editie 26 / september 2008

Nieuwe aansluitingscontracten

Lira houdt zich als auteursrechtorganisatie bezig met het collectief beheer voor schrijvers en vertalers van hun rechten op auteursrechtelijk beschermde werken, en zal dat blijven doen. Maar af en toe moet de vraag gesteld worden wie er allemaal onder die omschrijving van ‘schrijvers en vertalers’ vallen, wat er precies met die ‘werken’ bedoeld wordt en tenslotte: over welke rechten het precies gaat.

Het nieuwe antwoord

Lira is sinds ruim een jaar bezig met een herformulering van haar aansluitingscontracten en -in het verlengde daarvan- de statuten. Dat gebeurde op initiatief van het bestuur door een commissie die allereerst het kader voor een wenselijke herziening formuleerde. Vervolgens is het ontwikkelingsproces toevertrouwd aan enkele interne en externe juridische deskundigen. Inmiddels is dat adviseringstraject zo goed als voltooid.  Binnenkort zal het Lira-bestuur een besluit moeten nemen over de nieuwe tekst van het aansluitingscontract. Omdat intussen wel duidelijk is welke kant het op zal gaan, wordt het tijd met de eerste resultaten naar buiten te treden, onder het voorbehoud van uiteindelijke bestuurlijke besluitvorming. Auteurs van velerlei aard zullen er de komende maanden iets van gaan merken. Deze uiteenzetting wil daarop een voorbereiding zijn.

Uitbreiding tot alle teksten


Uitgangspunt bij de herformulering van het aansluitingscontract was dat Lira’s aanvankelijk beperkte doelgroep van literaire schrijvers en vertalers, scenaristen en toneelauteurs wordt verbreed tot in beginsel alle makers van teksten. Het is Lira’s ambitie een auteursrechtorganisatie voor makers van teksten te worden, niet uit imperialisme, maar omdat het onderscheid tussen teksten, in elk geval wat hun verspreidingswijze betreft, als gevolg van de digitalisering aan het vervagen is. Met enige overdrijving gezegd: bijna alles wordt digitaal en elektronisch.

De realisering van deze ambitie heeft niet alleen gevolgen voor de met woorden geschreven soorten werken waar Lira zich sterk voor wenst te maken, maar daarmee ook voor het soort van makers aan wie Lira diensten aan zou willen bieden, en het belangrijkste: voor het soort rechten dat Lira wenst te beheren.

Om een indruk te geven van het nieuw afgepaalde werkterrein geef ik een drietal definities die in het ontwikkelingstraject naar de nieuwe aansluitingscontracten zijn geformuleerd. Dat begint met een nieuwe algemene definitie van wat Lira tot haar werkterrein rekent en wordt vervolgens langs twee toegangswegen verhelderd: één via de vraag om welke concrete soorten van werken het gaat, de ander via de vraag welke concrete soorten van makers daarbij horen.

Algemene definitie

Lira’s werkterrein omvat auteursrechten van makers van literaire, educatieve, wetenschappelijke en andere teksten en de op deze veelsoortige teksten gebaseerde audio-, video-, theatrale, audiovisuele en multimediale producties, al dan niet zijnde verveelvoudigingen in gewijzigde vorm van de tekst van welke aard en in welke vorm ook, zowel analoog als digitaal, traditioneel ook wel aangeduid als de literaire en grote (of dramatische) alsook audiovisuele rechten, maar daartoe niet noodzakelijk beperkt blijvend.

Concrete werken

Dat is allemaal nogal juridisch. Om het concreter te maken: het gaat daarbij onder meer om de volgende concrete soorten werken die door schrijvers en vertalers gemaakt worden of waaraan zij een bijdrage van scheppend karakter leveren: gedichten, verhalen, essays, columns, novellen, romans, éénakters, toneelstukken, sketches, hoorspelen, conferences, tv-spelen, tv-series, tv-films, speelfilms en animatiefilms, alsook om muziek-dramatische werken van schrijvers/componisten, zoals opera's, operettes en musicals, alsmede om educatieve, wetenschappelijke en andere geschreven werken.

Concrete makers

Als we bij de relevante makers terecht komen, moeten in ieder geval genoemd worden:  de dichter, de prozaschrijver, de essayist, de toneelauteur, de scenarioschrijver, de hoorspelauteur, de librettist/componist van opera’s, operettes en musicals, de vertaler, de ondertitelaar, de bewerker, kortom: iedereen die auteursrechtelijk beschermde teksten van literaire, literair-dramatische, muziekdramatische, educatieve, wetenschappelijke en andere aard maakt.

Soorten rechten

Het gaat bij dit alles niet om alle rechten van genoemde makers op genoemde werken, maar om bepaalde soorten rechten die opgesomd worden in wat het aanhangsel exploitatie-omvang heet. Dat ‘aanhangsel exploitatie-omvang’ zijn een aantal pagina’s die onmiddellijk volgen op het aansluitingscontract en daar juridisch één geheel mee vormen.

Dat Lira een beperkt aantal rechten beheert, vloeit voort uit Lira’s zelfgekozen missie om zich vooral bezig te houden met rechten die door individuele makers niet of nauwelijks te gelde gemaakt kunnen worden. Want wat moet je als scenarioschrijver of dichter met je kabelrecht als er iets van je uitgezonden gaat worden? Je kunt moeilijk aan alle kabelexploitanten in Nederland een brief gaan zitten schrijven met de vraag of zij geld aan je over willen maken. Kabelrechten kun je in de praktijk alleen collectief omzetten in een vergoeding. En dat geldt evenzeer voor  veel andere rechten.

Met andere woorden: Lira vraagt van auteurs om de overdracht van bepaalde rechten, vooral ter veiligstelling van de vergoeding waar de betreffende auteurs aanspraak op kunnen maken. Om dat specifieke doel van de overdracht nog eens langs een andere weg te verduidelijken: Lira vraagt geen rechten om zelf een uitgeverij, tv-station of toneelgezelschap te beginnen. Lira doet namelijk in strikte zin niet zozeer aan rechtenexploitatie als wel aan rechtenbeheer

Dat wil niet zeggen dat Lira ook zonder rechtenoverdracht succesvol zou kunnen opereren. Aan het bezit van bedoelde rechten is namelijk meestal een verbodsrecht verbonden, en dat verbodsrecht blijkt soms nodig om vergoedingen af te dwingen.

Verplicht en facultatief

Voor auteurs is vooral ook de nadere herformulering van het aanhangsel exploitatie-omvang van belang. Zonder in te gaan op al te veel details vallen daarbij twee zaken op: het aanhangsel vermeldt twee soorten rechten:

(1) verplicht over te dragen rechten/vergoedingsaanspraken en 

(2) facultatief over te dragen rechten. 

De eerste groep dient altijd overgedragen te worden, de tweede groep van rechten wordt -per recht- overgedragen indien de auteur dat -per recht- wil.

Verplichte overdrachten

Om de status van aangesloten auteur te bereiken, met alle voordelen daaraan verbonden, wordt in het nieuwe aansluitingscontract de overdracht gevraagd van wat tot de corebusiness van Lira behoort. Heel kort wil dat zeggen, en ik probeer mij zoveel mogelijk in bijna gewoon Nederlands uit te drukken: 

(1) kabel- en vergelijkbare uitzendrechten, gelijktijdig en niet-gelijktijdig met de omroepprogrammering 

(2) openbaarmaking via tv,  radio, recorders etc. in cafés, ziekenhuizen, gevangenissen etc.

(3) on-demand-rechten op audio(-visuele) werken

(4) uitzendingen via elektronische netwerken zoals internet etc. 

(5) rechten op werken die als onderdeel van een productie van de Nederlandse publieke omroep door derden worden geëxploiteerd, alsmede 

(6) vergoedingsaanspraken inzake leenrecht-, thuiskopie- en reprorechtgelden.

De drie laatstgenoemde vergoedingsaanspraken (leenrecht, thuiskopie en leenrecht) zijn bedoeld om een steviger basis te leggen onder Lira’s jarenlange bemoeienissen op de terreinen van thuiskopie, reprorecht en leenrecht. 

Voor wie zich het oude aansluitingscontract herinnert, zal in dit lijstje bekende zaken tegenkomen én enkele nieuwe en overigens wel wat andere ‘moderne’ formuleringen. Verspreidingstechnieken veranderen en daarmee ook de taal van contracten.

Facultatieve overdrachten

Alleen als een auteur zich bij Lira aansluit via de overdracht van een reeks verplichte overdrachten, kan hij daarbij, als hij dat wil, kiezen uit de overdracht van een aantal aanvullende rechten. Bij deze facultatieve rechten gaat het om:

(1) rechten op teksten op elektronische netwerken zoals op internet etc.

(2) toneelopvoeringen in het buitenland

(3) uitzendingen in het buitenland

(4) mechanische reproductierechten, te begrijpen als vastleggingen op beeld-, geluids- en andere dragers.

Ook als facultatieve overdracht heeft plaatsgevonden, kan de auteur in heel precies omschreven gevallen besluiten om toch géén gebruik te maken van Lira’s diensten, maar zelf tot openbaarmaking over te gaan, bijvoorbeeld door teksten zelf op een eigen internetwebsite te zetten. 

Waarom een herformulering?

