editie 44 / oktober 2014

Een woord van de voorzitter

Lira heeft de procedure tegen drie kabelexploitanten (UPC, Ziggo en Delta) bij de Amsterdamse rechtbank gewonnen. Lira is vanzelfsprekend gehouden uitspraken van rechters te respecteren. Het voert het uitgesproken vonnis dan ook uit. Het doet dat met des te meer voldoening, nu de door de jaren heen beleden opinie van het Lira-bestuur over de aansluiting van tekstmakers bij Lira door de meervoudige kamer is bekrachtigd. Op audiovisueel vlak blijkt Lira op grond van getekende aansluitingscontracten wel degelijk over de kabelrechten te hebben beschikt waarvoor zij vergoedingen incasseerde. Het zijn de kabelexploitanten geweest die vanaf 1 oktober 2012 geweigerd hebben die terechte vorderingen van Lira adequaat te honoreren. Dat zal dus alsnog dienen te gebeuren.

Het vonnis stelt Lira op vrijwel alle punten in het gelijk. Binnen drie keer dertig dagen na –zoals dat heet- betekening van het vonnis moeten kabelexploitanten alsnog betalen wat zij verschuldigd zijn, inclusief een vergoeding voor de door Lira en haar aangesloten schrijvers geleden schade. Daarover zullen partijen het met elkaar ten overstaan van de executierechter eens moeten zien te worden. Duurt het allemaal langer dan 3 keer 30 dagen, dan zijn de drie kabelaars elk dwangsommen verschuldigd van 50.000 euro voor elke dag dat ze in gebreke zouden blijven. Dan groeit dus de vordering van Lira op haar wederpartijen met 150.000 euro per dag.

Collectief beheer van rechten wordt in Nederland maar moeizaam tot nauwelijks aanvaard. Alsof de Auteurswet zoiets zou verbieden of hinderen. Alsof rechthebbenden in verreweg de meeste Europese landen zich niet verenigd hebben om hun aanspraken collectief te gelde te maken. Jammer genoeg zijn kabelaars niet de enige dove betalingsplichtigen. Laat staan dat ze de enige schuldenaars zouden zijn die weigeren te betalen. En dat valt in zekere zin nog te begrijpen ook. Want collectief beheer van rechten is een krachtig middel voor makers van auteursrechtelijk beschermde werken om te krijgen waar ze conform de wet recht op hebben. Betalingsplichtigen schrikken daarvan. Samen met een krachtige ondersteuning in de vorm van goede wetgeving, speciaal met betrekking tot auteurscontracten, moet collectief beheer in staat geacht worden creatieve makers het begin van een financiële bodem te verschaffen op grond waarvan zij hun bestaan en daarmee hun werk voort kunnen zetten.

Europa erkent een bijzondere zorg van overheden voor vergoedingen die in ruil voor een beperking van de auteursrechtelijke bevoegdheden bij wet of op andere wijze aan makers worden toegekend. Het vrij recente arrest van het Europese Hof van Justitie dat kortweg wordt aangeduid als het Luksan-arrest, is van die erkenning een goed voorbeeld. Dat arrest wijst de praktijk af waarin wettelijk vastgestelde financiële aanspraken van makers voor een deel worden opgeëist door exploitanten. Dus door uitgevers en producenten. Denk aan de thuiskopievergoeding. Denk ook aan reprorecht. Het valt te verwachten dat genoemd arrest nog lang niet aan de grenzen van zijn toepassing is toegekomen. En ook al betrof het in eerste instantie thuiskopiegelden voor audiovisuele creaties (Luksan is een regisseur), het zal daar naar verwachting niet toe beperkt blijven. Als exploitanten niet uit zichzelf tot betere afspraken met makers komen, zal de Europese wetgever, meer nog dan de Nederlandse, op bepaalde terreinen het aandeel van exploitanten in de opbrengsten gaan verminderen. Te verwachten valt dat ook het reprorecht voor zover daarin uitgegaan wordt van door de overheid vastgelegde tarieven, de gevolgen van Luksan zal ondervinden, op zijn strengst door een verbod op de afdracht van wettelijk geregelde kopieer- en printvergoedingen aan uitgevers.

Onderhandelingen over de kabelgelden zijn gaande. Ze vallen in tweeën uiteen: voor het verleden de afwikkeling van het vonnis, voor de toekomst onder nieuwe wetgeving een vanuit de overheid opgezet onderhandelingstraject dat moet proberen makers en exploitanten tot overeenstemming te brengen. Begin december 2014 weten we vast meer.

Kees Holierhoek, 
voorzitter Stichting Lira