editie 15 / december 2004

Kabelgelden en thuiskopie-audio 2004

De verdeling van kabelgelden en thuiskopie-audio is in oktober 2004 van start gegaan, en wel over het aantal door publieke omroepen per radio en televisie uitgezonden minuten in het jaar 2003.

Uitbetaald werden bij een 100%-auteurschap van de uitgezonden tekst per minuut uitgezonden televisie 10,05 euro (alleen kabelgelden) en per minuut radio 7,36 euro (kabelgelden en thuiskopie-radio samen). De verlaging van het minutagebedrag in verhouding tot vroeger jaren valt te verklaren uit de groei in het aantal uitgezonden minuten waarvoor LIRA uitbetalingen verricht. Het bedrag werd redelijk op niveau gehouden door ‘oud geld’ tot uitkering te brengen. Onder ‘oud geld’ dient in dit verband verstaan te worden: geld uit jaren, langer dan 5 jaar geleden, waarvoor zich geen rechthebbenden hebben aangemeld. In plaats van dat geld blijvend op te potten betalen we het liever uit.

 

Bij de huidige verdeelpraktijk van kabelgelden door LIRA gaat het om auteursrechtelijke beschermde literaire, literair-dramatische en muziek-dramatische werken en de daarop gebaseerde audio- en audiovisuele producties die door Nederlandse en buitenlandse publieke omroepen via de radio of de tv worden uitgezonden en die gelijktijdig met de etheruitzending door kabelexploitanten via de kabel worden doorgegeven aan hun abonnees. Daarbij moet het - om voor vergoeding door LIRA in aanmerking te komen - gaan om uitgezonden en gelijktijdig doorgegeven werken die door of in opdracht van Nederlandse publieke omroepen via een substantiële investering zijn geproduceerd, bewerkt, vertaald of ondertiteld. Ook moet de betreffende schrijver, bewerker of vertaler zijn kabelrechten tegenover zijn opdrachtgever hebben voorbehouden door ze via een aansluitingscontract bij LIRA onder te brengen en daarvan melding te maken in de overeenkomst die hij met zijn opdrachtgever sluit.

 

Sinds een arrest van de Hoge Raad uit de jaren tachtig geldt de gelijktijdige kabeldoorgifte als een nieuwe openbaarmaking waarvoor toestemming moet worden verkregen van rechthebbenden. Rond dat arrest hebben rechthebbenden van velerlei aard zich verenigd om in onderhandelingen met de kabelexploitanten tegen vergoeding hun toestemming voor de gelijktijdige kabeldistributie te geven. LIRA is één van de organisaties van rechthebbenden die kabelgelden verdeelt, en wel onder de eigen doelgroep, te weten Nederlandse en buitenlandse schrijvers, vertalers en bewerkers.

 

Schrijvers en vertalers van literaire boeken die vinden dat ook hun uitgever bijvoorbeeld bij verfilming van hun boek en uitzending van het filmwerk door een publieke omroep aanspraak zou moeten kunnen maken op een deel van de kabelgelden, kunnen in hun uitgeefovereenkomst met de uitgever een verdeelsleutel overeenkomen en zich zelfs door de uitgever aan laten sluiten bij LIRA. Deze andere, indirecte toegang voor de auteur tot LIRA heeft vooral een principiële en theoretische waarde, want in de praktijk blijken bijna alle werken die voor kabelgeld in aanmerking komen, speciaal voor de tv of de radio geschreven te zijn, zonder eerst te zijn uitgegeven.

 

Voor het eerst sinds jaren heeft het LIRA-bestuur zich weer eens gebogen over de reglementen voor de kabelrepartitie. De schrijffases format en synopsis zijn in de verdelingen opgenomen. Voor het format geldt een aandeel van 10%, voor een format en een synopsis samen een aandeel van 10 + 15 = 25%. Ontbreekt het format, dan kan op grond van het schrijven van de synopsis een aandeel van 25% geclaimd worden. Belangrijk is verder de toevoeging van een bepaling over de duur van aanspraken op kabelvergoedingen: vijf jaar. Zie voor meer hierover de rubriek: Besluiten van het LIRA- bestuur.
 

KH