Die herformulering van het aansluitingscontract heeft diverse achtergronden, maar heeft in ieder geval direct te maken met aanpassingen aan de actualiteit. Iedereen weet dat de manier waarop teksten verspreid worden -in de vorm van teksten maar ook in de vorm van bijvoorbeeld op boek- en scenarioteksten gebaseerde  films en tv-drama- de laatste tijd aanzienlijk is veranderd, vooral door de digitalisering van werken en de daardoor mogelijk geworden elektronische distributie. Ook moet in dit verband het beëindigen van ether-uitzendingen vermeld worden waardoor het verschil tussen primaire en secundaire rechten is gecompliceerd.

Die nieuwe digitale of elektronische rechten dienen een duidelijke plaats te krijgen in Lira’s aansluitingscontracten, juist omdat er de afgelopen jaren succesvolle acties tot aanvulling van overdrachten zijn geweest, zoals met betrekking tot de elektronische distributie van gedigitaliseerde werken. De resultaten daarvan wachtten nog op meer systematische plaatsing in het geheel van rechten in het ‘aanhangsel exploitatie-omvang’. Met andere woorden: er was behoefte aan meer duidelijkheid en overzichtelijkheid.

Een belangrijke impuls kwam ook van de suggestie van de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) om met rechthebbenden van verschillende aard (in elk geval ook scenarioschrijvers) naar het Buma-model te gaan onderhandelen over de betaling van jaarlijkse bedragen voor een veelomvattend gebruik van audiovisuele werken. Om daaraan mee te kunnen doen moet een organisatie als Lira dan natuurlijk wel over zulke zogenoemde primaire uitzendrechten beschikken.

We maken er geen geheim van dat we ook de onderhandelings- en incassopositie van Lira willen versterken door meer verplichte overdrachten te vragen op terreinen waar dat nodig of wenselijk is gebleken. Ervaringen, de afgelopen jaren in de dagelijkse praktijk opgedaan spelen daarin een belangrijke rol, maar ook de toekomst zoals we die zich zien ontvouwen.

Ook was in de praktijk gebleken dat er eigenlijk twee soorten relaties tussen aangesloten auteurs en Lira gingen ontstaan: auteurs die zich in hun aansluiting beperkten tot wat móest en auteurs die daarnaast nog wat extra’s wilden. Dat verschil hebben we op het aanhangsel duidelijker aangegeven en wel in het verschil tussen verplichte en facultatieve overdrachten. Het aantal  verplichte overdrachten is daarbij  uitgebreid. De overdrachten die een auteur naar eigen keus kan aankruisen, de facultatieve overdrachten derhalve, zijn daarvan duidelijk afgezonderd en hebben  juridisch soms ook een iets ander karakter gekregen waardoor aan de auteur meer keuzevrijheid is gelaten ten aanzien van de vraag of hij -de auteur- in een concreet geval wil dat Lira die rechten voor hem beheert of dat hij -de auteur- het zelf doet.

Maar ook andere invloeden, zoals recente Europese wetgeving,  maakten een aanpassing van de aansluitingscontracten en de statuten wenselijk, ook om het juridisch fundament onder de diverse inhoudingen op uitkeringen te versterken. En niet te vergeten Lira’s eigen ambitie om de Nederlandse auteursrechtorganisatie voor teksten te worden en daarbij het hoofd te kunnen bieden aan eventueel opkomende concurrentie uit andere landen, nu het binnen Nederland en de EU wel eens tot een herschikkingsproces van auteursrechtorganisaties zou kunnen komen.

Statutenwijziging

Na de herformulering van de aansluitingscontracten volgt als een soort logisch vervolg de wijziging van Lira’s statuten. Als een organisatie het werkterrein verbreedt, zal dat ook in de statuten zijn neerslag moeten krijgen. 

Daar komt bij dat het wellicht nodig zal blijken om tegemoet te komen aan nog onbekende wensen van het College van Toezicht op collectieve beheersorganisaties. Dat kan gaan spelen zodra ook Lira tot de status van ‘object van toezicht’ zal zijn gepromoveerd. Vorderingen in die richting worden er thans gemaakt en wel via de aan de Raad van State voor advies voorgelegde wetswijzigingen inzake het overheidstoezicht op CBO’s. Eventuele wensen van de zijde van het College zijn nog onbekend, maar die kunnen nog komen. 

Ook kan het nodig zijn om statutair nader uitvoering te geven aan verplichtingen als vastgelegd in de gedragscode (code of conduct) van Voi©e, de onlangs opgerichte brancheVereniging van Organisaties die Intellectueel eigendom Collectief Exploiteren. Genoemde gedragscode bevat een aantal bepalingen die wellicht nog om nadere statutaire vastlegging vragen.

Administratieve invoering

Hoe het ook zij: het ziet ernaar uit dat Lira zich in het vierde kwartaal van 2008 zal kunnen zetten aan de administratieve invoering van de hier boven kort en onder enig voorbehoud beschreven nieuwe aansluitingscontracten inclusief een nieuw aanhangsel exploitatie-omvang. Daarvoor zullen aangesloten en nog niet aangesloten auteurs op passende wijze worden benaderd. Informatie zal hun toegezonden worden en verdere informatie langs de gebruikelijke kanalen beschikbaar worden gesteld, op de website, schriftelijk, telefonisch, per e-mail.

De voordelen van aansluiting bij Lira

Voor wie nog enige overreding nodig heeft, som ik tot slot nog even kort de voordelen van aansluiting bij Lira als schrijver of vertaler op:

- om met een geruststelling te beginnen: aansluiting bij Lira kost niets

- integendeel: er is een grote kans dat de tussenkomst van Lira de aangesloten auteur geld op gaat leveren

- de relatie met uitgever of producent zal door aansluiting niet geschaad worden, omdat Lira inmiddels een breed aanvaarde organisatie is die veel met uitgevers en producenten in allerlei verbanden samenwerkt en aan gezamenlijke onderhandelingen deelneemt

- Lira beheert via de aansluiting een aantal rechten en aanspraken die de auteur zelf niet -of alleen uiterst moeilijk- kan verzilveren, zoals de kabel- en de digitale rechten

- dat geldt steeds sterker voor andere elektronische distributierechten op gedigitaliseerde werken zoals streaming, downloading en online-terbeschikkingstelling

- grote kans ook dat er bij auteurs vragen leven waarop Lira een antwoord kan geven

- soms zal Lira via zusterorganisaties kunnen helpen bij het vinden van de weg naar het buitenland

- via hun aansluiting ondersteunen auteurs ten bate van zichzelf en hun collega’s een groep instellingen die heel concreet het sociale en culturele belang van hun professie dienen

- zo hebben alle auteurs die met Lira een aansluitingscontract hebben ondertekend, toegang tot de Stichting Rechtshulp Auteurs voor het geval zij als schrijver of vertaler een geschil krijgen over creaties of contracten

- bij Lira aangesloten scenaristen en toneelschrijvers kunnen gebruik maken van de diensten van  het Contractenbureau waar zij tegen betaling van een bescheiden vergoeding door gespecialiseerde advocaten bijgestaan worden in hun individuele onderhandelingen met omroepen, producenten of toneelgezelschappen

- ook kan een bij Lira aangesloten auteur steun krijgen bij het opbouwen van een oudedagsvoorziening via het P.C. Boutensfonds

- door ondersteuning van het literaire circuit probeert het Lira Fonds dichters van enig inkomen te voorzien, nu zij het zeker niet moeten hebben van bijvoorbeeld verkopen van gedichtenbundels of van leenrechtgelden voor de uitleen door openbare bibliotheken

- het Lira Fonds helpt toneelauteurs aan een verbetering van hun inkomen door bij te dragen aan schrijfhonoraria als opdrachtgevers hun aandeel op een deugdelijk niveau houden

- hetzelfde Fonds ondersteunt door bijdragen aan prijzen die publicitair de aandacht trekken de Nederlandstalige jeugdliteratuur (Woutertje Pieterse Prijs), spannende boeken (Gouden Strop), essayistiek (Jan Hanlo Essayprijzen) en het Nederlandse tv-drama (de Lira Scenario-prijs)

- tot slot: aangesloten auteurs hebben een stem in het benoemen van het Lira-bestuur, want ofschoon Lira een stichting is, worden alle bestuursleden uiteindelijk benoemd door de jaarlijks te houden vergadering van aangeslotenen.

KH

 

Grote digitaliseringsprojecten

Dit is onmiskenbaar de tijd van de grote digitaliseringsprojecten. Bibliotheken, archieven, musea en soortgelijke instellingen slaan hevig aan het digitaliseren van boeken, kranten, films, tijdschriften, tv-programma’s, foto’s, liedjes enzovoort. Probleem is dat er -zolang het gaat om auteursrechtelijk beschermde werken- toestemming gevraagd en verkregen moet worden van rechthebbenden op al dat materiaal. Tweede probleem: om vervolgens allerlei dingen met dat gedigitaliseerde materiaal te mogen doen is er nóg eens toestemming van rechthebbenden nodig. En derde probleem: wie gaat al die rechthebbenden zoeken en om toestemming vragen?

Je hoeft geen liefhebber van wargames te zijn om de verwachting te formuleren dat dit bij uitstek vruchtbare grond voor een aantal wereldoorlogen zou kunnen worden. Die verwachting wordt alleen maar waarschijnlijker als je als auteursrechtbeschermer kennis neemt van de passie waarmee vanuit bibliotheken en archieven op grond van behoudsargumenten en toegankelijkheidsbehoeftes naar digitalisering wordt verlangd en op digitalisering wordt aangedrongen.

En zoals zo veel in het leven een onverwachte wending kan nemen: dit zou tegelijk wel eens de grond kunnen worden waarop een bij latere geslachten beroemde vrede wordt gesloten: de vrede tussen auteursrechtbeschermers en bibliothecarissen.

