffen: neem contact op met de Stichting Lira, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp; bezoekadres: Kruisweg 793-795, 2132 NG Hoofddorp; tel: 023 870 02 02; e-mail: lira@cedar.nl; website: www.lira.nl.

Voor gewone adviezen over contracten en dergelijke: word lid van één van de afdelingen van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers, De Lairessestraat 125, 1075 HH Amsterdam, tel: 020 624 08 03, e-mail: bureau@vsenv.nl. Literaire, toneel- en verwante auteurs zijn welkom bij de afdeling Vereniging van Letterkun­digen (www.vvl.nu), schrijvers van tv-drama en filmscenario's zijn welkom bij het Netwerk Scenarioschrijvers (www.netwerkscenario.nl).
Of word als freelance-journalist lid van de FreeLancers Associatie (FLA) voor freelance-journalisten, afdeling van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers (VSenV) (www.fla.nl), of – naar keuze – van de Sectie freelance van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ), Johannes Vermeerstraat 22, Amsterdam, telefoon: 020 676 67 71; www.nvj.nl.
Educatieve auteurs worden opgevangen in de Vereniging van Educatieve Auteurs (VvEA) die ook onder de koepel van de VSenV is gehuisvest.

Voor juridische adviezen en hulp in professionele geschillen met uitgevers, omroepen, andere producenten en andere gebruikers van iemands werk, bijvoorbeeld wanneer een contract niet wordt nageleefd of wanneer inbreuk wordt gepleegd op iemands auteurs­rechten: zorg voor aansluiting bij de Stichting Lira door het ondertekenen van een aan­sluitingscontract of word lid van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers (VSenV) of word lid van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) of word lid van de Vereniging van Educatieve Auteurs (VvEA).

Leden van de NVJ doen een beroep voor rechtskundige bijstand op de juridische dienst van de NVJ. Leden van de VSenV, leden van de VvEA en aangeslotenen van Lira die geen lid zijn van de NVJ, sturen bij een conflict een schriftelijk verzoek om financiële ondersteuning (met relevante stukken zoals het contract en relevante correspondentie) naar het bestuur van de Stichting Rechtshulp Auteurs, p/a Bureau van de VSenV, De Lairessestraat 125, 1075 HH Amsterdam, tel: 020 624 08 03, e-mail: rechtshulp@vsenv.nl.

Het kernbegrip voor aanvragen bij Rechtshulp Auteurs is 'professioneel geschil', dat wil zeggen: een conflict als auteur (en niet in een andere hoedanigheid) met een wederpar­tij. Rechtshulp geeft geen adviezen over het sluiten van contracten, dat is het werkterrein van de beroepsverenigingen. Rechtshulp ondersteunt ook geen geschillen die al heel oud zijn, of geschillen waarbij de auteur zelf al een advocaat heeft betrokken, of ge­schillen die niet of slechts heel indirect met het auteurschap te maken hebben.

Het bestuur van de Stichting Rechtshulp Auteurs vergadert maandelijks om de aanvra­gen aan de hand van een reglement te beoordelen. Bij een positief besluit wordt de aan­vrager doorverwezen naar een aantal advocaten, met wie de stichting langdurig relaties onderhoudt. In dat geval wordt maximaal de eerste 1000 euro (plus de BTW) aan advo­caatkosten voor 100% door de stichting vergoed. Indien Rechtshulp besluit na het ad­vies verdere acties te ondersteunen, wordt bij kosten boven de eerste 1000 euro een eigen bijdrage van 5% over het meerdere gevraagd. In de regel zullen de kosten van eenvoudige adviezen van een advocaat niet hoger dan 1000 euro zijn; in dat geval zijn zij dus voor de cliënt gratis. Blijkt de zaak wat ingewikkelder en weerbarstiger en stijgen de kosten tot meer dan 1000 euro (bijvoorbeeld door de noodzaak van een gerechtelijke procedure), dan treedt bij voortgezette steun de 5%-eigenbijdrageregeling in werking, gerekend over de advocaatkosten.
Lira-aangeslotenen kennen boven de eerste 1000 euro daarnaast een eigen risico van 250 euro dat echter kan komen te vervallen, indien zij lid worden van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers (VSenV) of van de Vereniging van Educatieve Auteurs (VvEA).
Tot slot: als uit een juridische actie een opbrengst van welke aard dan ook (schadevergoeding, honorarium, royalty's) voortvloeit van meer dan 4500 euro, dan geldt een aanvullende eigenbijdrage­regeling van 10% van dat meerdere tot maximaal de bij­drage die door Rechtshulp voor advies en procedure is betaald.

