editie 11 / september 2003

Ochtendzwemmers van Mieke de Jong bekroond met Lira prijs

Op 22 mei werd voor de zesde keer de LIRA Prijs uitgereikt. Deze tweejaarlijkse prijs is afwisselend bestemd voor de schrijver van een tv-scenario in het genre ‘gewoon tv-drama’ en de schrijver van een speciaal genre scenario’s - hoorspelen, kinderfilms e.d.. Deze keer ging het weer om een bijzonder genre: de langere tv-film, die in de jaren 1998-2002 op een van de Nederlandse zenders Nederland 1, 2. 3. RTL4, RTL5, SBS6, Yorin, V8 en NET5 waren uitgezonden. In april werden voor de prijs al genomineerd Maria Goos met Familie, Helena van der Meulen met Tussenland en Mieke de Jong met Ochtendzwemmers.

De grote dag was dus 22 mei, toen de uiteindelijke winnaar bekend zou worden gemaakt.  De gelukkige bleek Mieke de Jong te zijn. Haar scenario van Ochtendzwemmers werd door de jury zo origineel, charmant en lichtvoetig bevonden dat men “met de grootst mogelijke meerderheid” van mening was dat haar de prijs (15.000 euro) toekwam. Het is een origineel soort televisiespel waarin vooral de verrassende overgangen van gesproken dialogen naar geplaybackte song- en schlagerfragmenten opvallen. Tijdens de feestelijke bijeenkomst in Christofori in Amsterdam werden fragmenten vertoond van het werk van alle drie de genomineerden, zodat ook de aanwezigen zich een mening konden vormen. De voorzitter van de jury, Stefan Felsenthal, ging in het juryrapport uitvoerig in op de stand van zaken op het gebied van televisiedrama. Opvallend was dat de genomineerde scenaristen alle drie vrouwen zijn (die in twee gevallen ook met vrouwelijke regisseurs samenwerkten) en dat hun werk steeds is ontstaan in het kader van het Telefilm-project.

Het Telefilm-project is in 1997 begonnen en kan een succes worden genoemd. Ik citeer het juryrapport: “De inhoudelijke kenmerken van een Telefilm zijn: oorspronkelijk, Nederlandstalig, van speelfilmlengte en inspelend op actuele maatschappelijke zaken. Vooral door de beide laatstgenoemde kenmerken mag het Telefilm-project als een soort tweesnijdend zwaard worden beschouwd: de films bevorderen het dichten van de kloof tussen de overweldigende [...] feitenlawine die de omroep afscheidt en de verbeeldende kracht van fictie die, door het documenteren van de beweegredenen van uitvergrote individuen, actuele, politieke, maatschappelijke en persoonlijke processen kan verhelderen.” De keerzijde hiervan is evenwel dat het “vrije” auteursdrama in de knel komt en nog slechts films worden toegelaten onder thematisch en seriematig geordende koepelvormen, die ook tot dwangbuis kunnen verworden. Voortborduren op wat bekend is en zich bewezen heeft dreigt dan, want “elke onderneming die de ruimte voor research, voor verandering niet koestert, maar kiest voor varen op de koers van het conserveren en het exploiteren van het gekende, heeft geen toekomst en verdient die ook niet.” Het juryrapport pleit dan ook voor het centraal stellen van “diversiteit, durf, vindingrijkheid, samenwerking en bundeling van krachten” door de publieke omroepen op het gebied van drama.

De jury, die verder bestond uit Carolien Croon, Richard Fokker, Walter van der Kooi en Ernie Tee,  wenste nog drie producties eervol te vermelden - Roos en Rana van Paula van der Oest, Ganzen van Bouke Oldenhof en Achterland van Dorothee van den Berge.

Onverbrekelijk verbonden met de LIRA Prijs is de LIRA Lezing. Daarvoor wordt een belangrijke buiten- of binnenlandse autoriteit uitgenodigd op het gebied van radio en televisie - hetzij in een artistieke, hetzij in een bestuurlijke of organisatorische capaciteit. Deze zesde LIRA Lezing werd gehouden door Gunnar Carlsson, die een indrukwekkende staat van dienst heeft in het Zweedse filmwezen - zo richtte hij het Gotenburg Film Festival op, was hoofd Drama bij STV, de Zweedse televisiezender, en is bij dezelfde omroep tegenwoordig degene die het programma en de opdrachten voor Drama en Film bepaalt. Daarnaast richtte hij het West Swedish Film Fund op, een van de meest succesvolle regionale filmfondsen in Europa en initieerde hij o.m. Zweeds-Zuid Afrikaanse co-producties. Op het moment is hij bezig een televisieserie te ontwikkelen met schrijvers uit beide landen.

De titel van zijn lezing was De publieke omroep - inhoud en visie en ging over de rol en taak van de publieke omroep - een kwestie die ook in Nederland sterk in de belangstelling staat sinds de enorme opkomst van commerciële zenders en de dictatuur van de kijkcijfers die daarmee gepaard gaat. Carlsson ontpopte zich als een vurig en overtuigend pleitbezorger van een sterke, onafhankelijke publieke omroep, die hij in de eerste plaats als hoeder van het democratisch proces en stimulator van het sociaal, politiek en cultureel engagement ziet. Verder dient de publieke omroep als kwaliteitsnorm voor commerciële zenders te gelden, en daarvoor is, in het woud van mogelijkheden dat nu bestaat, een duidelijke visie noodzakelijk waaraan elk besluit afgemeten kan worden. Als voorbeeld voor “inhoud” die strookt met een duidelijke visie noemde Carlsson twee publiekgerichte series, “Hammarkullen” en “Het nieuwe land” die in Zweden een grootschalig debat over integratie van allochtonen op gang hebben gebracht. Het voert te ver om hier een volledige samenvatting van zijn intelligente en genuanceerde pleidooi voor de publieke omroep te geven, maar voor geïnteresseerden is de uitgave van de volledige tekst van zijn lezing (in het Engels en Nederlands) aan te vragen bij het LIRA-bureau.

De prijsuitreiking werd besloten met een geanimeerde borrel, waar zowel over de bekroonde en de genomineerde films als over Carlssons lezing nog veel werd nagepraat.

NVM