Intentieverklaring van 22 april 2008

Aan het slot van een internationaal auteursrechtsymposium over het auteursrecht dat eind april 2008 in het kader van Amsterdam Wereldboekenstad in de Openbare Bibliotheek Amsterdam werd gehouden, kwamen vertegenwoordigers van Nederlandse wetenschappelijke bibliotheken, verenigd in FOBID, met vertegenwoordigers van auteursrechthebbenden (makers, producenten, collectieve beheersorganisaties), verenigd in de Stichting Auteursrechtbelangen (Starbel), een belangrijke intentieverklaring met elkaar overeen. In die verklaring werd eerst uiteengezet hoe beide partijen dachten over bibliotheken en digitalisering, om elkaar vervolgens te naderen in het volgende: ‘FOBID en Stichting Auteursrechtbelangen zijn gezamenlijk van mening dat in het geval van grootschalige digitalisering van auteursrechtelijk beschermde werken die zich bevinden in de collecties van bibliotheken, musea en archieven, een pragmatische aanpak nodig is, die enerzijds voorkomt dat reële belangen van rechthebbenden worden geschaad, terwijl anderzijds wordt voorkomen dat onnodig hoge kosten moeten worden gemaakt om rechthebbenden te achterhalen.’

Even verder lezen we in dezelfde intentieverklaring: ‘FOBID en Stichting Auteursrechtbelangen stellen een commissie in die de opdracht heeft gedurende een periode van twee jaar de verzoeken van collectievormende instellingen tot digitalisering te beoordelen en de totstandkoming van overeenkomsten hieromtrent met rechthebbenden te bevorderen. Aan het einde van die periode doet de commissie verslag en evalueert zij de bereikte resultaten. FOBID en Stichting Auteursrechtbelangen roepen de overheid op ook een bijdrage te leveren aan de hiervoor benodigde investeringen.’

Commissie FOBID-Starbel begonnen

De eerste vergadering van bedoelde commissie had plaats op 31 juli 2008 in Utrecht. Drie vertegenwoordigers van rechthebbenden (makers van teksten, makers van beelden en uitgevers)

voegden zich aan tafel bij drie vertegenwoordigers van wetenschappelijke bibliotheken om uitvoering te gaan geven aan de intentieverklaring van 22 april 2008. De voorzitter van Lira, tevens penningmeester van Starbel, was één van de vertegenwoordigers van rechthebbenden. 

Afspraken over de werkwijze van de commissie werden gemaakt en vervolgens kwam er een stortvloed aan vragen aan de orde. Gelukkig hadden de vertegenwoordigers van rechthebbenden enkele maanden tevoren al een eerdere ervaring met massa-digitalisering gehad en wel in verband met een groot project dat met overheidssteun bij de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag van start was gegaan. De kernvragen bij al deze digitaliseringsprojecten blijken namelijk altijd vrijwel dezelfde en ik geef ze hieronder dan ook vooral in de vorm van vragen weer, nu de concrete antwoorden soms nog even op zich laten wachten. 

Melding en beschrijving

Melding van digitaliseringsprojecten vinden plaats bij het loket van de juridische commissie van de Fobid in Utrecht. In reactie op de melding gaat er een verzoek naar de aanmeldende instelling  om een beschrijving van het project te geven aan de hand van een lijstje met vragen. Deze beschrijving dient antwoord te geven op een aantal vragen, zoals: welke werken worden gedigitaliseerd? Welke soorten van rechthebbenden betreft het? Zijn dat vindbare rechthebbenden? Welk percentage, schat u, zal waarschijnlijk niet of alleen met de grootst mogelijke inspanning gevonden kunnen worden? Wat is de totale omvang van het project bijvoorbeeld in aantal boeken, respectievelijk foto’s, films, kranten etc? Hoeveel daarvan betreft auteursrechtelijk beschermd werk? Wat is het doel van de digitalisering? Wilt u zonder beperkingen iedereen die in uw gebouw komt, onbeperkt toegang geven tot het materiaal? Wilt u die onsite-toegang beperken? Wilt u ook mensen van buiten zonder beperking toelaten tot het materiaal, dus het materiaal online-beschikbaar stellen? Etc. etc.

Binnen de ingestelde commissie word na binnenkomst van een melding met een beschrijving bekeken welke collectieve beheersorganisaties bij het digitaliseringsproject betrokken zouden moeten worden. Tevens houdt de commissie de voortgang van besprekingen in het oog. Bij problemen tussen partijen zou de commissie wellicht kunnen interveniëren om de besprekingen weer op gang te brengen.  

Wie gaat verdelen?

Alvorens onderhandelingen worden begonnen tussen bijvoorbeeld een wetenschappelijke bibliotheek en een aantal collectieve beheersorganisaties is het van vitaal belang om helderheid te krijgen over wie de toestemmingen gaat regelenen en de eventuele vergoedingen gaat verdelen, en dat hoeft niet per se dezelfde instelling te zijn.

Als de bibliotheek toestemming gaat regelen is, wat is dan de betrokkenheid van de CBO’s? En als het de CBO’s zijn, wat neemt de bibliotheek dan op zich? 

Onderhandelingen en resultaat


Het is niet uitgesloten -en in de meeste gevallen zelfs de bedoeling - dat bij voldoende duidelijkheid over de feiten en duidelijkheid over de vraag wie er gaat verdelen, contractonderhandelingen beginnen, het liefst naar een model, naar een contractvoorbeeld. Dat model of voorbeeld zal keuzebepalingen moeten bevatten over waartoe in de te sluiten overeenkomst toestemming wordt gegeven. Wordt uitsluitend tot gebruik onsite met eventuele beperkingen toestemming gegeven, of ook online? En -enigszins terzijde- hoe staat het met papieren of digitale kopieën van het materiaal?

En wat is de juridische basis voor de toestemming? Een algehele of gedeeltelijke licentie? Of een algehele of beperkte vrijwaring? Of een combinatie van beide? En inzake de vrijwaring: wie geeft die vrijwaring? De CBO’s afzonderlijk, of het collectief van CBO’s, of het collectief van COB’s inclusief vertegenwoordigers van de digitaliseerder? En hoe hoog is de genoemde vrijwaring maximaal?

Voorwaarden 


Een aantal voorwaarden zijn bekend, omdat ze nogal essentieel zijn. Een rechthebbende die niet wil dat zijn werk gedigitaliseerd wordt, moet in beginsel terugtrekking van zijn beschermde bijdrage kunnen eisen. En de morele rechten uit art. 25 Auteurswet dienen gerespecteerd te blijven, dus geen wijziging van de gedigitaliseerde inhoud of weglating van een naam. 

Maar dat zullen vast niet de enige voorwaarden zijn. Zo zullen fotografen hun eigen eisen hebben met betrekking tot de fotokwaliteit. Als die goed genoeg is om een redelijk beeld op het scherm te krijgen, maar niet goed genoeg voor een afdruk, zullen zij daarmee misschien wel ongewenste verspreiding willen voorkomen.

Vergoeding


Natuurlijk zullen rechthebbende auteurs geïnteresseerd zijn in de hoogte van de vergoeding, ook in de frequentie, berekeningsgrondslag enzovoort zoals die voor opgenomen beschermde bijdragen door de digitaliseerder (of de overheid?) ter beschikking wordt gesteld. Alleen kan daar nog niks definitiefs over gezegd worden.

Drie modellen


Er lijken drie fundamentele repartitie-mogelijkheden te bestaan waarbij de keuze tussen die drie opties afhankelijk dient te zijn van de individuele kenmerken van een digitaliseringsproject en de daarvoor beschikbare middelen. 

Model 1 


In dit model zoekt de bibliotheek rechthebbenden en betaalt hun een vergoeding. De rol van CBO's zou beperkt kunnen blijven tot de kwestie van de niet of niet direct achterhaalbare rechthebbenden, ook wel aangeduid als verweesde werken. Daarover zou tussen partijen een regeling kunnen worden getroffen. In deze benadering dienen directe betalingen aan rechthebbenden tot de uitvoeringstaak van de bibliotheek te worden gerekend.

Model 2 


In model 2 geeft de bibliotheek informatie en een geldsom aan de CBO’s  in ruil voor de verkrijging van een beperkte vrijwaring. De CBO’s betalen vervolgens aan rechthebbenden een vergoeding uit. Dit model valt min of meer in de categorie van het bestaande en door Lira en Nieuwswaarde uitgevoerde LiteROM-model.

Indien CBO’s de verdeling van gelden zouden doen, is het wellicht verstandig te zoeken naar manieren waarop zo veel mogelijk via bestaande repartitiekanalen in de richting van groepen rechthebbenden geld kan worden uitgekeerd. Het zou beduidend in kosten kunnen schelen als dat bijvoorbeeld zou kunnen gebeuren door toevoeging van de vergoeding aan bepaalde uitkeringsrubrieken van de Stichting Reprorecht, of via de leenrechtverdeling voor algemene boeken of periodieke geschriften. 

De resultaten van zo’n verdeling zullen altijd beoordeeld moeten worden op de vraag welk systeem het meeste profijt oplevert voor de groepen die ook feitelijk recht op deze vergoedingen hebben, en of de uitvoering wel enerzijds economisch plaats vindt en anderzijds een billijk en redelijk resultaat oplevert, al blijft strikt individuele verdeling natuurlijk het allermooist. 

