editie 13 / mei 2004

Woutertje Pieterse Prijs voor Superguppie

alle guppies die ik had

zwemmen nu

in onze kat

 

Deze regels, uit een gedicht over een door de kat leeggevist guppie-aquarium, vormden de geprojecteerde achtergrond tijdens de uitreiking van de Woutertje Pieterse Prijs 2004 op 1 maart j.l. in de Balie in Amsterdam. Ze zijn afkomstig uit de bundel kinderpoëzie Superguppie van Edward van de Vendel en Fleur van der Weel, die dit jaar werd bekroond. De Woutertje Pieterse Prijs – vernoemd naar het gelijknamige boek van Multatuli - werd voor de zeventiende maal uitgereikt en wordt sinds 1998 door LIRA gefinancierd. Niet alleen werd de prijs voor het eerst toegekend aan een bundel kinderpoëzie, maar ook was het de eerste keer dat er twee prijswinnaars waren. Een samenwerkend duo namelijk: Edward van de Vendel schreef de kindergedichten en Fleur van der Waal maakte de illustraties erbij. In hoeverre deze omstandigheden de opmerkelijk grotere media-aandacht voor de prijs dit jaar verklaren, is niet helemaal duidelijk – maar in elk geval belandde de Woutertje Pieterse Prijs voor het eerst op de voorpagina van de NRC. Zelfs verwijzingen naar Annie M. G. Schmidt en Fiep Westendorp waren hier en daar te vinden.

 

Edward van de Vendel (1964) is geen onbekende. Hij publiceerde eerder al drie dichtbundels en verschillende jeugd- en kinderboeken en werd in 1999 met een Gouden Zoen en in 2001 met een Zilveren Griffel bekroond. In het juryrapport ging Anton Korteweg, de juryvoorzitter, beknopt in op de eisen waaraan goede kinderpoëzie moet voldoen. Zij moet 1) van een verrassende eenvoud zijn en op de eigen situatie van het kind toepasbaar; 2) de verbeelding prikkelen; 3) iets onbevangens, speels, eventueel wat meligs […] hebben. Deze bundel voldoet niet alleen aan die vereisten, maar getuigt bovendien van veel “taalplezier” in spellingsgrapjes, eigengemaakte woorden en leuke rijmen, aldus de jury.

 

Fleur van der Weel (1970) geeft in haar illustraties een eigenzinnige, enigszins surrealistische interpretatie aan het kind dat in de gedichten aan het woord is door het uit te beelden als het silhouet van een foxterriër die op zijn achterpoten loopt. Toch blijft het ook een kind. De jury achtte haar aandeel in het boek van zoveel belang omdat de tekeningen “soms niet zo zeer het gedicht illustreren alswel dat aanvullen, en in die zin een voortzetting ervan zijn met andere middelen.” Fleur van der Weel is behalve illustrator en grafisch vormgever, ook kunstschilder en decorateur van kindermeubels.

 

De jury beoordeelde jeugdboeken die in het jaar 2003 zijn verschenen. In het totaal werden door uitgevers 136 titels ingestuurd. Naast voorzitter Korteweg (directeur Letterkundig Museum) bestond de jury verder uit Bregje Boonstra (publiciste kindercultuur), Johan Dockx (Art director van De Standaard) en Jan Smeekens (recensent van de Provinciale Zeeuwse Courant).

 

Het is traditie geworden dat bij elke uitreiking van de Woutertje Pieterse Prijs het Roverslied – in Multatuli’s Woutertje Pieterse het hilarische dichtexperiment van Woutertje als hij in opdracht van meester Pennewip een gedicht op “de deugd” moet vervaardigen – in een nieuwe variant wordt uitgevoerd. Dit jaar gebeurde dat door Henk van Ulsen die vaardig en geestig niet alleen het lied, maar ook de context voordroeg. De druk bezochte prijsuitreiking werd besloten met een geanimeerde borrel.

 

Nog een enkel woord over de kritiek die, na het bekend worden van de prijs, in o.m. de Volkskrant te lezen was over het feit dat de prijs bijna altijd aan boeken wordt toegekend die bij één bepaalde uitgeverij zijn verschenen. In feite is het niet aan de sponsor van de prijs, maar aan het bestuur of de jury van de prijs om daar inhoudelijk op te antwoorden. Niettemin wil LIRA benadrukken dat er omstandigheden zijn die deze situatie verklaren – veel goede kinderboekenauteurs zijn naar deze uitgeverij overgegaan omdat ze menen daar zorgvuldige aandacht en zorg voor hun werk te vinden.

 

NVM