editie 46 / september 2015

Lira Correspondentenprijs 2015

‘Een reportage over de avondvierdaagse in Broek in Waterland vergt toch echt wat minder voorbereiding en tijd dan een reportage over Syrië’, zei Remco Andersen, de winnaar van de Lira Correspondentenprijs 2015 in zijn dankwoord, ‘helaas zijn steeds minder hoofdredacteuren bereid voor dat laatste te betalen. Ze vinden een column van een paar honderd woorden vaak meer waard dan een buitenlandse reportage. Daarom ben ik zo blij met de aandacht van het Lira Fonds, dat helpt om meer geld voor onderzoeksjournalistiek vrij te maken.’

Lira Correspondentenprijs 2015

Boven: Monique Samuel ontvangt de Lira Aanmoedigingsprijs voor correspondenten tot dertig jaar. Onder: Remco Andersen, winnaar van de Lira Correspondentenprijs.

Hoge kwaliteit

Ondanks de bezuinigingen bij de buitenlandredacties was de kwaliteit van de inzendingen volgens juryvoorzitter Margriet Brandsma dit jaar weer hoog. Van de veertig inzendingen staken er volgens de jury twaalf met kop en schouders boven de rest uit. ‘De buitenlandse correspondenten zijn een kostbaar sieraad van de Nederlandse journalistiek’, zei Brandsma, ‘en daar zijn wij, oud-correspondenten, trots op.’

Uiteindelijk bleven er vijf genomineerden op de zeef van de jury achter. Daaronder waren Caroline de Gruyter – ‘Wie schrijft er boeiender, origineler en beter ingevoerd over Europa?’ –, Marijn Kruk met zijn reportage over een Libische bootvluchteling – ‘Het is een verhaal dat eigenlijk alles vertelt’ –, Fred de Vries, die een serie schreef over de moord door de Zuid-Afrikaanse atleet Oscar Pistorius, – ‘Hij is erin geslaagd duidelijk te maken hoe dit bloedige drama het land kwetste en verwondde’ – en Guus Valk met zijn reportages over de Verenigde Staten – ‘Hij analyseert zonder dat je het door hebt.’

 

Remco Andersen

Maar de jury kende de prijs uiteindelijk ‘unaniem en vol overtuiging’ toe aan Midden-Oostencorrespondent Remco Andersen (onder andere de VolkskrantElsevier en De Morgen), die werkt ‘in de traditie van de klassieke oorlogscorrespondenten’. Brandsma: ‘Wij bewonderen zijn snelle, indringende, vaak aangrijpende reeks schetsen van personen, situaties, bombardementen, verwoestingen, die de lezer laten zien waar hij als correspondent getuige van was.’ Andersen is ‘altijd op stap, alert, in moeilijke, gevaarlijke omstandigheden, maar – en dat siert hem – enthousiast, bedachtzaam, onvermoeibaar op zoek naar de feiten en achtergronden.’

 

Monique Samuel

Net als Andersen onderstreepte ook de winnaar van de Lira Aanmoedigingsprijs voor correspondenten tot dertig jaar, Monique Samuel, in haar dankwoord de moeilijk positie waarin correspondenten verkeren: ‘Freelancers worden uitgebuit. Jij ben toch in de regio,' zegt een redactie, 'dan kun je toch wel even een stukje schrijven.’ Maar net als Remco Andersen laat ze zich door de uitbuiting niet uit het veld slaan: ‘Onze wereld wordt steeds kleiner, laat mij de sociale bewegingen beschrijven, over de grenzen van regio’s en krantenpagina’s heen.’

Monique Samuel schreef reportages over Iran, Tunesië en Israël vanuit het perspectief van haar leeftijdgenoten, onder andere voor De Groene Amsterdammer en De Correspondent. Brandsma: ‘Haar werk is verfrissend, hoopgevend en voor de mensen die ze beschrijft heb je respect, ze geven je hoop.’ Instemmend citeerde ze de woorden die mede-jurylid Peter Brusse over Samuel had gebezigd: ‘Wat mij trof was dat ze als een vlinder licht en sierlijk rondvliegt, ernstig, betrokken en toch met veel humor. En ze kijkt goed en scherp. Ze heeft iets van een chroniqueur, iemand die voorbijtrekt, wat het heel aantrekkelijk maakt. Ik dacht even aan de reisverhalen van ondernemende vrouwen uit 1900.’

Ondernemend en wars van conventies is Samuel zeker, want in haar dankwoord zei ze langs haar neus weg ook nog dat ze zich sinds een week Mounier noemt, omdat het etiket vrouw haar niet meer past. Kortom, een gedenkwaardige eerste winnaar van de Lira Aanmoedigingsprijs.

TvdB