Model 3


In model 3 doen de betreffende bibliotheek en betrokken CBO’s volgens te maken afspraken ieder een deel van de activiteiten die nodig zijn om tot repartitie te kunnen komen, met daarbij passende afspraken over de verdeling van kosten. Dit gemengde model laat veel maatwerk toe en zal misschien wel vaker voor gaan komen dan thans voorzien, omdat het ook integratie toelaat van onder 1 en 2 vermelde zaken, zoals een beperkte vrijwaringsregeling en een regeling voor verweesde werken. 

Conclusie


Collectieve beheersorganisaties kunnen, alsof het nog nodig ware, in dit digitale tijdperk des te sterker hun bestaansrecht bewijzen door zoveel mogelijk oplossingen aan te dragen voor wat als een grote wetenwchappelijk-culturele behoefte naar voren wordt gebracht: de digitalisering van enorme hoeveelheden materiaal waarvan een deel auteursrechtelijk beschermd is. Eenvoudig zal het niet zijn. Mij persoonlijk houdt daarbij vooral de angstige vraag bezig of de opbrengst voor rechthebbenden groot genoeg zal zijn om de kosten te rechtvaardigen. Die kosten zullen naar ik vrees vooral kosten van een zeer arbeidsintensieve verdeling zijn. Daar zal goed over nagedacht moeten worden.

KH

 

Can Shakespeare tot Vogel

Bij de presentatie van Lira’s toneelwebwinkel op 26 november 2007 in het TIN, het Theaterinstituut Nederland, hield de auteur Don Duyns een toespraak om dit Lira-initiatief te ondersteunen. Nu www.liratheaterteksten.nl sinds de zomer van 2008 volledig operationeel is geworden, publiceren we mede om de aandacht nog eens op deze nieuwe website te vestigen, zijn toespraak -met zijn toestemming- graag in het Lira Bulletin. KH

 Beste mensen, collega’s, vrienden, Liramedewerkers, theaterliefhebbers.

William Shakespeare heeft zijn teksten nooit op een site gezet, waar je ze tegen een speciaal tarief kon downloaden.

Euripides ook niet.

Ibsen en Strindberg evenmin.

Jean Baptiste Poquelin alias Molière ook niet.

Waarom moeten wij, schrijvers van nu, dat dan wel?

Waarom deze nieuwlichterij?

Is het niet voldoende dat er boekjes zijn - van aan elkaar geniete vodjes tot prachtuitgaven van het ITFB -ja zelfs bundelingen van teksten, voorzien van inleiding, acteurslijst en bibliografie?

En dat je die teksten kunt vinden in dit prachtige Theaterinstituut, dat overigens wil verhuizen, waarom, waarom, waarom?

Blijf toch lekker hier, in dit monumentale prachtpand.

Een van de stiekeme pleziertjes die ik mezelf wel eens veroorloof in ditzelfde instituut is overigens naar de kasten met Nederlandse teksten te lopen en daar na Duynmayer en Duyne mijn eigen teksten aan te treffen en vol trots te bekijken.

Mooi ingebonden met een harde kaft. Doorgebladerd, betast, gebruikt, benut. Maar dit terzijde.

Ik had het over het nut of onnut om onze met zoveel bloed, zweet en tranen bij elkaar gecomponeerde toneelteksten digitaal beschikbaar te gaan stellen.

Maar waarom?

Waarom zouden we die kostbare woorden in godsnaam op internet pleuren?

Is het de hijgerige behoefte met onze tijd mee te gaan, uit angst iets te missen? Shakespeare zei het in Henry de vierde al zo raak:

‘De tijd van leven is kort: die korte tijd laag bij de gronds doorbrengen zou te lang zijn.’

Tenminste, dat heb ik op internet op een citatensite gevonden, zelf kan ik dit soort informatie niet uit het hoofd ophoesten.

Toch heeft hij gelijk.

Schrijvers moeten zich verre houden van de distributie van hun werk.

Ze moeten gewoon rustig in hun ivoren toren door arbeiden aan hun oeuvre. Ze moeten zo min mogelijk met het echte leven geconfronteerd worden. Kortom, de schrijver heeft niets te zoeken op internet.

Gelukkig is de toneelschrijver geen gewone schrijver.

Hij of zij heeft contact nodig, als een baby de melk van zijn moeder.

Hij of zij moet wèl voortdurend de boer op.

Want een toneelstuk ontstaat pas als iemand anders er iets prachtigs mee doet. Liefst een leuke toneelgroep ergens diep in de provincie.

Maar hoe vinden we elkaar, de auteur en die leuke theatergroep, met namen als: De Turfstekers, de Komediespelers, de Plankeniers of Kunst Zonder Vrees?

Kijk, en daar komt dit nieuwe Lira-initiatief om de hoek kijken.

Deze vorm van georganiseerde tekstdistributie brengt auteur en afnemer dichter bij elkaar, of beter gezegd: tekst en afnemer.

Wie nu een prachtige Nederlandse tekst zoekt, hetzij voor zijn of haar hardwerkende amateurgroep van Leeuwarden tot Maastricht, hetzij voor een professioneel gezelschap dat wel eens een Hollands stuk in reprise wil nemen, in plaats van weer blindelings naar die gouwe ouwe Tsjechow te grijpen, kortom voor al die mensen en gezelschappen die goeie teksten zoeken, die kunnen vanaf nu gewoon inloggen op de Lira-site – vanuit hun luie stoel zoals dat in reclametaal geloof ik heet – en zoeken naar een tekst van hun keuze.

Voor deze afnemers is de Lira-site een duidelijke verbetering ten opzichte van de huidige situatie. Het maakt nu immers niet meer uit waar je je bevindt, een internetverbinding is voldoende om stukken te zoeken en sampletjes te downloaden. Tevens kun je op de site samenvattingen en cast-eisen vinden.

Maar wat heeft de auteur eraan?

Simpel gezegd: hij of zij breidt zijn afzetmogelijkheden uit.

Ik denk altijd maar: hoe meer mensen weten dat ik stukken schrijf en hoe meer mensen die stukken ook daadwerkelijk kunnen vinden – of dat nou op internet is of in een stoffige la – hoe meer kans er is dat die stukken ook weer gespeeld worden.

En dan gaat het me niet eens om het geld.

Natuurlijk, die vorstelijke vergoedingen uit het land zijn fijn, maar het is me veel meer waard dat mijn stukken aan de vergetelheid worden ontrukt.

Toneelschrijven is schrijven voor de bühne, niet voor de bundel.

Er zijn natuurlijk altijd auteurs met een zekere internetangst.

Angst dat hun teksten digitaal worden gestolen. Vrees voor digitale virussen. Tegen die schrijvers zou ik willen zeggen: vertrouw de Lira.

Het is een fijne club met niks kwaads in de zin.

Zelf ben ik redelijk schaamteloos.

Ik heb een eigen site, een hyves, ik schrijf op moose, heb meegewerkt aan Hotel Dramatik, kortom: het kan mij niet world wide web genoeg.

Zoals Shakespeare - in Hamlet - terecht stelt:

‘Er is geen goed of slecht, maar het denken maakt het ervan.’

Wat ik persoonlijk erg aardig vind van dit initiatief. is dat alle macht bij de auteur is gebleven.

Hij of zij bepaalt welke stukken van zijn of haar hand er op de site komen. Dus de ergste rotzooi kun je weglaten.

Zo zet ik er in geen geval Mozes de musical op, mijn grootste shitstuk.

Verder kan de auteur zelf bepalen welke samenvattingen erbij komen, welke informatie.

En, tot op zekere hoogte, mag de schrijver ook bepalen welke vergoeding hij voor het aangeboden werk ontvangt.

Ik zou bijna zeggen: power to the writer.

‘Luister naar ieders kritiek, maar behoud uw eigen oordeel.’ (Hamlet)

Volgens Willem Frederik Hermans kon je nog beter een skischool beginnen in Afrika dan toneelschrijver te zijn in Nederland.

Die tijden zijn voorbij.

Niet alleen is het best een goed idee, die skischool in Afrika, maar bovendien wemelt het in Holland van de al dan niet aan de HKU, school of writing of de Schrijversvakschool opgeleide toneelauteurs. Auteurs die in het geheel niet onderdoen voor hun Britse of Duitse collega’s, en dan heb ik het niet eens over de Franse mooischrijvers.

Nee, jaren geleden durfde ik mezelf in het openbaar geen schrijver te noemen. Laat staan toneelschrijver.

Tegenwoordig vervult mij een gevoel van trots als ik mijn beroep bekend maak, en zie ik ook bewondering in de ogen van diegenen die ik dit meld.

Ik bevind mij immers in het gezelschap van giganten als de veelbekroonde Rob de Graaf, Esther Gerritsen, Enver Husic, Frans Strijards, Roel Adam, Ton Vorstenbosch, Pauline Mol, Ko van den Bosch, Suzanne van Lohuizen, noem maar op.

Ja, ik beoefen een eerzaam vak.

Wel een vak dat beroerd verdient overigens, maar dat gaat nu natuurlijk veranderen met deze Lira-site.

En wie weet loop ik eindelijk binnen.

Tussen de tijd van Vogel en Shakespeare zit precies 420.

420 jaar waarin er een ontwikkeling is geweest van folianten tot spreadsheets, van ganzenveer tot point-'n-click.

Toch blijft nog steeds één ding recht overeind: een goeie tekst is een goeie tekst is een goeie tekst.

Dat geldt voor Hamlet, dat geldt ook voor Feestbeest van Vogel.

