editie 13 / mei 2004

Berichten en adviezen van het bureau

- Komende narepartitie leenrecht  

 

De narepartitie leenrecht (1997-2003) wordt eind mei gestart. In juni zal er worden uitgekeerd. Op de betalingsspecificatie van de narepartitie staan slechts die werken vermeld waarop een correctie heeft plaatsgevonden, bijvoorbeeld wijzigingen in aandelen of aantal uitleningen.

 

Het opgeven van nieuwe werken kan alleen naar aanleiding van de controlespecificatie die u in het najaar van 2004 ontvangt. Let er dan wel op dat het boek is uitgekomen en uitgeleend in de peilperiode die loopt van 1 juli 2003 tot en met 30 juni 2004.

De uitkering van leenrechtgelden van boeken die na deze periode zijn uitgekomen en uitgeleend, kan pas in 2005 plaatsvinden.

 

- Leenrecht in België

 

Schrijvers en vertalers die vorig jaar blij opkeken van hun eerste Vlaamse leenvergoeding, zouden dit jaar wel eens onaangenaam verrast kunnen worden. Want na de eenmalige noodvoorziening in Vlaanderen van 2003 (waarvoor een bedrag van bijna tweeënhalf miljoen euro was uitgetrokken) heeft de Belgische federale regering nu een KB goedgekeurd dat voorziet in een aanzienlijk bescheidener regeling. Er komt een forfaitaire leenvergoeding per lener, gedifferentieerd naar leeftijd: 1,-- per jaar voor volwassenen, 0,50 voor minderjarigen.

 

De invoering van een leenrecht is de grondwettelijke verantwoordelijkheid van de Belgische federale overheid. Gelet op een veroordeling door het Europese Hof van Justitie heeft deze federale overheid het initiatief genomen om ten langen leste uitvoering te geven aan de principes die al in de Belgische auteurswet (van 30 juni 1994) waren opgenomen. Over de concrete uitvoeringszaken (wie zal beheren en verdelen) bestaat nog geen duidelijkheid. Uiteraard is er al wel het een en ander geschreven in de Belgische pers, maar dit zijn commentaren, kritieken uit de sectoren. Zo zijn de uitgevers niet tevreden omdat ze uit het systeem zullen worden geweerd, zijn de auteurs niet tevreden omdat het maar een "aalmoes" zou zijn en zijn de wetenschappelijke auteurs ontevreden omdat de wetenschappelijke bibliotheken worden uitgesloten.

 

De lezer/lener hoeft niets te betalen, het zijn de “gemeenschappen” die de kosten zullen dragen. De Vlaamse gemeenschap betaalt 1,2 miljoen euro, de Franse gemeenschap 0,6 miljoen. Voor de wetenschappelijke en onderwijsbibliotheken, en voor de bibliotheken van zorginstellingen (ouderen, blinden, slechthorenden) gelden vrijstellingen.

 

Het voorziene bedrag is helaas bijzonder laag. Rechthebbenden hadden 12 miljoen euro per jaar gevraagd, alleen voor boeken en geschriften. Maar dit voorstel betekent een bedrag van 1,8 miljoen euro voor alle informatiedragers die onder het leenrecht vallen. De Belgische overheid heeft zich jammer genoeg dus laten leiden door de laagste cijfers die in de Europese lidstaten bestaan.

 

Het is bekend dat de Franse gemeenschap helemaal niets wenste te betalen en dat de Vlaamse regering meer geld wilde uittrekken. Het is dus een Belgisch compromis geworden, met een minimale vergoeding. Maar de Europese richtlijn is hiermee toegepast. 

 

De Vlaamse auteurs vinden de regeling weliswaar te mager, maar hebben toch ook enig begrip voor het Waalse standpunt, waarin werd onderstreept dat de gelden voor de leenvergoeding in Wallonië bijna integraal naar het buitenland (Frankrijk) zouden gaan. Ook bij de door de Vlaamse regering eenmalig ingestelde leensubsidie in 2003 zijn de gelden voor ca. 75% naar Nederland gegaan.

 

De Vlaamse auteurs blijven voorstander van het principe van het leenrecht en van een billijke leenvergoeding voor alle auteurs. Maar ze stellen vast dat er landen zijn die een nog lager tarief hanteren dan België (onder meer Oostenrijk). Zolang er geen eenvormig tarief door de EU wordt ingesteld, kunnen ze weinig argumenten inbrengen, zo stellen ze. Overigens zijn ze wel van mening dat een uniforme tariefregeling in Europa de grote landen en taalgemeenschappen sterk zou bevoordelen tegenover de kleine en dat misschien eens moet worden overwogen de Europese Unie geldelijke steun te vragen voor de ondersteuning van de kleine en middelgrote taalgemeenschappen.

RV

 

- Leenrecht en het buitenland

 

LIRA ontplooit haar activiteiten in Nederland. Ook in andere landen zijn auteursrechtenorganisaties actief op het terrein van literaire, literair-dramatische en muziekdramatische werken. Met een aantal zusterorganisaties heeft LIRA wederkerigheidscontracten gesloten. Deze contracten houden in dat LIRA de rechten van de bij die buitenlandse zusterorganisaties aangesloten auteurs in Nederland vertegenwoordigt. Op deze wijze treedt LIRA op voor de exploitatie van rechten verbonden aan de opvoering en / of uitzending van werken van buitenlandse auteurs. Andersom wordt in die wederkerigheidscontracten met buitenlandse zusterorganisaties vastgelegd, dat de bij LIRA (aangesloten) schrijvers, bewerkers en vertalers voor wat betreft de openbaarmaking en verveelvoudiging van hun werk in het buitenland door de daar actieve zusterorganisatie worden vertegenwoordigd.

