editie 34 / mei 2011

DBNL: tijd voor een vergoeding

De Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (DBNL) is een website over de Nederlandse literatuur, taal en cultuurgeschiedenis. De website bevat literaire teksten, secundaire literatuur en aanvullende informatie over auteurs zoals biografieën en portretten.

DBNL: tijd voor een vergoeding  De DBNL is in 1998 opgericht door de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. Ze is begonnen met het digitaliseren en online plaatsen van auteursrechtvrij materiaal (70 jaar na het overlijden van de maker vallen werken toe aan het publieke domein), maar inmiddels ontplooit zij steeds meer initiatieven met auteursrechtelijk beschermde werken.

Zo heeft de DBNL aangekondigd dat zij ruim zestig literaire, culturele en wetenschappelijke tijdschriften online ter beschikking wil stellen en is ze met dat project alvast van start gegaan. Daarnaast bevat de basisbibliotheek een selectie van duizend titels uit de Nederlandstalige cultuurgeschiedenis, waaronder ook recente titels. De DBNL beheert ook de website www.onzekinderboeken.org die 7.000 prenten- en kinderboeken uit het Nederlandse taalgebied bevat, óók titels die nog auteursrechtelijk beschermd zijn. Andere projecten waarbij auteursrechtelijk beschermd materiaal wordt gebruikt zijn nog in ontwikkeling.

Toestemming

Voor de projecten waarbij auteursrechtelijk beschermd materiaal wordt gedigitaliseerd en online ter beschikking wordt gesteld is vooraf de schriftelijke toestemming van de rechthebbenden vereist. De DBNL vraagt deze toestemming rechtstreeks om niet aan rechthebbenden. Dit betekent dat rechthebbenden geen vergoeding zullen ontvangen. Lira ontvangt regelmatig vragen van auteurs die zo’n verzoek van de DBNL hebben ontvangen.

Vanzelfsprekend onderschrijven wij het maatschappelijk belang van het ontsluiten van het Nederlandse literaire erfgoed. Lira wil dit soort initiatieven graag ondersteunen op basis van de aan haar overgedragen digitale rechten. Lira zou de initiatieven van de DBNL voor zover het door Lira vertegenwoordigd repertoire betreft, graag willen faciliteren door middel van een collectieve licentie, waartegenover vanzelfsprekend een redelijke vergoeding dient te staan die ten goede komt aan onze achterban.

Vergoeding

Vanaf het begin hebben wij dan ook te kennen gegeven het bezwaarlijk te vinden dat de DBNL toestemming om niet aan rechthebbenden vraagt voor werken waarop nog auteursrecht rust. Lira staat op het standpunt dat redelijkerwijs voor het (her)gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal een passende vergoeding hoort te worden betaald. Dit wringt des te meer omdat de DBNL wordt gefinancierd met overheidssteun. Naar Lira’s mening is het nauwelijks toelaatbaar dat subsidiegelden uitsluitend worden aangewend voor het technische deel van dit soort digitaliseringsprojecten (het scannen en digitaliseren van de werken zelf) en dat er daarbij geen geld wordt gereserveerd voor de rechthebbenden wier werk online wordt gezet.

Auteurs die aan de DBNL ‘gratis toestemming’ verlenen, ondermijnen hiermee de positie van medeauteurs die wél de vergoeding wensen waarop zij recht hebben. Bovendien verwachten andere (digitaliserende) partijen deze toestemming dan ook gratis te ontvangen en kalft het maatschappelijk draagvlak af. Een ontwikkeling die niet in het belang van auteurs is en tot waardevermindering of zelfs waardevernietiging van tekst kan leiden.

Collectief beheer

De praktijk wijst uit dat bij dit soort grootschalige projecten toestemmingen op individueel niveau niet of nauwelijks realiseerbaar zijn. Daarom is nu juist het systeem van het collectief beheer hiervoor bij uitstek geschikt. Met een collectieve licentie kan de DBNL zich veel tijd en inspanning (en dus geld) besparen die zij nu investeert in de individuele benadering van rechthebbenden.

Zowel bij Lira als bij de beroepsorganisatie Vereniging van Letterkundigen hebben zich auteurs gemeld wier werk op de site van de DBNL was geplaatst zonder dat zij daarvoor toestemming hadden gegeven. Niet voor álle auteursrechtelijk beschermde werken op de website is dus daadwerkelijk toestemming van rechthebbenden verkregen. Dat is niet verwonderlijk gezien het inmiddels aanzienlijke repertoire dat te vinden is op dbnl.nl.

De DBNL en Lira hebben in de afgelopen jaren regelmatig gesprekken gevoerd, waarbij de DBNL aangaf op zoek te zijn naar een businessmodel waarmee een vergoedingensysteem voor de rechthebbenden zou worden opgezet. Tot onze teleurstelling heeft dit tot op heden niet tot resultaten geleid. Lira beraadt zich daarom nu op een manier om de grootschalige digitalisering van de DBNL voor alle betrokken partijen eenvoudig mogelijk te maken, zonder dat daarbij de rechten van auteurs met voeten worden getreden of hun op oneigenlijke gronden een redelijke vergoeding voor het gebruik van hun werk wordt onthouden.

NUV en VvL

Daarbij proberen wij in goed overleg met het Nederlands Uitgeversverbond (NUV) te komen tot een breed gedragen regeling, waarbij Lira collectief kan optreden op basis van de aan ons overgedragen digitale rechten en niet-exclusieve last-en-volmachten. Voor veel oudere boeken die niet meer commercieel verkrijgbaar zijn, geldt immers dat de digitale rechten op die werken vaak door auteurs aan Lira zijn overgedragen. Veel van de rechten op die boeken zijn niet bij de uitgevers terecht gekomen. Ook voor zeer recent werk zijn door duizenden auteurs de digitale rechten overgedragen aan Lira. Daarmee ligt een rol voor Lira om collectief op te treden voor de hand. Vorig jaar hebben wij nu juist over zo’n collectieve rol voor Lira afspraken gemaakt met het NUV in een samenwerkingsovereenkomst.

De Vereniging van Letterkundigen, die ook al jarenlang met de DBNL over dit heikele onderwerp in gesprek is en voor wie de opstelling van de DBNL ook onbegrijpelijk is, deelt het standpunt van Lira dat - nu de DBNL steeds verder verwijderd raakt van het publieke domein - een collectieve regeling met daaraan gekoppeld een passende vergoeding voor de rechthebbenden gewenst is.

SB/HV