Alleen kun je die laatste binnenkort downloaden op de Lira-site.

En, zoals de grote dichter uit Stratford-upon-Avon al zei:

‘Eet, drink en wees vrolijk. Het kan je laatste dag zijn.’
 

Don Duyns

 

Lira's jaarvergadering 2008

Op 31 mei 2008 vond de jaarlijkse vergadering van aangeslotenen van de Stichting LIRA voor de derde keer op rij plaats in De Industrieele Groote Club in Amsterdam.

Lira’s voorzitter Kees Holierhoek opende de jaarvergadering om 16.30 uur en heette de aanwezigen van harte welkom. Hij stelde de leden van het bestuur voor en Lira’s accountmanager Schelte van Ruiten en wees op de mogelijkheid aanwezige medewerkers van het Lira-bureau en bestuursleden na de vergadering aan te spreken om vragen te stellen die misschien tijdens de vergadering zelf niet aan de orde zouden komen.

In het bijzonder betreurde de voorzitter de afwezigheid van Lira’s directeur André Beemsterboer die als gevolg van zijn gezondheidstoestand voor het eerst in 22 jaar af had moeten zeggen.

Wat betreft de herbenoeming van Lira-bestuursleden Robert Alberdingk Thijm en Tijs van den Boomen waren bij het bestuur geen voorstellen voor tegenkandidaten binnengekomen, zodat de voorzitter in redelijkheid meende te mogen aannemen dat de twee kandidaten die door de Vereniging van Schrijvers en Vertalers (VSenV) waren voorgedragen, voor drie jaar zouden worden herbenoemd.

Ook kondigde de voorzitter aan dat er onmiddellijk volgend op deze jaarvergadering drie presentaties plaats zouden  vinden over de ‘Digitale Bibliotheek’ en wel vanuit drie uiteenlopende perspectieven: de naaste toekomst van de openbare bibliotheek, de toekomst van speciale internetbibliotheken als De Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren en tenslotte het e-book als voorbeeld van de digitale ontwikkeling van het boek zelf, en dat alles met enige aandacht voor de wens van auteurs dat aan hen ook voor nieuwe exploitatievormen passende beloningen betaald zouden worden.

Hoofdpunten jaarverslag 2007 

De voorzitter gaf puntsgewijs een toelichting op het jaarverslag over het jaar 2007 en het daarin tot uitdrukking gekomen beleid en betrok daarin ook het beleid zoals dat in de naaste toekomst uitgevoerd zou gaan worden.

Als hoofdpunten kwamen aan de orde:

- Het nieuwe automatiseringssysteem van Stichting Lira, kortheidshalve aangeduid als Max,  heeft de proef op de som goed doorstaan: de grote leenrechtrepartie van eind 2007 is goed verlopen.
 
-Er zijn gesprekken gaande tussen Stichting Lira en Stichting Nieuwswaarde over vormen van samenwerking en eventueel samengaan. De heer Van den Boomen lichtte de knelpunten in die gesprekken toe. Daar is allereerst de vertegenwoordiging van journalisten in het Lira-bestuur, gegeven het feit dat er twee organisaties voor freelance-journalisten bestaan: de FLA/VSenV en de Sectie Freelancers van de NVJ. Een tweede punt zijn de relatief hoge administratiekosten van Nieuwswaarde. De hoop is dat deze door schaalvergroting zullen dalen. In ieder geval zullen deze niet structureel mogen drukken op andere geldstromen. Ten derde moeten de pers- fotografen van Nieuwswaarde elders worden ondergebracht aangezien Lira alleen op het gebied van tekst actief is en niet op het terrein van foto’s. Over het lot van deze persfotografen voert Nieuwswaarde momenteel besprekingen met Pictoright. Het vierde en laatste punt betreft de toegang tot Stichting Rechtshulp Auteurs en tot de juridische dienst van de NVJ en het feit dat de NVJ haar aantrekkingskracht voor leden in juridische aangelegenheden wil bewaren. 

Het was op het moment van de Lira-jaarvergadering 2008 nog niet duidelijk of Lira en Nieuwswaarde over al deze punten nog dit jaar overeenstemming zullen bereiken.
 
- De voorzitter maakte melding van de totstandkoming van een nieuw voortgezet kabelcontract. Dat is vooral voor scenarioschrijvers, maar ook voor andere auteurs die bij Lira aangesloten zijn en wier werk door de publieke omroep uitgezonden wordt, een financieel belangrijk en verheugend feit. 
 
- Tussen de eigenrechtorganisatie Stichting Leenrecht en de Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB) is een gerechtelijke procedure op gang gekomen over de verlengde uitlening en speciaal over de vraag of daar ingevolge de Auteurswet een door de bibliotheek betaalde vergoeding op dient te volgen. De VOB zegt nee, Stichting Leenrecht zegt ja. Omdat partijen het onderling niet eens konden worden en omdat de Stichting Onderhandelingen Leenvergoedingen volgens haar voorzitter alleen besluiten kan nemen in tariefkwesties, is het beslissende woord uiteindelijk aan de rechter.
 
- Stichting Leenrecht heeft eind 2007 voor het eerst multimediagelden uitgekeerd. Dat betreft dus de uitleen van vooral games door openbare bibliotheken. Daarvan heeft de Stichting Lira 1,2 miljoen euro ontvangen ter verdere verdeling onder auteurs, onder hen begrepen auteurs die structuren voor multimedia-uitgaven (cd-roms) ontwerpen, ongeveer vergelijkbaar met de manier waarop auteurs bij audiovisuele werken het format of de zogenoemde bijbel schrijven. Voor de uitlening van games door openbare bibliotheken wordt door de producenten van games, gebruik makend van een bepaling in de Auteurswet, geen toestemming meer verleend en daarmee zal de multimedia-incasso dus onherroepelijk dalen.
 
- De Stichting Thuiskopie heeft ernstig te lijden onder politieke druk en dat is ook voor Lira een ernstige handicap gebleken in de sfeer van de thuiskopievergoeding. Er is vooralsnog geen thuiskopieheffing verschuldigd over de mp3-spelers en de harde schijf in bijvoorbeeld dvd-recorders. Verbetering van het klimaat rond de thuiskopie mag misschien verwacht worden van de Nederlandse rechter en van de Europese Unie.
 
- De Stichting Reprorecht incasseert voor fotokopieën in de publieke sector (ministeries, scholen etc.) en bij het bedrijfsleven. Als het aan VNO/NCW en het MKB ligt, komt er op afzienbare termijn echter een einde aan deze activiteit. Nederland zou geen fotokopieerapparaten meer hebben. Maar gelukkig wordt dit land niet door het bedrijfsleven geregeerd. Sterker nog: vanuit Stichting Reprorecht is er een initiatief gestart om de ministeriële aanwijzing uit te breiden naar een collectieve incasso op het terrein van de digitale kopie, van toepassing in het bedrijfsleven en daarbuiten. Uit de cijfers blijkt dat de bestaande incasso voor fotokopieën onder druk staat van de voortschrijdende digitalisering. Het aantal fotokopieën neemt af. Het zal in belangrijke van de uitgevers afhangen of een collectieve incasso voor digitale kopieën kans van slagen heeft.
 
- Het jaar 2007 was voor Lira een recordjaar wat betreft de uitbetalingen. In totaal werd er circa 18,5 miljoen euro aan rechthebbende auteurs uitgekeerd. Het niveau bleef daarmee nog onder wat beleidsmatig als wenselijk werd beoordeeld: het bestuur had er bij directie en bureau op aangedrongen nog meer geld tot uitbetaling te brengen. Maar ook de capaciteit van bureau en systeem is aan grenzen onderworpen.
 
- Sinds april 2008 bestaat er een nieuwe branchevereniging voor collectieve beheersorganisaties (afgekort CBO’s), genaamd Voi©e. Tot oprichting is door de Nederlandse CBO’s besloten mede om het anti-auteursrechtelijke klimaat positief te beïnvloeden. Voi©e is een initiatief van de Stichting Auteursrechtbelangen (Starbel), een koepelorganisatie waarvan deel uitmaken: beroepsverenigingen van makers, organisaties van producenten alsook collectieve beheersorganisaties (CBO’s).
 
- Lira probeert samen met het Netwerk Scenarioschrijvers onderhandelingen op gang te brengen met de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) om enerzijds een nieuwe Scenario-raamovereenkomst tot stand te brengen voor wat de opdrachthonoraria betreft, anderzijds in plaats van de midden 2006 beëindigde oude Scenario-raamovereenkomst tot een door de NPO gesuggereerd  nieuw Buma-achtig model voor de honorering van uitzendingen te komen ten bate van scenaristen. In dat nieuwe model zouden collectieve beheersorganisaties per jaar stevige bedragen ontvangen waaruit zij hun rechthebbenden alle vergoedingen zouden moeten betalen voor alle vormen van gebruik, inclusief primaire uitzendrechten. Die primaire uitzendrechten moeten dan natuurlijk wel in het bezit van de betreffende CBO’s zijn. Bij commercieel gebruik door derden zouden de CBO’s -ook Lira- mee mogen delen in de opbrengsten.

