editie 10 / mei 2003

Mooie leesboeken noemen we literatuur

Aldus Charlotte Mutsaers in haar lezing ter gelegenheid van de uitreiking van de Woutertje Pieterse Prijs 2003. Zij betoogde daarin, op haar eigen onderhoudende wijze, dat goede kinderboeken zich in niets onderscheiden van andere goede boeken en de term ‘kinderliteratuur’ dus in feite een contradictio in terminis is.

Bewust voor een doelgroep schrijven, in dit geval voor kinderen van een bepaalde leeftijd, met opzet neerhurken om de kleintjes te bevallen, is in strijd met de artisticiteit en kan nooit tot werkelijk goed werk leiden. Echt goede kinderboeken zijn niet voor ‘een doelgroep’ geschreven, maar voor lezers van alle leeftijden en ‘vanuit een brandende aandrift door een groot talent’ – om het maar even heel duidelijk te stellen. De schrijvers hebben ‘domweg zo persoonlijk mogelijk uitgedrukt wat zij te zeggen hebben en dat dat kinderen van 8 tot 88 aanspreekt lijkt me mooi meegenomen’. Dus geen gezeur of kinderboeken ‘literatuur’ zijn of niet.

De Woutertje Pieterse Prijs 2003 is toegekend aan Guus Kuijer voor zijn boek Ik ben Polletje hoor!, uitgegeven door Querido. Het boek verscheen oorspronkelijk als Kinderboeken-weekgeschenk in 2001. Guus Kuijer (1942) debuteerde in 1975 als kinderboekenschrijver met het inmiddels klassiek geworden Met de poppen gooien, het eerste van zijn vijf Madeliefboeken, die later ook voor de televisie zijn bewerkt. Behalve de boeken over Madelief omvat zijn œuvre inmiddels tal van andere kinderboeken, dierenverhalen, jeugdtheater, televisiescripts en jeugdromans. Al in 1979 kreeg hij de Staatsprijs voor Kinder- en Jeugdliteratuur, en hij verzamelde bijna aan de lopende band Gouden en Zilveren Griffels voor zijn werk, dat ook in het Duits, Frans en Deens is vertaald. Vanaf 1999 verscheen een reeks boeken waarin de dappere Polleke, een meisje dat zich niet in de luren laat leggen, de hoofdrol speelt. Het bekroonde boek is het vijfde in de serie. Ik citeer uit het juryrapport: ‘Het is een meisje dat we al jaren lang kennen. […] Dankzij de eenvoud en helderheid van de taal van de schrijver, […], dankzij zijn voortreffelijke balans tussen actuele problemen en die van haarzelf, hebben wij deze winnares unaniem in het hart gesloten. Ze staat op het punt de kindertijd te verlaten en het diepe van de puberteit in te springen. Het laatste hoofdstuk […] bestaat uit niet meer dan de hoofdstuktitel: ‘elfde hoofdstuk. over dat ik nu dertien ben’ en één zin: ‘Ik ben nu dertien.’ ‘

De uitreiking van de prijs vond plaats op 6 maart, zoals altijd in De Balie in Amsterdam. Na de eerder genoemde lezing van Charlotte Mutsaers las Anton Korteweg, directeur van het Letterkundig Museum en voorzitter van de jury, het juryrapport voor waarin niet alleen de winnaar bekend werd gemaakt, maar ook een overzicht van de stand van zaken op het gebied van de kinder- en jeugdliteratuur werd gegeven. Lof werd vooral toegezwaaid aan Nederlandse en Vlaamse illustratoren, die inmiddels een internationale reputatie hebben opgebouwd, en aan Floortje Zwigtman voor haar boek Wolfsroedel. Naast Anton Korteweg bestond de jury uit Hub. Hubben, Doeschka Meijsing en Jan Smeekens.

Het dankwoord van Guus Kuijer was kort en geestig – zijn leven lang had hij zijn boeken niet toegeschreven naar een ‘doelgroep’, maar naar de Wouter Pietertje Prijs. En prijzen en griffels bij de vleet waren hem ten deel gevallen, maar tot nu toe was die ene begeerde prijs hem steeds ontgaan… tot nu toe. Ook Multatuli’s Roverslied werd, als elk jaar, uitgevoerd, deze keer door de Jeugdtheaterschool Zuid-Holland, die er een vrolijk geheel van maakte dat het publiek tot een volmondig bis inspireerde.

Na afloop van het officiële gedeelte werd een opgewekt glas geheven op de prijswinnaar en zijn werk. De Woutertje Pieterse Prijs wordt volledig gesponsord door de Stichting Lira, en Lira heeft alle reden om daar trots op te zijn.

NVM