editie 46 / september 2015

Convenant Lira-NUV opgezegd

Ongeveer vijf jaar geleden kwam er tussen Lira en het NUV een convenant tot stand, een overeenkomst waar beide partijen zich aan zouden houden. Het was op een moment dat het Lira-bestuur zich al geruime tijd afvroeg wat het aan moest met exploitaties die zichzelf aan het digitaliseren waren, zoals de LiteROM, een verzameling van recensies uit dag- en weekbladen. Om zich ten overstaan van snel opkomende digitale exploitaties niet te laten marginaliseren zou Lira moeten proberen een voet aan de grond te krijgen door zich open te stellen voor de digitale rechten van auteurs, liefst in goede samenwerking met uitgevers. Ondanks die hardop geuite, nogal gematigde intentie reageerden uitgevers onverwacht heftig op Lira's stap in de richting van die digitale toekomst. Zij hielden het digitale veld graag in eigen exclusieve hand. Daar viel in moeilijke tijden bijvoorbeeld in samenwerking met bibliotheken misschien nog iets aan te verdienen.

Convenant Lira-NUV opgezegd

Het Convenant

Om een botsing van krachten vóór te zijn is toen uit langdurige onderhandelingen het Convenant geboren: een regulering van collectieve exploitaties inclusief die van digitale aard en in toenemende mate ook die van gemengde samenstelling. Ook achteraf gezien blijft dat een goed ding. Toch ging het niet goed.  

Aan uitgevers werd achteraf gezien misschien een al te zware rol toebedeeld in het Convenant. Vrijwel alles werd namelijk afhankelijk gemaakt van hun instemming. En jammer genoeg begon het Convenant vooral daardoor als een producent van veto's te werken. De ene na de andere digitale exploitatie werd door het NUV als niet-collectief bestempeld. Het leek er op het laatst op dat er verder helemaal geen collectieve exploitaties meer op deze wereld waren en dat alle nieuwe digitale gebruiksvormen als individueel bestempeld moesten worden. Want zeg nou zelf: per slot van rekening kwam het geld uit de leenrechtverdeling ook helemaal aan het slot bij twee individuen terecht: een auteur en een uitgever. En zo ook bij het reprorecht.

Het collectief dreigde zich op te lossen in heel veel individuen en daar kwam Lira niet meer aan te pas, terwijl bij veel gebruiksvormen alle kenmerken van een collectieve exploitatie aanwezig waren. Zoals daar zijn: de onmogelijkheid om te zeggen wiens werk gebruikt wordt en de daaruit voortvloeiende noodzaak van collectieve mandatering en vrijwaring (zie reprorecht) of de praktische noodzaak om collectief te opereren om redenen van efficiëntie en effectiviteit (zie leenrecht).

 

Blendle

Toen Lira zich ten behoeve van de journalistieke aangeslotenen bij Blendle meldde om in ruil voor een door Lira te verstrekken licentie namens de auteurs vergoedingen ten behoeve van Lira-aangeslotenen in ontvangst te nemen, verklaarde het NUV deze exploitatie tot een niet-collectieve exploitatie wat vervolgens in zou inhouden dat Lira niet voor aangesloten journalisten op zou kunnen treden. Toen het NUV daarbij een beroep deed op het Convenant, was het Lira-besluit redelijk gauw tot stand gebracht: het Lira-bestuur zag geen heil meer in voortzetting van het Convenant en besloot de overeenkomst op te zeggen.

 

Hoe verder?

Het is alleszins redelijk dat auteurs en journalisten meer over hun eigen geld te vertellen willen krijgen. Ook over hun digitale geld. In een werkelijk door beide partijen gedragen systeem hebben beide partners een even belangrijke, zij het onderling verschillende rol. Je kunt er alleen maar van dromen, maar zowel auteurs als uitgevers zouden in dienen te stemmen met het verlenen van het kenmerk 'collectief' alvorens een bepaalde exploitatie de kenmerken en status van zo'n collectieve exploitatie krijgt. Beider instemming of afwijzing wordt in die omstandigheden geen voorwerp van oneigenlijke argumenten. Vervolgens wordt de te verdelen som geld aan de top in een overeengekomen verdeelsleutel verdeeld. Bij het leenrecht is dat –om een voorbeeld te geven- in een 70-30-verhouding: 70% voor de auteur, 30% voor de uitgever waarbij automatisch het non-shopping-beginsel van toepassing wordt verklaard: wie als uitgever langs het uitbetalingsloket voor leenvergoedingen is gegaan om zijn geld te krijgen, kan niet ook nog eens bij hetzelfde loket een aanvraag in de rol van auteur in gaan dienen. Op zo'n manier wordt voorkomen dat de sterkste partij zich door rechtenoverdracht een unieke want overheersende positie verwerft.

 

Nieuwe opzet

In een eventuele nieuwe opzet zou een bestuursbesluit van Lira om met een bepaalde digitale exploitatie onder nader overeen te komen voorwaarden mee te gaan bijna automatisch moeten leiden tot overeenstemming over de vergoedingen en het beheer over die vergoedingen. In dat geval zou Blendle bij Lira langsgekomen moeten zijn om tarieven af te spreken voor het hergebruik van journalistieke werken in de Blendle-exploitatie.

Nu betrokken exploitanten dat niet gedaan hebben, kun je de opzegging van het Convenant ook zien als vrijmaking van de weg naar een gerechtelijke procedure, iets waarmee wellicht niet alleen het journalistieke veld gediend zou zijn.

KH