Bent u scenarioschrijver of toneelschrijver en wilt u dat de onderhandelingen over al uw contracten gedaan worden door een deskundig onderhandelaar: word dan als scenario­schrijver lid van het Netwerk Scenarioschrijvers (een afdeling van de VSenV) of als to­neelschrijver van de Vereniging van Letterkundigen en/of zorg voor aansluiting bij Lira door een aanslui­tingscontract te ondertekenen, en meldt u vervolgens bij het Contrac­tenbureau, Postbus 15530, 1001 NA Amsterdam; bezoekadres: sinds 1 januari 2016: Van Deysselhuis, De Lairessestraat 125, Amsterdam, tel: 020 530 55 05; e-mail: office@contractenbureau.nl. De twee medewerksters die – ondersteund door advocaten – voor het Contractenbureau werkzaam zijn, voeren namens u overeenkomstig uw wensen de individuele onderhandelingen met producenten, omroepen en toneel­gezelschappen tegen (voor u als aangeslotene bij het Contractenbureau) een vergoeding van 7% van de waarde van de overeenkomst die zij tot stand weten te brengen en 2% van eventuele nakomende inkomsten op het contract.

KH



Stichting Sociaal Fonds Letterkundigen: financiële ondersteuning van schrijvers en vertalers

(Ingezonden mededeling) In de beroepsgroep van professionele schrijvers en vertalers kan het voorkomen dat iemand plotseling en tijdelijk een financieel probleem niet kan oplossen. In zo’n geval is het mogelijk de hulp in te roepen van het Sociaal Fonds Letterkundigen, zoals het officieel heet, afgekort SFL. Het bestuur van het Fonds beoordeelt de aanvragen op een aantal criteria, waarbij ook rekening wordt gehouden met de individuele situatie van de aanvrager. Er kan een eenmalig geldbedrag worden geboden, een enkele keer in de vorm van een renteloze lening, of persoonlijk advies worden gegeven.

Stichting Sociaal Fonds Letterkundigen: financiële ondersteuning van schrijvers en vertalers

Volgens de statuten staat een aanvraag voor ondersteuning bij financiële calamiteiten open voor alle letterkundigen, ook voor hen die geen lid zijn van een beroepsvereniging. Met de uitbreidingen van de VSenV kunnen meer leden een beroep doen op het Fonds. Evenwel vanwege de beperkte financiële middelen zal het bestuur van het SFL in het toewijzingsbeleid de mogelijke literaire achtergrond van de aanvrager in de overwegingen betrekken.

Alle aanvragen worden strikt vertrouwelijk behandeld.

Nadere informatie over het Fonds is te vinden via deze link of via het VSenV-bureau (020 624 0803).

 



Bestuur en bureau van de Stichting Lira

De Stichting Lira, opgericht op 23 oktober 1986, beheert als auteursrechtorganisatie op collectieve wijze auteursrechten en op het auteursrecht gebaseerde vergoedingsaanspraken van schrijvers, vertalers en journalisten die door hen individueel niet, of slechts met de grootst denkbare moeite, te gelde kunnen worden gemaakt.

Postadres

Stichting Lira
Postbus 3060
2130 KB Hoofddorp

Bezoekadres:

Holland Office Center
gebouw 5, 1e etage
Kruisweg 793-795
2132 NG  Hoofddorp

Telefoon: 023 870 02 02
Fax: 023 870 02 10
E-mail: lira@cedar.nl
Website: www.lira.nl

Bankrekeningnummer

NL49 INGB 0659 8049 72

Kamer van Koophandel

41205902

Bestuur Stichting Lira

Kees Holierhoek, voorzitter
Kees Schaepman, vice-voorzitter
Robert Alberdingk Thijm, secretaris
Rien Verhoef, penningmeester
Sophie Kassies, lid
Manon Smits, lid
Tsead Bruinja, lid
Atte Roskam, lid

Bureau Stichting Lira (Cedar BV)

directeur: 
Hein van Leeuwen

accountmanager:
Hanneke Verschuur

beleidsmedewerker: 
Saskia Bakker

secretariaat:
Sonja Bemer
Cabriëlla Vinke

commercieel-administratief cluster: 
Talitha van Hattem, teamleider 
Marianne Bovet 
Petra Daansen 
Martin van Dam 
Mariska Kolman
Hicran Maaskant
Bart Schomaker
Kim Timmers-Veenstra
Petra de Vaal



Colofon

Het Lira Bulletin is een uitgave van de Stichting Lira en wordt sinds nummer 34 (mei 2011) digitaal verspreid onder aangeslotenen en relaties van de Stichting Lira, ook onder de ontvangers van een leenvergoeding, waarvan de verdeling jaarlijks door Lira wordt uitgevoerd in opdracht van de Stichting Leenrecht. Wie dit Bulletin ontvangt, is daarmee niet automatisch bij Lira aangesloten. Aansluiting komt pas tot stand via een handtekening op een zogenoemd aansluitingscontract waarin de auteur bepaalde rechten zoals kabelrechten aan de Stichting Lira in beheer toevertrouwt. Aansluiting bij Lira is kosteloos.

Lira

Postbus 3060
2130 KB  Hoofddorp

Telefoon: 023 870 02 02
Fax: 023 870 02 10
E-mail: lira@cedar.nl
Website: www.lira.nl 

Redactie

Sophie Kassies
Hanneke Verschuur
Tsead Bruinja
Kees Schaepman
Kees Holierhoek (eindredactie)
 

Tekstbijdragen

Jochem Donker
Rien Verhoef

Illustraties

Gabriel Kousbroek
 

Ontwerp

Rutger Fuchs, Amsterdam
 

Bouw website

4net interactive, Maarn