Jaarrekening 2007

Penningmeester Rien Verhoef lichtte twee jaarrekeningen toe: van Lira en van het Lira Fonds. Het ongekend hoge bedrag dat afgelopen jaar is uitgekeerd, wordt mede veroorzaakt door het tot uitbetaling brengen van oude gelden. De problemen met het uitkeren van oude gelden hebben onder andere te maken met de soms gebrekkige wijze waarop bibliotheken gegevens aanleveren, de recente grootschalige omnummering van het ISB-nummer bij bibliotheken en het feit dat het voor het bureau van Lira lastig blijft om gegevens van rechthebbenden en erven op te sporen, gegevens die voor uitbetaling noodzakelijk zijn, zoals het adres van rechthebbenden en het bankrekeningnummer. 

Er ontstaat een druk op de incasso van gelden door dalende uitleningen van boeken in de bibliotheken en dalende thuiskopiegelden. Een bijeffect van de steeds grotere bedragen die jaarlijks verdeeld worden, is dat er hierdoor minder reserves zijn, waardoor er ook minder rentebaten gegenereerd worden bij een overigens lage rentestand. Daarnaast zijn er de laatste jaren verschillende nieuwe kostenposten ontstaan ter verdediging van de verworven positie in een auteursrecht-onvriendelijk klimaat. Voorbeelden hiervan zijn de oprichting van Voi©e en de aanstelling van een pr/pa- medewerker bij de dienstverlener Cedar BV. Speerpunt dit jaar zal zijn: het kritisch doorlichten van kosten en waar mogelijk bezuinigen.

Goedkeuring van gevoerd beleid

De voorzitter gaf aan dat Stichting Lira volgens het oordeel van het bestuur terug kon kijken op 2007 als een bevredigend jaar en vroeg of de aangeslotenen zich met het gevoerde beleid konden verenigen. 

Het gevoerde beleid werd door de vergadering van aangeslotenen goedgekeurd.

Herbenoeming bestuursleden

De voorzitter meldde dat de Stichting Lira een bindende voordracht had ontvangen van de 

Vereniging van Schrijvers en Vertalers (VSenV) voor de herbenoeming van Robert Alberdingk Thijm en Tijs van den Boomen als leden van het bestuur van de Stichting Lira. Er hadden zich geen tegenkandidaten gemeld. De voorzitter vroeg de aanwezigen of zij zich in de herbenoeming konden vinden. De aanwezigen gingen akkoord en de voorzitter feliciteerde de twee bestuursleden met hun herbenoeming voor een periode van drie jaar.

Rondvraag en sluiting

Van dit agendapunt werd geen gebruik gemaakt. De voorzitter dankte de aangeslotenen voor hun aanwezigheid en sloot de vergadering om 17.15 uur om ruimte bieden aan drie gastsprekers die hun licht lieten schijnen op aspecten van De digitale bibliotheek.

De digitale bibliotheek

In het als evenement aangekondigde onderdeel over De Digitale Bibliotheek -en het was zeker spectaculair- traden drie gastsprekers op. Mr. Eppo van Nispen tot Sevenaer (directeur Openbare Bibliotheek Delft) vertelde over de toekomst van de openbare bibliotheek die er volgens hem helemaal niet zo slecht uitzag, daarbij kracht puttend uit het feit dat de openbare bibliotheek nog altijd de meest bezochte culturele instelling in Nederland is.  

Namens de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren zette René van Stipriaan uiteen hoe zijn internetbibliotheek zorgt voor het toegankelijk maken en houden van de Nederlandse literatuur, van de middeleeuwen tot heden, inclusief de kwesties die daarbij aan de orde komen zoals het vragen van toestemming, het opsporen van erven en het uitkeren van vergoedingen aan rechthebbenden.

Uitgever Erik Rigters had het als laatste van de drie sprekers over de e-books die hij uitgeeft. Hij benadrukte dat er eigenlijk niet zo’n groot verschil tussen e-books en het oude papieren boek is. Alleen de naambordjes zijn wat verhangen. De distributeur heet nu provider, en de boekhandel is een webwinkel geworden. Je hebt in ieder geval altijd nog een auteur en een goed verhaal nodig.
 

SvR/MvD/KH

 

Besluiten en mededelingen van het Lira-Bestuur

Nieuwswaarde en Lira

De gesprekken tussen de Stichting Nieuwswaarde (collectieve beheersorganisatie voor journalisten) en de Stichting Lira (idem voor schrijvers en vertalers) over vormen van samenwerking of eventueel samengaan worden voortgezet, ook al kan niet gezegd worden dat er geen problemen zouden zijn. Het aanvankelijk optimisme lijkt door de soms gecompliceerde  kwesties die op tafel komen, iets minder gefundeerd. De vorming van één collectieve beheersorganisatie voor teksten van welke aard dan ook blijft het doel.  Hoelang het gaat duren voor dat doel verwerkelijkt wordt, is nog niet duidelijk.
 

KH

Lira en Voi©e

Lira is niet alleen lid van de nieuwe branchevereniging van collectieve beheersorganisaties Voi©e , maar via een Cedar-zetel ook vertegenwoordigd in het dagelijks bestuur van die vereniging.  Voi©e is een afkorting van Vereniging van Organisaties die Intellectueel eigendom Collectief Exploiteren.  Onder leiding van de recent benoemde voorzitter mr. Aad Kosto, oud-staatssecretaris van Justitie en oud-staatsraad, probeert Voi©e onder meer via een inmiddels vastgestelde gedragscode sterk uiteenlopende collectieve beheersorganisaties (CBO’s) tot open, duidelijk en transparant handelen te brengen, de onderlinge communicatie en samenwerking te bevorderen, en aan derden informatie over wat CBO’s doen en hoe het allemaal in elkaar steekt te verstrekken. Met het omringende veld van ministeries, politieke partijen en het bedrijfsleven zal Voi©e tot een beter onderling begrip proberen te komen over het collectief rechtenbeheer -hetgeen zeker niet als een gemakkelijk taak moet worden beoordeeld.
 

KH

 

Herziening aansluitingscontracten

Te verwachten valt dat aangeslotenen en cliënten van Lira, even tezamen aangeduid als de rechthebbenden, in de periode tot 1 januari 2009 iets gaan merken van de vrij ver gevorderde herziening van de contracten waarmee auteurs van velerlei afkomst zich bij Lira aan kunnen sluiten. Het was om uiteenlopende redenen hoog tijd geworden die contracten te actualiseren, uit te breiden, opnieuw te rubriceren en waar nodig te verduidelijken. Zodra eenmaal de nieuwe contracten inclusief het aanhangsel exploitatieomvang met de over te dragen rechten en vergoedingsaanspraken zullen zijn vastgesteld, volgt een volgende stap: de administratieve invoering. In het kader van deze administratieve invoering zullen bestaande aangeslotenen en nog niet aangesloten auteurs benaderd worden met het verzoek hun aansluiting te vernieuwen respectievelijk zich als nieuwe aangeslotenen aan te melden. Nu alvast onze excuses voor de eventuele overlast, aan deze actie verbonden, maar aanpassing en vernieuwing van de contracten is zeer dringend nodig. Er is de afgelopen jaren natuurlijk wel het een en ander veranderd. Denk alleen maar aan het internet, de mobiele telefoon en andere nieuwe vormen waarin auteursrechtelijk beschermde werken tegenwoordig verspreid worden.

Het bestuur van Lira is van mening dat de nieuwe aansluitingscontracten de positie van Lira en daarmee van de auteurs in Nederland zullen versterken en beveelt ze dan ook zeer in uw welwillende beschouwing aan.
 

KH

 

De Gouden Strop 2008

Op 3 juni 2008 werd in de Melkweg in Amsterdam de Maand van het Spannende Boek geopend. Eregast tijdens The Power of Plots – de Avond van het Spannende Boek – was Karin Slaughter, die niet alleen werd geïnterviewd, maar ook De Gouden Strop uitreikte.

Op vrijdag 9 mei had juryvoorzitter Ad Scheepbouwer in het tv-programma Goedemorgen Nederland al bekendgemaakt welke vijf Nederlandstalige misdaadromans voor De Gouden Strop 2008 waren genomineerd:

Koude lente van Lieneke Dijkzeul

Cel van Charles den Tex

Kunst zonder genade van Jac Toes en Thomas Hoeps

Blauw water van Simone v.d. Vlugt

Pentito van Simon de Waal

 

'Een boeiende keuze van de jury,’ vond voorzitter Roel Janssen van het Genootschap van Nederlandstalige Misdaadauteurs. 'Deze auteurs weerspiegelen de veelzijdigheid van het spannende-boekengenre op dit moment.’

 

Diezelfde vrijdagavond werd tijdens een informele bijeenkomst met enkele genomineerden in het Utrechtse Literaire Café Van Wegen de winnaar van de – ook door Lira gesponsorde – debuutprijs bekendgemaakt: de Schaduwprijs 2008 ging naar Derwent Christmas voor zijn boek Twee tranen (Uitgeverij Nieuw Amsterdam).

 

Bij wijze van opmaat tot de Maand van het Spannende Boek organiseerde de CPNB op 21 mei een persbijeenkomst in de toepasselijke omgeving van het Amsterdamse Paleis van Justitie. Winnaar van De Gouden Strop 2008 werd Charles den Tex, die de prijs voor de derde maal won en daarmee op gelijke hoogte kwam met recordhouder Thomas Ross.

Charles den Tex (1952) werkt als communicatie-adviseur voor grote Nederlandse bedrijven en multinationals, en het bedrijfsleven vormt vaak de achtergrond van zijn boeken.

De jury, die naast voorzitter Ab Scheepbouwer bestond uit Kim Moelands, Jeanine Snertring, Bart Holsters en Elsbeth Etty, beschrijft Cel als 'een geheel volgens de regels van de kunst gecomponeerde politieroman. Een volbloed thriller, meeslepend en actueel, grappig, indringend en vooral heel spannend’.