LIRA keert in principe alleen uit aan zusterorganisaties en niet aan individuele auteurs. 

 

Het Nederlandse leenrecht-systeem is een auteursrechtelijke regeling. Dit betekent onder meer dat LIRA voor alle auteurs (wiens boeken zijn uitgeleend in Nederlandse bibliotheken) een leenrechtvergoeding reserveert (maximaal 5 jaar lang) en dient uit te keren. Nationaliteit speelt hierbij dus geen rol. In andere landen wordt het leenrecht juist gebruik als een vorm van toelage voor autochtone schrijver. Het geld wordt door de overheid beschikbaar gesteld en verdeeld onder de binnenlandse schrijvers als stimulans en ter motivatie voor het schrijven in de eigen taal.

 

LIRA kan alleen een wederkerigheidsovereenkomst afsluiten met landen die daadwerkelijk gelden hebben gereserveerd voor buitenlandse auteurs. Als er niets wordt ingehouden, valt er immers ook niets te halen. Dit neemt niet weg dat LIRA de auteurs uit de betreffende landen hun leenrechtvergoeding dient uit te betalen. Ter compensatie wordt in zo’n situatie vaak wel afgesproken dat er een hoger percentage (15%) aan inhoudingen voor sociaal-culturele doelen op naar het buitenland over te maken gelden wordt ingehouden. 

 

Sinds 2003 betaalt en ontvangt LIRA leenrechtgelden uit Engeland. (Zie verder)

Met Literar Mechana (Oostenrijk) is recent een wederkerigheidsovereenkomst afgesloten en met VG Wort uit Duitsland is LIRA ook bijna rond over de voorwaarden om leenrechtgelden aan elkaar uit te keren. 

 

Met zusterorganisaties uit Australië, Canada en Nieuw Zeeland zijn op dit punt de eerste contacten reeds gelegd evenals met alle Scandinavische landen. Bij deze landen geldt dat er geen sprake zal zijn van wederkerigheid. Hier zal LIRA dan ook het hogere percentage aan socu-inhoudingen bedingen ter compensatie van gemiste inkomsten uit het buitenland.

LB

  

-Leenrecht uit Groot-Brittannië

 

Nederlandse auteurs van wie boeken in het Engels zijn vertaald, boeken die in Groot-Brittannië door de openbare bibliotheken worden uitgeleend, kunnen zich op grond van de Britse leenrechtregeling via LIRA bij de Britse zusterorganisatie PLR (Public Lending Right) inschrijven. De Britse leenrechtregeling heeft een beperkte werking. Zo komen erfgenamen van schrijvers niet voor het Britse leenrecht in aanmerking. 

 

Alleen boeken die na aanmelding bij PLR geregistreerd staan, kunnen een Britse

leenrechtvergoeding krijgen. Eenmaal geregistreerde titels blijven geregistreerd staan. Nieuw

verschenen titels moeten steeds even worden aangemeld. De jaarlijkse einddatum voor

aanmeldingen bij PLR is 30 juni. Meldt u zich dus bijtijds bij LIRA aan voor het verkrijgen van een aanmeldingsformulier.

 

- Mechanische Reproductierechten
 

Omroeporganisaties leggen auteursrechtelijk beschermde werken vast op beeld- en

geluidsdragers. Zij doen dit niet alleen ten behoeven van hun uitzendingen. In toenemende mate verschijnen omroepproducties in de vorm van videobanden en dvd's op de consumentenmarkt. Mechanische vastlegging heet dit proces. Er is toestemming voor nodig van rechthebbenden.

  

Indien uw werk mechanisch is vastgelegd en deze vastlegging door de detailhandel wordt

verkocht, kunt u daar vaak een vergoeding voor krijgen. Met name vertalers van tekenfilmseries die hun vertalingen maken ten behoeve van nasynchronisaties, zien hun werk veelvuldig  in de winkels liggen. Een vergoeding kan echter alleen worden geïncasseerd, indien u de vastleggingsrechten op uw werk niet heeft afgestaan en u zich ook voor dit zogenoemde mechanisch reproductierecht via een aansluitingscontract bij LIRA heeft aangesloten.

 

- Kabelrechten buitenland

 

Kabelrechtgelden voor in het buitenland uitgezonden werken op radio en tv van onze

aangeslotenen kunnen vaak via onze zusterorganisaties worden geïnd. Met de volgende landen heeft de Stichting LIRA op dit punt een wederkerigheidscontract gesloten:

België

Brazilië

Duitsland

Frankrijk

Groot-Brittannië

Israël

Italië

Polen

Portugal

Spanje

Zwitserland

 

LIRA's Duitse zusterorganisatie Wort keert alleen kabelgelden uit voor uitgegeven werken, dus voor boeken en daarop gebaseerde producties. 

Wij verzoeken u vriendelijk, indien uw werk in één van bovenstaande landen is uitgezonden,

LIRA daarvan op de hoogte te stellen.

 

Meer informatie over mechanische rechten en kabelrechten buitenland kunt u krijgen bij:

Marianne Bovet (023-7997023) en Nancy den Dekker (023-7997033) of via LIRA@cedar.nl. Op datzelfde e-mailadres kunt u terecht voor het aanvragen van LIRA-aansluitcontracten.