editie 43 / mei 2014

– Norma-Kabelexploitanten

In de cassatieprocedure die Stichting Norma op grond van de naburige rechten van haar aangesloten acteurs voert tegen de kabelexploitanten heeft de advocaat-generaal ongeveer een half jaar terug zijn advies gepubliceerd. Dat advies van de advocaat-generaal laat zien hoezeer hij volhardt in zijn al langer bekende opvattingen. Rechthebbende acteurs achten zich op tal van punten verkeerd begrepen en tekort gedaan. In een zogenoemde Borgersbrief hebben zij nog enige krachtige laatste pogingen tot correctie gedaan. 

De Hoge Raad deed betrekkelijk kort na het advies van de advocaat-generaal uitspraak en dat arrest was zeer teleurstellend voor naburigrechthebbenden. Over enkele heikele kwesties die een behandeling door het Europese Hof van Justitie verdienen, heeft de Hoge Raad een oordeel behendig vermeden, maar het resultaat van het arrest was dat Norma in het ongelijk werd gesteld. Opvallend en voor sommige advocaten ook onbegrijpelijk bleef het feit dat het niet nodig werd geoordeeld het Europese Hof van Justitie enkele hoogst relevante prejudiciële vragen voor te leggen. Zulk soort vragen naar Europese rechtsopvattingen kunnen alleen door rechters gesteld worden en zouden veel eerder dan anders tot meer duidelijkheid kunnen leiden.

Ofschoon het arrest rust op een ander recht en zelfs een andere wet betreft dan het auteursrecht en de Auteurswet, is de Norma-procedure ook van belang voor auteursrechthebbenden, omdat het over dezelfde kwestie gaat: de weigering van kabelexploitanten om kabelgeld te betalen in een specifieke exploitatie van auteursrechtelijk beschermde werken waarin de ratio voor een vergoeding wezenlijk gelijk is gebleven.

KH