De Gouden Strop, een geldbedrag van € 10.000,-- en een beeldje van Judith Vásquez, is een initiatief van het Genootschap voor Nederlandstalige Misdaadauteurs en wordt financieel mogelijk gemaakt door de Stichting Lira en The Read Shop. Het Nederlands Literair Productie- en Vertalingen Fonds steunt de genomineerde auteurs met promotie in het buitenland.
 

RV

 

Hoe leeft een dichter?

Lira-bestuurder en dichter Tsead Bruinja over poëzie, Poetry International, optredens, interviews, vergaderingen en andere voor hem en zijn collega’s financieel vitale zaken.

Tijdens feestjes, etentjes en andere sociale aangelegenheden komt het geregeld voor dat mensen mij vragen of ik van mijn dichterschap kan leven. Tussen de bitterballen door antwoord ik dan bevestigend en voeg daaraan toe dat mijn inkomen naast het optreden en het schrijven, voortkomt uit een aantal aan het schrijven gerelateerde activiteiten, zoals het presenteren van literaire avonden en het verzorgen van interviews met dichters, bijvoorbeeld tijdens Poetry International in Rotterdam. Als minst poëtische nevenactiviteit noem ik meestal het vergaderen.

 

Drie jaar geleden nam ik als beginnend vergadertijger plaats in de Commissie Letteren van de Raad voor Cultuur, een orgaan dat het Ministerie van OCW van adviezen voorziet. In ons geval gaat het dan om het hele letterenveld, waaronder o.a. het Nederlands Literaire Productie- en Vertalingenfonds, het Fonds voor de Letteren, Stichting Lezen en een aantal van de grote festivals. Mijn werk voor de commissie bestaat voornamelijk uit het lezen van vuistdikke dossiers over toekomstig beleid, het voeren van 'monitorgesprekken’ met de verschillende stichtingen en fondsen en het bezoeken van literaire avonden. Net als bij de vergaderingen van Lira staat voor al deze verplichtingen een bepaald vacatiebedrag, dat naast de corebusiness van het schrijven en optreden, een welkome aanvulling vormt op mijn maandelijkse inkomen.

Interviews tijdens Poetry International

De meeste interviews die ik door het jaar heen met dichters houd, vinden plaats tijdens Poetry International, dat afgelopen jaar voor de 39e maal werd gehouden. Naast de avondprogramma’s in de zalen van de Rotterdamse schouwburg, werden er in de tuin van het café naast de schouwburg en in de foyer `s middags en `s avonds gesprekken gehouden met de dichters die bij het festival te gast waren. Zo sprak ik op zondag met een jonge Duitse dichteres die eerst geruime tijd zoek bleek en daarna tijdens ons gesprek weigerde het over de technische aspecten van haar gedichten te hebben; moest ik aan een Argentijnse dichteres bekennen dat ik haar werk niet helemaal begreep, wat zij op haar beurt weer niet kon vatten, maar wat dan weer wel leidde tot een erg mooi en verhelderend gesprek. Samen met dichter Jan Baeke presenteerde ik de slotavond van het festival, waarbij een groot aantal van de dichters sprak over hun persoonlijke Arcadië en wij aan hen ludieke vragen mochten stelden, zoals hoeveel voetbalteams Arcadië zou herbergen, waarna het nog laat en gezellig werd.

Kabelgeld ook voor dichters

Tussen het schrijven, lezen en optreden door, ben ik dus af en toe bezig me te verdiepen in het werk van andere dichters die ik moet interviewen, of met kennis te nemen van de soms in zeer wollige taal geschreven beleidsplannen van diverse organisaties in het letterenveld. Daarnaast zijn er nog talloze dingen die ik voor niets doe, zoals optreden in een klein café of op een ludiek festival, een aankondiging hier en daar en het voorlezen tijdens radioprogramma’s al dan niet in combinatie met een interview.

 

Nu wist ik dat ik voor het voorlezen van gedichten tijdens die radioprogramma’s via Lira geld kon claimen, maar ik dacht dat het uitzoeken van de gedichten die ik had voorgelezen en het invullen van de formulieren me meer tijd zou kosten dan het me geld zou kunnen opleveren. Niets bleek minder waar. Een zaterdagmiddag lang heb ik al het archiefmateriaal dat ik bezat van optredens en gesprekken, bij o.a. Kunststof van de NPS, De Avonden van de VPRO en Spijkers met koppen van de VARA, beluisterd. Losstaand van het feit dat het even doorbijten is om jezelf uren achter elkaar te moeten aanhoren, was het ook aardig om te horen hoe ik een aantal jaren geleden tegen mijn eigen gedichten aankeek. Nadat ik de tijdsduur, de titels van de gedichten en het programma had ingevuld over een periode die tot vijfjaar terug mocht gaan, kwam ik op een mooi lijstje, waarvoor ik uiteindelijk een paar honderd euro zal ontvangen. Niet gek voor een middagje werk.

 

‘Breek mijn rug’

Terwijl ik dit stuk aan het schrijven was en door mijn giroafschriften bladerde om te kijken wat de hoogte van de vergoeding voor de interviews ook alweer was, kwam ik nog een mooi bedrag tegen van Consult Brand Strategy. Ik was helemaal vergeten dat ik voor de nieuwe Cosmox boekenwinkel te Alkmaar regels had geschreven voor op de muren van de verschillende afdelingen en ander promotiemateriaal, zoals de plastic tasjes die men meekrijgt na de aankoop van een boek of een cd. Joep van der Made, de vormgever die mij voor het project had gevraagd, wilde eigenlijk de regels die op dat tasje beland waren, 'ezelsoor mij / lees mij stuk / breek mijn rug’, ook gebruiken voor de bedrijfskleding, maar het personeel protesteerde, vooral vanwege 'breek mijn rug’, wat door de minder psychisch stabiele klant wellicht als een uitnodiging zou kunnen worden opgevat. Gelukkig werd door hun weigering de vergoeding er niet minder op.

Per saldo

Commerciële opdrachten vormen pas sinds vorig jaar voor een extra bron van inkomsten. Het is een aardige toevoeging op de werkbeurzen van het Fonds voor de Letteren, het vacatiegeld voor de vergaderingen van de Lira en de Commissie Letteren, de honoraria voor de optredens, de interviews en de presentatieklussen. Al die bedragen bij elkaar leveren net genoeg op voor het betalen van de hypotheek, het aanvullen van een immer uitdijende boek- en cd-collectie en andere dagelijkse benodigdheden zoals goed eten en lekkere wijn. Bovendien leveren al die verschillende activiteiten, zelfs het vergaderen, niet alleen een verdieping van mijn kennis en beleving van het letterenveld op, menig maal hebben ze ook geleid tot een versterking van mijn corebusiness, namelijk de inspiratie voor het schrijven van een gedicht vol vergadertaal en beleidsplanmateriaal.
 

Tsead Bruinja

 

Berichten en adviezen van het bureau

Bagatellenregeling

Afgelopen jaar heeft het bestuur van Lira besloten bij de uitkering van het leenrechtgeld een bagatellenregeling in te voeren. Dat wil dus zeggen: een regeling inzake kleine bedragen. 

 

Zoals in het bijgevoegde staafdiagram te zien is, worden er bij het leenrecht een groot aantal heel kleine uitbetalingen gedaan. Tot nog toe betaalde Lira bedragen van zelfs 1 eurocent zonder enige vertraging uit. Dat ging vergezeld van controlespecificaties, verdelingsspecificaties, begeleidende brieven etc..  Alleen al de portokosten van deze procedure waren vaak hoger dan het bedrag dat uiteindelijk uitbetaald werd aan de rechthebbende. Zolang de leenvergoedingen volgens het GRIS-systeem uitbetaald werden, viel daar weinig aan te veranderen. Maar nu met MAX zijn er meer mogelijkheden

 

Stichting Lira wil graag de administratieve last voor de rechthebbenden verlagen. Ook 

zou Lira graag de kosten van een en ander tot een minimum willen beperken. Het uitkeren van één cent is administratief gezien een kostbare operatie. Tegelijkertijd moet Lira binnen redelijke grenzen wel haar brengplicht blijven vervullen. 

 

Daarom heeft het bestuur van Lira besloten om bedragen onder de vijf euro in het vervolg 

niet meer direct uit te betalen aan de rechthebbende. Het bedrag waar de auteur recht op 

heeft, zal opgespaard worden totdat de grens van vijf euro is bereikt. Op dat moment

wordt het bedrag alsnog uitbetaald.

 

Is na vijf jaar opsparen van leenrechtvergoedingen het bedrag nog steeds geen vijf euro, dan zal het lagere bedrag eveneens alsnog uitbetaald worden.

 

Tegelijkertijd wordt ook de administratieve last voor de auteurs die kleine bedragen ontvangen verlicht. Deze zullen geen controlespecificatie e.d. meer ontvangen, maar alleen  een jaarlijkse kennisgeving waarin vermeld wordt hoeveel er tot dan toe is opgespaard. In de eerste uitbetaling van het leenrecht in 2008 (de na-uitkering) is deze systematiek voor het eerst ten uitvoer gebracht, en met succes. Ook op de reguliere uitkering van leenrechtgelden die gepland staat voor eind 2008, zal de bagatellenregeling toegepast worden.

SvR

 

Hulp bij inbreuk op internet

Wordt uw werk zonder uw toestemming op het internet verspreid en heeft u Lira voor online verspreiding gemachtigd? Dan is er een mogelijkheid een beroep op Lira te doen. Lira zal dan afhankelijk van de mogelijkheden voor u optreden om de inbreuk te doen staken en de inbreukmakers te (doen) beboeten.

 

De aanpak die wij hanteren verschilt naar gelang de aard, de ernst en de schaal van de inbreuk. Bij amateurs zal vaak een boze brief van een van onze juristen volstaan. Bij grootschalige illegale verspreiding, of als er commerciële belangen met de inbreuk gemoeid zijn, zullen wij een hardere lijn kiezen en een schadeclaim voor u indienen.

 

Wilt u meer informatie over deze nieuwe dienstverlening van Lira, of wilt u ons inschakelen om een inbreuk te beëindigen, neem dan contact op met Dorothée Albers via: dorothee.albers@cedar.nl.
 

SvR

 

Personalia

Lira-speld voor André Beemsterboer 

Nadat aan twee bestuursleden van het eerste uur, Willem Capteyn en Nelleke van Maaren, bij hun afscheid (in 2006 en 2007) als blijk van erkentelijkheid de Lira-speld werd uitgereikt, heeft het Lira-bestuur besloten een derde ‘founding father’ met deze onderscheiding te eren: André Beemsterboer, directeur van Lira sinds de oprichting in 1986. Gelet op Andrés gezondheidstoestand heeft de uitreiking op 23 juli 2008 plaatsgevonden in kleine kring, maar de gebeurtenis was daarom niet minder indrukwekkend.

 

Het Lira-bestuur heeft met deze speld Andrés onschatbare verdiensten voor Lira willen eren, maar het moment van deze toekenning mede gekozen om André in deze fysiek mindere tijden een hart onder de riem te steken.
 

RV

Aantreden van Peggy de Jonge

Eind juni is Peggy de Jonge bij de Stichting Lira gestart als ‘Beleidsmedewerker Nieuwe Media’. In haar functie zal ze zich voornamelijk bezighouden met beleidsontwikkeling inzake nieuwe vormen van exploitatie van werken van onze auteurs. Hierbij ligt sterk de nadruk op innoverende internetoplossingen. Daarnaast is Peggy projectleider voor een aantal IT-gerelateerde diensten die Lira mogelijkerwijs het komende jaar wil gaan aanbieden aan haar aangeslotenen.

 

Na een studie Media & Entertainment Management aan de Hogeschool Inholland te Haarlem heeft Peggy een master in Informatierecht aan de UvA in Amsterdam gevolgd. In haar vrije tijd speelt ze graag gitaar in haar rockband.

Een ieder die vragen heeft over internet gerelateerde zaken met betrekking tot de verspreiding van literaire werken, kan contact met haar opnemen. Haar e-mailadres is:  Peggy.de.Jonge@cedar.nl
 

SvR

 

Gezocht: leenrechthebbende schrijvers en vertalers (of hun erven)

Allereerst willen de medewerkers van Stichting Lira u, de lezers van het Lira Bulletin, weer hartelijk bedanken voor de vele reacties op de vorige rubriek 'GEZOCHT'. Erg fijn dat u elke keer de moeite neemt om te reageren.

Door uw tips hebben wij weer een groot aantal gezochte auteurs en vertalers (of hun erven) uit de lijst van Bulletin 30 kunnen opsporen, waardoor Lira deze rechthebbenden weer kan verblijden met een beduidend bedrag aan leenrechtvergoeding, variërend van enkele honderden tot duizend euro of meer.



Wij blijven actief op zoek naar adressen van auteurs en vertalers, bewerkers en samenstellers (of hun erven) wier titels worden uitgeleend door de Nederlandse openbare bibliotheken. We hebben hiertoe o.a. contacten gelegd met uitgeverijen: wij vragen ze onze aanmeldingsformulieren te verspreiden en zij helpen ons ook vaak aan de juiste adressen. Maar wanneer het om personen gaat die in de jaren tachtig of negentig geschreven of vertaald hebben, zijn de adresgegevens daar vaak niet meer te achterhalen en daarom roepen wij dan ook graag weer de hulp van u als lezer in.

Lira keert met terugwerkende kracht (tot inmiddels drie jaar terug) uit, vaak ook nog voor (populaire) titels uit de jaren tachtig. Veel uitgeleende genres zijn o.a. kinderboeken, kasteel  en doktersromans, misdaadromans, hobbyboeken, kookboeken, stripboeken.

Er staat wederom een groot bedrag   variërend van enkele honderden euro's tot duizend euro of meer  aan leenrechtvergoeding gereserveerd voor de gezochte rechthebbenden in bijgaande lijst. Dus kent u het adres van een of meer van deze Nederlandse of Vlaamse auteurs of vertalers (of hun erven), of heeft u een tip hierover, mailt, schrijft of belt u Lira dan a.u.b.:

e-mail: lira@cedar.nl; telefoonnummer 023 7997806

Oude adressen zijn ook welkom, want hiermee kunnen wij dan weer verder speuren bij gemeentearchieven en het centraal bureau voor genealogie.

Zegt het voort! Kent u mensen die weliswaar niet in bijgaande lijst staan, maar wier werk wel wordt uitgeleend door de Nederlandse openbare bibliotheken, dan kunnen zij Lira mailen (lira@cedar.nl), schrijven of bellen, of onze site bezoeken (www.lira.nl) voor een aanmeldingsformulier.

Wij hopen weer van u te horen: alvast bedankt voor uw medewerking.

OVDT & KV

Gezocht:


 

Voornaam/voorletters

Achternaam

Andreas

AKEN, van

Linda

BEUKERS

J.W.

BEZEMER

Jan Peter

BLOKHUIS

Andries

BRANDT

Yvonne

BRINK

Greet

BROKERHOF-VAN DER WAA

Sigmund

BROUWER

G.R.

BRUIN, de

Jannie

DAANE

Titus M.

ELIËNS

André

FRANSSE

Henk

GRAAFF, de

Trudy

GROENEVELDT

Robert

GROOT, de

Marek

HALTER

Cor

HEIJDEN, van der

Jo

HENDRIKS

Henk

HERMANS

A.E.

HERMANS-DE ROOS

janet

HETEBRIJ

Jaap

HOLLANDER

Joyce

HUISMAN

Tobya

JONG

P.

JONG-BIGGS, de

Hans P.

KEIZER

Elisabeth

KESSEL, van

C.

KEUS

Jaap

KLINKEN, van

Wim

KOESEN

G.

KOLK, van der

Karin

KUSTERMANS

Janke

OUWEHAND

Johan

ROEY, de

Jeroen

ROOVERS

Johan

SCHOTEN, van

Louise

STAAL

Ruud

STUMPEL

Ingrid

TAELEMANS

Emmy

TRICHT- KEESING, van

Joris

TULKENS

Rian

VERHOEVEN

Marya

VOLKER

PAUL

VOS, DE

Sander

VUGT, van

S.

WESTEROP, van

K.

WITTE, De

Kasper

ZUILEKOM, van

 

 

 

Bestuur en bureau van de stichting Lira

De Stichting Lira, opgericht op 23 oktober 1986, beheert als auteursrechtorganisatie op collectieve wijze auteursrechten en op het auteursrecht gebaseerde vergoedingsaanspraken van schrijvers, vertalers en journalisten die door hen individueel niet, of slechts met de grootst denkbare moeite, te gelde kunnen worden gemaakt.

   Postadres

Stichting Lira
Postbus 3060
2130 KB Hoofddorp

 

Bezoekadres

Siriusdreef 22-28
2132 WT Hoofddorp

Telefoon: 023 799 7806
Fax: 023 799 7700
E-mail: lira@cedar.nl
Website: www.lira.nl

 

Bankrekeningnummers

ING: 65 98 04 972
ING: 50 01 51
 

Kamer van Koophandel

41205902
 

Bestuur Stichting Lira

Kees Holierhoek, voorzitter
Tijs van den Boomen, vice-voorzitter
Robert Alberdingk Thijm, secretaris
Rien Verhoef, penningmeester
Maria Genova, lid
Saskia Noort, lid
Tsead Bruinja, lid
 

Bureau Stichting Lira (Cedar BV)

directeur: 
Andre Beemsterbor

accountmanager:
Schelte van Ruiten

beleidsmedewerker: 
Dorothee Albers

secretariaat:
Sonja Bemer
Nienke Hendriks

commercieel-administratief cluster: 
Charlene de Feyter, teamleider 
Marianne Bovet 
Petra Daansen 
Martin van Dam 
Talitha van Hattem
Nienke Hendriks
Bart Schonmaker
Odile van der Tweel
Vera ter Beest
Constance van der Lans
 

 

Colofon

 Dit is een uitgave van de Stichting Lira,

Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp

Telefoon: 023 - 799 78 06

Fax: 023 - 799 77 00

E-mail: lira@cedar.nl

Website: www.lira.nl
Website toneel: www.liratheaterteksten.nl
Website jaarverslag: www.lira.nl/Over-Lira/Jaarverslag

Redactie: 
Tsead Bruinja
Schelte van Ruiten
Rien Verhoef
Kees Holierhoek (eindredactie)

Tekstbijdragen:
Don Duyns

Fotografie:
Pieter Vandermeer Fotografie Rotterdam    

Illustraties:
Ram Katzir

Ontwerp:
Rutger Fuchs, Amsterdam

Druk:
Drukkerij W.C. den Ouden, Amsterdam

Oplage: 18.500 exemplaren